Jaspis
Over Jaspis
Edelsteen, vormen, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, krachten,
Uit www.compat.org
Naam, etymologie.
Jaspis, Duits Jaspis of Jasper, Frans jaspe, uit oud-Frans jaspre waaruit Engels jasper, uit Latijn iaspis uit Grieks iaspis gespikkelde steen’, uit Hebreeuws jasfe of yashpheh, Assyrisch ashpu, Arabisch yasf en dat van Akkadisch (j)aspu. De naam werd echter het meest toegepast bij groene doorschijnende stenen waartoe waarschijnlijk ook de groene agaat, serpentijn en nefriet gerekend moeten worden. Ongeveer 2000 jaar geleden werd de naam jaspis voor het eerst gebruikt voor de steen die we nu onder die naam kennen. Plinius gebruikte ‘jaspis’ voor een hele reeks variëteiten van alle kleuren, die al bij volkeren in de oudheid bekend waren. De donkere tot zwarte jaspis uit India werd oorspronkelijk ‘morion’ genoemd, een naam die later gebruikt werd om de donkere rookkwarts aan te duiden. De groene jaspis met regelmatige rode vlekken of stippen heet nu heliotroop.
Een helder gekleurde, vooral de groene steen. Luther gebruikte jaspis in 2 Mozes 28,20 en nog 6 maal in de Bijbel.
Vorm.
Jaspis is een opake en fijn kristallijne variëteit van kwarts en de chemische samenstelling van jaspis is identiek aan die van agaat, vuursteen en hoornkiezel. Het is een variëteit van kwarts die door een vreemde bijmenging zoals ijzeroxide rood, geel of bruin is, zelden groen en een enkele maal wit of grijsblauw. De kleur is dikwijls niet egaal, maar gevlekt of in banden als bandagaat. Met toenemende zuiverheid wordt jaspis minder ondoorzichtig en dan verandert ook de breuk die vlak schelpvormig en glad is. Het heeft een dichte structuur en is ondoorzichtig. Je kan het in Nederland gewoon in het grind vinden. De rode kleurstof komt van hematiet (ijzer) en de bruine tot gele kleur ontstaat door limoniet (ijzer), terwijl de groene kleur veroorzaakt wordt door de mosachtige groeisels van chloriet (mangaan). In sommige gevallen komen ze voor als platte stukken die sterk kunnen glimmen en daarom de naam ‘Nijlkwarts” kregen. Deze kastanjebruine jaspisrolstenen komen voor als afzettingsgesteente langs de Nijl in Egypte. Wanneer deze stukken worden doorgezaagd, blijken zij meestal mooi gestreept te zijn met vertakte dendrieten, die er uit zien als versteend mos. Een jaspis is een bontgekleurde steen, die vrijwel nooit gelijkmatig getekend is. Vaak is hij wolkachtig of gestreept, terwijl de ene kleur in de andere overvloeit. De roodbruine jaspis noemt men ook ‘silex’ (hoornsteen). Deze stenen werden in de eerste vuurwapens gebruikt omdat een slag tegen de silex een vonk deed overspringen naar het kruit, dat tot ontploffing kwam, waardoor het projectiel afgevuurd werd. Van deze soort jaspis, silex, werden in het stenen tijdperk wapens en gebruiksvoorwerpen gemaakt. Door het feit dat jaspis in zovele kleuren voorkomt heeft men een onderscheid gemaakt tussen de verschillende soorten en elke soort een eigen naam gegeven. Men onderscheidt:
De gewone jaspis is meestal rood, ook geelachtig en zwart. Dit komt voor in Baden, in het Saksische ertsgebergte en andere plaatsen. Het is de Heliotroop, Duitse Blutjaspis of Oriëntaalse jaspis.
Uit m.bonhams.com
Egyptische jaspis (Kogeljaspis, Nijlkiezel) die is okergeel tot bruin, vaak gestreept en gevlamd. Het bevindt zich in zand in afgeslepen knollen en als rolsteen in de Nijl, ook in N. Amerika bij de Sioux falls in Z. Dakota waar het als Sioux jaspis verhandeld wordt.
