Chrysopraas

Over Chrysopraas

Chrysoprasus, Bijbel, edelstenen, vormen, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, krachten, bijzonderheden,

Naam, etymologie.

Chrysopraas, in Duits Chrysopras, midden Nederlands crisepas (se)m, een verbastering van crisoprasse, uit Latijn/Grieks chrysoprasus. Chrusos: goudkleurig, en prasson: groen als prei, of prasmai; schatten.

Het moet dus een steen zijn die geelachtig groen was. Nu verstaan we er een groene chalcedoon onder. Het is een halfedelsteen die door nikkel appelgroen gekleurd is en waarvan de tinten van licht geelgroen tot donkerder groen gaan en waarin vaak kleine bruine adertjes zitten. Het pigment is niet altijd gelijkmatig in de steen verdeeld, donkerder gekleurde delen wisselen met lichtere, soms bijna ongekleurde, ook wel geelachtige tot bruinachtige gedeelten af. Vaak is de chrysopraas door aderen of vlekken van het omringende gesteente, dat door ijzerverbindingen bruin gekleurd is, doorschoten. De grootste waarde bezitten die welke geheel vrij van inwendige barsten, bruine aderen of vlekken zijn, een mooie groene kleur hebben met een zachte geelachtige gloed en daarbij geheel doorschijnend zijn. de hardheid is iets lager dan andere kwartssoorten en bedraagt 6.75-7. s.g. is 2.58-2.65. De kleur is zeer gevoelig voor dag belichting, vooral van direct zonlicht waarbij de fraaie kleur verloren gaat dat soms bruinachtig wordt, soms lichter groen en bij verwarming wordt de steen ondoorzichtig. Chrysopraas mag niet met vuur in aanraking komen, omdat de kleur bij verhitting door waterverlies vervaagt. Dit kan nogal eens leiden tot problemen bij het zetten van de steen in ringen of andere siervoorwerpen. In licht en warmte verliest het geleidelijk aan zijn kleur, dat krijgt het weer terug als het een tijdje in vochtige katoen gewikkeld wordt. De kleur verdwijnt bij verhitting. Veel chryroprasen die in de handel voorkomen zij niets anders dan door een groene chroomoplossing gebeitste gewone chalcedoon waarin de bruine aderen of vlekjes dan ook ontbreken.

Het bevindt zich in platen en knollen bij Glasendorf en Kosemis en anderen in verweringszones van nikkelafzettingen. Chrysopraasmatrix, de moeder van chrysopraas, wordt het gesteende genoemd waarbij de bruine vlekken en aderen overwegend in de massa voortkomen. Huidige voorkomens zijn Australië, Brazilië, India, Kazachstan, Madagaskar, Rusland, Tanzania, VS, Zimbabwe en Zuid-Afrika.

Uit www.lyam.nl

Gebruik.

De vrij zeldzame grotere effen kleurige stukken heeft men een enkele maal kunnen gebruiken als tafelblad of wandversiering Het werd in de ouderdom en middeleeuwen hoog geschat en kwam weer door Frederik de Grote in aanzien die Sanssouci er mee sierde, 2 tafels van 94cm lengte, 63cm breed en 5cm dik.

De steen werd in Silezië geslepen en in zegelringen, broches arm- en gordelversieringen verwerkt. Als weinig kostbaar edelgesteente wordt het in ringen gebruikt, koppen van das- en hoedenspelden, mozaïekwerk en dergelijke. De steen wordt meestal cabochon geslepen, maar bijna doorzichtige exemplaren worden aan de zijkanten voorzien van een rij facetten. Vroeger werd chrysopraas al leen in zilver gezet, maar tegenwoordig zet men deze prachtige steen ook in goud. Er worden bollen of kogels van geslepen, waar hele mooie halskettingen van geregen worden. Ook prachtige gebruiks- en siervoorwerpen worden van chrysopraas vervaardigd.

‘Maerlant: ‘Crisoprassus is een steen van twee kleuren over een, als preisap groen met spikkeltjes van zulke doen alsof het gouddruppeltjes waren. Zelden vindt men ze zo, alleen des te duurder zo is hij. Alleen komt het van Indië. De ogen is het zeer goed, zoals men ons verstaan doet’.

