Haaien
Over Haaien
Mensenhaai, vorm, gebruik, soorten, bestiaria, naam, etymologie, verhalen van de ouden, bijzonderheden,
Uit animaldiversity.ummz.umich.edu
Naam, etymologie.
Carcharodon: Grieks karcharos; scherp of getand en odous; hoekig tand.
Haai heet in Duits Hai. In midden-Nederlands was het haey, een woord dat ontleend is aan Noorse en Zweeds vormen ha en in IJsland betekent hakarl een roerklamp. Het dier werd zo genoemd naar zijn rugvin die op dezelfde manier boven water uitstak als het oude roer boven de rand van een boot. Het is de Engelse shark.
Vorm.
De haaien zijn vissen met een dwarse bek en spoelvormige, dikstaartige lichamen met kieuwspleten aan weerszijden van de hals. Ze leven in de zee en zijn over alle aardgordels verspreid. Ze voeden zich uitsluitend met andere dieren en brengen voor het grootste deel levende jongen ter wereld.
De blauwe haai verschijnt in de zomer ook aan de kusten van Engeland en Scandinavië. Ze houden zich in de nabijheid van de kust op en zwemmen in de regel in de bovenste waterlaag. Meestal krijgt men ze al op tamelijk grote afstand te zien omdat tijdens het zwemmen een groot stuk van de rugvin boven het water uitsteekt. Zo lang ze geen bepaalde buit in het oog hebben zwemmen ze zeer gelijkmatig en tamelijk vlug. Bij het achtervolgen is hun snelheid veel groter. Ze hebben een goed geheugen en jagen volgens een vast plan, ze bezoeken plaatsen waar ze vroeger voedsel hebben gevonden.
Enige soorten komen ook in zoetwater voor en begeven zich af en toe door grote stromen als Ganges en Tigris op te zwemmen, tot ver in het binnenland. Hun verschijning boezemt grote schrik in. Zij en enige koppotige hebben door hun grootte aanleiding gegeven tot het sprookje van de Kraken. Het zijn de enige echte zeeroofdieren die de mens aanvallen met het doel hem te verslinden. Wraakzucht is de drijfveer van de onverbiddelijke strijd die de mens met het roofdier voert.
In Groenland wordt jaarlijks ongeveer drieduizend Noorse haaien gevangen om uit de levertraan te bereiden. Men lokt de vissen met ingewanden van zeehonden die men in gaten van het ijs hangt en trekt ze dan met stevige haken uit het water. Ze zijn zo gulzig dat ze snel in elk aas happen en in hun maag vind je dan ook de onmogelijkste dingen. De maag van een witte haai bevatte eens een halve ham, enige schapenbeenderen, het achterdeel van een zwijn, de kop en voorpoten van een bulhond, een grote hoeveelheid paardenvlees, een stuk zaklinnen en een stuk gereedschap voor het schoonmaken van een schip. Andere haaien zag men voorwerpen opeten die men hen toegooide.
Ze weten voordeel te halen van het loodsmannetje en hebben door ervaring geleerd wat overboord valt voor hen bruikbaar is en volgen daarom hardnekkig schepen. Ze hebben een onstuimige roofzucht, een onverzadelijke honger en ongelofelijke vraatzucht die hen dikwijls tot zinloze handelingen verleidt.
Voor de bewoners van vele kuststreken tussen de keerkringen zijn haaien een goede buit omdat die als grondstof voor lijm dient of als lekkernij.
Er zijn een negen families die een honderd veertig soorten omvatten.
Mensenhaai.
De mensen vretende haaien, Carcharodon carcharias, witte haai of mensenhaai, Engels great white shark, white pointer of white death, hebben een platte kop met vooruitstekende snuit, de spuitgaten ontbreken en de neusgaten zijn sterk ontwikkeld.
De wijde bek is gewapend met verscheidene reeksen van grote, driehoekige tanden. Die hebben een spitse top en een scherpe, gezaagde rand die soms acht cm lang is.
