Karbonkels

Over Karbonkels

Almandien, Edelsteen, vormen, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, krachten, bijzonderheden,

Uit Megenberg.


Naam, etymologie.

De karbonkel is waarschijnlijk de anthrax van Theophrastus en de Indische carbunculus van Plinius. De naam zinspeelt wel op de gelijkenis met gloeiende kool, Latijn carbo; steenkool. De naam is ontleend aan Plinius carbunculus alabandicus, almandien, in zijn tijd werden er in Alabanda in Klein Azië granaten geslepen tot bijvoorbeeld vazen. Carbunculus; kleine vonk, werd tot karbonkel.

Karbonkel, Duits Karbunkel of Karfunkel, Engelse carbuncle uit oud-Frans charboucle, escarboucle, en dat uit Latijn carbunculus: kleine gloeiende kool, van carbo: kool, een helderrode kostbare steen.

In oude metaforen is het de naam van de rode granaat, in geleerd Afrikaans heet die carboncle. Die of de Latijnse vorm leverde vroeg in de 13de eeuw in midden-Hoogduits Carbunkel op. De omvorming schijnt onder invloed van vonken, midden-Hoogduits Funke, gevormd te zijn. Karvunkel. Mogelijk van Joods gorfinki, rode granaat.

Als boosaardig gezwel heeft de medici de karbonkel, grote steenpuist die qua vorm en kleur er op lijkt, als anthrax, overgenomen.

Vorm.

Die wijken in hun kleur slechts weinig van elkaar af. Ze zijn donkerrood tot geelrood en worden bijvoorbeeld in Bohemen aangetroffen in korrelvormige kristallen. De grootste en meest waardevolle hebben de grootte van een okkernoot. Kleine korrels hebben weinig waarde en bevinden zich in sommige rots soorten, granaatrots, in zulke hoeveelheden dat men ze bij ijzerfabricatie als smeltmiddel gebruikt.

Gebruik.

Karbonkel, in Duits Karfunkel, het funkelt in het donker. Het was bij de ouden de mooie rode granaat met een vurige gloed en in de middeleeuwen een robijn of een fabelachtige vuurrode, als goud glanzende en in het donker helder oplichtende steen die naar de sagen de sijs in haar nest legt en de eigenschap had de drager onzichtbaar te maken. Onder de rode juwelen wordt de robijn karbonkel genoemd. Dat is de karbonkelsteen uit de sagen en sprookjes. Geslepen karbonkels lichten in het donker op als gloeiende kolen. Een Talmoedische legende weet te verhalen dat de Ark van Noach verlicht werd door de schittering van 1 enkele reusachtige grote karbonkel. ‘Daarvan hangt een lantaren waar een karbonkelsteen in lag en in alle steden leek het daar dag, dat deed de kracht van de steen’. ‘In die zale, die zo helder scheen, daar stond een fijn carbonkelsteen ...; van hem kwam alle het licht’.

Shakespeare, Measure for Measure 2,1,101 en in King Henry IV , II, 4,37 zingt Falstaff een oud liedje van Lancelot van ’t meer, ook zingt hij over parels en karbonkels, ‘pearls and owches’.

Shakespeare; ‘A carbuncle entire, as big as thou art’,

Were not so rich a jewel”. Coriolanus 1,4,55.

Een karbonkel is een kostbare steen en schijnt als vuur en zijn schijnen wordt niet verminderd met de nacht. En hiervan zijn twaalf soorten en die worden verkregen in Libië bij de Troglodytes. Onder deze twaalf soorten karbonkels zijn de anthracites de beste die de kleur van vuur hebben waarin een witte nerf ingesloten is en die heeft deze eigenschap als het in vuur gegooid wordt het geblust wordt alsof het dode kolen zijn en gaat branden als er water op gegooid wordt. En deze kostbare steen is van een zo grote prijs zonder vergelijking met het aanzien van de andere. Er wordt verteld dat het ‘t ingraveren weerstaat. En als er soms ingegraveerd wordt en ingedrukt wordt met was, dan neemt het een deel van de was weg alsof het een beest is dat bijt. En deze kostbare steen verdrijft het gif in dampvorm. De luchtdemonen kunnen zo hun werk niet doen en zo helpt het tegen ziektes bij de mens. Het is het middel tegen melancholie en boze dromen.

