Opaal

Over Opaal

Opalus, edelstenen, vormen, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, krachten, bijzonderheden,

Naam, etymologie.

Opaal, Engels opal, Duits Opal, Frans opale van Latijn opalus dat van Grieks opaillios of opalios, wat verbonden is met Sanskriet upala: steen, edelsteen. Dat is een algemene naam, terwijl volgens Allan W. Eckert de Magyaren, Hongaren opaalmijnen opalbanya noemden. Een zekere Griek met de naam Onomakritos schrijft hiervan; ‘de fijne zachte kleuren van een opaal doen mij aan een lief kind denken’. Plinius zegt ervan: in hem is het vuur eigen en fijner dan in de karbonkel, het bezit de purperen vonken van de amethist en het zeegroen van de smaragd en een ongelofelijk mengsel van licht.

Vorm.

Opaal is een waterhoudend kiezelgesteente van 1- tot 21%, minder hard dan kwarts SiO2·nH2O,. Hardheid is 5.5-6.5, S. G.1.9-2.5. Een edelsteen die silicia bevat met een wisselend percentage water, tot wel 20 %. Het komt nooit voor in gekristalliseerde toestand, meestal in hoekige, nier-, tros-, en knolvormige stukken, ook wel gesprenkeld in andere gesteenten. Het is kleurloos en water helder, wit, melkachtige blauw, grijs, rood, geel, groen, bruin en zwart of door vele bijmenging geverfd, met een glas- of vetglans. De opaal is schelpachtig op de breuk, gedeeltelijk zeer doorzichtig en vertoont dikwijls een schitterend kleurenspel. De term opalescentie wordt gebruikt om dit unieke en mooie fenomeen te beschrijven, hoewel kleurenspel een betere term zou zijn. Karakteristiek zijn de iriserende kleuren als het cabochon geslepen wordt. Dan zie je er rode, groene en blauwe lichtflitsen in. In teruggekaatst licht is de kleurloze prachtig blauwachtig, met door vallend licht wordt dit geel mits ze min of meer met een gewelfd oppervlakte geslepen zijn, de steen is enkel brekend. Lijkt op chalcedoon, maar is niet zo hard. Opaal is bros en reageert gevoelig op grote temperatuurschommelingen. Reinigen met zeepwater, nooit ultrasoon geluid of stoom gebruiken, springt stuk door inwerking van warmte.

De melkwitte variëteit met prachtige kleurspeling is een edelgesteente.

De gewone opaal heeft een parelende of melkwitte verschijning, de vuuropaal is donkerder en heeft een vlammende iriscidentie.

Vaak zijn fossiele sponsen of andere diertjes ten dele in opaal omgezet, soms in zeer mooie druppels en ook in zwarte opaal. De resulterende fossielen worden gespaard door verzamelaars.

De ‘edele’ opalen worden in drie groepen verdeeld, witte, zwarte en vuuropalen. Tot de witte behoren, vlammenopaal, harlequinopaal, lechosopaal, goudopaal en girasol. Tot de zwarte behoort de zwarte edelopaal die in 1877 aan de Rocky Bridge Creek te Georgina County in Nieuw Zuid Wales te Australië ontdekt is. Tot de vuuropalen behoort de girasol of zonne-opaal vanwege zijn diepe vuurrode tint, jasopaal, hydrofaan, halfopaal, hyaliet, meniliet, prasopaal, melkopaal en opaalkatoog. Het komt voor in vulkanieten, verweringszones en sedimenten.

Naast natuurlijk voorkomend opaal, wordt opaal op allerlei verschillende manieren vervaardigd, experimenteel en commercieel. Het resulterende materiaal is te onderscheiden van natuurlijk opaal door zijn regelmatigheid; onder vergroting worden de flarden van kleur gezien in een „hagedishuid“of „kippegaas“ patroon zijn gerangschikt. Synthetische opalen worden verder onderscheiden van natuurlijk opaal door het gebrek van de eerstgenoemden aan fosforescentie onder Uv-licht. Tevens zijn synthetische opalen over het algemeen lager in dichtheid en zijn vaak hoogst poreus; sommigen kunnen zelfs aan de tong plakken.

