Dit boecxken leert hoemen mach voghelen vanghen

Over Dit boecxken leert hoemen mach voghelen vanghen

Anoniem uit 1509 leert hoe men vogels en vissen mag vangen, aas en wormen bereiden. Door; Nico Koomen. Uit https://www.dbnl.org/tekst/_dit005ditb01_01/_dit005ditb01_01_0007.php

[a2r]

Dat eerste capittel leert hoemen voghelen eynden ende alderley vogelen vanghen sal

Item men sal nemen tormentil ende sieden die in goeden wijn. ende daer na siede coren oft gerste oec daer in ende werpt dat aes op die plaetse die totten voghelen bereyt is danso eten si dat koren met der wortelen ende werden daer of recht of si droncken waren so dat si niet vlieghen en moghen ende vallen neder op die aerde. Ende dit is inden winter beter ende bequamer wanneer datter groot snee leyt.

Dat anderde ca. leert een ander maniere om vogelen ende eynden te vanghen metten handen

Item neemt gherste ende werpt die op die plaetse daer die vogelen haer woninge hebben ende dat daer om dat si dier plaetsen ghewoenlijc worden. mer daer nae neemt gersten meel ende ossen galle mingetse tsamen ende maect daer af een pap. ende doet die pappe op een reyn berdeken. Ende daer eten die voghelen dan of ended an [a2v] worden die vogelen so swaer als dat si niet meer vliegen en mogen so datmense dan metten handen vangen mach.

Dat derde ca. leert noch een ander maniere.

Item neemt gerste ende vliegenswam ende menget tsamen ende siedet met malcanderen ende maect een brijken of papken daer van ende strijct dat op een bardeken ende legt dat omtrent daer die vogelen haer woninge hebben ende dair van sullen si eten ende als si daer van gheten hebben worden si swaer als voerseyt is ende dan machmense metten handen vanghen.

Dat eerste kapittel leert hoe men vogels, eenden en allerlei vogels vangen zal.

Item, men zal nemen tormentil en kook die in goede wijn en daarna kook koren of gerst ook daarin en werpt dat aas op die plaats die tot die vogel bereid is dan zo eten ze dat koren met de wortels en worden daarvan of recht of ze dronken waren zodat ze niet vliegen mogen en vallen neer op de aarde. En dit is in de winter beter en bekwamer wanneer er veel sneeuw ligt.

Dat tweede kapittel leert een ander manier om vogels en eenden te vangen met de handen

Item, neemt gerst en werpt die op die plaats daar de vogels hun woning hebben en dat daarom dat ze die plaats gewoon worden. Maar daarna neem gerstemeel en ossengal en meng het tezamen en maak er een pap van en doe die pap op een reine plank. En daar eten die vogels dan van en dan [a2v] worden die vogels zo zwaar zodat ze niet meer vliegen mogen zodat men ze dan met de handen vangen mag.

Dat derde kapittel leert noch een andere manier.

Item, neemt gerst en vliegenzwam (Amanita muscaria) en meng het tezamen en kook het met elkaar en maak een brei of papje daarvan en strijk dat op een plankje en leg dat omtrent daar die vogels hun woning hebben en daarvan zullen ze eten en als ze daarvan gegeten hebben worden zo zwaar zoals gezegd is en dan mag men ze met de handen vangen.

Om visch te vangen.

Dat vierde capittel leert hoemen metten handen mach visschen vanghen.

Item neemt een loot kamffer een loet weyten meel een loot reygersmouts ende een loot vanden voernoemden vogels been ende stoten dat in puluer ende menget al onder malcanderen ende maect daer wt een salue ghi moecht [a3r] oeck daer toe nemen een loot boem olie ende wanneer gh vischen wilt soe salue die handen ende die sceenbenen daer mede voer ende achter so suldi daer af veel wonders sien.

Dat v. capittel leert hoemen karper barbeel ende ael vanghen mach metter anghelen.

Item neemt kese ende wormen de aen dat water wonen ende sijn wormen die hoer huysken op ende met hen dragen ende dat heet stoc aes men vint die wormen in een hoelken Item neemt dat geel of doyer van drien eyeren. dese onstucken stoot al onder malcanderen ende maeckt hier of een deech daer na neemt bereiden kamffer so groot als een bone ende doet den kamffer onder dese voergenoemde stucken al tsamen ende als ghi visschen wilt so steket so groot als een erte aenden angel in een reyn doecxken.

Dat .vi. capittel leert hoemen voerken ende eschen met groter menichten vanghen mach

Item neemt een swarte henne ende drie eyer doyers ende soffraen so groot als een erte ende daer na maect een gat in dat hoen ende maect dat gat weder toe daer na steket dat hoen in paerts mes .iij. oft .iiij. daghen alsoe langhe tot dat hoen vuyl en stinckende is Daer na neemt dat hoen weder wt so sult ghi dan in dat hoen vinden gelu wormkens ende dier stect altoes een aenden angel ende die ander bewaert in een busken so sult ghi wonder sien

Dat .vij. capittel leert hoemen die wormkens leuendich behouwen sal een gans iaer lanck.

