Wijting
Over Wijting
Merlangius, vorm, gebruik, soorten, bestiaria, naam, etymologie, verhalen van de ouden, bijzonderheden,
Merlangius merlangus. (Gadus merlangus)
Uit masc.sru.ac.th
Door het ontbreken van de voeldraad aan de snuit onderscheidt zich het ondergeslacht der wijtingen van de kabeljauw.
Naam, etymologie.
Merlangius, wel van Frans merlan.
Wijting. In midden-Nederlands was het wittinck, Weiszling, in midden-Noord Duits Witink (nu Wittling) en in oud-Noors was het hvitingr, het Engelse whiting en betekent witte vis. Frans merlan, Duits Merlan, verbinding met marlin, marlijn, van marlinspike, een instrument dat gebruikt wordt om touw te splitsen.
De vissers noemen de niet geheel volwassen exemplaren van deze soort mooie meisjes en de jongen molenaar.
Vorm.
De wijting is een sierlijke gevormde vis, met bleekbruine kop en rug, zilverglanzende buik en zijden die met gele overlangse strepen getekend zijn.
Wordt een zeventig cm lang, gemiddeld 24cm, de mannetjes zijn iets kleiner dan de vrouwtjes, een 3kg zwaar.
Ze komen voor langs de kusten van Engeland, Holland en Frankrijk. Het is wel een ondiep waterbewoner, de andere vissen zitten meestal dieper.
Leeft van kleine visjes, krabben en garnalen.
Men heeft wel bij de Engelse kust scholen gezien van deze vissen die wel een uur lang en een kwartier breed waren.
De wijting is een lekkere vis en zo gemakkelijk te verteren dat men zelfs zieke mensen die aan de beterhand zijn vergund ze te eten.
Zie verder: http://www.volkoomen.nl/ en : http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/