Raaf
Over Raaf
Bijbel, ongeluksvogel, vorm, gebruik, soorten, bestiaria, naam, etymologie, verhalen van de ouden, bijzonderheden,
Uit Martinet.
Corvus corax L.
Naam, etymologie.
Corvus is Latijn voor raaf. Raaf. In midden-Nederlands was het raven en rave, in oud-Hoogduits Hraban (nu (Rabe) oud-Engels heeft hraefn (nu raven) oud-Noors hrafn. Dit woord stamt uit Germaans hrabnaz dat in de runensteen van Jarsberg uit de zesde eeuw als eigennaam HarabanaR laat zien en verwant is met het Latijnse corvus en Griekse korax: kraai. Het dier zal wel naar zijn hese geluid genoemd zijn, vergelijk knarren en kraken. Van dezelfde wortel stamt ook roek. In Frans heet het grand corbeau. Naar de roep kork, kork, of kolk, kol heet die in Duits Kolkrab. Megenberg; Coredulus is alzo veel gesproken als een hartvreter, alzo spreekt Isidorus, want het is een vangende vogel en leeft van de roof en wanneer het een andere vogel vangt dan begeert het allermeest het hart’.
Vorm.
Een grote verslindende vogel. Glimmend zwart, van boven violet en van onder naar groen trekkend, dus van een droevig pluimaadje met nog droeviger krassende stem en een onaanzienlijk voorkomen, wreed van uitzicht en stinkend.
Deze soort is vierenzestig a zes en zestig cm lang waarvan twintig cm van de staart komen. Je herkent ze vanwege hun enorme vleugelwijdte van honderd twintig cm, en als ze over je heen vliegen, door de wigvormige staart.
Ook de zware snavel valt op.
Ze leven in paren of kleine groepjes, met het slapen verzamelen ze zich tot grotere groepen.
Ze zweven en vliegen hoog in de lucht en kunnen daar bijzondere capriolen uit halen. Verder zijn ze speels, vooral de tamme.
Ze leven van aas en kleine dieren, maar ook planten, eigenlijk alles wat eetbaar is
Ze laten zich temmen en worden gemakkelijk in huis en schijnen zich aan iemand te kunnen hechten.
Ideale ouders.
Raven zijn ideale ouders. Ze zijn zich van hun plichtbewust en voor hun taak berekend. Ook onderling muntten ze uit door grote huwelijkstrouw. Zelfs in de winter houden ze van elkaars gezelschap. Hoor of zie je hem, dan is zij in de buurt. Hij streelt haar met de snavel en zij kietelt hem onder de kin, dan ‘zoenen’ ze. Ze vliegen paarsgewijze, behalve dan de jonge, ongepaarde vogels. Het is een van de vroegste broeders, al in februari is er een nest en in dat nest komen ze alle jaren terug. In maart zijn er vier tot zes lichtblauwe groenachtige eieren. Na een drie weken komen ze uit. Al gauw na het uitkomen slapen de ouders niet meer bij het nest. De jongen worden door beide ouders onophoudelijk gevoed, maar blijven klagen. Als er gevaar is blijven de ouders op hun post en laten het voedsel hoog in de lucht nog in het nest vallen.
Doordat ze niet veel eieren leggen nam het aantal af. Vroeger kwamen ze hier meer voor, zie de namen Ravenswaai en Ravestein.
Zang.
Ze zijn gesneden van de tongriem en kunnen het geluid van andere vogels en mensen nabootsen. Plinius spreekt ook van een raaf die door een schoenmaker getemd was. Op de markt van Rome maakte die complimenten aan gevierde staatslieden en het volk. Een concurrent doodde het dier wat de dader verbanning en later het leven kostte, zo verbolgen was het Romeinse volk over zijn daad.
Slechte zangers zijn het, maar dankbare leerlingen tonen ze zich. Evenals de ekster kan de raaf in de paartijd zeer liefelijke geluiden uitstoten. Ook met opkomende plasregens en aanstaand onweer.
Het is een roepende vogel en heeft diverse geluiden en toonhoogtes, onder de vogels heeft de raaf vierenzestig stemveranderingen. De geluiden die men gewoonlijk van een paar raven hoort klinken als ‘kork kork, kolk kolk’ of als ‘rabb rabb rabb’, hiernaar is de naam in Duits Kolkrabe genoemd.
De jongen en de ouden roepen steeds ‘krau, krau, krau’.
Bestiaria.
Een raaf is de grootste en krachtigste vogel van onze raafachtige. Ze zullen zich niet ontzien om grote roofvogels aan te vallen en tegen zwakkere dieren als moordenaar en gruwzame tiran te gedragen. Ze maken veel slachtoffers onder de zangvogels. Ze vallen soms lammeren en zieke schapen aan en beginnen dan eerst de ogen uit te pikken, Spreuken 30:17:
‘het oog dat den vader bespot,
En de gehoorzaamheid aan de moeder veracht,
Dat zullen de raven der beek uitpikken’.
Nederrijns moraalboek, Bestiaria d’ Amour; rond 1250;
‘Want zijn natuur is zulke dat als hij een man dood vindt is het allereerste dat hij er de ogen van eet en daardoor zo trekt hij de hersens en zo er meer in is zo hij er meer uit neemt.’
Maerlants Coredulus zal wel een vorm zijn van Corvus, raaf; ‘Coredulus, zoals Isidorus zegt, is een vogel die dit pleegt dat hij van de prooien leeft en voor alle dingen het hart van de prooien uitgekozen heeft. Coredulus bemint God, onze Heere die bij de wijze man aldus de mens spreekt aan’ ‘lieve kind geef mij je hart want daarom doe ik smart’, hij gaf zijn hartenbloed als de milde want hij wil ons hart hebben, ons allen raad aan ik algemeen dat elk geeft hem zijn hart geheel’.
Vondel, Roskam aen den Heer Hoofd;
‘Dus klaagt de galge, die lang ledig heeft staan prijken
Die lang geen kraaienoog van ’t grote dievenrijke
Uitpikken zag en fel van raven werd begroet
Die heen en weer om ’t aas vlogen heel benauwd
Of nu een snode Harpij dit averechts wou duiden’.
Maar ze verslinden veel ongedierte en vooral krengen die ze van verre ruiken. Om die reden is het in Engeland verboden hun enig geweld aan te doen.
De raaf bezit verscheidene aardige en ondeugende eigenschappen, ze is bedrijvig en nieuwsgierig, schrander en onbeschaamd, zowel een gulzigaard en dief als gierigaard en schelm.
