Chalcedoon
Over Chalcedoon
Mineraal, edelstenen, vormen, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, krachten, bijzonderheden,
Uit; http://www.steenbok-newage.nl/picture/mineraal/chalcedoon.jpg
BLAUWE CHALCEDOON.
Naam, etymologie.
Chalcedoon, chalcedon, calchedoon, calcedone, calcidone, Midden-Latijn chalcedonius lapis, achates chalcedonius; midden-Hoogduits calcedôn, calcidôn; noord-Duits chalcedon, Engels chalcedony, Grieks kalchedon. Het wordt gevonden te Latijn Chalcedon, Grieks Chalkedon, nu Broessa, nu Kadikioi (Skoetari) aan de voet van de Olympus en is het eerst door de bewoners van Chalcedon in de handel gebracht.
Chalcedoon is een halfedelsteen en een variëteit van het mineraal kwarts. Naast de vezelige structuur bezit de chalcedoongroep vaak een poreusheid die gekenmerkt wordt door ronde, langwerpige of langwerpige holle ruimtes die zich tussen de afzonderlijke vezels bevinden. In de natuur komen de chalcedoonmassa’s voor als ronde, druiventrosvormige, nieren vormige, druipsteenvormige of onregelmatige groeisels. Er zijn veel kleurvormen in deze groep die elk een bijzondere naam hebben. Chalcedoon, carneool, sarder, chrysopraas, heliotroop, agaatsoorten en chalcedoon met insluitsels.
Onder de naam van gewone chalcedoon worden die samengevat die in zeer lichte kleuren van wit, grijs, bruin, blauwachtig en groenachtige tinten voorkomen waarbij de kleur egaal, of wolkig in de steen verdeeld is. Bij al deze soorten is de vezelige structuur aanwezig terwijl de doorzichtigheid van sterk doorschijnend tot weinig doorschijnend gaat. Ze komen op verschillende plaatsen als aangroeiingen voor in meest onregelmatige vormen, ook als ruimte opvulling in gesteende of versteende fossielen. Vindplaatsen zijn in onder andere Brazilië, Madagaskar, Uruguay, India en VS. De helderblauwe chalcedoon komt uit Namibië en wordt steeds zeldzamer, waardoor de steen in waarde stijgt.
Chalcedoon wordt voor het vervaardiging van allerlei gereedschap gebruikt. Het is een vorm van kiezelzuur of kwarts die zich door een geringe doorschijnendheid en tevens door een mooie, zachte kleur onderscheidt. Er zijn stukken die geheel mat zijn en daardoor zeer geschikt voor cameeën.
Men onderscheidt verschillende variëteiten:
Het is in de regel half doorzichtig en doorschijnend, soms ondoorschijnend en lichtblauw melkwit, de =melkchalcedoon of melksteen, honinggeel of ceragaat, of donkerbruin van kleur.
Morochus, morochites of Moroctes, een naam gegeven door Plinius aan een soort stof die wordt gebruikt om vlekken uit kleding te verwijderen. Ze zeggen dat het heel hard was, heel zwaar, zacht om aan te raken, van een wit dat neigt naar grijs en groenachtig. Sommigen geloven dat het hetzelfde is als Briançon-krijt, in dat geval zou het een echte talk zijn. Boetius geeft de naam morochtus aan een heel andere steen, de Duitsers noemen het milchstein of melksteen omdat er een melkachtig sap uit komt, hij zegt dat er ook zwarte gevonden worden; hij voegt eraan toe dat er ook groenachtige, honingkleurige, witte en grijze zijn. Andere natuuronderzoekers hebben de morochtus beschouwd als een soort geharde klei of steatiet en met de consistentie van steen; weer anderen hebben deze naam gegeven aan een uitgehard krijt of mergel.
Melksteen, maanmelk, bergmelk, steenmelk, milch-steine, zekere heldere, geelwitte kleiaarde. Morochti, zekere kiezelstenen van witte kleur en onderscheidene tekening.
Uit; Lapidary or, the history of pretious stones, bij Thomas Nicols 1652.
Van de Morochthus. De Morochthus is een witte zachte steen. Het is goed om linnen kledingstukken wit te maken als het eerst wordt opgelost. Er wordt gezegd dat het de kracht heeft om de poriën van het lichaam te openen. Dioscorides zegt dat het wordt gevonden in Egypte en Georgië. Agricola zegt van wel gevonden in Saksen, in de buurt van Hildesheim waar het Milchstein wordt genoemd. De Galactiet is een soort ervan die ook Galaxius wordt genoemd; dit wordt gevonden in Egypte. De linnen wever gebruiken deze steen om hun doek wit te maken.
Uit www.rubylane.com
Is dit gesteente grijs of wit dan heet het chalcedonyx.
Verder heeft men regenboogchalcedoon, stippelchalcedoon, wolkchalcedoon, mokkasteen en dergelijke.
Maerlant: ‘Calcedonius is een steen die geheel veel geverfd is en tussen het blauwe en het heldere is hij doorgaans te zien. En men draagt het, zoals ik het vond, is het aan de hals of aan de hand, hij laat veel overwinnen en dat pleegt hij in gedingen vooral en hij tempert mede zeer de hitte die van de rede komt. Drie soorten vindt men van deze, alzo als wij beschreven lezen’.