De robijn beschermde de ridder tegen de dood en liet hem trouw blijven aan zijn ver verwijderde geliefde. De robijn is zeer goed voor het hart en vecht tegen vuilheid en gif. Het gaf hen nog meer moed en beschermde ze voor betovering, zorgde dat de ander van je hield etc. Het maakt de drager onkwetsbaar, mits het in een deel van het lichaam is. Het dragen is dus niet voldoende, het moet in het lichaam ingeplant worden zodat het in contact met het lichaam blijft, dit in Birma.

Het was het symbool van de koninklijke waardigheid, van de hartstochtelijke liefde en dat omdat die steen rood is. In de Openbaring van Johannes wordt Gods heerlijkheid met diamant en robijn vergeleken.

‘Maerlant: ‘Carbonkel dat is een steen, die gelijke heeft geen een. De zeldzaamste die men vindt en waar men de ware van kent dat hij de macht heeft van alle stenen, hij maakt de dag in de nacht en op dag is hij koolrood, ‘s nachts heeft het een helderheid groot. In Libië bij de Troglodieten vindt men ze, zeggen de feiten. Drie soorten is zijn manier, de echte lijken op het vuur. Rubith mag de andere zijn en die noemen we robijn, hij is rood, maar niet zo echt dat hij het donker licht maakt. Balustrus is de andere manier, hij is niet rood gelijk het vuur, maar donker violetrood, doch zijn waarde is zo groot dat het meer waard is in zijn manier dan dat van jaspis of van saffier’.

Uit; Lapidary or, the history of pretious stones, bij Thomas Nicols 1652.

De karbonkel of robijn.

De karbonkel is een kostbare steen of edelsteen, die vanwege zijn aangeboren glorie de gelijkenis van een vuurvlam in zich draagt. De echte karbonkel of robijn is een transparant juweel in de kleur van puur vermiljoen of karmozijnrood; hoe vuriger het er in zijn uiterste vorm uitziet des te beter is het; als het enige geelheid bevat, is het van de soort granaten of hyacinth; door zijn uitstekende vlam onderscheidt het zich van andere edelstenen die soortgelijke voorstellingen en gelijkenissen hebben. Een karbonkel is niets anders dan een grote robijn en een grote robijn wordt geacht de naam van een karbonkel waardig te zijn. Als er een robijn wordt gevonden zo groot dat hij kan wegen twintig karaat, dat is een drachme en een scrupel, mag het dan waardig worden genoemd met de naam van een karbonkel. Ludovicus Vartomannus, een Romein, meldt dat de koning van Pegu, een stad in India, een karbonkel had van zo’n grote omvang en pracht dat hij bij het heldere licht ervan in een donkere plaats kon zien alsof de kamer of plaats verlicht was door zonnestralen.

Van zijn tinctuur of folie.

Hoewel het een zeer glorieuze steen is en van uitmuntende schoonheid wordt er toch een folie aan gebruikt als aan alle andere stenen van transparantie & doorzichtigheid. De folie is ofwel gemaakt van getinte mastiek of van een geverfde glasachtige substantie of anders wordt er een roodgouden folie omheen gebruikt.

Van zijn vervalsingen.

Het kan worden vervalst door een robijn van een zeer verdunde roodheid door er een roodgouden folie tinctuur of kleur onder te plaatsen of door een schitterend glas geverfd met een rode kleur eronder te plaatsen. En dus zonder zorgvuldige voorzichtigheid kan het voor een echt juweel worden gehouden en eerder omdat het wordt geholpen met een folie. Een andere manier van vervalsing is door een blanke saffier of een kristal of een topaas of een gewone diamant met daaronder een roodgouden folie, insluitend in gesp of ring. Een andere manier die ze hebben om het te vervalsen en dat is door twee mooie kristallen aan elkaar te laten lijmen met een kleine met een rode karmozijnrode kleur getint mastiek: Op deze manier heb ik twee stukjes kristal aan elkaar zien gelijmd alsof ze eenmaal met een folie zijn gezet en ze waren nauwelijks te onderscheiden van een echte robijn. De vervalsing van deze edelsteen kan dus worden ontdekt, eerst door het ontbreken van het sprankelende en het uitzenden van levendige stralen. Vervolgens door de edelsteen naar het oordeel van de vijl te brengen. Een echte robijn zal het bestand doorstaan; maar een namaaksteen of een zachte vervalste steen niet. Een andere manier om de valsheid te onderscheiden is deze: neem het verdachte juweel en richt uw oog vanaf de rand of de rand van zijn omhulsel, door de edelsteen naar de andere kant van zijn omhulsel en als het uit twee delen bestaat met een getinte folie ertussen zal je gemakkelijk bemerken dat het bovenste deel kleurloos is, van waaruit je kunt opmaken dat het zijn glorie ontvangt van de folie. Zulke kunstmatige kanten en hoeken zullen juweliers in de bodem van zachte transparante stenen snijden en uitgraven (zoals ik heb gezien) dat door de veelvuldige weerkaatsing van deze lagere oppervlakten in elk deel van de bovenste oppervlakten van het juweel een bekwame juwelier hun ambacht nauwelijks zal waarnemen. Er is een vervalsing van de robijn met gekookte arsenicum, maar deze zijn voor niets anders geschikt dan voor beelden, hiervan wordt melding gemaakt in Baptista Porta in zijn Magia. lib. de gem.