Nederrijns moraalboek, Bestiaria d’ Amour, rond 1250;
‘Want de natuur van de raven is zulke, zo lang als hun jongen zonder pluimen zijn dat hun moeder er nimmer op zit omdat ze niet zwart zijn en niet op haar lijken. En het is anders niet. En ze leven nergens anders van dan van de dauw tot de keer dat ze met pluimen gekleed zijn en dat ze op de vader mogen lijken. Ik denk, mijn schone, zeer lieve vriendin, dat dit het is wat je had moeten doen, dat je onverschillig tegenover mij had moeten zijn toen ik de kleding van jouw liefde tot jou nog niet droeg, maar dat je je liefdevol tegenover mij had moeten gedragen toen ik daarmee gekleed was en een wapenschild droeg, samengesteld uit jouw wapentekens en me had moeten voeden in mijn liefde voor jou, hoe pril en teder die ook nog was, zoals men een kind met een kleine beetje tegelijk voedt. En in de liefde had de manier waarop de raaf zich gedraagt het moeten winnen van dat van de adder of dat van de aap. Want een raaf kenmerkt zich nog door een andere eigenschap die meer dan wat ook lijkt op het wezen van Amor. Immers als hij een dood mens aantreft begint hij met het opeten van diens ogen en langs die weg trekt hij zijn hersens eruit en hoe meer hij er van aantreft hoe meer hij eruit trekt. Zo is het ook met Amor. Want bij de eerste kennismaking wordt de mens gegrepen via de ogen en Amor zou hem nooit hebben kunnen grijpen als die mens niet eerst Amor had aangekeken.’
Uit Maerlant; ‘Corvus dat is de raaf als ik meen. Alles is zwart dat hij aanheeft. Al ze broedt, dan brengt hij haar eten wat hij nooit vergeet. Ons schrijft Sint Augustijn dat als zijn jongen uitgekomen zijn dat hij ze niet wil kennen totdat het zwarte zal beginnen, zeven dagen, zeggen de wijzen, leven ze al zonder spijs totdat de zwarte pluimen uitkomen, dan wil hij zich over hen ontfermen en geeft hun dat ze tekort kwamen, dit is beproefd menige keer’. De raaf houdt de mond van hun jongen dicht als ze janken. Ze geeft ze niet eerder voedsel dan dat ze ziet dat ze zwartheid hebben in hun veren. Ravenjongen worden met de dauw des hemels gevoed in de tijd dat ze nog geen zwarte veren hebben. Ze leven dus eerst van de dauw des hemels. De jonge worden de zevende dag zwart. Die zwart worden voedt ze met al haar kracht en sterkte. Ze hebben vele jongen en, omdat er zoveel zijn, gooien ze sommigen weg.
Uit evans, animal symbolisme in ecclesiastical architecture.
Mogelijk wordt dit veroorzaakt doordat de ouderen, na het uitkomen, niet meer bij het nest slapen. Dit zie je ook in de Bijbel: Psalm 147:9, ‘die het vee zijn voeder geeft, de jonge raven als ze roepen”. Bij Job lees je: “Wie bereidt de raaf haren kost, als haar jongen tot God schreeuwen, als ze dwalen, omdat er geen voedsel is?’ In het Duits heet een slechte moeder Rabenmutter, -vater. Dit ook wel naar Gezang 7:2: ‘hij hoort de jonge raven’.
Zo heeft de mens, hoewel gemaakt naar het beeld van God, alle gelijkenis met zijn Schepper verloren; maar wanneer hij door genade is gegroeid tot de goddelijke gelijkenis dan erkent God hem als zijn kind en voedt hem door de sacramenten van de kerk en laat hem niet verloren gaan.
Men heeft er wel Joël 2: 32 bij gehaald waar iedereen die de naam van de Heer aanroept zalig zal worden zodat dit voor de jonge raven een goed lot voorspelde. Dit ging de meeste toch wel te ver zodat ze het zinnebeeldig verklaarden. De raven waren de heidenen en de jonge raven de christen geworden heidenen.
In ieder geval heeft men uit de teksten gehaald dat oude raven hard waren voor hun jongen. Men heeft er dit wel op gevonden dat de ouders van de jongen schrokken om dat er in plaats van deftige zwartrokken onooglijke kale witte wezentjes voor de dag kwamen. Ze dachten dat het hun kroost niet was en vluchtten daarom geërgerd weg. Nu zou God in hun ellende voorzien hebben door uit hun uitwerpselen muggen en vliegen te laten komen, waarvan ze konden eten totdat hun veren gegroeid waren en de echte kleur voor de dag kwam en de ouders hun dwaling inzagen en hun taak weer aanvaardden. Anderen menen dat ze zo vergeetachtig waren. Dit weer in verband met het gedrag bij Noach. Of dat de oude raven hun jongen uit het nest jagen om ze te leren vliegen.
Een ander kenmerk van de raaf is dat wanneer hij een karkas eet het eerst het oog. De grote religieuze waarheid die uit dit feit van de natuurlijke historie wordt getrokken is dat “belijdenis en boetedoening de raven zijn die de ogen van begeerte uittrekken uit de ziel die dood is in overtredingen en zonden.” In onze illustratie worden beide symbolieken van de raaf uiteengezet.
Vondel, Gebroeders;
‘Die ’t stomme vee voer en ravenaas bestelt
In ’t wezennest, heeft weer en wind in zijn geweld’. (het nest der jonge raven)
Maerlant; ‘Een avontuur zeggen lieden dat in Tiberius tijde geschiedde die Romeinse keizer was in die tijden dat God wilde de dood overlijden. Een ravenjong kwam uit een toren, horen we roepen, op zijn hoofd te vallen dat men ophield en leerde het spreken met geweld zodat het elke morgenstond Tiberius te begroeten begon, keizerlijk en bij namen en daarna de andere heren tezamen, Germanicus en Drusus mede. Dit was altijd de ravenzede en daarna het volk dat er leed, hierom werd er een van nijd heet die de raaf het leven benam en toen die dus voor die lieden kwam lieten ze die man ontlijven en die mannen met hun wijven deden ze de raven uitvaart alsof het een prins was. De raven brengen aardig veel soorten geluid uit. De uhu eieren eet het op de dag en bij nacht doet hem de ander dan lagen en neemt zijn eieren dan, dit is een strijd die niet scheiden kan. De vos bemint hij van naturen zoals wij het vinden in schriften’.