Bandjaspis is grijs, groen, geel, rood, bruin en met dunne banden die parallel ten opzichte van elkaar in het gesteente liggen. Er komen donkerbloedrode met lookgroene strepen, donkerbruine met lichtgroene strepen, bruinrode grondmassa met gele vlekken, gele massa met witte banden en dergelijke voort. Dit komt uit Siberië, Sicilië Corsica, de Harz en Tirol. De Stephanssteine is wit met bloedrode vlekken. Die martelaar is gedood met stenen, daarvan komen de vlekken.
Groene jaspis is donker lookgroen en wordt door de Chinezen zeer geschat.
Uit www.zilerenedelsteensieraden.nl
Blauwe jaspis is lavendelblauw van kleur en wordt weinig gebruikt. De blauwe jaspis die in de handel als siersteen voorkomt is kunstmatig blauw gebeitst.
Gele jaspis wordt door lichtbruine, donkerbruine en witte strepen of banden afgewisseld. Die komt uit de Dauphine, Sicilië en Smyrna.
Zebra jaspis wordt met lichtbruine tot donkerbruine lagen afgewisseld die spiraalvormig om een middelpunt liggen.
Uit spiritualiteit.paginablog.nl
Rode jaspis is meestal bruinrood tot fraai rood, soms wordt het ook met lichtere banden afgewisseld. Deze steen stond bij de ouden in hoge aanzien en wordt nog beruikt voor kleine gebruiksvoorwerpen. Door polijsten wordt de vetachtige glans aanmerkelijk verhoogd.
Uit www.gea-geologie-westbrabant.nl
Jaspisagaat behoort tot de jaspisgroep wat de ondoorzichtige lagen betreft, maar tot de chalcedongroep wat de doorschijnende lagen aangaat. De lagen zijn verschillend gekleurd van licht tot donker waarbij de doorschijnende de ondoorzichtige afwisselen.
Uit picasaweb.google.com
Plasma: het gevormde, is zo genoemd door Werner naar de vele cameeën die hier vroeger uit gesneden werden. Bevat chloriet, hoornblende en andere groene metalen. Die behoort tot net als jaspis tot de fijnkorrelige kwartsaggregaten. De kleur is meestal donkergroen, maar er komen ook appelgroene stukken voor. Het pigment is in de regel vlekkerig over deze steen verdeeld waartussen soms gele of witte vlekken aanwezig zijn. hij is meestal ondoorzichtig, hoewel de lichter gekleurde aan de kanten doorschijnend zijn. Wanneer de kleur meer egaal is wordt hij met de groene jaspis verwisseld. Door de ouden werd plasma veel gebruikt als zegelsteen, intaglio’s, kleine siervaasjes of cilinder, de grotere voor mozaïek werken.
Luipaardjaspis, zie hyaenasteen.
Gebruik.
De edele jaspis steen is groen van kleur en aangenaam voor de ogen om te zien. En het is de smaragd vrijwel gelijk in zijn groenheid.
Naar de opgave in het ‘Dodenboek’ wordt de gestorvene een amulet meegegeven van rode jaspis. Het is waarschijnlijk dat de voor Semitische bewoners van Z. Mesopotamië in het 3de-4duizendste jaar v. Chr. het nefriet (groene jaspis) als geboorteamulet gebruikten net zoals Dioscorides in zijn steenlijst jaspis aangeeft. Een geboortegordel droeg, naar de legende van Istar, de godin Istar om het lijf.
De drager van de rode jaspis krijgt geen bloedingen. De Egyptenaren en Grieken gebruikten jaspis al om de seksualiteit te versterken en om een spoedige zwangerschap te bereiken
Vondel, ‘De Heerlijckheyd van Salomon’;
‘Hij weet waarom de deugd de heldere Jaspis helpt.
De bloedende ’t bloed behendig stelpt’.
Vondel, De Heerlijckheyd van Salomon;
‘En als kwaad mortel lijmt de Melcksteen, de Porphieren, de Jaspis, Serpenteyn en Marmer om te sieren’.
Vondel, Bespiegelingen van Godts wercken;
‘De groene jaspis stulpt de bloedbron van de Vrouwe
Versterkt ze in barensnood en slaakt ’t hart van rouwe’.