De borstvinnen en rugvin zijn groot.
Van boven zijn ze blauwachtig en van onderen lichter.
Zijn vangst is niet gemakkelijk omdat hij wel duizend kg zwaar wordt en soms tegen de 3000 of twee en dertighonderd kg en met de staart en gebit dodelijke wonden kan toebrengen. Kan een elf meter lang worden, maar meestal zes, zeven meter. Zijn huis is zeer taai en is eigenlijk zijn geraamte.
Het vlees is grof en tanig en geeft een onaangename reuk zodat het bijna nooit gegeten wordt.
De huid van vele haaiensoorten wordt om de harde korrel waarmee zij bezet is als polijstmiddel gebruikt en van andere wordt leer gemaakt dat bekend is als segrijn- of chagrijnleer.
Bestiaria.
Uit Maerlant, ‘Sinatina, zoals Plinius zegt, is een vis die prooien pleegt en die zo hard heeft dat vel dat men er mede schuurt wel, beide hout en ivoor mede en zo hard is het tegen alle sneden dat men het nauwelijks met enig staal niet goed kan winnen’.
Carcharodon carcharias (Carcharias lamia), (zie lamia; kinderschrik) de Jonas haai, de Duitse Jonashai, lijkt op de vorige, maar is kleiner, hoogstens twee meter vijfentwintig.
Beide soorten horen in het M. Zeegebied thuis, maar komen ook in de Atlantische Oceaan voor. Mattheus 2;40 wordt gesproken van een groot zeedier waar later een walvis van gemaakt is.
Moordenaar.
Ze worden gevreesd vanwege hun kracht en dapperheid, roofzucht en vraatzucht. Ze zijn de schrik van de bevolking en vissers. Men kent gevallen dat hij mensen midden doorbeet.
Zijn Franse naam requin is een verbastering van het Latijnse woord requiem als een zinspeling op de eeuwige rust, requiem aeternam, waarmede al diegene bedreigd worden die in zijn vreselijke kaken vallen.
Men vindt deze reuzenhaai in alle zeeën. Hij volgt de schepen soms maandenlang en is altijd gereed om het afval van het eten te verslinden en de ongelukkige matroos die per ongeluk overboord valt tot zijn buit te maken. Hij voedt zich uitsluitend met vis of vlees en men wil dat als hij eenmaal mensenvlees geproefd heeft niets hem weerhouden kan om de schepen te volgen die het heerlijke voedsel dat hij zoekt bevat. Zijn keel is dikwijls groot genoeg om een volwassen mens in een keer door te zwelgen. Men heeft werkelijk soms gehele mensenlichamen in de maag van deze geduchte waterbewoner gevonden.
In 1758 reisde een matroos met een opgezette haai Duitsland door welke vis hij zelf in de M. Zee was verzwolgen maar weer werd uitgespuwd toen het monster met een kanonskogel werd bekogeld. In Afrika zijn er vermetele negers die de haaien nazwemmen en hen terwijl ze zich omwenden om de muil naar boven te brengen de buik met een lang mes opensnijden.
Onder elkaar voeren de verschillende haaiensoorten oorlog. Men wil dat een haai die eenmaal het vlees van een van zijn soortgenoten geproefd heeft zich niet meer om andere vissen bekommert. In vele havens van West-Indië, vooral Port Royal te Jamaica, Bridgeton op Barbados en anderen hebben enkele reuzenhaaien naam gemaakt jarenlang de heerschappij in die verschillende havens uitgeoefend te hebben en alle haaien uit die havens verdreven hebben. Port Royal Tom, een reuzenhaai van verscheidene meters lengte was de beheerder van de haven van Kingston en was bij elke zeevaarder bekend die op Jamaica landde. Talloze ongelukkige vielen hem reeds ten prooi en menig lijk vond in zijn maag een graf, menig verminkte en nu nog rond hinkende negervisser werd door hem van een been beroofd. Het afval van de slachthuizen werd in zijn lichaam geborgen en menig boot werd door hem omvergeslagen en haar inhoud tussen zijn tanden verbrijzeld of doorgezwolgen. Toch waagde men het niet om hem te doden en de van haaien wemelende baai werd al spoedig geheel schoon gemaakt, zijn mededingers werden verdreven en dagelijks doorkruiste hij zijn gebied om elke indringer te verjagen.
