Hermelijn

Over Hermelijn

Mustela, vorm, gebruik, soorten, bestiaria, naam, etymologie, verhalen van de ouden, bijzonderheden,

Uit Buffon.

Naam, etymologie.

Mustela erminea (sneeuwwit) (Mustela nivalis)

Mustela; wezel. De wezel wordt vaak verwisseld met het hermelijntje. In zijn zomerkleed wordt het hermelijntje vaak ‘wezel’ genoemd terwijl hij in het witte winterkleed hermelijntje en witte wezel heet. Andere namen zijn dan van hermelijn met een a en dan harmpje, harmel en harmken. (in Gelderland en Overijssel)

Het woord hermelijn betekent min of meer de pels van de Siberische wezel. In midden-Nederlands was het ermelijn, dit stamt uit midden-Latijn hermelinus, in laat Latijn betekent armelinus hermelijn bont. Het is een woord dat uit het Germaans stamt, in oud-Saksisch en oud-Hoogduits was het harmo of harmili, in oud-Engels hearma (nu ermine) in oud-Frans is het ermine. (nu hermine)

Een mogelijk andere betekenis is de ‘Armeense muis’.

Vorm.

De hermelijn is aanmerkelijk groter dan zijn soortgenoot de wezel maar kleiner dan de bunzing.

Hij heeft een lengte van een 20-30 cm en een zes cm lange staart bij een gewicht van 54-73 gram, vrouwtjes 30-35 gram.

Het is een aardig beestje met heldere en levendige ogen en met een kostbare witte vacht, tenminste in de winter. In de zomer is de vacht roodbruin. De achterste helft van de staart is altijd zwart.

Het heeft zulke vaardige bewegingen dat men er geen oog op kan houden.

Ze houden van muizen en eieren. Ze vechten met slangen en kunnen tegen hun gif, dan worden ze wel lusteloos, maar sterven er niet aan.

Bestiaria.

Uit Maerlant; ‘Erminius is een hermelijn. Een uitermate schoon diertje en het is van wezels geslacht, ook zeggen er verschillende dat ze een en dezelfde zijn. In de wintertijd is het sneeuwwit, alleen niet aan de staart, op het eind en als de zomerhitte aankomt dan is het op de rug bruin/rood. Muizen bijt het graag dood want van hun vlees leeft het. Als men zijn vel sneeuwwit heeft dan is het waard en duur, anders deugt het op geen manier’.

Heraldiek.

De hermelijn en de wezel komen in de heraldiek met elkaar overeen vooral wanneer ze beiden in zomertooi worden afgebeeld. We hebben hier te doen met het symbool van wijze voorzichtigheid, moed en reinheid.

Al in de oudheid waren deze diertjes het teken van onschuld en reinheid omdat, zo heet het in het volksgeloof, ze liever door vuur dan door modder gaan en ze liever sterven dan zich vuil te maken. Er zijn mieren die vuilheid haten en zoveel dat als je rommel over hun nest strooit ze allen onmiddellijk hun kamp verlaten. Ze weigeren absoluut in een gemeenschap te leven waar het niet geheel zuiver is. Maar de hermelijn draagt zijn aversie nog verder want het prefereert nog liever de dood dan smerigheid. ‘Beter dood dan bezoedelt’. Dit was het motto van het devies van de hermelijn die gedragen werd door de koningen van Napels en Castilië. Er was ook een Bretonse orde van de hermelijn met dezelfde legende, het devies werd geadopteerd door ‘La Reine Duchesse’, Anne van Engeland, de vrouw van Karel VIII en daarna van Lodewijk XII. Deze woorden; ‘Plutot mourir que souiller, of Malo mori quam foedari’, in het origineel verwijst het naar het geloof dat een hermelijn omcirkeld door modder zich liever overgeeft dan door de smerige barrière heen te trekken. Het is ook zo schoon van natuur dat het liever gevangen wordt dan dat het zijn huid bevuilt. Trappers nemen daarom voordeel van deze zelfmoordachtige hygiëne en bouwen muren van afval rond de hermelijn om ze te vangen, maar, dat mag wel toegevoegd worden, dat wijzere en oudere jagers liever zout op hun staart leggen. De hermelijn is dus puur een symbool van zuiverheid en is nu gekozen als het meest geschikte embleem van heerschappij:

‘whose honour, ermine like, can never suffer’.

Spot or black soil’.

Vondel, Geboorteclock;

‘…en wereldlijk en geestelijk

Met hermelijn praalde’.

Zo worden de mantels van koninklijke en edelen afgezet met dit bont als een teken van innerlijke zuiverheid dat hun gedrag regelt. ‘To wear, assume, the ermine’. De functie van de rechter in de High Court werd zo genoemd omdat zijn kleren afgezet waren met hermelijnbont.

Het bont als zodanig wordt in de wapenkunde afgebeeld als zwarte staartjes waarboven op drie puntjes op zilveren fond staan. Als de puntjes op goud staan dan wordt de goudhermelijn bedoeld. Ooit was het alleen in gebruik voor legermantels en was de kleur natuurlijk wit met zwarte stippen. Dan komen er variëteiten, de counter- ermine is de tegenhermelijn die natuurlijk zwart is op zilver, de gouden erminois met zwarte stippen en nu is er ook nog de erminite, die is wit met zwarte stippen en rode randen.

Als ze zich ophouden op een boerderij brengen ze geluk, reden waarom dan ook de zogenaamde wapenmantels van hermelijn zijn wat dus geluk aanbrengend betekent.

Aan de andere kant heet het dat hun blik ziekte zou geven en hun adem dodelijk zou zijn, waarom ze dan ook grimmige toorn verkondigen.

Zie verder: http://www.volkoomen.nl/ en : http://volkoomenoudeherbariaen...