Tot de variëteiten van de opaal behoren:

Uit www.zilverenedelsteensieraden.nl

Parelmoeropaal (kascholong, cacholong, van Cach, de naam van een rivier in Bokhora, cholon; steen) Duitse Perlmutteropal, Kalmuckenagat, Kalmuckenopal, Porzallanopal. Die heeft een parelmoerglans, is ondoorschijnend en is geelmelkwit met een grijze, gele of rode tint en weinig glanzend. Het wordt op IJsland, Faeröer, Karinthië en dergelijke gevonden. Een siersteen.

Uit www.hetsteenenhuis.com

Vuuropaal, Duitse Fueropal, Frans girasol of zonne-opaal. Die is hyacintrood tot vuurgeel en sterk glanzend, vertoont geen opaliseren en is meestal melkachtig troebel, ook wel karmijnrood en appelgroen en doorzichtig in licht gekleurde tinten. Die worden dan in briljant vorm geslepen waardoor de glans verhoogd wordt. Vaak heeft het een prachtig kleurenspel op een uitgesproken kleur van lichtbruin/geelachtig tot donker bruinachtig rood. De vuuropaal is zeer gevoelig voor temperatuurwisselingen, licht en vochtigheid waardoor de kleuren blijvend veranderen kunnen. Bij waterverlies ontstaan vaak kleine barstjes waardoor de steen dof wordt. Wordt gevonden in Mexico en de Faeröer.

Edele opaal, (element-, firmamentstein) Die is water helder, melkwit met een wijnkleurige of zwavelgele, zelden met een blauwe, rode of groene tint, soms zelfs goudgeel. De goudopaal is min of meer half doorzichtig met een sierlijk kleurenspel. Wordt vooral in Hongarije gevonden. Plinius spreekt deze steen die toen al uit Hongarije gehaald werd. Vanouds heeft deze steen een hoge waarde. Het wordt lensvormig geslepen om zijn kleurenpracht te verhogen. Het wordt voorzichtig met olie doordrenkt zodat water zijn kleur niet zal aantasten. Uitkijken dus met water of vloeistoffen omdat ze poreus is. Ook is het zacht waardoor de glans kan verdwijnen.
Men onderscheidt in de handel de vlammenopaal waarbij de vlammen op melkachtige grond parallel verdeeld zijn. De Flimmeropal, flikkerende opaal, waarbij de kleuren vlekvormig optreden. Het is een ongelukssteen.
Het gesteente waarin de edele opaal in zeer kleine gedeelten verdeeld is wordt als opaalmoeder in dozen, ringen en dergelijke verwerkt.
De zgn. oosterse opaal stamt uit Hongarije en kwam via een omweg uit het oosten bij ons.

Uit nl.made-in-China.com

Glasopaal (hyaliet, Grieks hyalos; behorend tot glas) Glasopal is water helder, kleurloos, doorzichtig en sterk glasglanzend.
Is afkomstig uit Bohemen. Die wordt in verschillende vormen in basalt- of trachietkloven gevonden en komt voor in kleine korrels.
Wordt wel als een edele opaal geslepen.

Uit www.one4u.nl

Gewone opaal die veel voorkomt is melkwit met een rode, gele of groene tint en door de vele bijmengingen ook wel eens boomvormig getekend (mosopaal), de honinggele, wasopaal, groen, prasopaal, chrysopaal, goud-, smaragdopaal zijn halfdoorzichtig.
Komt voor in knollen en nesten vooral in vulkanische stenen o.a. in Saksen, Hongarije, IJsland, Faeröer.
Is breekbaar, vandaar dat het niet zo’n grote waarde heeft.

Uit www.centrumdelphi.nl

Houtopaal of halfopaal, Duits Halbopal, Holzopal. Dit is een opaalmassa die zich in versteende vorm van hout uit de tertiaire formatie vertoont. Het is wit met een gele, grijze, bruine, zelden een donkere tint, soms gestreept en gevlamd. De kanten zijn doorschijnend, weinig glanzend, wit bij de melkopaal, grauw, geel, bruin en zwart bij de pekopaal, gevlekt en gestreept.
Komt voor in Siebenburgen en Hongarije.
Het neemt een goede politoer aan en wordt gebruikt voor ringen, dozen, cameeën.