Megenberg; Calcedonius is een van de twaalf stenen die Johannes zag. Die is een doffe kleur en is altijd een vette bleekheid want zijn kleur heeft een midden tussen de hyacint kleur en de beril. Is de steen geslagen en hangt men het aan de hals of draagt het aan de vinger dan maakt het zegevierend in strijd en verzacht de hitte van de koorts hitte. De steen is drie soorten. Een is een bleke lamp gelijk en schijnt meer aan het licht dan in het huis. Wanneer de steen verhit van de zon of van de hand dan trekt het halmen aan zich en laat zich niet graag graveren. De andere soorten hebben andere kleuren.
De steen gelijkt de liefde. De tijd die inwendig in het hart verborgen is dan is ze bleek en is zoals een licht in een lamp. Wanneer echter ze bedwongen wordt zodat ze uit het hart voort gaat naar de andere tot een nut dan toont ze uitwendig hoe ze inwendig gesteld was en wanneer ze de ware zon beroert die Christus is of de vinger der Heilige Geest dan trekt ze de zondaar aan zich en laat zich niet delen noch doorgraven want ze mag met geen tegenstrijdigheid gebroken worden, ze wordt steeds meer en meer gesterkt. Daarom spreekt de schrift in het achtste stuk van het minneboek; ‘uw minne is vaster dan de dood’ en spreekt ook; ‘veel water [511] mag de liefde niet lessen’. Alzo spreekt ook sint Paulus tot de Corinthiërs; ‘uw liefde is geduldig en verzacht, ze draagt alle dingen en wordt toch niet gebroken, noch wordt met smekende lof geweekt’. Daarom heb ik arme de steen vergelijkt met onze vrouw liefde in de lofzang van haar en daar heb ik haar deugd met de twaalf uitverkoren stenen vergeleken.
Albertus Magnus; ‘Als je illusies en fantasieën wil vermijden en alle oorzaken en redenen overwinnen. Neem de steen die Calcedonius genoemd wordt, het is licht bruin van kleur en soms wat donker, als dit doorstoken en gehangen wordt aan de nek met een steen die Sinerip genoemd wordt is het goed tegen alle fantastische illusies en zorgt dat je alle oorzaken of redenen overwint in de toekomst en beschermt je lichaam tegen je tegenstanders.’
Maerlant ‘s Galaritides, Griekse gala: melk, mogelijk de melkkleurige chalcedoon, de melksteen of melkchalcedoon?’ Galaritides, zoals men het kent, is een steen die men in de Nijl vindt en is naar de as gedaan. Voedsters die hun zog willen ontgaan wrijft men het in melk stuk en ze geneest. Wrijft men veel, het geneest de vrouwenpijn en tegen schurft plegen ze te zijn. Met het witte van een ei gedweild is hij nuttig gedragen, geluk en goed bejaagt hij voor degene die het met zich draagt’.
Uit; Lapidary or, the history of pretious stones, bij Thomas Nicols 1652.
Van de Chalcedoon, Carcedonie of Carchedonie.
De Chalcedoon of Carchedony is een half transparante steen met een obscure, vurige, rode kleur en zeer hard.
Van zijn vervalsing.
Het is vermengd met kristal en Argenti kalk (zilverglid of loodoxide) en een dag samengesmolten in een oven.
Van zijn soorten.
Plinius rekent deze steen tot de soorten robijnen, maar deze hebben een zwarter aspect: toch zijn ze bleker en duisterder dan de karbonkel. Hij zegt dat er een mannelijke en een vrouwelijke van is en dat de mannelijke sterren in zichzelf branden en dat de vrouwelijke hun sprankelende stralen uitstorten. Maar deze voor hun glorie kunnen beter worden verwezen naar de granaten en de oosterse amethist dan naar de Chalcedonen. Er zijn Oriëntaalse Chalcedonen en ze zijn van een paarse of hemelse kleur, vermengd met wit en aangenaam om te zien: of ze hebben een zeer aangename roodheid en degenen die zo’n roodheid hebben zijn de Chalcedonen van de Ouden, van dit soort zei Anselmus Boetius dat hij er veel had, Boetits l. 2. blz. 121. Er zijn Chalcedonen met een aardse, obscure witte kleur en deze zijn de slechtste van alle andere. Van alle andere Chalcedonen die Boetius zegt dat deze meest in zich hebben de kleuren waarin een hemelse kleur, wit, geel en rood met een zekere verrukkelijke en aangename verwarring verschijnen, die tegen de zon gehouden wordt en door de weerkaatsing van haar stralen de kleur van de regenboog geven.
Van de plaatsen.
Het wordt gevonden in Duitsland, in België over Leuven en over Brussel.
Zijn eigenschappen.
Er wordt ervan vermeld dat het boze geesten verdrijft, dat het goed is tegen melancholie en droefheid, dat het de overwinning bezorgt aan degene die het bezit en het met zich meedraagt. Andr. Baccius in annot. super 6. c. de nat. gem.
Zijn waardigheid en waarde.
Het is van groot belang geweest vanwege zijn heilige gebruik, het is een van die stenen waardoor de heerlijkheid van de derde fundering van de muur van het nieuwe Jeruzalem voor ons wordt ontdekt, Openbaring 21; 19. Het belangrijkste gebruik hiervan is in zegels, want het verzegelt vrijelijk, zonder dat de was wordt verslonden. De beste zijn van dezelfde waarde en prijs met de Sardonyx.
Zie verder: http://www.volkoomen.nl/ en : http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/