Item neemt honich ende azijn ende siet dat te samen in een panneken so lange dattet scuymt daer na neemtet of ende doet die wormkens daer in ende daer toe doet bereyden [a3v] kamffer zoe groot als een bone.

Dat .viij. ca. leert noch een ander aes maken tot allen visschen int ghemeen.

Item neemt twee rode slecken ende een ionge swarte henne die noyt geleit en heeft. ende doodet die henne alsoe dat si niet en bloede. ende doet dye in een pot ende sietse ende wanneer die henne wel versoden is so doet die beenderkens vanden vleische ende doet dat ander in eenen nieuwen pot ende stopt dat wel datti ommer dicht si Ende stelt dat vij. oft viij. daghen in die sonne daer na doet den pot op ende stellet in die lucht een halue vre. Daer na neemt een goede hantvol gersten die wel gesoden ende verscuymt is ende doet die oec in dat potken ende daer af wort een deych. vanden deych stecket altoes een weynich aen die anghel. Du moecht oec aen v handen strijken als ghi visschen wilt.

Dat ix. ca. leert noch een ander bereytsel oft aes maken veel visch te vangen metter anghelen

Item neemt eens beuerts kullen oft sijn nieren ende menschen bloet ende gersten meel. ende maect aes daer wt ende neemt der cloetkens een ende stecket anden angel of bindet in een viscorf so dat v best past.

Dat .x. ca. leert noch een ander maniere

Item neemt voer eenen stuuer honich ende een noetscale vol moer olie ende menget dat onder malcanderen bouen den vier ende dat doet in een busken ende wanneer ghi visschen wilt so legt dat cloetken in die salf daer na neemt dat weder wt ende steket aen den angel daer af bijdt den vissche seer narstich

Om vis te vangen.

Dat vierde kapittel leert hoe men met de handen mag vissen vangen.

Item, neemt een lood kamfer, een lood tarwemeel en een lood reigervet en een lood van de voornoemde vogels been en stamp dat in poeder en meng het onder elkaar en maak daarvan een zalf, ge mag [a3r] ook daartoe nemen een lood olijvenolie en wanneer ge vissen wilt zo zalf de handen en de scheenbenen daarmee voor en achter dan zal je daarvan veel wonder zien.

Dat 5de kapittel leert hoe men karper, barbeel en aal vangen mag met de angel.

Item, neemt kaas en wormen die aan het water wonen en zijn wormen die hun huisjes op en met hen dragen en dat heet stokaas, (huisslak) men vindt die wormen in een holte. Item, neemt dat gele of dooier van drie eieren die stamp je stuk alles onder elkaar en maak hiervan een deeg, daarna neemt bereide kamfer zo groot als een boon en doe de kamfer onder deze voergenoemde stukken alle tezamen en als ge vissen wilt zo steek het zo groot als een erwt aan de angel in een rein doekje.

Dat 6de kapittel leert hoe men voorn en eschen (elft?) met grote menigten vangen mag.

Item, neemt een zware hen en drie eierdooiers en saffraan zo groot als een erwt en daarna maak een gat in dat hoen en maak dat gat weer dicht en steek dat hoen daarna in paardenmest 3 of 4 dagen alzo totdat het hoen vuil en stinkend is. Daarna neemt dat hoen er weer uit en zo zal ge in dat hoen gele wormpjes vinden en van die steek er altijd een aan de angel en bewaar die andere in een busje en zo zal ge wonder zien.

Dat 7de kapittel leert hoe men die wormpjes levend houden zal een gans jaar lang.

Item, neemt honing en azijn en kook dat tezamen in een pannetje en zo lang totdat het schuimt en neem het daarna af en doe die wormpjes daarin en daartoe laat bereiden [a3v] kamfer zo groot als een boon.

Dat 8ste kapittel leert nog een ander aas maken tot alle vissen in het algemeen.

Item, neemt twee rode slakken en een jonge zwarte hen die nooit gelegd heeft en doodt die hen alzo dat het niet bloedt en doe die in een pot en kook het en wanneer die hen goed gekookt is zo doe de benen van het vlees en doet dat andere in een nieuwe pot en stop dat goed dicht zodat het immer dicht is. En stel dat 7 of 8 dagen in de zon, daarna doe de pot open zet het een half uur in de lucht. Daarna neemt een goede handvol gerst die goed verkookt en geschuimd is en doe dat ook in dat potje en daarvan wordt het een deeg. Van dat deeg strijk altijd een weinig aan de angel. U mag het ook aan uw handen strijken als ge vissen wit.

Dat 9de kapittel leert noch een ander bereiding of aas te maken om veel vis te vangen met de angel.

Item, neemt een bever bal of zijn nieren en mensen bloed en gerstemeel en maak daarvan aas en neem die klootjes een steek het aan de angel of bindt het in een viskorf zo u het beste past.

Dat 10de kapittel leert nog een andere manier.