Uit utzipedia.de

Wereldoog, hydrofaan, (hydrophaan, Grieks: hydor: water, phanos: lichtend) wereldoog, oculus mundi, kameleonsteen, Lapis mutabilis, Weltauge, Milchopal. Dit is een edele opaal die op een eigenaardige wijze verwerend is en water op neemt. Het is wit en vertoont zich wel eens met een donker kleurenspel. Met het watergehalte wordt de doorzichtigheid bepaald waarbij het ook kleurenspel en glans kan verliezen. Door zijn poreusheid neemt het olie op of water en krijgt zijn verloren gegane krachten terug. Deze licht getinte troebele opaalsoort wordt in water doorzichtig.
Komt voor in de Hubertusberg bij Saksen en Hongarije. Het is vrij duur en werd veel in O. Indië ingevoerd waar men het als amulet draagt.

Uit www.frissieraden.nl

Halfopaal is aan de kanten doorschijnend, wit met gele, groene, rode, bruine en grijze tint, ook wel gevlekt en gestreept.

Dit is de meest algemene soort en komt voor in Moravië, Silezië, Württemberg, Hongarije en dergelijke neemt een goede politoer aan en wordt veel verwerkt.

Uit www.etsy.com

De ijzeropaal, (jaspisopaal, jasopaal, ijzeropaal) Jaspopal, Eisenopal, Opaljaspis. Die komt met de vorige veel overeen, maar is vetglanzend, zwaarder, ondoorzichtig of aan de kanten enigszins doorschijnend en door zijn ijzergehalte een gele, rode of bruine kleur heeft.
Komt voor in IJsland, N. Zeeland, Kamschatka en dergelijke.
Wordt in dolk- en sabelgrepen verwerkt.

Uit en.wikipedia.org

Kiezelsinter (geyseriet) is een kortsvormige, stalactietachtige en soms ook oolietische opaalafzetting in warme bronnen.

Verder is er nog;

Uit kleding.marktplaza.nl

Witte opaal : Een edelopaal met witte of licht getinte grondkleur en een bont kleurenspel.

Uit www.cornerstoneshop.nl

Zwarte opaal : Een edelopaal met donkergrijze, donkerblauwe, donkergroene of grijszwarte grondkleur. Pikzwart is zeldzaam, en zwarte opalen zijn exclusiever dan witte opalen.

Uit www.oztrailia.de

Opaalmatrix : Een bandachtige vergroeiing of schubachtige ingroeiing van edelopaal met of in het moedergesteente, matrix.

Uit www.gemselect.com

Boulderopaal : Edelopaal met de donkerste ondergrond, kleurenspel en hoge vastheid. Komt voor als steengruis, waar opaal holle ruimten opvult.

Uit www.twintes.nl

Harlekijnopaal : Doorzichtig tot doorschijnend edelopaal met opvallende segmentachtige kleureffecten. Behoort tot de meest geliefde opalen.

Uit socrates.berkeley.edu

Jellyopaal : Blauwachtige groene edelopaal met beperkt kleurenspel.

Uit www.lightinthebox.com

Crystalopaal : Slechts weinig rode reflecties op kleurloze, glazen ondergrond.

Uit www.mijnwebwinkel.nl

Girasol: Italiaans voor zonnebloem, zonnesteen, girare; draaien, sole; zon, Bijna kleurloze, doorzichtige edelopaal met blauwachtige lichtschijn, blauwe opaal. Vormen van de gewone opaal’.

Uit www.marktplaats.nl

Agaatopaal : Agaat met lichte en donkere opaallagen.

Uit engelen-levensvreugde.be

Angel skin-opaal : Misleidende benaming voor de opaalachtige palygorskiet, een ondoorzichtige, witachtige tot roze kleurige silicaatmineraal.

Uit www.centrumdelphi.nl

Honingopaal : Honinggele, doorschijnende opaal. Duits Honigopal.

Uit www.well-publications.org

Hyaliet, Grieks hualos; glas. Kleurloze glasheldere opaal met sterke glans.

Uit www.edelsmidfrentz.nl

Melkopaal : Doorschijnend witachtig, vaak met roodachtige waas.

Porceleinopaal : Wittte, ondoorzichtige melkopaal.

Uit www.marktplaats.nl

Mosopaal : Melkopaal met donkere dendrieten.

Uit www.ad-mineral.nl

Prasopaal : Appelgroene opaal, vervanging voor chrysopraas.

Uit anw.inl.nl

Wasopaal : Geelbruine opaal met wasachtige glans.

Gebruik.