Megenberg; Crisoprassus is een edele steen met twee kleuren want het is gesprengd met gouden druppeltjes en is groen zoals preisap of looksap. De steen is erg zeldzaam en daarom is het duur en kostbaar. Men vindt het in het land India en is de ogen goed want het klaart dat gezicht op en neemt het verlangen der goede zeden en geeft de mensen een standvastigheid in alle goede dingen.

De steen heb ik onze vrouw vergelijkt in mijn lofzang met haar grote zachtheid want ze klaart dat gezicht op van ons verstand en giet volle genade in onze ziel en beneemt ons dat verlangen der goede zeden tot wereldse dingen en bevestigt ons in alle goddelijke werken.’

Megenberg; Chrysopasion is een steen die komt van het moren land en heeft die aard dat het in het duister oplicht en in het licht niet net zoals een vuil eikenhout en zoals een vuurkever.’

Uit; Lapidary or, the history of pretious stones, bij Thomas Nicols 1652.

Van de Prassius, Smaragdite en Chrysoprassius.

De Prassius, Smaragdite of Chrysoprassius is een transparante groene edelsteen die de kleur van groene prei imiteert. De schoonheid van deze steen komt voort uit het mengsel van geel en groen; de transparantie ervan is door een wolk: het wordt soms gevonden om wat roodachtige, witachtige of zwartachtige vlekken of kleur te hebben omdat het uitgroeit tot een jaspis of kristal of een ander juweel waarom het verschillende kleine lichamen en verschillende kleuren is. Dit juweeltje, zoals Baccius zegt, wordt door sommigen beschouwd als het huis, de woonplaats of het paleis van de smaragd en wel omdat de smaragd erin wordt gevonden of eraan is bevestigd.

Van zijn vervalsingen.

Deze steen, zegt Anselmus Boetius lib. 2. c. 57. blz. 103. wordt zelden vervalst vanwege zijn geringe waarde.

Van zijn soorten.

Baccius zegt dat dit juweeltje een heel mooi juweeltje is en door sommigen wordt het verwezen naar de soorten Agaten, door anderen naar de soorten Beril. Het wordt door Boetius gerekend tot de soorten smaragden, die een ontdekking doen van drie soorten van deze steen. 1. Een soort exacte groene kleur zoals prei of de succus porrorum, zoals Baccius zegt. 2. De tweede soort heeft veel geelheid en als deze van een gouden pracht zijn dan zijn het de Chrysopteri van de Ouden. 3. De derde soort is wit met een beetje groenheid en een grotere geelheid. Cardanus zegt dat alle groene juwelen onderworpen zijn aan het vuur vanwege de overvloed aan half verzonnen voedingssappen die ze wel bevatten.

De plaatsen.

Ze worden zowel in het Oosten als in West-Indië gevonden en in Europa en in Duitsland en deze zijn mooier dan de oosterse, maar iets zachter: ze worden gevonden in Bohemen en in de naburige landen daaromtrent.

Van zijn eigenschappen.

Er wordt gezegd dat het van de aard is van de smaragd of maar met iets meer macht en vermogens. Van zijn waardigheid en waarde.

Van hun waarde en waardigheid.

Ze worden gewaardeerd op basis van hun schoonheid, hun de prijzen zullen niet veel bedragen (hoewel ze vanwege hun smaragd schoonheid door sommigen zeer hoog gewaardeerd worden) omdat het zachte stenen zijn. Van de Prassius wordt gemeld dat het plotseling zijn groenheid zal verliezen als er gif of venijn is op de plaats waar het is en zijn glans weer terugkrijgt als het wordt gewassen. Er wordt ook van gezegd dat het een grote hart verbetering is, veel versterkend voor het hart en dat het veel bijdraagt ​​tot het verdrijven van de duisternis en de bewolking van het gezicht.

Chrysopraas.

