Lynx
Over Lynx
Caracal, vorm, gebruik, soorten, bestiaria, naam, etymologie, verhalen van de ouden, bijzonderheden,
Naam, etymologie.
Lynx, Latijn linx; viervoetig roofdier, van Grieks lunx, waaruit los.
Lynx lynx (Felis lynx)
Los of lynx. In midden-Hoogduits was het Luhs (nu Luchs) in Angelsaksisch was het lox, (nu lynx) in midden-Nederlands los en vandaar uit in Noorwegen los, terwijl Deens luks: vals of listige persoon op het Duits berust. Dit woord stamt van het Germaanse luhs dat op het mannelijke dier slaat dat van een Indo-Germaanse wortel leuk komt dat ‘lichten’ betekent en op de fonkelende ogen en naar zijn grauwwitte vel zal slaan. In Sanskriet heet het lokayati: kijken naar. Oud Iers lug; held.
Uit Buffon.
Vorm.
De los is bijna even lang als een luipaard, wel met kortere poten.
Het is toch duidelijk een lid van de aristocratie. Meer, het is een sierlijk wild beest. Hij is herkenbaar aan zijn bakkebaarden en het kwastje aan zijn oren.
Hij heeft een tong als een slangentong, die ook groter is en die strekt hij ver uit.
De lynx wordt een ruime meter lang met een staart van achttien cm bij een gewicht van een achttien kg.
Zijn haar is lang en dik, het bovendeel is bleek grijs met een roodachtige gloed en getekend met kleine, donkere vlekken, de beneden delen zijn wit. Zijn huid is zeer mooi en kostbaar, de huid is driemaal duurder dan sabelbont.
Zijn levenswijze en gewoonte komen veel met die van de katten overeen. Net als andere katten zijn ze zeer waakzaam, hun geduld is zeer groot. Ze jagen bij nacht en alleen. Ze klimmen goed en overvallen hun prooi vanuit een tak. Ze zwemmen ook goed en met hun brede voeten kunnen ze gemakkelijk over zachte gronden lopen.
Het geluid is ook jankend.
Mensen valt hij niet aan als hij niet getergd of in het nauw gebracht wordt, des te gevaarlijker is hij voor het wild en in eenzame streken voor het vee. Het is een beest die het waard is om gejaagd te worden vanwege zijn moed en uithoudingsvermogen. In gevangenschap is hij een der ontembaarste dieren.
Hij beklimt de hoogste bomen en maakt jacht op eekhorens, reeën, hazen en wilde zwijnen.
Bestiaria.
Uit Maerlant; ‘Linx, zegt Plinius, is een dier en Jacob van Vitri volgt het hier en Lapidarius voor waar, dat dit dier ziet zo helder dat het door een muur ziet’. Hij kan zeer goed zien, dit zou de oorsprong zijn van de sage dat de lynx door muren en andere ondoorzichtige voorwerpen heen kan zien. Scherpzien als een lynx is een gezegde. Het is de tegenhanger van de mol en vleermuis. Met lynxogen kan je de toekomst zien, zo scherp kunnen ze kijken. Met lynxogen kan je alles zien en ontdekken, net zoals de Inquisitie. Zo scherp kon Lynceus kijken dat hij drie weken van tevoren alles kon zien, Apollo’s lynx keek dwars door de aarde en zag de handelingen van de duivels in de hel. Daarom wordt Zeus ook afgebeeld met lynxogen. Een andere Lynceus was een van de Argonauten die de obstakels al lang van tevoren zag wat een groot voordeel voor de Helden was. De lynx academie van Rome kreeg zijn naam vanwege de kennis en inzicht in de natuur die ieder in hun studie hoopte te bereiken. Ouders zijn soms kortzichtig, maar waakzaam als de lynx.