Opaal wordt al sinds de oudheid als edelsteen bewerkt. Aanvankelijk werd het gebruikt voor de vervaardiging van primitieve werktuigen, later voor siervoorwerpen. Opaal werd al gebruikt voor de Assyriërs, Babyloniërs en Romeinen. Edelopaal behoort tot de geheimzinnigste stenen. Traditioneel gold het als een steen die ongeluk brengt, vooral voor mensen die de steen niet goed reinigden, De edelopaal die Plinius heeft beschreven is afkomstig uit de afzettingen van Dunbík in Slowakije, die in die tijd al werden ontgonnen. Men schreef deze steen magische krachten toe. Hij hielp tegen melancholie, kalmeerde de zenuwen, genas het hart, beschermde tegen zorgen, herstelde het gezichtsvermogen en gaf de ogen opnieuw glans.

Shakespeare.

Twelfth Night 2, 4, 77:

‘Now, the melancholy god protect thee, and the tailor make thy doublet of changeable taffeta, for thy mind is a very opal! I would have men of such constancy put to sea, that their business might be everything and their intent everywhere’.

Maerlant: ‘Ostalanus of ostolamus is een steen en heet aldus. Deze noemen alle brieven patroon en beschermer van de dieven. Want die het draagt is beschermd met die omdat men hem niet mag zien omdat hij het zien verdonkert. En dit is het wonderlijke dat gebeurt, de dragers ogen maakt hij helder zodat hij ver en dichtbij ziet. Van zijn kleur zwijgt het gedicht zodat men niet gemakkelijk vindt ‘.

Megenberg; Ostola of optalius is een steen diens kleur die meesters niet zeggen, daarom dat men het niet gemakkelijk vindt. Want wie het draagt die ziet niemand, echter hij ziet zelf goed en daarom hebben het de dieven erg lief.

A. Magnus; Als je je onzichtbaar wil maken. Neem de steen die Ophethalmus wordt genoemd en wikkel het in het blad van de Laurus of laurier boom en het wordt Lapis obtelmicus genoemd wiens kleur niet genoemd wordt want het is van vele kleuren en het is van zulke kracht dat het verblindt het gezicht van hen die er bij staan. Constantinus droeg dit in zijn handen en werd er onzichtbaar door gemaakt.’

Opaal is een steen die onderscheiden wordt door kleuren van diverse kostbare stenen. Er is de vurige gloed van de karbonkel in, het lichtende purper van de amethist, de helder groene kleur van emerald en al die kleuren verschijnen in vele tinten. Deze steen broedt in Indië en heeft evenveel krachten als kleuren. Deze steen behoudt en beschermt de ogen die hem draagt, maakt hem helder en scherp zonder enige pijn en dimt andermans ogen als een soort wolk en smijt hen met een soort blindheid zodat ze niet kunnen zien, niet kunnen opmerken wat voor hun ogen gebeurt. Daarom wordt er gezegd dat het de meest zekere patroon van dieven is.

Opaal is een steen die vrijwel altijd ongeluk brengt, draag of schenk hem niet. Mogelijk is dit naar de het verhaal van Walter Scott waarin de steen onheil brengt. Toen George III gekroond werd in 1770 viel er tijdens de kroningsplechtigheid een grote opaal uit zijn kroon. Dus had hij vier jaar later te vechten, dit was de Amerikaanse Vrijheidsoorlog.

De opaal of tranensteen werd altijd als een ongeluksteen beschouwd tenzij het gedragen wordt door iemand die in oktober is geboren of in combinatie met diamanten. Het zou kunnen dat dit voortvloeit uit het feit dat opalen vrij gemakkelijk beschadigen en voorzichtig behandeld moeten worden.

In het oosten beschouwt men het als een geluksteen die de eigenaar een goede gezondheid bezorgt.

Een van de oudste stenen die bij de Romeinen zeer gezocht was. Plinius noemde die zelfs met een prijs, een edele opaal kostte toen een 30 000 euro per karaat.

Uit; Lapidary or, the history of pretious stones, bij Thomas Nicols 1652.

Van de Opalus.

