Zeeduizendpoot

Over Zeeduizendpoot

Alitta, vorm, gebruik, bestiaria, naam, etymologie, verhalen van de ouden, bijzonderheden,

http://www.fryslansite.com/natuur/ongewerveld/afb/zeeduizendpoot.jpg

Alitta virens; (Grieks alitta betekent waarheidsgetrouw, groenachtig. Een borstelworm die zich voedt met algen en kleine diertjes. Zager of zeeduizendpoot.

Scolopendra is het Griekse woord voor de duizendpoot, de zeeduizendpoot is een soort worm die wat op de duizendpoot lijkt. Sommigen hiervan zijn wel twee voet lang.

Bestiaria.

De vreemde reputatie van de zeeduizendpoot komt door een mysterieuze tekst van Aristoteles die onopgelost blijft. Hij zegt ‘de zo genoemde zeeduizendpoot draait na het inzwelgen van de haak zichzelf van binnenuit om tot het die haak ophoest en dan draait hij zich weer naar binnen’. Mogelijk was dit een soort worm, een grote Nereis wiens maag zich binnenste buiten gekeerd had.

De echte verklaring is mogelijk als volgt:

Visserlui gebruiken geen wormen aan een haak, maar gooien ze vrij in het water. De huidige schrijver gebruikt een soort van Nereis als aas en ziet dat het moeilijk is om die aan de haak te krijgen. Als de haak door die worm is gedwongen draait het beest zo krachtig dat de ingewanden gedwongen worden door de gescheurde delen van de dunne beschermende huid en naar buiten te komen. Als de haak verwijderd wordt, voor er te veel schade is aangericht, komen de ingewanden gewoon weer terug in de huid. Aristoteles begreep waarschijnlijk de gebruiken van de M. Zeevissers niet.

Een halve eeuw later voegde Nicander aan het mysterie, toen hij de scolopendra beschreef, toe dat die tweehoofdig is (waarschijnlijk vanwege de gelijkheid van hoofd en staart) en dat het de dood veroorzaakt aan twee kanten. Hij voegt toe dat het in zijn voortgang op een schip lijkt voortgestuwd door roeiriemen. Plinius herhaalt dit, maar Aelianus noemt het de grootste van alle zeedieren en meldt dat het aan de oppervlakte zwemt en zichzelf voortstuwt met vele poten en dat zijn hoofd boven het water uitsteekt die lange borstelige haren laat zien die bij de neusgaten begint. Iedereen die het beest vanaf land zag zou ontzettend verschrikt zijn.

Oppianus zegt dat het steekt als een zeenetel (zeeanemoon) en dat het gehaat wordt door de vissers omdat, als die het aas aanraakt dat vergiftigd is en geen vis er bij zal komen.

De onbetrouwbaarheid en onnauwkeurigheid van de vermeldingen bij Aristoteles en Aelianus leidde er in de 16de eeuw toe dat de ichthyologist het dier als twee soorten herkende, de een is de cetacea van een grote vorm, (Scolopendra cetacea) (cetaceae is een walvisvorm, ruw vertaald, walvisachtige veelvoet) de ander een zeedier, Scolopendra marina (van de zee) (Myrianida milne). Rondelet in “De Piscibus’ 1554, beschreef en beeldde beide af. Zijn tekening van de eerste werd trouw gevolgd door een professionele beschrijving van ‘diegene die het beest gezien had in India’. Die verklaring is hetzelfde als van Aelianus, eigenlijk is zijn tekening maar verbeelding.

Megenberg; ‘Scolopendra mag een hamvreter heten daarom, want zoals Plinius spreekt, die vissen zijn de landdieren gelijk die in Latijn centipedes heten en heten in Duits honderd voeten en hebben die aard dat ze de hammen vreten waarmee men ze vangt en wanneer ze die gegeten hebben zo braken ze uit de hals al hun eten tot ze de hammen uitwerpen en zo verslinden ze dan dat onverteerde eten andermaal. Bij de vis verstaan we die lieden die aan zichzelf verstaan dat hen de wereldse rijkdom schadelijk is aan het lijf en aan de ziel en daarom geven ze de wereld op en varen in een orde en zo ze wat lang in de orde staan en hen dat gewone leven in de orde niet vergenoegt zo verzamelen ze echter hun eigen goed in de orde worden kwader in de orde dan ze in de wereld waren en doen zoals de honden die eten onverteerd en verslinden het weer. De hamvreter heeft die aard dat het zich in dat diepe water zinkt en vliedt de zonneschijn en zijn hitte en vliedt ook de hagel want die twee schenden de vis zijn kleur. Wanneer men die vis in azijn legt zo ontsluiten ze zich schier [330] alzo dat ze murw worden. Die vis heet ook eentje want men vindt er geen twee in een schaal noch meer dan maar een. In de vis schaal vindt men een steen en wie die wrijft en hen goed bereidt zo is het goed tegen de maag zwakte. De steen heeft die kracht dat het vrede en vereniging maakt tussen de lieden en maakt de mens kuis die het draagt.

Zie verder: http://www.volkoomen.nl/ en : http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/