Maerlant; ‘Dit dier draagt in haar manieren maar een dracht, zoals men het kent. Het heeft een tong als een serpent die het net zo lang uitstrekt, zijn hals maakt menige omgang, van klauwen is het scherp en fel’. (773) Zijn tong lijkt op die van een slang en die steekt altijd in zijn volle lengte uit zijn bek. Hij heeft een sterk gedraaide hals en verscheurende klauwen.
(Burger) Zowel de slangentong als de draainek van de lynx vindt zijn oorsprong in een fout van Thomas van Cantimpré, die Plinius’ viervoeter lynx combineerde met de vogel iynx. De laatste, de draaihals of mierenjager (Jynx torquilla), heeft inderdaad een lange, dunne tong en een kop die hij bijna 360 graden rond kan draaien.
Lapidarius - soortnaam voor encyclopedische werken die de medische en magische krachten van edelstenen beschreven. Dat de lynx zijn urine begraaft is geen fabeltje: hij heeft die gewoonte gemeen met huiskatten.
Uit bestiary.ca
Maerlant; ‘Die dit dier goed kennen zeggen dat van zijn urine een gemme komt duur en fijn. Lugurius heet het, dat is waar, waarvan ik spreek hierna. In India vindt men deze dieren en vele andere soorten’.
(773) Zijn urine wordt een edelsteen die ligurius of lynxsteen heet met de kleur van hyacint. De lynx verstopt toch zijn urine als hij dit uitblaast en dit doet hij uit echte boosheid zodat de mensen de steen niet vinden. De steen geneest verschillende ziektes en het is vooral goed voor mensen die lijden aan verstopping. Die kwaal verdwijnt als men water drinkt waarin de steen gewassen is. Wie de kleur in zijn gezicht is kwijtgeraakt krijgt door deze steen weer een gezonde gelaatskleur.
Glas of kristal, de lynx brengt kristal mee. Het is de oude fabel van de ‘lyncurium’ of ‘ligurius’, een verkeerde benaming van de steensnijders uit de tijd van de Ligurische steen, de jacint of hyacint. (Zirkon) Dit juweel zou op natuurlijke wijze geproduceerd worden door de lynx, dat van het mannetje zou veel beter zijn dan dat van het vrouwtje. Dit was van een pure kleur met een fijne schittering. De jacint is een lieflijke kristal en veel aangenamer en superieur in kleur boven de beste Braziliaanse topaas. De ouden prezen de lynxsteen zeer en verbonden er vreemde krachten aan als tegen geelzucht en andere ziektes.
De gal van dit beest is dodelijk gif. De lynx haat alle creaturen en vernietigt ze.
Zijn vlees is welsmakend en helpt tegen duizeligheid.
Sommigen hebben gezegd dat als een man of beest gebeten is door een lynx de muizen direct bij hem komen en hem vergiftigen met hun urine. De lynx eet zijn prooi niet tot het die hoog en droog heeft opgehangen. Als hij bij een boom komt gaat hij naar de hoogste tak en hangt het daarop. Dan volgt een verhaal van een man die door een lynx en muis gebeten is omdat hij een berk had uitgezocht en zo de muis tegenkwam.
Temmen.
Vondel, De Leeuwendalers;
‘....o boksvoet, geitoor, fluitevinder
Gespikkeld met uw lossevel (lynx vel)’.
Bacchus nam in zijn Indisch triomftocht tamme panters, tijgers en lynxen mee. Toch wordt meestal gemeld dat ze niet te temmen zijn. Maar er lijken beesten afgericht te zijn om patrijzen en andere vogels te jagen.