Sphyrna.
Sphyrna zygaena, (Grieks skylla; haai en rhinos; neus) is de hamerhaai, Engels hammerhead, is even gevaarlijk als de mensenhaai. Die heeft echter door zijn wonderlijke hamervormige kop een nog afzichtelijker uiterlijk.
Die wordt een vier meter lang en tweehonderd vijftig kg zwaar.
Deze haai brengt ook levende jongen voort.
Scyliorhinus.
Uit maltafishingforum.com
Scyliorhinus canicula, (hondenneus en met kanalen) hondshaai, asschelhaai, haschhaai, aschhaai of bonte haai, Engels small spotted catshark, Duits Kleingefleckter Katzenhai, behoort tot de groep der kathaaien, dogfish.
Hij wordt slechts twee derde van een meter lang en is van boven met donkere vlekjes bezaaid.
De hondshaai komt meestal op de bodem voor en eet vissen en schaaldieren.
Ondanks zijn kleine lengte is hij geducht omdat hij steeds in gezelschappen leeft en zich overal gehaat maakt door de verwoestingen die hij onder de nuttige vissen aanricht.
Het is een van de ergst vijand van de haring. Raakt hij in groot aantal in de haringnetten dan worden die vaak door hem gescheurd en is de vangst verloren.
Hij bijt gemakkelijk in het aas maar heeft vlees dat vanwege de hardheid niet te genieten is.
Zijn vierkante, platte en van vier gekronkelde draden voorziene eieren hebben een gele, hoornachtige schaal en worden aan zeeplanten vastgehecht. Na zes maanden komt hier het jong uit.
Hondshaaien hebben twee driehoekige rugvinnen.
Uit en.wikipedia.org
Scyliorhinus stellaris, (Grieks skylla; haai en rhinos; neus, en sterrenkijker) is de kathaai, het is ook een hondshaai, Engelse nurse hound, en lijkt erop maar heeft grote vlekken en een groter lijf, anderhalve meter.
Prionace.
Uit no.wikipedia.org Prionace glauca, (Grieks prion; zaag, akis, punt, en zeegroen blauw) is een van de meest bekende leden van dit geslacht, de blauwe haai, blue shark.
Die bereikt een lengte van drie a vier meter en soms nog langer bij een gewicht van 30-50kg. Zijn snuit is zeer spits.
Cetorhinus.
Cetorhinus maximus, (Grieks ketos; zeemonster, walvis en rhinos; neus, en de zeer grote) (Rhincodon typus, walvishaai, whale shark, is zijn soortgenoot, walvishaai is nog groter) (Selache maxima) is de reuzenhaai die twaalf a vijftien meter lang kan worden en enige duizenden kg zwaar, 10-30 000. Het is de basking shark of whale shark van de Engelsen; de zonnebadende haai. Ook bij onze kust komt die voor, hoewel meestal niet groter dan vier meter. Het is blauwgrijs tot zwart dier en van onderen witachtig, van boven met veel witte plekken. Het heeft geweldig grote kieuwspleten in de zeer grote bek, een brede en platte kop met de twee kleine ogen helemaal aan de zijkanten. Met opengesperde muil gaat hij als een soort stofzuiger rustig door het water. Het water stroomt door zijn bek naar achteren waar het plankton eruit gezeefd wordt. Je ziet ze soms vlak aan de oppervlakte rustig voortgaan, soms in scholen van tientallen dieren. Hij wordt wel gevangen om de lever open te snijden die veel levertraan bevat, soms een duizend kg. Net als andere haaien heeft ze een zeer taaie huid, een schot hagel ketst eropaf. Deze haai is verbazend traag en toont onverschilligheid en grote domheid. Het gebeurt vaak dat hij volstrekt geen haast maakt om een boot die hem vervolgt te ontwijken.
