Jade

Over Jade

Jadeiet, Edelsteen, vormen, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, krachten,

Uit; http://www.endorphin-shop.nl/jade655.jpg

Naam, etymologie.

Jade is een Engelse naam die uit de tijd dateert dat men vanuit China nefriet en jadeiet begon te exporteren en de naam van de soort gebruikte die het hoogst in aanzien stond, jadeiet.

Jade, Frans jade, 17de eeuw l’ ejade, Spaans piedra de laijade of ljada, Grieks petra; steen; ijada; zijde, Latijn iliata; ilia; lies, lendenen, het werd gebruikt tegen koliek, niersteen, Nierenstein. Zie nefriet, Grieks nephros; nier.

Jade is een meestal heldergroene siersteen die uit drie mineralen, jadeiet, nefriet en chloromelaniet, bestaat. Mineralen die van verschillende samenstelling zijn die echter zo veel op elkaar lijken dat de leek het verschil niet ziet.

Nefriet is meestal groen tot grijsgroen en behoort tot de grote hoornblendegroep. Jadeiet en chloromelaniet, die zeer dicht bij elkaar staan, behoren tot de augiet groep en hebben ook die kleur maar kan ook in andere kleuren voorkomen, zelfs zwart en wit en afwijkend van nefriet bevat jadeiet (jade) natron. Hoornblende en augiet vormen in die vormen dichte en fijn vezelige aggregaten van zeer fijne en kleine kristallen die een uiterst hoge taaiheid bezitten. Vanwege de nauwe verwantschap tussen jadeiet en chloromelaniet worden ze beide onder jadeiet gerekend.

Ze zijn samen jade. Het is de punama steen van de N. Zeelanders en de jade in de antiekhandel. In N. Zeeland gebruikten de Maori’s er hun bijlen van, sieraden en de mensachtige figuurtjes die ze ‘hei tiki’ noemen.

Verspreiding.

Ze hebben beide een hoge cultuurhistorische betekenis. Door hun taaiheid werden ze vooral als wapens en andere gebruiksvoorwerpen gebruikt. Uit de voorgeschiedenis heeft men vele nefrietwapens, bijlen en dergelijke gevonden bijvoorbeeld in Duitsland, paalbouwwoningen in Zwitserland, Frankrijk, Italië, Spanje, Griekenland, Kreta, Troje, Mesopotamië, Siberië en N. Zeeland. De grafsteen van Tamerlans in Samarkand bestaat eruit. In latere tijden kwamen er metalen en werden ze voor sieraden gebruikt als scarabeeën, amuletten, zegelcilinders, zegelstenen, koralen en dergelijke, weeldevoorwerpen als beeldjes, vaasjes, potjes en schaaltjes.

Het is de steen van China en wordt Yu-chi genoemd waarmee men zeggen wil dat ze tot de ‘nationale stenen bij uitmuntendheid’ behoren. Ook in Japan nemen deze stenen onder de naam Giguku of Tama een voorname plaats in. Het wordt gevonden in Sin Kiang langs het Kwan Lu gebergte waar de rivieren Kara Kasj: zwarte jade rivier, en Joeroeng Kasj: witte jade rivier, ontspringen die een grote hoeveelheid nefriet hebben meegenomen richting Khotan, de stad die aan de zijderoute ligt waardoor er export naar het buitenland was en op de terugweg jade naar het binnenland mee genomen werd.

Van Siberië uit naar Sin Kiang laten zich nefriet en jadewapens, amuletten, afgodsbeelden, sieraden tot in N. Amerika volgen, Mexico, Z. Amerika. In Mexico gebruikten meerdere stammen jade als schatting voor de heerser. F. Cortez bracht vele schatten mee waaronder prachtig gesneden sieraden en amuletten die hij ‘piedras de yjada’ noemde. Dat werd door de Engelsen ingekort tot yjada en tenslotte tot jade.