Een lynx was afgericht om kraaien te vangen. Zijn strategie was even verdeeld als verbazend. Het dier lag op de grond met het eind van een touw in zijn bek, het andere eind zat vast aan een paal en hij deed voorkomen of hij sliep, geheel levenloos. Een halve meter van hem vandaan lag een stuk vlees aan een been. De kraaien ontdekten dadelijk het vlees, draaiden rond in een cirkel en bespraken de mogelijkheid of de lynx werkelijk sluimerde en de kans om zijn diner te stelen. Het dier nam er geen notitie van en lag doodstil zodat een kraai het tenslotte erop waagde en naar beneden kwam, de anderen lieten hem begaan wel wetende dat na de plundering een gevecht zou ontstaan waarbij de dief waarschijnlijk niet als overwinnaar terug zou keren. Zo kwam hij met alle voorzichtigheid van een kraai aangevlogen. Niets bewoog er in de omgeving. Dan stopte het, bewoog zijn vleugels onrustig heen en weer, keek nog een laatste keer naar de lynx om zeker te zijn dat die werkelijk sliep, dan vloog hij als een pijl naar het vlees. Hoewel de kraai snel was als het weerlicht, de lynx was snel als de gedachte en ho, het volgende ogenblik zat het beest met de vogel in zijn bek. Hij had de vogel te pakken voordat het de grond bereikte.
De volgende keer had hij een heel andere tactiek. De kraaien kenden nu de doodtruc, dus nam de lynx toen er genoeg kraaien verzameld waren het touw in zijn bek en rende rond en rond de staak tot het eind alsof hij daar vastgebonden was. De kraaien kwamen na die indrukwekkende show dichterbij. Ze dachten dat ze de exacte afstand van de cirkel kenden en kwamen zo dichtbij als mogelijk was waar ze hevig scholden op de moordende bruut. Maar plotseling vloog de lynx uit de cirkel, hij liet gewoon het touw los, recht in de groep van zijn zwarte kwelgeesten en hapte rechts en links.
Mythologie.
De Polen verhalen over een avontuurlijke jonge man die lynx klauwen aan zijn voeten bindt om de prinses te bevrijden die op een glazen kasteel gevangen wordt gehouden.
Historie.
Hoewel de los aan de ouden bekend was werd hij in Rome veel zeldzamer vertoond dan de leeuw en luipaard omdat die dieren gemakkelijker levend gevangen konden worden. Onder Pompeus werd een los uit Gallië levend naar Rome gevoerd. Van het leven van dit dier in de vrije natuur was schijnbaar niets bekend. Allerlei bijgelovige verhalen over hem vonden vrijwillig gehoor.
In de godenleer van de oude Germanen speelde de los ongeveer dezelfde rol als de kat
In de middeleeuwen was de lynx nog overal aanwezig maar werd vrijwel overal de laatst lynx op het einde van de 18de, begin 19de eeuw. In 1818 werd de laatste in de Harz en in 1838 in het district Rottenschwangen buit gemaakt, de laatste wel in 1846 te Württemberg.
Caracal.
Uit Buffon.
Mogelijk doelden de Ouden met de scherpziende los op de Caracal caracal of siva gush, (Lynx caracal). Duitse Wustenluchs, Frans caracal, Engels caracal lynx, Spaans Turks woord.
De Caracal wordt alleen in hete landen aangetroffen. Hij komt veel voor in Barbarije, Arabië en de zuidelijke helft van Azië. In grootte overtreft hij de vos niet veel, is wel sterker en slimmer. Het pluimpje zwart haar aan het einde van de oren wijst op zijn verwantschap met de lynx. Hij is niet gevlekt, zijn haar is ruwer en korter, zijn staart is langer en hij heeft slechts een kleur, zijn snuit is spitser, zijn aard is wilder.
Hij valt kleinere dieren aan, vooral vogels die hij met verbazende vlugheid tot hoog in de bomen achtervolgt. Meestal eet hij ook wat de leeuw achterlaat.
Omdat hij ook antilopen aanvalt gebruiken de Arabieren, die hem khoet el chala noemen, hem om die te vangen. Hij wordt om die reden getemd. Het is wel een van de woedendste en ontembaarste van de familie.
Zie verder: http://www.volkoomen.nl/ en : http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/