Maerlant: ‘Jaspis is een steen die geheel groen is en soms van zulke doen die geheel rood gedruppeld is en die heeft de deugd groot. Die gegraveerd is helder en die is zuiver, men weet voor waar dat hij degene die het draagt de koorts en het water verjaagt, hij is goed voor de vrouwen die in pijnen zijn en maakt de geest waardig en zeker. Een zaak meer, hij verdrijft nog kwade geesten en elven gedrochten. Van zilver zal zijn zetting zijn en anders dat ringetje van goud. Grote meesters die zeggen, van deze zijn zeventien vormen. Waarin men gedruppeld rood vindt, daar is hij van deugden groot. En sommige zijn rood in de gebaren alsof het geslepen tegels waren en die is niet al te duur. Een jaspis is van zo’n vorm dat die groeit in het voorhoofd van de ezel en die is hard als een kiezel, lelijk en van een witte kleur. Filosofen zeggen dit, vijf jaar draagt hij het in zich, wil men weten. Hij is goed tegen giftige beten en zijn poeder tegen venijn gedronken, dat is medicijn. Men schaaft zijn poeder met een vijl en men geeft het terzelfder tijd met water te drinken, het laat vrede hebben samen tegen de koorts. Men vindt ook, dat is bekend, in jaspis dat kwade serpent dat naar jaspis gevormd is in een steen die menige deugd in zich heeft ‘.
Megenberg; VAN DE JASPIS.
Jaspis is een groene steen en is een van de twaalf stenen die uitverkoren heten en die Johannes zag. Toch [521] heeft het rode druppels gesprengd in dat groene en die is de beste die doorzichtig is. Is de mens kuis die de steen draagt dan schuwt het de koorts en de waterzucht van hem. Het helpt ook de vrouwen in de geboorte en maakt zijn drager zeker en aangenaam, is hij gezegend met de steen zijn zegen verdrijft het de schadelijke gezichten in de slaap of dergelijk. Het heeft ook die aard dat het krachtiger is wanneer men het in zilver draagt dan in andere metalen. De steen is veelvuldig en vindt men het in veel landen want ettelijke zijn helemaal rood zoals een vuur en doorlichtend en die is kostbaar. Zo is een andere soort ook rood, echter het is niet doorlichtend en die is niet zo edel. De groene jaspis die dat lijfelijk gezicht bekrachtigt betekent dat geloof die dat geestelijke gezicht versterkt. Echter ik heb hem onze vrouw vergelijkt in mijn lofzang met haar matigheid want die deugd die in Latijn temperantia heet bekrachtigt lijfelijk en geestelijk gezicht.’
Fraai gekleurd jaspis wordt gebruikt in mozaïekwerken en om er kleine voorwerpen van te maken. Het was vooral in de oudheid zeer gezien.
Bij magische bewerkingen gebruikt men de gele jaspis of rood gespikkelde heliotroop, het maakt onzichtbaar.
Uit; Lapidary or, the history of pretious stones, bij Thomas Nicols 1652.
Van de Jaspis.