Van zijn namen.

In Hebreeuws barakath, dat is Carbunculus vel Pyropus, dat woord komt van barak wat betekent verlichten, en

inderdaad deze steen werpt de glorie van zijn pracht en zijn fonkeling als de bliksem. Bij de Grieken wordt het genoemd vanwege de pracht die het in zich heeft als een vuurkool: daarom wordt het ook in Latijn een Carbunculus genoemd, het wordt ook robijn genoemd, van het Griekse woord dat vuur beteken en Apyrausta quod ignem sentire non videatur. In Latijn Carbunculus. In Duits ein Rubyn. In Italiaans un Rubino, carbunculo. In Frans escar boucle. In Spaans el carvoucel piedra. In Engels carbuncle.

De soorten ervan.

Er zijn verschillende soorten zoals de robijn, granaat, Almandien en rode hyacinth die allemaal als volgt worden getoond.

Van de plaatsen waar ze worden gevonden.

De beste hiervan zijn te vinden op het eiland Ceylon, enkele kleine zijn te vinden in Coriae, Calcutta, Cambya, Bisnager, er zijn uitstekende te vinden in de rivier de Pegu, de bewoners daar proberen ze met hun mond en tong; hoe kouder en harder ze zijn, hoe beter ze zijn; ze groeien in een bepaalde steenachtige matrix met een roze kleur die, als deze transparant is, Balasium Rubinum wordt genoemd, voor het grootste deel wordt het gevonden in dezelfde mijn waar de saffier wordt gevonde: en volgens de variëteit van zijn voeding is het rond van een gemengde kleur. Boetius zei dat Rodolphus de tweede keizer een van de grootste van een klein kippenei had.

Van de eigenschappen.

Dit juweeltje, dat Aristoteles Gnomonem Sigillum en Gemmarum regulam noemde, als het groot en zeer voortreffelijk is, bootst het de heldere glans van een vuurvlam na. Het is van een grote glans en van zo’n voortreffelijke pracht, dat S. Epiphanius er van zegt dat als het gedragen wordt, welke kledingstukken het ook geheel bedekt, het niet verborgen kan worden- dit zegt Andreas Baccius van S. Epiphanius in zijn boek de natuur gemmarum. Baccius, Boetius en anderen hebben erover bericht dat als het amulet gedragen of gedronken wordt, het goed is tegen vergif en tegen de pest en om droefheid, kwade gedachten, vreselijke dromen en boze geesten te verdrijven. Er wordt al gezegd dat het de geest zuivert en het lichaam in veiligheid houdt en dat het, als er enig gevaar voor zou zijn, zwart en duister zal worden en als het voorbij is weer terugkeert naar zijn vroegere kleur.

Van de waardigheden en de waarde.

Dit is een juweel dat in vroegere tijden van zeer grote waarde en waarde werd geacht vanwege het heilige gebruik ervan omdat het door God werd bevolen om in de zakjes van de borstplaat des oordeel te worden geplaatst, zoals Exodus 28; 17. Als het twee scrupules weegt, wat de grootste is (want zelden wordt er een van de voortreffelijke gevonden van grotere omvang dan een hazelaar) vanwege zijn sierlijke kleur waarmee het de bezienswaardigheden zaait en vanwege die glorieuze stralen die het lijkt te uit zichzelf naar voren schiet, wordt het van even grote waarde geacht als de meest voortreffelijke diamant. Als het wordt gevonden in het gewicht van vier karaat, dat wil zeggen van zestien korrels, dan is het van dezelfde waarde als diamant die zoveel karaat weegt. De ronde die geen exacte vorm hebben, zijn van de laagste waarde. Degenen die zo groot zijn dat ze in tabellen kunnen worden geplaatst, hebben de grootste waarde volgens naar de waarde en waarde van de beste diamanten, zo moeten deze worden gewaardeerd en getaxeerd worden als ze in gelijke verhouding en gewicht zijn.

Zie verder: http://www.volkoomen.nl/ en : http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/