Naam, etymologie.
Squalus; geschubd.
Squalus acanthias. (Acanthias vulgaris) (gedoornd en gewoon)
Doornhaai die ook wel gewone haai of speerhaai genoemd wordt. Engels spiny dogfish.
Die bewoont in groten getale de Noordzee.
De wijfjes dragen levende jongen.
Ze zijn van een geweldig roofzieke aard.
De mond is onder de bek geplaatst.
De doornhaai heeft een langwerpig lichaam met een platte en wigvormige, van voren smalle en aan de spits afgeronde kop.
De neusgaten zijn even ver van de mondspleet als van de spits van de snuit verwijderd. Grote spuitgaten bevinden zich onmiddellijk achter de ogen.
De volkomen ronde muil heeft een halvemaanvormige mondspleet en is gewapend met drie reeksen van lange en spitse, aan de rand weinig gezaagde tanden.
De borstvinnen zijn zeer groot en de buikvinnen klein.
De bovendelen zijn effen leikleurig grijs en de onderdelen geelachtig wit.
De jongen hebben gewoonlijk witte vlekjes op de rug.
Gewoonlijk zijn ze geen meter lang en halen meestal geen tien kg.
Onder de haaien van de Europese zeeën is deze komt deze het meest voor. In zeer grote getale bewoont hij de Noordzee en na hevige stormen vind je er soms duizenden aan het strand. Gehele scholen van deze rovers ontmoet je in de buurt van de kust en vooral bij hoog water, ze volgen de kleine vissen die zich naar hun paaiplaatsen begeven. De haringvissers zien ze niet graag omdat ze met hun stekels de netten verscheuren.
Deze wapens gebruikt de doornhaai ook tegen zijn vijanden. Hij verwondt ze ermee door zijn lichaam te krommen, als het ware als een boog gespannen en het vervolgens te strekken. Die beweging kan hij zowel naar de ene als de andere kant maken en zo nauwkeurig regelen dat hij de hand treft die zijn kop aanraakt, zonder zijn eigen huid te beschadigen.
Gebruik.
De doornhaai geeft onze vissers in de Noordzee een voordeel. Daar vertoont hij zich als een jachthond op de heide die het wild voor ons opjaagt, zo drijft deze vis hele scholen van haringen uit het diepe water naar de havens van de Noordse kust, naar die van Engeland en de Zuiderzee. Met hun stekels verscheuren ze echter de netten.
Het vlees is hard en niet zo smakelijk, het wordt gedroogd als voedsel gebruikt. Uit de lever kookt men een traan. Van de stekels, die men vanwege de pijnlijke wonden die ze veroorzaken voor giftig houdt, maakte men tandenstokers.
De huid wordt als schuurpapier gebruikt. Zijn huid dient om houtwerk, scheden voor messen en degens te polijsten en het bekleden van kokers, horlogekasten en dergelijke zaken meer.
Bestiaria.
Maerlant beschrijft een dier dat naar zijn taaie vel wel een haai moet zijn, ‘Equonilus schrijft Michael, is een wonder sterk en fel, met benen, hoeven en klauwen mede, zo vreselijk dat het is wonderbaarlijk. Het voedt zich niet met mensenbloed en komt hem een schip tegemoet, het scheurt het met zijn voeten zodat ze allen verdrinken moeten of het werpt het om in zijn spel. Van dit wonder vindt men veel, men kan het niet vangen of beletten, alleen met ijzeren netten die met sterke ketens zijn geweven, te Damascus maakt men die, is beschreven, men kan dat elders niet. Is het gevangen dan met hamers verslaan en halve el, (35cm) zegt men wel, dat men vaak vindt zijn vel’.
Zie verder: http://www.volkoomen.nl/ en : http://volkoomenoudeherbariaen...