De Jaspis is een kostbare edelsteen doorschijnend en perfect transparant waardoor de glorie van de licht van het nieuwe Jeruzalem ons in deze woorden in het boek Openbaring ontdekt. ‘En de engel droeg mij naar een zeer hoge berg en toonde mij de heilige stad Nieuw Jeruzalem, die van God uit de hemel neerdaalde, de heerlijkheid van God had en haar licht was als het licht van een zeer kostbare steen, zelfs als een Jaspis als kristal.’ Openbaringen 21; 10, 11, De verschillende soorten van deze steen en het verschil dat de simplicisten en lapidisten erover maken het erg moeilijk om ze te herkennen. De Griekse naam ervan volgens de interpretatie van Isidorus betekent groen en zo’n groen als het illuster schijnt met een allerhoogste groenheid van glorie. Epiphanius en Plinius nemen de Jaspis voor een edelsteen van een stompe groene kleur, als een smaragd, maar toch niet zo doorzichtig glorieus en al niet al zo doorzichtig als de smaragd is: dit zegt Plinius in zijn zevenendertigste boek waar hij niet minder dan zeven soorten van dit juweeltje rekent: ja, tien soorten ervan. De derde van deze soorten, zegt hij, is als de lucht en wordt daarom aerizusa genoemd en van de Grieken Boria, omdat het is als de ochtend van een herfsthemel en de tiende soort, zegt hij, is als een kristal dat overeenkwam met de eerste beschrijving van deze steen uit de Heilige Schrift; niettemin verkiest hij de paarse Jaspis boven alle andere soorten en vervolgens dat wat lijkt op de roos en dan dat wat van de viriditeit of groenheid is van de smaragd waaraan hij in zijn navolging van de soort van dit juweeltje de eerste plaats geeft . Dioscorides spreekt van zeven soorten ervan en geeft eveneens de eerste plaats aan naar de smaragd Jaspis, de tweede naar het kristal Jaspis en de derde naar de aerizusa. Rulandus spreekt van twee en twintig soorten van dit juweeltje en geeft de eerste plaats aan de smaragd Jaspis waarvan hij zegt dat het is op het ene deel van de kleur van een Smaragd, op het andere deel van een hemelse kleur. Nu, te midden van deze verwarring die voortkomt uit de veelheid van soorten, waarheen zouden we moeten vluchten om de waarheid te ontdekken? En dit vertelt ons, zoals eerder is aangetoond, dat het een doorschijnende steen is, glorieus en vol licht en als dat zo is dan hebben alle soorten voor zover ze meer of minder tinctuur, of meer of minder of kleur, tot dusverre schieten ze tekort in de excellentie, schoonheid en glorie van de beste Jasper. Het is niet Isidorus interpretatie van het woord Jaspis dat maakt het als een smaragd; noch de Ouden hebben er verschillende meningen over, dat de paarse de beste is of dat de roze gekleurde de beste is of dat de smaragd Jaspis de beste is, dat maakt het ofwel de beste Jaspis, of helemaal een Jaspis. Maar het is de waarheid van de Schrift die ze niet kenden die al hun meningen zal overtuigen dat de ware Jaspis een doorschijnende perfect transparante glorieuze edelsteen is die lijkt op de schoonheid en glorie of het licht van de hemel. Deze verwarring hier met de soorten edelstenen heeft deze edelsteen onder de half doorzichtige edelstenen gebracht die even voortreffelijk en hoog gewaardeerd is als de beste van de meest glorieuze perfect doorschijnende edelstenen en die bij hen in de hoogste achting de voorkeur zou moeten hebben.
Zijn folie of tinctuur.
Deze edelsteen of steen van prijs voor zijn volheid van glorie en uitmuntendheid van schoonheid kan geen enkele folie tinctuur toelaten om zijn schoonheid aan te prijzen.
Van zijn vervalsingen.
Het kan nauwelijks vanwege zijn uitstekende glorie worden vervalst, maar de vervalsing zal worden ontdekt in het gebrek aan schoonheid, als de vervalste edelsteen wordt vergeleken met de echte Jaspis. Zijn soorten die allemaal voor het grootste deel of min of meer tinctuur of kleur toelaten, kunnen om deze reden veel vervalsingen toestaan. Aan de koning van Egypte wordt bij wijze van glorie toegeschreven dat de eerste vervalsing van de jaspis-tinctuur van hem was, maar de glorie van deze lof wordt zelfs zijn schande,(vesitur sibi in vitium) als ik niet in de maling word genomen.
Zijn namen.
In het Hebreeuws als Exodus 28; 20. Rabbi Jonathan, een Joodse tolk, noemt het; dat wil zeggen, Lapis Pantherinus omdat sommigen van hen zijn gespot met vlekken zoals een panter. In Latijn Jaspis, In Engels Jasper, in Nederlands ein Jasp. in het Frans, Spaans en Italiaans Jaspe.
De soorten ervan.