De opaal is een kostbare steen die de heldere vurige vlam van een karbonkel bevat met de pure stralend paars van een amethist en een hele zee van de smaragdgroene lenteglorie of groenheid en elk van hen schittert met een ongelooflijke mengeling en heel veel plezier: zodat dit niet gemakkelijk kan worden vervalst zoals andere juwelen. Boetius zegt erover dat het de mooiste en meest aangename van alle andere juwelen is vanwege de verschillende kleuren. Cardanus zei dat hij kocht er één voor 15 kronen, waar hij evenveel plezier aan beleefde als aan een diamant van 500 aureos. In veel van deze stenen verschijnen hemelse kleuren, paars, groen, geel, rood en soms een zwart-wit of melkachtige kleur: maar we moeten niet denken dat al deze kleuren afzonderlijk in het juweel zitten, maar door de Opalus te breken vergaan allee verscheidenheid aan kleuren waardoor het lijkt alsof de verscheidenheid aan kleuren in de opaal voortkomt uit de weerkaatsing van een of meer kleuren zoals soms wordt gezien in de regenboog en kan worden ervaren in een driehoekig kristal waar de enige reflectie van het licht op de hoeken of kanten van het kristal in het kristal verschillende kleuren produceert die anders doorschijnend, volkomen transparant, helder en kleurloos zijn.

Van zijn folie of tinctuur.

Hoewel de edelsteen een transparante edelsteen is kan er toch geen folie zijn om hem af te zetten, want de verscheidenheid aan kleuren in de folie zou verwarring veroorzaken in de verschillende kleuren van de opaal.

Van zijn vervalsing.

Hoewel een folie nauwelijks bruikbaar kan zijn bij het plaatsen van de echte juwelen kan het toch door andere stenen niet worden nagemaakt, geïmiteerd of vervalst, maar met behulp van een folie kunnen bedriegers het vervalsen met een dubbel glas, getint of gekleurd of met een handige getint folie ertussen of met twee kristallen of andere doorschijnende stenen die met een handige folie worden samengevoegd. Baptista Porta zegt dat als de kalk van tin in gesmolten kristalglas wordt gegoten, het zal vertroebelen en kleuren als een Opalus. Quercitanus zegt dat de geest van Nitrum in een ​​glazen distillerkolf met een verscheidenheid aan kleuren zal kleuren als een Opalus zoals blijkt uit zijn boek Priscorum Philosphorum vera medicina.

Van zijn namen.

Het is bekend van juweliers die het meest deskundig zijn met de naam Opalus. In het Engels heet het zo. De Italianen noemen het Girasole en Scambaia.

De soorten ervan.

Er zijn vier soorten van. De eerste soort ervan imiteert rood, groen, luchtkleur en paars en soms paars met een gele kleur en dit zijn de beste van alle andere: ze staan ​​bekend om hun karbonkelvlam, hun amethist pracht en hun smaragdgroene groenheid die allemaal samen glinsteren met een ongelooflijke mengeling en door hun bewonderenswaardige en wonderbaarlijke gewichtigheid; want dit is een juweeltje dat hoewel het zelden groter wordt gevonden dan een boon en voor het grootste deel van mindere omvang, zal het gewicht toch ongelooflijk zijn zoals blijkt uit dit van Cardanus die spreekt over een van deze soorten die korter was dan een boon en niet dikker die duos denarios woog, dat wil zeggen, bijna vijftig korrels tarwe, de beste zijn het hardst, de andere zijn zachter: de oorzaak van zijn wonderbaarlijke vorm en van zijn verschillende heerlijke kleuren zegt Cardanus dit, omdat de steen knapperig is en van sommige doorlatende delen: door die delen die niet doorlatend of poreus zijn ontvangt het het licht maar geeft het niet terug en daarom is het dat de steen donker en duister lijkt en van een bruine kleur. 2. De tweede soort is zwart en zendt uit zijn zwartheid als het ware een vlam uit. Dit is zeer aangenaam, zeer zeldzaam en zeer mooi. Boetius zegt, dat hij dit soort van de grootte van de grotere soort erwt heeft gezien. 3. De derde soort heeft verschillende kleuren, maar in een geel lichaam, en ze lijken stil te zijn, stil te liggen en niet te bewegen en daarom voeden ze de ogen evenmin zo precies met de weerkaatsing van hun stralen. Deze drie soorten komen uit Hongarije, Naar deze laatste soort kan worden verwezen met een andere met een zachte kleur en de Italianen noemen het Occhio del Garto, oculus cati, of het het kattenoog, en van sommigen wordt het Pseudopalus of de bastaard Opalus genoemd. 4. De vierde soort wordt ook Pseudopalus genoemd: het is opvallend doorschijnend als vissenogen en heeft een beetje melkachtige luchtkleur of iets van een gele kleur. De Germanen noemen dit Webse, de Italianen Girasole, sommigen noemen het Astroites en Asteria omdat het een licht in zich heeft dat loopt als een ster.