De Chrysoprassus is een transparante groene steen met de pracht van goud. De Ouden noemden al die juwelen die de pracht van goud hadde, Chrysolieten, van het Griekse woord en vandaar Prassius , topaas en beril die stralen met gouden stralen: en de Chrysoprassius, Chrysopatius en Chrysoberyllus die de dezelfde heldere, gouden glans bleken te hebben, verblijd met hun groenheid en, worden ook zo genoemd. De Chrysoprassius heeft de pracht van goud met de groenheid van de prei. Het is zeer aangenaam om te zien en van meer aanzien dan de Prassius.

Zijn namen.

In Hebreeuws Nopech als Exodus 28;18 die volgens Onkelos de smaragd is. In Latijn Chrysoprassus, in Engels Chrysoprasse.

Van de eigenschappen.

Men denkt dat het dezelfde vermogens en krachten heeft als de Prassius.

Van zijn waardigheden en waarde.

Deze steen wordt gewaardeerd vanwege het heilige gebruik dat het heeft gehad, hierdoor hebben we de glorie van een van de twaalf fundamenten van de muur van het nieuwe Jeruzalem ontdekt in hoofdstuk 21 en het vers van de Openbaring van S. Johannes waar wordt gezegd dat het tiende fundament van de muur was die van een Jaspis structuur was een Chrysoprasse en bij dat fundament S. Augustinus duidt hij S. Thomas aan in zijn uitleg van het boek der Psalmen. De stad, zei hij, dat van puur goud was, zoals glas waarvan de fundamenten waren versierd met twaalf edelstenen. De eerste stichting was 1. Jaspis, dat wil zeggen. S. Petrus. 2. Saffier, dat wil zeggen S. Paulus. 3. Chalcedonius, dat wil zeggen. S. Johannes. 4. Smaragdus, dat wil zeggen S. Jacobus major. 5. Sardonyx, dat wil zeggen S. Jacobus minor. 6. Sardius, dat wil zeggen S. Andreas. 7. Chrysolitus, dat wil zeggen S. Mattheus. 8. Beryllus, dat wil zeggen S. Simon. 9. Topazius, dat wil zeggen S. Bartholomeus. 10. Chrysoprassus, dat wil zeggen S. Thomas.11. Hyacinthus, dat wil zeggen S. Philippus. 12. Amethystus, dat wil zeggen S. Judas, Simonis frater. Dan sprekend over de twaalf poorten van deze stad die allemaal uit één hele parel zijn, zegt hij, dat met deze poorten wordt bedoeld Christus, het onbevlekte Lam van God, die in het evangelie van Johannes, hoofdstuk 10; 9 noemt zichzelf de deur van de schapen, zeggende: Ik ben de deur van de schapen, als iemand door mij binnenkomt zal hij veilig zijn en naar buiten gaan en voedsel vinden.

Van de Smaragdo Prassius.

De Smaragdo Prassius is een transparante groene edelsteen van een gemengde schoonheid: het is tussen een Prassius en een smaragd; vergeleken met de Prassius heeft het de groenheid van gras zonder geelheid en als het vergeleken wordt met de smaragd heeft het meer een geelachtige groenheid dan de smaragd. Het is zelden volkomen doorzichtig omdat er wat bewolking in is.

Van de soorten ervan.

Boetius beschouwt het voor een soort smaragd of een bastaard smaragd. Er zijn twee soorten ervan. 1. Boheemse die transparant zijn door een fijne dunne wolk.

2. Amerikaanse die half transparant zijn zoals vitriool.

Van zijn faculteiten, eigenschappen waardigheden en waarde.

Er is gemeld dat als het op de arm wordt aangebracht het door een diureticum-faculteit urine in een dag-woede zal verkrijgen en niersteentjes zal verdrijven en de vorming van de steen zal belemmeren, de pijn van de zenuwen en de extreme pijn van de jicht. En als het op de manier van een amulet om de nek wordt gehangen, zo wordt gemeld, zal het dezelfde genezingen bewerkstelligen en dat niet alleen, maar bij kinderen bevrijdt het hen van angsten. Deze steen is maar bij heel weinigen bekend, daarom kunnen de waarde, waarde en prijs ervan niet goed worden ontdekt.

Zie verder: http://www.volkoomen.nl/ en : http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/