Er zijn verschillende soorten van deze steen zegt Dioscorides, Andreas Baccius, Wurtzung, Plinius en Martinus Rulandus. De ware en beste Jaspis dat is wat zo’n illustere glorie in zich heeft dat het kan worden gelegd voor de voortreffelijkheid van zijn schoonheid en lijkt op het licht van de hemel. De soorten van deze stenen volgens Plinius zijn deze. 1. Een groene doorschijnende Jaspis, in glorie als een Indiase smaragd. 2. Een grijze Jaspis. 3. Een luchtige Jasper genaamd aerizusa. 4. Caerulea. 5. Purpurea. 6. Caerulea met een niet-schitterend paarse kleur. 7. Indica. 8. Turbida. 9. Een violetkleurige Jaspis. 10. Een kristal Jaspis. Hieraan voegt Martinus Rulandus nog een ander soort toe, namelijk de Turchus die we nu Turkoois noemen en de Hollanders ein Turckes en ein Orientischer Turckis.
Van de plaatsen.
De Jaspis worden gevonden in Perzië, Cappadocië, India, Cyprus, in Phrygia, Thracië, Sardis, in Duitsland en in de delen van Amerika.
Van zijn aard en vermogens.
Galenus getuigt dat als een groene Jaspis om de nek wordt gehangen op de manier van een amulet zodat het in een rechte lijn op de maag kan reageren, het zal de natuurlijke vermogens van de maag versterken en bevestigen. Van de kruis witte Jaspis wordt gemeld dat ze mannen behoeden voor verwondingen of het water en voor verdrinking: duikers kennen er zeer bijgelovig veel kracht en aanzien aan hen toe als figuren, afbeeldingen en karakters worden gegraveerd op hen. De effecten die hierdoor in of voor wie dan ook worden bewerkstelligd, schrijft Andreas Baccius in zijn Annot. de nat. Gemm. aan de duivel toe. Er is van vermeld dat het epileptica geneest, door Nonus, een oude arts.
Van zijn waardigheden en waarde.
Dit juweeltje, zoals velen eerder hebben genoemd, is van veel waardering omdat het van heilige gebruik is geweest en omdat we door de glorie ervan veel hemelse dingen hebben die in de Schrift worden vergeleken. Dit is een van die edelstenen die het laatst in de vierde rij van edelstenen zou worden geplaatst met een van de namen van de twaalf stammen erin gegraveerd, in de gespen van goud op de borstplaat van het oordeel, Exodus 28; 20. Dit is de eerste van die edelstenen waarmee in het Nieuwe Testament de glorie van de eerste fundering van de muur van het nieuwe Jeruzalem voor ons wordt ontdekt, de structuur en de bouw waarvan ook wordt gezegd dat deze is van Jaspis en van het licht van de stad van het Nieuwe Jeruzalem wordt ook gezegd dat het als een zeer kostbare steen is, zelfs als een Jaspis. Openbaring 11; 10, 11 en 21; 19. In het vierde hoofdstuk van dit boek zo ontdekt het de glorie van hem die op de troon zit, er wordt gezegd dat hij als een Jaspis was, Openbaring 4; 3. De soorten ervan, vanwege hun schoonheid, worden zeer hoog gewaardeerd. Baccius zegt dat het plezier dat kan worden gezien in een Jaspis, waarvan de schoonheid voortkomt uit het mengsel van veel uitstekend groen, rood en wit kunnen niet uitgedrukt worden; de uitstekende figuren waarvan sommigen van zich wel representatief maken zijn geweldig; In sommigen van hen kan men zien op de manier van de heldere wolken van de lucht en in sommige zoals bergen, rivieren, velden en verschillende levende wezens en soms gewapende mannen die slangen vertrappen: die, zegt Baccius, hun macht bevestigen en getuigen en zich verzetten tegen alle vijanden: vandaar dat in het boek Openbaring wordt gezegd dat de fundamenten en de muur van het Nieuwe Jeruzalem van Jaspis zijn om, zegt Baccius, aan te duiden zoals S. Hiëronymus het interpreteert, dat de macht van de Jasper en de grootheid van goddelijke wijsheid en kennis overwint en verslaat alle macht van de valse leer. De beste jaspis, vanwege zijn uitstekende schoonheid en grote glorie, is van zeer hoge waarde en van grote waarde.
Zie verder: http://www.volkoomen.nl/ en : http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/