Rutiel
Over Rutiel
Rutilus, edelstenen, vormen, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, krachten, bijzonderheden,
mEen macro opname van de naaldjes uit fotografie54.wordpress.com
Naam, etymologie.
Rutiel, Abraham Gottlob Werner noemde het naar rutilus: roodachtig, roodbruin, Frans rutile, Duits Rutil.
Het behoort tot de titaanoxiden, TiO2. Titaniumoxide werd er in op het einde van de 18de eeuw door Klaproth ontdekt.
De breuk is schelpvormig tot oneffen en bros, algemeen komt het als tweeling voor. Hardheid 6-6.5, S. G. 4.2, doorschijnend tot ondoorzichtig, vaak rijk aan ijzer, meestal rood tot bruinrood en zwarter bij meer ijzer. Het heeft een metaalachtige diamantglans die door polijsten sterk vermeerderd wordt, daardoor lijkt het veel op een zwarte diamant waarvoor hij soms uitgegeven wordt. Als edelsteen wordt rutiel weinig gebruikt, soms als onderschuiving voor diamant. Rutiel wordt gebruikt bij las-elektrodes.
Zwart nigriet is rutiel met een hoog ijzer gehalte of ilmeniet met veel titaan. Komt voor in magnetische stenen in alpine holtes en spleten, stollingsgesteenten. Het komt in winbare hoeveelheden voor in sommige zware-mineraal zanden.
Wordt gevonden in Duitsland, Georgiƫ, Graves Mount in de Kaukasus, Karinthie, Noorwegen, Rusland, Amerika en Australiƫ.
Zie verder: http://www.volkoomen.nl/ en : http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/