Maerlant verder; ‘Incendula dat is bekend, een vogel van de Oriënt en is van het raven geslacht. Beide bij dag en bij nacht is tussen hem en de uil strijdt want incendula op dagtijd doet omdat zijn geluid hem deert dat hij zijn eieren uitzuipt en die uil laat dat niet, maar hij pleegt weer te roven want ‘s nachts als de uil het beste ziet, dan berooft hij de ander zijn nest. Dus vergeldt elk ander kwaad met kwaad en blijven beide in de schade’.
De zwarte raaf vecht met de ezel en met de stier en vliegt tegen hen op en bezeert ze, pikt hun billen en hun ogen uit. De raaf is overdag sterker en de uil ‘s nachts, ze eten elkaars eieren op hun beurt.
Woonplaats.
Het is toch de gewoonte van raven niet om met velen bij elkaar te leven. Ze leven paarsgewijze en ieder paar heeft zijn eigen gebied waar ze de anderen weg houden. Men zegt dat ze in IJsland in het najaar vergaderen waarbij ze bepalen waar ieder zich zal vestigen.
Er wordt gezegd dat ze met de snavel ontvangen en dan hun eieren tegen hun snavels leggen. Daarom hou je ze weg van barende vrouwen omdat die andere een zware bevalling hebben.
Stelende raaf.
Het is een slimme vogel en neemt dingen diefachtig weg en verbergt die op geheime plaatsen. Een raaf die een ring in de bek heeft is een attribuut van de heilige Ida omdat zo’n vogel haar trouwring weggenomen had en haar man, die dacht dat ze de ring aan haar minnaar gegeven had, haar in de afgrond stortte.
Tilo van Trotha die in de jaren 1466-1514 bisschop van Merseburg was miste een ring. Een van zijn bediende bekende op de pijnbank de schuldige te zijn, hij werd ter door veroordeeld. Een tijdje later kwam een leidekker bij de bisschop en gaf hem de ring die met andere kostbaarheden in een ravennest van de toren werd gevonden. Toen kreeg de bisschop bitter berouw. Ter herinnering aan deze gebeurtenis bepaalde hij dat er steeds een raaf in het slot gehouden moest worden en zette goederen vast voor hun onderhoud.
Omstreeks 1780 werd een marskramer opgesloten in de kerker van het kasteel Rijckholt. Men beschuldigde hem van diefstal van juwelen. De man ontkende eerst, maar na herhaaldelijk gepijnigd te zijn bekende hij. Hij werd tot de galg veroordeeld. De galg stond op de grens van het gebied waar men enkel kon komen door een gat in de haag te maken De opening in de heg bleef echter en alle nieuw geplante stekken verdroogden. Men had nu een teken dat de man onschuldig was veroordeeld. Inderdaad vond men na enige jaren de juwelen terug in een eksternest. De schepenen moesten vergiffenis vragen aan de familie van de marskramer en een jaarlijkse schadevergoeding uitkeren. Ook liet hij steeds in raaf in een kooi houden op zijn slotplein. De dom van Merseburg heeft als motief op het wapen met de raaf die in een ring in zijn snavel heeft met daarboven twee ten hemel geheven handen.
Schrijf niet met een ravenpen, want dan word je zelf diefachtig.
Symbolen.
Men verhaalt dat raven op de woeste en eenzame plaatsen wonen, waar vandaan ‘iemand tot de raven willen zenden’ wat zo ongeveer betekent, ‘loop naar de Mokerheide’. Hesychius zegt: ‘Tot de raven zenden’, als hij iemand naar de eenzaamheid wenst en daartoe verbannen wordt. Als de raven zich daar ophouden wordt het als een teken van straf, eenzaamheid en verwoesting gezien, Jeremia 24: 30, Zefanja 2:14.
Ook zegt met tegen iemand die men alle kwaads toewenst ‘dat hij door de raven gegeten zal worden’. Men hoort van de raven der beken dat ze de ogen uitpikken, Spreuken 30:17. Dat gebeurt als er iemand gehangen wordt. Bij Aristophanes bidt Mnesilochus dat hij als een oud man door de wijven niet bespot wordt en deze straf voorbij mag laten gaan en de raven een gastmaal zal verschaffen. Wat later spreekt hij: ‘hij heeft de raven de maaltijd opgehangen’. Horatius: ‘Non pasces in cruce carvos’, ‘gij zult geen aas zijn voor de raven aan de galg’. De raven pikken de ogen eruit, de hond de darmen en je leden worden door de wolven opgepeuzeld.
Erasmus, ‘corvum delusit hiantum’, ‘hij heeft de gapende raaf bedrogen’. Het wordt toegepast op iemand die op een voordelig testament uit en is en wordt bedrogen.
‘Corvus serpentem’, de raaf heeft de slang vast. Een zinnebeeld van de rechtvaardige weerwraak en straf die het hoofd drukt van diegene die de ander kwaad tracht te berokkenen. De raaf voerde de slapende slang met zich mee, die werd wakker en zette zijn roof met een dodelijke steek betaald.
‘Indien een raaf in stilte kon eten’, slaat op diegenen die niet zwijgen kunnen als ze wat gekregen hebben en er steeds over pochen. Horatius: ‘Genoot de rave het aas, hetgeen haar is gegeven. In stilte, dan zou zij in meer gerustheid leven’.
Een raaf die met de gestolen veren van anderen pronkt en daarvan beroofd wordt zodat hij naakt voor de anderen staat. Het slaat op hen die niets geleerd hebben en met de deugden van anderen gaan strijken totdat de waarheid ontdekt wordt. Horatius via Vondel:
‘Leergierige leer hier, aan een gecierde rave
Dat gy u niet verheft in iemands anders have
zoete fabel! Die op ‘t hooft zo dapper treft
Den geenen die op ‘t goet eens anders zich verheft
En niet gedagtig is, als elk het zyn wel zal halen
Hy naakt zal wederom met schande moeten dalen
Hoe meenig vogel nog de dunne lugt doorsnydt
Die, waar hy alle zyn geleende pluimen quyt
Die hy op woeker heeft, hy waar geen overvlieger
Maar speelde banqueroet gelyk een recht bedrieger’.
Zielendier.
Plinius verhaalt dat de ziel van Aristates als een raaf uit zijn mond vloog. Hij kon in trance komen en dan verliet zijn ziel hem in de vorm van een raaf. Een raaf die in een dorp in het Berner-Oberland tijdens de godsdienstoefeningen om de kerk vloog werd gehouden voor een onlangs gestorven inwoner zodat niemand ertoe besluiten kon om op de vogel te schieten.
Ravensteen.
Als een vrouw hoogzwanger is en de kans krijgt een ravenei te eten dan baart ze uit haar mond.
A. Magnus; ‘Corvus een raaf, van anderen een kraai, de krachten van deze vogel is wonderbaarlijk zoals Evax en Aaron herhalen. Als haar eieren gekookt zijn en weer in het nest gedaan gaat de raaf gauw naar de Rode Zee naar een zeker eiland waar Aldoricus of Alodrius is begraven en ze brengt een steen waarmee ze haar eieren aanraakt en de eieren zijn weer net zo goed als tevoren. Het is een wonderbaarlijk ding om gekookte eieren te zien bewegen. Als deze steen in een ring gezet wordt en het blad van een laurier er onder gedaan wordt en als een man in kettingen gebonden is of een deur gesloten en daarmee aangeraakt wordt zal hij die gebonden is gauw loskomen en de deur zal geopend worden. En als deze steen in een man zijn mond gedaan wordt geeft het hem begrip van alle vogels. Deze steen is van Indië omdat het in Indië gevonden wordt naar zekere wijze man en soms in de Rode Zee. Het is van diverse kleuren en het zorgt ervoor dat een man alle toorn vergeet zoals we bogen gezegd hebben in dezelfde steen.’
Men moet hem zetten in ‘ein vingerlein’. Als een vrouw zwanger wil worden, dan steekt ze die vingerlein of ring aan haar vinger, dan zal ze ‘mit irm mann schiken haben’ en zo wordt ze zonder twijfel zwanger. Dat is veel geprobeerd,‘daz es als wahr ist’ en door grote edelen geprobeerd en door Aristoteles beschreven.
In Pommeren neemt men aan dat als een paartje honderd jaar met elkaar geleefd heeft het wijfje zo’n steen legt en om de tien winters weer een. Deze steen is van verschillende kleur en zorgt ervoor dat alle angst vergeten wordt.
Zo’n steen komt voort uit de ogen van opgehangen dieven wat ze bij honderden gedaan moeten hebben voordat de eerste steen gelegd kan worden. Die steen is zo groot als een walnoot en helemaal rond, glad en vuurrood als een karbonkel. Hij heeft de eigenschap dat hij ‘s nachts licht van zich geeft en onzichtbaar maakt, het stelen daardoor vergemakkelijkt en daardoor de mensen aan galg en rad brengt. Om de steen machtig te worden klimt men naar een ravennest waarvan men weet dat de bewoners zeker honderd jaar oud zijn en doodt het mannetjesjong die niet ouder mag zijn dan zes weken. Dan klimt men weer naar beneden, maar onthoud goed waar het nest gelegen is. Een van de raven komt dan al gauw met de steen aangevlogen en legt hem in de bek van het jong. Die wordt weer levend, maar het nest is van nu af aan onzichtbaar. Klim je er weer naar toe dan moet je in het blinde rondtasten om de steen te kunnen pakken. Op sommige plaatsen meent men dat dit niet kan dan door tussenkomst van de duivel met wie je dan een verbond aangaat.
Er zijn ook streken in Duitsland waar de Rabenstein iets anders betekent. Daar is het de Galgenberg waar de schimmen van de terechtgestelde rondwaren en een soort vereniging vormen, waar de beul in de nacht voor de terechtstelling hun het nieuwe gildelid voorstelt.
Een raaf die iemand de ogen uitpikt zou het gezichtsvermogen teruggeven aan iemand die hij aardig vindt. Je kan dan ook feilloos schieten als je een ravenhart gegeten hebt, de ogen uitpikkende vogel moet zelf wel bijzonder scherp kunnen zien. Als je drie ravenharten eet is je pijl onfeilbaar.
Christelijk.
De raaf die steeds weer ‘cras, cras’ zegt ofwel ‘morgen, morgen’, is het beeld van de verstokte zondaar die zijn bekering steeds weer uitstelt. De heilige Augustinus noemt ze wegens dat geroep duivelse dieren omdat de mensen tot luiheid worden aangezet door hun geroep, ‘cras, cras’, ‘tot morgen, tot morgen’ en doelt op de eerste woorden van het rijmpje;
“cras, cras, semper cras,
et sic elabitur aetnas’. Zo is er ook het raadseltje, wie is de grootste dief? Dat is de raaf want die roept als maar ‘morgen, morgen’ en steelt vandaag alles weg wat onder zijn bereik komt. Wie is de grootste leugenaar? De kraai. Hij roept al maar ‘spaar, spaar’ en maakt dat je niets sparen kan want hij steelt alles weg.
Vondel, Het Pascha II;
‘.…..een vlucht van zwarte raven
‘t’Meer opgeworpen heeft, graf-vogels die graf graf
Egypte dreigen met d’ een of ander straf’.
Vondel, Op ’t veroveren van Koevorden;
‘De raven roepen kras kras
Maar Ravenshoofd roept heden’. (Rabenhaupt)
Evenals de raven de profeet Elias brood brachten spijzigden ze ook de heilige kluizenaar Paulus van Thebe. Door een raaf werd hem dagelijks een half brood gebracht. Eens had hij Antonius, een geestverwant, op bezoek en ditmaal bracht de raaf hem een heel brood.
Nakomelingen van die raven die aan de heilige Benedictus brood brachten zouden nog op de Monte Cassino leven.
Meinard, graaf van Sulgen, zei de wereld vaarwel en trok zich terug in een donker woud. Hij bouwde er een kapel waarvoor hij in 832 van de abdis van het vrouwenklooster te Zürich een wonderdoend Mariabeeld ontving. Later werd daar het beroemde bedevaartsoord Einsiedlen gesticht. Hij vond eens een nest met raven en voedde ze op. Door rovers overvallen riep hij hen als getuige op van de moord die geschiedde. Ze vielen de heengaande moordenaars aan met pikken en krabben. Toen riepen de boeven: ‘het zijn de raven van Meinard’ De bewoners van de streek kenden de raven van Meinard en vermoedden kwaad en volgden de booswichten tot Zürich waar ze in een herberg gevat en later gestraft werden.
Ook in Engeland wordt verhaald van een moordenaar die zijn slachtoffer in het water had geworpen. De hoeveelheid raven op die plek bracht het misdrijf aan het licht en hem aan de galg. Dat is logisch. Als er een lijk in het water ligt zijn de leden van deze familie er snel bij.
Toch staan de raven bij de kerk in een kwade reuk. Aanvankelijk waren ze wit, maar werden zwart toen ze in de ark paarden.
Zoals de duivel op mensenzielen aast als raven op lijken zo is er verwantschap tussen beiden. De duivel heeft dan ook dikwijls een ravengestalte aangenomen om vrome mannen te verzoeken en werd in die gedaante eens uit het lichaam van een bezetene gedreven.
Abel.
Abel is een Hebreeuws naam voor ‘ademtocht of vergankelijkheid’. Hij was de tweede zoon van Adam en Eva, Genesis 4:2.. Hij werd door zijn oudere broer Kaïn gedood. Kaïn en Abel kunnen we beschouwen als de vertegenwoordigers van beide hoofdbedrijven der oudheid, de landbouw en veeteelt. In de geschriften van de Rabbijnen, Koran en bij Christelijke schrijvers van latere tijd vinden we de eenvoudige mededeling uit het boek Genesis lichtelijk opgesierd. Daar lezen we dat de beide broers tweelingzusters hadden, namelijk de bevallige Aklima en de wat minder mooie Lebuda. Toen Adam die beiden aan zijn zonen wilde uithuwelijken, Lebuda aan Kaïn en Aklima een Abel, was Kaïn ontevreden, maar toen het door een offerande beslist was dat hij zich naar de wens van zijn vader voegen moest peinsde hij erop om zijn broeder uit de weg te ruimen. Omdat hij niet wist hoe hij een moord volbrengen moest ontving hij het nodige onderricht van Satan die het hem voordeed door een vogel de kop te verbrijzelen met een steen. Kaïn volvoerde zijn euveldaad en sleepte door gewetensangst gefolterd gedurende veertig dagen het lijk met zich mee totdat een raaf die een dode raaf onder het zand verborg hem op het denkbeeld bracht om het zielloos lichaam te begraven. Ook nu nog wijst men, zestien mijlen van Damascus, de plek aan waar Abel vermoord werd en zijn graf.
Bijbel.
In het Hebreeuws heten ze oreb, (naar zijn soort) het betekent; hij, die zwart is’. De raaf is met de uil een symbool van verlatenheid, Jesaja 34:11, Zefanja 2:14 waar wel verlatenheid, ‘choreb’ gelezen wordt, in plaats van ‘oreb’.
Men heeft geleden onder hun croak als het geluid van doem. Sommige waarderen echter zijn ebbenhouten kleur en vergelijken die met het donkere haar van een geliefde. Hooglied 5:11: “Zijn lokken zijn golvend ravenzwart”. Sommige denken dan ook dat de wortel van de Hebreeuwse naam ‘oreb’, zwart betekent. Maar mogelijk is het toch naar hun roep, net als het Griekse korax.
Men herinnert zich de naam Oreb en Zeeb, Richteren 7: 8 als tegenstanders van Gideon.
Dit woord staat midden in de catalogus van onreine vogels. Het is een roofdier dat op krengen aast. Leviticus 11:15 ‘elke raaf naar zijn soort’, dus onder deze ene naam worden alle leden van Corvidae samengevat. De raaf voedt zich met kadavers, reptielen, vis, insecten en wormen, in feite alles wat leeft of dood is. Ze zijn onrein.
Deze vogels dienen als een soort klok want op donkere dagen bij zonsondergang die het begin van de Sabbat zijn, zijn ze niet te zien, men neemt aan dat de raven en kraaien dan op stok gaan.
In Genesis 8:7 wordt een raaf uitgelaten om te zien of de wateren verdwenen waren. Dit zien we in latere eeuwen ook waar raven meegenomen werden om land te ontdekken. Van de onreine dieren waartoe de raaf behoorde had hij een paar, van de reine duiven zeven paar. Maar de raaf was daar heel geschikt voor, die weet zich veel beter te redden dan de duif. Vooral op aas, dat op het water drijft, zet hij zich neer. De zaadetende duif zou omkomen, maar de aasetende raaf heeft na zo’n catastrofe eten in overvloed. Alleen daaraan zal het rusteloos heen en weer vliegen te wijten zijn omdat het dier ook zijn wijfje naar buiten wenste te hebben bij een voor hen zo aantrekkelijk gebied.
Noach zou de raaf gedwongen hebben om hem als verspieder te laten optreden. De raaf wilde eerst niet. Toen zei Noach, nogal hard om te horen, dat men zijn vlees niet voor offer en als spijs gebruikt waar dus het minste aan verliezen zou zijn. God kwam tussenbeide en zou gezegd hebben dat hij de raaf later nog grote eer wachtte, dat Hij hem nog bij Elias nodig zou hebben. Toen Noach de ark verliet waren ze nog niet terug en hadden daarom geen deel aan de zegepredikingen zodat ze rond moesten zwerven in de poelen die de zondvloed achterliet.
‘Aanmerkt de raven, dat ze niet zaaien, noch maaien, welke geen spijskamer noch schuur hebben, en God voedt ze: hoeveel gaat gij de vogelen te boven!’ Lucas 12:24. ‘Wie bereidt de raven haren kost, als haar jongen tot God schreeuwen, als ze dwalen, omdat er geen eten is? Job 39:3. ‘Die het vee zijn voer geeft, de jonge raven als ze roepen’, Psalm 147’: 9. De mogelijk les is dat God voor zijn schepselen zorgt, hoe onaantrekkelijk sommige van hun gewoontes ook mag zijn.
De raven brachten Elias het vlees en brood 1 Koningen 17:6 Juist zo’n gulzige vogel werd daartoe gebruikt die in plaats het zelf op te slokken het aan zijn profeet bracht. Er is gezien dat raven en andere leden van de kraaienfamilie meer voedsel opslaan in rotsachtige gebieden of onder de bedekking van bladeren. Dit was de inspiratie van latere Christelijke schilders die raven schilderden met het Heilig Brood.
Mythologie.
Corvus was een raaf die door Apollo gezonden was om water uit een bron te halen. Bij de bron gekomen zag hij een vijgenboom en bleef daar enige dagen wachten totdat de vijgen rijp waren. Om zijn lange wegblijven te verontschuldigen nam hij een waterslang mee en beweerde dat die iedere dag de bron leeggedronken had. Tot straf voor dit bedrog verbood Apollo hem om enige tijd te drinken en ter herinnering hieraan staat aan de hemel het sterrenbeeld Corvis tussen Hydra en Crater. (grote vaas) Hydra: waterslang, belet hem uit de schaal van het sterrenbeeld Crater te drinken.
Met de zonnegod laat men samenhangen om de kennis van de verborgen dingen te zien. Het orakel te Delphi was ook aan Apollo gewijd en meer vogels kunnen als hoge vliegers de goden in het luchtruim aanhoren en tijdingen meebrengen naar de mensen. Daarmee hangt het samen dat in oude tijden wichelaars hart en ingewanden van de raaf raadpleegden of aten om voor hun taak berekend te zijn.
Apollo leidt in de gedaante van een witte raaf de bewoners van Santorini naar Cyrene.
Ook Mthras had zijn raaf. Zijn kleed was van blinkend zwart voorzien.
Twee raven wijzen Alexander de Grote de weg naar het heiligdom Ammon in Egypte.
Ook bij de Japanners geniet hij hoge eer. Bij de schepping van de wereld door de goede geest kwam de boze op de gedachte, dat de mens zonder het licht van de zon niet kan leven. Toen hij zich gereedmaakte om de zon te verslinden vloog de raaf hem in de geopende muil en redde zo de mens door de zon te redden.
Profetische vogels.
(187) De raven waren bij de ouden de wijze, profetische vogels en zulke waren aan Apollo gewijd.
Twee raven, Hugun: verstand, en Munin: geheugen, zaten op Odins schouders en vlogen elke dag uit om de wereld te doorzoeken, ‘s Middags kwamen ze terug en fluisterden hem al het nieuws in de oren dat ze hoorden en zagen. Ze zijn het symbool van de alwetendheid van Odin. Naar die raven noemde de mensen hem de Raven-God.
Hij was gewijd aan Wodan. Hij was een wegvogel, een geleider, zoals de wolf dit was onder de dieren. De raaf vertegenwoordigt de winter- en regengod.
De Vikingen namen op hun tochten steeds verschillende raven mee die ze van tijd tot tijd lieten vliegen om te zien of er ergens land was. Zo werd Groenland ontdekt. Op de banier van hun schip stond een raaf afgebeeld met uitgespreide vleugels. Die werd in 1157 nog gebruikt. De Noormannen droegen op hun roof- en moordwerktuigen de raaf als veldteken, ook de Engelse tempeliers zetten de raaf met haar klauwen op een schedel in hun banier. De Engelsen zullen nooit een raaf doden omdat koning Arthur door tovermiddelen in een raaf veranderd zou zijn die te zijner tijd weer de scepter en de kroon zal terugnemen. De beroemde raven in de Engelse tower betekenen bij hun vertrek of dood gaan het uitsterven van de Engelse koningsfamilie en zal Engeland ten gronde gaan.
In het gedicht over de heilige Oswald, koning van Engeland in de eerste helft van de 7de eeuw, komt een raaf voor die hem een brief brengt. (alleen de naam Oswald komt voor in een dichtwerk uit de 12de eeuw, terwijl hij voor het overige een voortbrengsel is van de verbeelding) Het verhaal is aldus:
‘Oswald hoort van de pelgrim verhalen over de mooie dochter van de heidense koning Aaron die al haar minnaars onthoofd. Op aanraden van de pelgrim wordt een raaf, die door Oswald is opgevoed, als bode heen gezonden wordt nadat men zijn veren met goud heeft bestreken. De vogel bereikt het land van de heidenen en vindt de dochter van de koning van wie hij een brief en ring ontvangt voor Oswald. Die trekt nu heen met een aanzienlijk leger en schaakt de jonkvrouw. Aaron vervolgt de vluchtende en in zijn angst legt Oswald de belofte af dat hij bij zijn lijfsbehoud elke bede zal vervullen die hem in de naam van God gedaan wordt. Na zijn terugkeer in Engeland viert hij de bruiloft. Daar verschijnt Christus als pelgrim verkleed en vraagt van de koning in naam van God diens gemalin en diens koninkrijk. Met diepe smart voldoet Oswald aan zijn gelofte, waarna de pelgrim zich bekend maakt. Van die tijd af aan leidt Oswald met zijn gemalin een heilig leven en beiden zouden na twee jaar overlijden.
Marcus Valerius Corvinus had zijn naam te danken aan een tweegevecht. Hij was pas vijftien jaar toen hij het opnam tegen een grote Galliër, hij nam de handschoen op en kreeg toestemming het strijdperk te betreden. Nauwelijks was het gevecht begonnen of een raaf kwam aanvliegen en streek op zijn helm neer. Hij schrok eerst hevig, maar toen het tot hem doordrong dat hem goddelijke hulp werd geboden bad hij tot de onbekende god of godin die hem de vogel had gezonden. En zie, toen Galliër op hem toestormde vloog de vogel op en om diens hoofd en fladderend pikte hij naar zijn ogen zodat de man achteruit week. Daarop hernam de raaf de plaats op het hoofd van Valerius. Dit herhaalde zich enige keren zodat de Galliër steeds meer in verwarring raakte en de moed begon te verliezen en Valerius moed begon te krijgen. Hij nam het initiatief over en geholpen door zijn gevleugelde vriend drong hij de vijand achteruit en bracht hem tenslotte een dodelijke wond toe. Op hetzelfde ogenblik waarop de dodelijk getroffen reus viel verhief zich de raaf in de lucht en was weldra uit het gezicht verdwenen.
Voorspellers.
Als de raven in de lucht vliegen en op elkaar stuiten of vechten dan betekent het dat er oorlog komt. De raaf zou in staat zijn om onheil en dood te voorspellen en hij volgde de legers. Liet hij zijn vleugels hangen was het een teken dat er een nederlaag op komst was.
De ravenoorlog werd later beschouwd als een voorteken van een verschil tussen raad en de burgerij dat over een stuk land ging en brak in het jaar 1589 uit.
In de herfst van 1588 en in maart van het volgende jaar vertoonden zich een grote menigte kraaien, kauwen en raven op de kerk en het raadhuis te Koningsbergen die geweldig met elkaar vochten. De volgende nacht kwam er onverwacht een geweldig licht in de straten. Tot aandenken daaraan werden boven de deur van het raadhuis twee tegenover elkaar zittende kauwen of raven geschilderd.
Naar de middeleeuwen waarschuwde een raaf zijn meester tegen naderende gevaren en vertelde hem ook de ontrouw van zijn vrouw.
Het stond goed om op een adellijk state een paar raven te kunnen aanwijzen. De omwonende waren minder van deze rovers gediend en zo af en toe werden er een paar gedood.
Als raven met hun kop naar een bewolkt zonnetje gekeerd zitten, volgt er hitte. Als ze druk bezig zijn hun veren te poetsen, komt er regen. Of bij het naderen van onweer, sneeuw, wind en regen, de kraaien en raven tezamen scholen en onophoudelijk schreeuwen.
“Krassen kraai en raaf verbolgen
Weldra zal er onweer volgen’.
Ongeluksvogel.
De sombere mythe van de mistletoe en de Asen is een legende waarop Shakespeare zinspeelt in ‘Titus Andronicus’ ii, 3, 95:
“A barren detested vale, you see it is’. ‘Gij ziet, het is een woest, afschuwelijk dal’.
The trees though summer, yet forlorn and lean’. De bomen, trots de zomer, schraal, ontblaard’.
O’ercome with moss, and baleful mistletoe’. Geheel met mos bedekt en boze mistel’.
Here never shines the sun, here nothing breeds’. Nooit schijnt de zon hier en geen vogel broedt er’.
Unless the nighty owl, or fatal raven’. Dan dagschuwe uilen en onzaal’ge raven’.
De hele planten- en dierenwereld hadden beloofd om Baldur geen leed te doen. Alleen was men vergeten het aan de mistletoe te vragen. De raaf had het takje in de eerste instantie verborgen zodat het ook niet gevraagd kon worden. Met die mistletoe werd Baldur tenslotte doodgeschoten. Daarom moeten de raven met hun zwarte verentooi boeten voor hun misdaad.
Toen het heidendom werd verdrongen konden de raven geen goed meer doen, de vogel van de heidense goden werd een verschijning van de duivel. Dat blijkt ook uit Faust. Een Deens schrijver, Saxo, verhaalt van een afgodsbeeld dat in 1168 vernield wordt door een christenvorst. Toen het omviel vloog de boze eruit als een raaf. Nu gaat de voorspellende vogel kwaad voorspellen.
Krassen ze voor een huis of vliegen ze voor je uit over een weg, dan kondigen ze een sterfgeval aan. Ze roepen dan ‘graf, graf’. Bij Heine wordt dat krassen vertolkt als ‘kop af, kop af.’. Vliegen ze over een huis, waar een zieke ligt, dan zal die spoedig sterven. Vliegen ze in groepen, zijn het de zwarte lijkendragers. Zo worden ook in sommige streken de aansprekers en dienaars van begrafenissen kraaien genoemd.
Raven komen zeker na het sterven op een dode af. Bij gerechtsplaatsen maakte dit de mensen angstig. Het is dan ook vreselijk als in een huis waar een dode staat raven op het dak gaan zitten. De vogel van de boze komt dan de dode naar de duisternis halen. Vandaar dat een ontmoeting met deze vogel gevreesd wordt.
In Wagners ‘Gotterdammerung’ kondigen raven dan ook het onheil over Siegfried aan. Als twee raven boven zijn hoofd vliegen geeft dit Hagen de aanleiding om te vragen: “Errat’s du auch dieser Raben Geraun? Om terwijl Siegfried de vogels nastaart de speer in diens rug te stoten onder het uitspreken van deze woorden: ‘Rache raten sie mir!’
In Staring’s vertelling “Marco” wordt de boze toverkol Urocha door een jonge man bespied, terwijl:
“Ze ontsluit een zalfbus, een van zeven
Gelijken in een kring geschaard
Drie vingren, schraal en krom als kelder-spinnebeenen
Doopt zij daarin, bestrijkt haar voorhoofd en verdwenen
Is ‘t wijf! Ze werd een kraai.’
Nadat de vogel een bloem van een rozelaar heeft geplukt scheurt hij die uit elkaar en slikt het op en herneemt daarna zijn menselijke gestalte. In de gestalte van een kraai kwelt de Boze vaak vrome kluizenaars wat je op oude schilderijen kan zien waarop de duivel, in de vorm van die vogel, de evangelist Johannes lastigvalt, maar zijn arend verjaagt de kwelgeest.
Het zijn boze geesten en menseneters. De raven verpersoonlijkten ook de schaduw des doods, vandaar dat de Indiërs nog een altijd een deel van de doodsmaaltijd achterlaten voor de raven.
Galgenvogel is de naam van de raaf die zich met aas en lijken voedt Bij Maastricht zingt de jeugd:
‘De eksters en kraaien
Die zwaaien al over mijn hoofd
En snakken al naar mijn dood
Die dood begint te naken
Ik zal het niet lang meer maken’.
Jaren gelden vond men te Heverlee een boer die het ene beest na het andere uit zijn stal zag sterven. Er was een kwade hand over hem gekomen, dat leed geen twijfel. Elke nacht om twaalf uur immers vloog er een raaf over de hofstede. Dan ontstond er onder de dieren een gehuil en getier als een oordeel. ‘s Morgens vond men dan een dood beest in de stal. De boer verdacht zijn schoonmoeder en ging de pastoor raadplegen en die beloofde zijn bijstand. Om door niemand herkend te worden trok hij soldatenkleren aan en kwam ‘s avonds op de hoeve. Tegen middernacht stond de pastoor gereed met een geweer in de hand en op klokslag twaalf vloog er een raaf over de hoeve, hij mikte en schoot. Hij trof de raaf in de rechtervleugel. De boer vond de volgende morgen zijn schoonmoeder te bed liggen met de rechterarm afgeschoten.
Morrigu is de oorlogsgodin van de Ierse Kelten. Ze is misschien de echtgenoot van Nudd of Lludd. De naam betekent Grote Koningin. Ze beminde het gevecht en zweefde boven het gevechtsveld in de vorm van een raaf.
Een les voor dwazen.
De zwarte raaf is een vriend van de vos en daarom vecht hij tegen de das en andere kleine beesten om de vos te helpen. De vos is echter slimmer dan de raaf.
Aesopus verhaalt het volgende verhaal. Een kraai zat in een boom met een stuk vlees dat hij had gestolen, in zijn bek. Een vos die hem zag, besloot het stuk vlees te pakken te krijgen. Hij ging onder de boom staan en begon de kraai te vertellen wat een mooie, grote vogel hij was. Hij moest wel de koning van de vogels zijn, zei de vos; en hij zou ongetwijfeld tot koning gemaakt worden als hij ook nog een goede stem had. De kraai was zo verlangend om te laten zien dat hij een goede stem had, dat hij het vlees liet vallen en kraste zo hard als hij kon. De vos sprong toe, greep het vlees en zei tegen de kraai: ‘Als je hersens bij al je andere eigenschappen zou voegen, zou je een ideale koning zijn’. De moraal van het verhaal; ‘wie zich door lof de ogen laat verblinden, zal, meestal te laat, zijn gezicht hervinden.
Phaedrus, 1ste eeuw na. Chr. heeft ook zo’n fabel, maar daar rooft de raaf een stukje kaas, hoewel de vos geen kaaseter is.
‘Van vossen wordt gezegd dat ze als raven stelen.
Hij denkt er dus niet aan de kaas met hem te delen,
maar strijkt neer op een tak, wat buiten het bereik
van sluwe Reinaard, die reikhalzend naar hem kijkt.
‘Of ik ben kleurenblind, of hier gebeurt een wonder!’
roept plotseling de vos, ‘dit is wel heel bijzonder.
Nooit zag ik zoiets. Ik raak mijn zinnen kwijt.
Gevederd vriendje, hoor! Jij bent een zeldzaamheid!
Ik zag in menige boom ontelbare raven zitten;
Zij waren altijd zwart. Maar jij, vriend, bent een witte!
Dit moet een mens zijn. ‘k Ervaar hier een gezicht.
Spreek op en zeg toch wat de hemel mij bericht.
Dat mij, een oude vos, nog zoiets wordt beschoren
te weten, dat ik dra een gouden stem mag horen!’
De raaf bekijkt zichzelf, maar ziet zijn kleed nog zwart.
Toch, wat de vos daar zei, vervult met trots zijn hart.
Heb ik een gouden stem? Zou ik niet langer krassen?
Dan zal ik het bosvolk eens op mijn gezang vergasten!
Zijn snavel gaat vaneen. Hij ademt diep. Een zucht...
Behendig hapt de vos het kaasje uit de lucht.
Wie zich door deze lof de ogen laat verblinden,
die zal, meestal te laat pas, zijn gezicht hervinden.’
Bij Ovidius komt al een witte raaf voor. Apollo kreeg het bericht over de ontrouw van Coronis door middel van een raaf, die ‘eertijds wit was als zilver en met sneeuwwitte veren maar vanwege zijn babbelzieke tong zwart werd’.
Spreekwoorden.
Spreekwoord, al zouden de raven het uitbrengen. =Waarmee men te kennen geeft dat een geheim, vooral een misdrijf, toch aan het licht komt. Bij de Romeinen kwam de raaf voor als aanbrenger van geheimen De zienersgave van deze vogels blijkt uit deze spreekwijzen.
Een witte raaf. =Is zeer zeldzaam, Juvenalis noemt al ‘corvo rarior albo, zeldzamer dan een witte raaf, ook rava avis: een vreemde vogel.
De raven zullen je geen brood brengen. =Je moet werken om de kost te verdienen. Zie 1 Koningen 17:6.
Ze stelen als raven. =De raven hadden de naam dat ze alles wegkaapten wat blinkend was.
Kweekt een rave en zij pelt uw ogen uit (G. Gezelle) =Ondank is werelds loon.
‘t Is een ravenaas. =Een gemene doortrapte vent. Jet lijk van een gehangene was aas voor de raven.
Vondel, Den Gulden Winckel der konstlievende Nederlanders LXVIII;
‘De zwart geveerde raaf, gesierd met veler Vogels
Veel geverfde pluimen aan zijn borst en om zijn Vleugels
Zich dwaas verheft, als hij in ’t kristallijn
Van een zilveren beek ziet zijn schone schijn
Gedenkende niet eens hoe ’t einde wil gelukken
Als elke vogel weer zijn veren wil plukken
O, zoete fabel, die op ’t hoofd zo dapper treft
Degene die op ’t goed van een ander zich verheft
En niet gedachtig is als elk het zijne zal halen
Hij zal wederom met schande moeten dalen’.
Vondel, Vermaeckelijcke Inleydinghe XXXXII;
De Rave en ’t Schaep;
‘De Arend krom gebekt belaagde na en ging sporen
De Schaapjes wit gewold die ’t groene kruid afschoren
En voerde onverwachts een Lammeken om hoog
De Rave zag ’t spel aan met een begerig oog
En sprak bij haar zelf; de Arend is zo onbeschamel
Wat geeft het me, als ik niet roof de vetste Hamel
Van al die de weide en ’t groene kruid beslaan?
Zij daalde op de rug van de Hamel, om hem te grijpen aan
Maar als haar klauwen in de wolle zijn geslagen
Zij veel te zwak is om zo’n vet schaap te ontdragen
De herder, op zijn luim, de Raaf ziet verward
Die of haar diefstal terstond van hem gevangen werd
Wie boven zijn macht zich iets durft te onderwinden
Zich eindelijk geheel en al bedrogen vinden
Wie zich groter pak op laadde als hij dragen mocht
Stak menig maal in ’t zand, de benen in de locht’.
Vondel, Vermaeckelijcke Inleydinghe XXXXI;
Adelaer en de Rave;
‘Aan ’t ongeruste strand der zee, der duinen voedster
Vond een Adelaar een toegesloten oester
Een zo vast gesloten schelp, dat hij vergeefs zijn best
En ijdele arbeid deed om ’t openen op ’t lest
Een rave daar in de buurt, om die buit te krijgen
Riep: O gij moet er mee omhoog naar de wolken stijgen
En verbrijzelen de oesterschelp door ’t vallen naar beneden
Op een verheven klip en rots of harde steen
Want ijdel en vergeefs arbeidt gij en moet ‘t bezuren
Te breken deze schelp, die hard is van nature
De Arend beviel dit wel en steeg opwaarts naar de locht
Liet de oesterschelp vallen opdat ze breken mocht
De schelp viel in twee, omdat ze op de rotsen klapte
De raaf daar in de buurt de vis terstond snapte
De tafelvrienden zijn zodanig ook van aard
Zij vertroetelen de waard om een likkebaard
Maar als ten einde loopt het brassen en het smeren
Zo wil de vriendschap fluks in vijandschap verkeren’.
Zie verder: http://www.volkoomen.nl/ en : http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/