Ostraciet

Over Ostraciet

Uit Boetius van stenen en edelstenen.

Ostraciet heeft de naam van een schelp die in het Grieks ὄστρακον wordt genoemd; want het is als een schaal, korstig en gespleten. Nadat de bovenste schaal is weggenomen, zit een andere steen in verschillende spleten, altijd afgewisseld met korsten en niet met platen, zodat het lijkt alsof meerdere stenen van dezelfde leeftijd in één steen zitten. Hiervan verschilt de Ostraciet van de Duitsers, algemeen bekend als Topfstain of potfossielen. Want het lijkt eerder klei dan steen te zijn. Deze potten gebruikten de Atheners om de as van de doden op te doen en aan de aarde te geven. Ze zijn zacht op de grond, ze zijn steenvrij in de lucht. Bestraf ons voordat [194] bij het schrijven gebruiken vrouwen puimsteen in plaats van hun hoed af te zetten. Drink in de wijnsleep het gewicht van de vloeiende maanden stopt. De kosten van het schoonmaken verhinderen de bevruchting. De derde soort wordt door Plinius de edelstenen genoemd die hij ook wel Ostracia noemt. In deze woorden in het boek 37ste hoofdstuk 10. Ostracia of Ostracitis is een hardere schaal, de andere lijkt op Agaat, behalve dat het polijsten van Agaat hem dik maakt: de hardere heeft zo'n kracht dat andere edelstenen door de fragmenten worden bekrast. Om de naam en gelijkenis van een oester aan een oester te geven. Hematiet is ook een soort die lijkt op Ostracitis. Al deze soorten komen op verschillende plekken in Duitsland voor, in Italië bij Levanen waar het Aretium zich uitstrekt, in de zand- en kleiheuvels waar Geoden voorkomen en daarin ook Ostraciet.

Zie verder Volkoomen.nl