In 1789 werd het door A. Werner, wegens zijn veronderstelde krachten, nefriet genoemd, jade werd zo jadeiet. Omdat sommigen menen dat het hier niet gevonden wordt nam men aan dat dit door landverhuizers uit het Oosten meegenomen was. Blokken ervan vind je bij het Bakalmeer, Irkutsk en in Steiermark Van enkele in N. Duitsland gevonden schijven schijnt de oorsprong in Scandinavië te liggen. Hier was het vroeger ook een bijlsteen. Maar de vondsten van ruwe nefriet en jade in Europa spreken de vroegere gedachte tegen dat alle materiaal uit Azië zou stammen. Een grote verzameling van nefriet en jade had de in 1902 gestorven industrieel H. R. Bishop.

Gebruik.

Het kan heel mooi geslepen worden en is dan fijn geaderd en in diverse kleurnuances, het lijkt dan van binnen uit te glanzen. Is goed met een mes te bewerken, toch is het vrij hard.

In China spelen jade en nefriet, Yusteen en Yu, sinds oude tijden de rol van de edelsteen, hoewel ze in grote blokken aangetroffen worden. Men maakt hieruit vazen, ringen, afgodsbeelden, parelsnoeren voor de mandarijnen, sabelgrepen, soms met ingelegde robijnen, smaragd en diamant. Yu gold als ideaal van volkomenheid en in 1165 verscheen een werk van 32 banden over de yusier. De volkomenheid omvat de 5 grote deugden, liefdadigheid, bescheidenheid, rechtvaardigheid, wijsheid en moed. Helder groene waren het hoogst gewaardeerd. Wegens de koele gladheid van het gepolijste oppervlak werd de huid van een mooie vrouw met jade vergeleken en zo zijn er ook vele seksuele verwijzingen.

De godin Ishtar, de godin van vruchtbaarheid en de moedergodin van de Assyriërs, droeg een geboortegordel van baringsstenen van nefriet. Zo ook in China. De moeder van de grote Confucius kreeg in de dagen van haar zwangerschap bezoek van het wonderdier Ki-Lin. Die gaf haar de nefriet waarin een profetie vervat was dat ze het licht zou schenken aan de stichter van een nieuwe leer.

Van oudsher dragen koningen die steen in de gordel en net als de diamant maakt hij onoverwinnelijk. De pelgrims helpt hij aan een goed gebed.

Uit www.semoea.nl

Jadeiet is genoemd naar het Spaanse piedra de ijada (“steen van de zijkant”), omdat verondersteld werd dat het -wanneer aan de zijkant van het lichaam gedragen- nier aandoeningen zou genezen.

Het behoort tot de augietgroep, is een natrium-aluminium-inosilicaat met de chemische formule NaAlSi2O6.Het is wit, en vaak met rosachtige gloed, tot licht grijs, groenachtig wit, licht blauwachtig groen, licht bruinachig groen tot fraai smaragdgroen, wel in lichte tinten. Doorschijnend en met mindere glasglans, de hardheid 6.5, 7, S. G. is groter, 3.3.-3.4. Het komt alleen in dichte vorm voor en dat bestaat uit uiterst fijne, viltachtige naaldjes. De steen is zeer taai en taaier dan nefriet, wit tot groenachtig en zeer gezocht is de smaragdgroene ‘Imperial Jade’. Dat wordt al sinds onheuglijke tijden gebruikt tot siersteen, gebruiksvoorwerpen en plastieken. In de jonge steentijd wordt jadeiet en nefriet al voor stenen wapens gebruikt. Dat wordt meestal gevonden in Tawmam in boven Birma, ook in Val di Susa te Piëmont en Californië. Jadeiet smelt gemakkelijk voor de blaaspijp en nefriet niet. Jadeiet wordt gevonden in metamorfe gesteenten gevormd onder hoge druk en relatief lage temperatuur omstandigheden en ook in sterk gemetamorfoseerde natrium-rijke serpentinieten. De typelocaties zijn Clear Creek, San Benito County, Californië, VS, en in de buurt van de dorpjes Tawmaw en Hpakan in boven-Birma.

Zie verder; volkoomen.nl en; volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl