Mangoeste

Over Mangoeste

Herpestes, vorm, gebruik, soorten, bestiaria, naam, etymologie, verhalen van de ouden, bijzonderheden,

Naam, etymologie.

Herpestes, Grieks herpestes; kruipend, ichneumon, Grieks ikhneumon; opsporen.

Herpestes ichneumon heeft zijn naam van ‘doorsnuffelen’, ik speur na, ik volg het spoor’ omdat het een opspeurder is van een krokodil en zijn eieren vermits hij met zijn langwerpige snuit alles doorsnuffelt en doorwroet en weet het goede van het kwade en het gezonde van het vergiftige te scheiden. Het wordt wel farao-rat, vanwege zijn afbeelding op de tempelmuren, Egyptische muis, -rat of otter genoemd. In het Engels ook wel mongoose, bij ons ook mungo en mangoest en in Frans mangouste. Ook Melon of Meloncillo. Het Engelse Mungoose, enz. is oorspronkelijk van Telugu maṅgīsu, doch ook in 't Pāli komt het voor als muṅgusa.

Uit Buffon.

Vorm.

Dit dier vormt de overgang tussen de marters en katten, zowel wat de lichaamsbouw als wat hun aard betreft.

Het is ongeveer zo groot als een kat, maar slanker en vlugger. Het is een halve meter lang met korte poten en wordt een twintig cm bij een gewicht van een 2-4kg. Soms loopt een hele familie achter elkaar aan in een lange rij.

Ze worden alleen in de hete streken van de oude wereld aangetroffen.

Het meest bekende van deze groep is de Egyptische Ichneumon of Farao’ s rat die door de oude Egyptenaren als heilig vereerd werd. Hij werd wel in-gebalsemd en komt afgebeeld voor.

Het eet slangen, is er niet bestand tegen maar weet behendig de slang te ontwijken. Ook is het een prima muizen- en rattenverdelger, is zelfs naar Jamaica verscheept om daar de rattenplaag te verminderen. Mogelijk eet het dier gifslangen, zeker hoenders en andere vogels waarom het beest in Egypte nu net zo gehaat is als bij ons de marter. Minder vogels wat dus betekent meer insecten.

Bestiaria.

Men heeft hem sullus en fuillus genoemd omdat hij een varkenssnuit heeft. Men beeldt hem af ter grootte van een kat, maar wat langer en bedekt met wrede wolvaeharen, gevlekt en gemengeld, deels wit, deels geelachtig en vaal. Aan de achterste heeft hij vijf klauwen en korte, rondachtige oren, zwarte poten. Hij draagt een lange staart en is omtrent zijn lendenen wat dikachtig. Wegens de tong, tanden en rammelaars is hij een kat zeer gelijkvormig. Buiten de opening van zijn aars heeft hij een wijde doorgang, de vrouwelijkheid zeer gelijkvormig. Heeft de brandende hitte de aars verstopt dan zet hij dat gat open om te luchten.

Men zegt dat zijn pis dat gemengd wordt met de melk van een zwarte koe tegen de darmkronkel wordt ingegeven. En dat zijn gebrande huid met azijn een tegengif is tegen slangensteken. En dat zijn haar tot rook gemaakt goed is tegen wormen.

Eten.

Hij eet muizen, slangen, slakken, hagedissen, kameleons, kikvorsen, vogelen, hoenderen en, zo wordt verteld, zou hij heet zijn op de lever van de krokodil. Om aan deze versnapering te geraken zou hij terwijl de krokodil met open mond in de zon slaapt en het vogeltje Trochilus hem de mond en tanden schoon maakt in zijn bek komen en aldaar zijn levendige partijen doorknagen en zijn lever eten. Uit deze hoofde is er grote vijandschap tussen de krokodil en de ichneumon. Deze afkerigheid is des te groter omdat de ichneumon de eieren van de krokodil vindt die hij vertrapt en verstrooit waardoor Egypte van dit schadelijke Nijl gedrocht niet overstroomd wordt en men de ichneumon in grote achting houdt. Als hij op roof uitgaat zet hij zich op zijn achterste poten en als hij zijn buit ziet kruipt hij langs de aarde en overvalt zijn partij met een sprong, meestal met behulp van zijn makkers. Ziet hij enig dier dan richt hij zijn haren overeind. Hij stelt zich tegen grote honden strijdvaardig op en met drie slagen velt hij een kat.

Dus daalde onze Heiland, nadat hij vlees had aangedaan, in de hel en voerde de zielen die daarin woonden mee; en zoals de ichneumon ongedeerd uit de buik van de krokodil tevoorschijn komt zo stond onze Heer op de derde dag op uit het graf, levend en ongedeerd. De sluipwesp zou de draak op dezelfde manier moeten verslaan en beide dieren zijn symbolen van de triomf van de vleesgeworden God over Satan. Strabo stelt dat de sluipwesp giftige slangen aanvalt, maar nooit in zijn eentje. Het werd daarom in Egyptische hiërogliefen gebruikt als een ideografie wat aangeeft dat eenheid kracht is.

(De Trochilus is wel de renvogel, de krokodilwachter, Pluvianus aegyptus. Die wandelt de bek van de slapende krokodil binnen om vleesresten tussen de tanden weg te pikken. Die vogel begraaft zijn eieren om ze koel te houden. Ook de jongen worden wel een paar cm diep begraven om dezelfde reden, vooral ook als er gevaar dreigt. De vogel zou er voor zorgen dat hij niet opgegeten wordt doordat hij een stekel op zijn kop heeft die tegen het gehemelte van de krokodil stuit op het moment dat die zijn kaken wilde sluiten. Wilde de krokodil zijn bek sluiten geeft hij dit aan door zijn bek heen en weer te bewegen.)

Klei.

Uit Maerlant, Neomon is een dier, zoals Sint Isidorus schrijft hier, dat beest weet naar zijn wijze het onderscheid van zijn spijs of dat het venijn draagt, [of gans de mens mag zijn]. Geborsteld is het, dat is voor waar, naar de zwijn manieren, dat is waar. Dit dier doet serpenten leed en jaagt ze op waar ze hen weet en vecht op aspis, dat serpent omdat ze zijn venijn kent. Aspis legt, het is zijn aard, hoe te wachten mag voor de staart en als er het zich tegen waagt komt neomon met zijn kracht en met zijn schalksheid groot bedriegt het en slaat het dood. Dit dier is voor elke mens goed die zich voor venijn behoedt’.

Het is een wezelachtig creatuur die verwant is met de Indische mongoose. Er wordt geregeld naar verwezen in oude literatuur, minder frequent in de middeleeuwen en nog zeldener daarna.

Het dier zou een dodelijke vijand van de aspis zijn en de vernietiger van zijn eieren. Hij is bestand tegen zijn gif en wentelt zich tussen de bladeren van zekere plant waardoor het gif vervloeit in zijn lichaam.

Nederrijns moraalboek, Bestiaria d’Amour, rond 1250; ‘alzo als het gebeurt van de krokodil en van een ander serpent dat hydrus heet. Dat is een serpent en heeft vele hoofden. En is van zulke natuur als men hem een van zijn hoofden afslaat, dan komen er twee. Dat serpent haat tot de dood de krokodil. En als hij ziet dat de krokodil een man gedood heeft en dat hij berouw heeft zodat hij geen man meer wil doden. Dan denkt diegene dat men het gemakkelijk verschalken kan omdat hij er niet op let wat hij eet en zo wentelt diegene in het slijk en blijft liggen net alsof hij dood is. En als de krokodil de hydrus liggen vindt dan verslindt hij het geheel in. En als de hydrus zich in zijn lichaam voelt dan verscheurt hij zijn darmen en kruipt er weer zeer blij uit omdat hij de andere gedood heeft.’

Hij is ook de vernietiger van de krokodil. (niet van zijn eieren) Als de ichneumon in gevecht is met de krokodil dan wentelt hij zijn lichaam in de natte kleigrond en laat dit drogen en hard worden, wat hij zo vaak doet dat dit op den duur zo hard en taai wordt als een compacte schaal, een korst die hem dient in plaats van een borstharnas. Dit wordt als voorbeeld gehouden hoe tirannen zich voor kleine en geringe mensen hebben te hoeden. Dit verhaal wordt gegeven door Oppianus die toevoegt dat de ichneumon pijlen gooit door de open mond van de krokodil en daardoor zijn vitale delen beschadigt en verschijnt als de krokodil dood is. Strabo en Plinius vertellen het verhaal zonder de modder te vermelden, de laatste combineert dit met de die van de Trochilus, de vogel die in zijn bek naar voedsel zoekt. Hij zegt dat de ichneumon zijn kans grijpt als de Trochilus in de mond van de gapende krokodil bezig is. Door onverschilligheid of mogelijk latere betere kennis van de natuur van de ichneumon verwijzen de meeste latere schrijvers het verhaal naar andere creaturen bijvoorbeeld de enhydris of otter, hydrus of waterslang. Mogelijk was dit de Nijlvaraan.

Het gebruik van het modderborstharnas werd het eerst vermeld door Aristoteles als een voorbehoedmiddel in het gevecht met de aspis, dit werd herhaald door een lange reeks schrijvers. Niets bewijst meer de onwetendheid van dieren bij middeleeuwse schrijvers dan de verschillende variaties en de verhalen over de vijand van de krokodil. Dat de ichneumon zich met slijk bewapend omdat hij van zichzelf onmachtig is om de krijg op te pakken terwijl hij zijn tedere bek met de staart beveiligd en dekt houdt men voor een symbool van nederigheid. De ichneumon belaagt de krokodil, zo is Christus in ‘t vlees in deze wereld gekomen om de werken des duivels te verbreken. Gelijk de ichneumon de krokodil niet kan verslaan, of hij moet hem tot in de buik doordringen, alzo kon Christus de duivel en de dood niet afmaken of hij moest de poorten des doods binnengaan en ter helle nederdalen. Gelijk de ichneumon zich met slijk overtrekt, alzo heeft Christus tot dat einde het vlees, dat aarde, slijk en stof is, aangenomen en is daarmee de zwelkaak van de duivel binnen getrokken. En gelijk er oneindig krokodillen zouden zijn, wegens de vruchtbaarheid, mits zijn eieren niet gebroken zouden worden, alzo zou Satan de hele wereld onder zijn bedwang brengen indien Christus hem niet bedwong.

De familie der Ichneumonidae omvat tegenwoordig de sluipwespen. Het is een verslinder van eieren, namelijk de larven van vlinders en andere insecten waarin ze haar ei legt.

Zie verder: http://www.volkoomen.nl/ en : http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/