De plaatsen.

India is de moeder van deze edelstenen; ze worden ook gevonden in Cyprus, Egypte, Arabië, Galatië, Thraso, Hongarije, Pontus. De Hongaarse worden gevonden in een zachte steen, gekenmerkt door zwarte, gele en bruine aderen en het lichaam van de steen is witachtig, geelachtig en zwartachtig en soms opvallend met verschillende kleuren. Veel van deze zijn zo zacht dat ze het polijsten niet verdragen, nee niet op tin of lood, maar alleen op een zachte Tripolitaanse aarde. Boëtius 98.

Zijn krachten.

Van deze steen wordt gemeld dat hij de aanblik van de bezitters ervan scherpt en de ogen verduistert van degenen die om hem heen staan, zodat zij ofwel hem niet zien of niet kan schelen wat er voor hen wordt gedaan: daarom wordt beweerd dat het een beschermheilige is van dieven en diefstallen zoals het in Lapidario wordt verteld.

Zijn waarde.

Bij de Romeinen was er veel vraag naar: van Nonius een Senator wordt gemeld dat hij liever van zijn land en senators-schap was beroofd dan van een opaal die hij van Antonius had. Deze opalus van Nonius was van de grootte van de hazelaar en werd gewaardeerd op twintigduizend Aureos. Boetius zei dat hij er een zag van de grootte van een walnoot, doorzichtig, met verschillende kleuren en melkachtig die werd gewaardeerd op 200 kronen. Hun prijs en de achting is tegenwoordig niet groot want een die vier korrels weegt van de eerste en beste soort nauwelijks drie kronen; de andere hebben hun waarde volgens hun grootsheid en schoonheid.

Van de Asteria of Gemma Solis. (zonnesteen)

De Asteria of Gemme solis is een soort Opalus die zijn stralen als een ster laat fonkelen, het is een harde transparante steen. Het wordt Gemma solis genoemd omdat het tegen de zon wordt gehouden en gedraaid het de zon lijkt te laten zien alsof het erin loopt in de gelijkenis van een bewegende ster: en tegen het licht gehouden, doet het hetzelfde.

Zijn namen.

Het wordt genoemd van Plinius, Astroites en Ceraunia. Het wordt ook wel Asteria genoemd. Michael Mercatus noemt het Astrobolus. Het wordt ook wel Oculos felis genoemd.

De plaats.

Het wordt gevonden in Carmania en India. Anselmus Boetius zegt dat hij veronderstelt de Aseria of de Gemma Solis te zijn die als een melkachtig kristal met een rond licht erin opgenomen zich met een zekere neiging voort lopend laat gaan en omdat er Astroiten zijn die in het midden het als het ware kleine sterretjes glinsteren. Dit is een soort Opalus.

Van zijn aard en eigenschappen.

Er is daarvan over bericht dat het slaap verschaft en nachtelijke verschrikkingen en lastige dromen verdrijft.

Zijn waardigheid en waarde.

De oosterse zijn erg mooi en zo hard dat ze nauwelijks gegraveerd kunnen worden, wordt gewaardeerd in waarde twee keer de prijs van de gravure waard.

Van de Oculus Cati. (kattenoog)

De Oculus Cati is de verschillende gekleurde Astroiten van Plinius.

Zijn namen.

Het wordt van een of andere Oculus Solis genoemd: van de Perzen Mithrax, dat is de zon. Cardanus noemt het de pseudopalus, maar de kleuren zijn hierin niet zo verschillend en ook is dit zeer hard.

Van de plaatsen.

Ze worden gevonden in Zeeland en in Pegu, ze zouden vanuit het land van Brama daarheen zijn gebracht. Deze steen wordt zeer gewaardeerd onder de Indiërs omdat ze van de duivel zijn overtuigd dat hij die het draagt ​​geen rijkdom kan wensen; en daarom wordt dat in Portugal wordt verkocht voor 600 aurei. Het is meestal van dezelfde prijs en waardering met de Opalus.

Zie verder: http://www.volkoomen.nl/ en : http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/