Item, neemt voor een stuiver honing en een notenschaal vol moer olie en meng dat onder elkaar boven het vuur en doe dat in een busje en wanneer ge vissen wilt zo legt dat klootje in die zalf, neem het daarna er weer uit en steek het aan de angel, daarnaar bijt de vis zeer naarstig.


Dat xi. ca. leert een ander aes maken visch mede te vanghen in netten oft koruen. [a4r]

Item neemt berensmout honich ende koestront inden mey ende smelt dat onder malcanderen daer na neemt een hant vol keruel ende menget die voergenoemde stucken al onder een ander ende maect cloetkens daer van laetse droghe werden ende hanctse inden viscorf soe ghi moghet.

Dat xij. ca. leert een ander manier hoemen creeften ende ander visch inden mey ende inden somer vangen sal.

Item neemt een boxs leuer ende braet die seer wel ende daer na besprenct dat metten bereiden kamfer Daer na neemt een netken van eenen kalue of scaep dat versch is. ende slaet dat net om die leuer daer na binde die leuer op een bert so ghi best moecht ende dan vangdi creften om vele

Dat xiij. capittel leert noch een ander manier om vele visschen te vanghen.

Item neemt reigers smout enen lepel vol ende siet dat wel in een panneken dattet stinct of ruke ende doet daer in een lepel [a4v] honichs toe ende siet dat noch een male tot dattet taye is daer na stotet in een visel ende doeget oder malcanderen ende doeget daer na in een busken ende als ghi visschen vilt so salft die handen ende voeten metten sceenbeen achter ende voer ghi selt wonder sien.

Dat .xiiij. capittel leert berbeel vangen in onclaren wateren of snee.

Item neemt echelen ende doetse in eenen pot ende honich daer toe sughen die selue echelen of eghen dat honich ende steruen daer van. daer na neemt dye dode echelen ende maectse dorre of droge ende verwaertse ende wanneer dat ghijse besighen wilt so smijtse midden van een legtse in een lau water eenen nacht so worden si weder weeck daer na stectse an somer ende winter. Aldus doet oec metten groten langhen wormen die vter aerden comen

Dat xv. ca. leert een sonderlinge aes maken in een yegelike maent daer men mede visschen mach

Item inden April ende inden Mey sijn die krekelen seere goet. inden bramaent sijn seer goet brae keffer. inden hoymaent sijn die sprinchanen seer goet. In dien tijt is oec goet die gesoden creeften dat voer inden sceren is ende inden stert ende alle onghestoten Inden herst sijn goet die keffer oft wreuel die inden pert stront lopen brect hem die vloghelen ende die voeten of.

Dat .xvi. capittel leert noch een ander maniere om aes te maken.

Item neemt kychern ende vuyllen scapen case schoon korn meel ende honich ende smeltet onder malcanderen ende maect daer cloetkens wt ende trecket die doer loer olie. ende steeckse aen alst v best past. [b1r] Dat .xvij. capittel leert een andere manier oft aes te maken

Item neemt oli koeken een vierdeel. ende legt dyen in een water daer vysschen sijn ende laetse daer aen bijten eenen dach oft iij. daer na neemt oli koecken meel ende kneede dat met weken koyen kase daer na maect cloetkens. ende stectse daer aen.

Dat .xviij. ca. Hoemen visschen vanghen mach in diepe wateren diemen doch niet visschen kan.

Item neemt quicsiluer .ij. loot ende een vierendeel salpeter die puer is. ende een half vierendeel solfer cleen gestoten dat dien pot half vol sy ende neemt daer toe ongelesten calcke. ende besluyt den pot vast toe datter gheen water in comen en mach daer na werpet den pot in dat water so zwemmen die vysschen al bouen ende moechtse vanghen metten handen.

Dat xix. ca. leert noch op een ander manier

Item inden bramaent sult ghi grauen ossen tongen ende stoet dat cruyt metter wortel ende neemt des puluers een weynich ende nepten sap neemt een luttel daer onder ende bestrijct v handen. ende stectse in water daer visschen in sijn. so comen si totter hant Oft neemt dat cruyt voerseyt ende ongelesten calc doet oec daer in so steruen sy.

Dat .xx. ca. leert een aes maken hoemen inden water doen sal dat alle visch ter hant comen sal

Item neemt inden mey vanden eersten honich also veel als ghij wilt. ende neemt daer toe vanden roden slecken met den huysken oec so veel als ghi meynet dat ghijer behoeuen selt. ende doetse in een reyn scotelken. ende neemt daer toe armoniaec, oft sal communn [b1v] dat doet daer in so smelten die slecken ende neemt dan nacht schijnenden wormkens daer toe een pont wanneer ghi een salue maken wilt soe neemt des honichs twee mael so vele als daer slecken sijn ende neemt een half pont wormen ende maeckt een salue daer wt ende roeret wel onder malcanderen ende bewaret die salue in een busken. Ende wanneer ghi visschen wilt soe strijket die salue aen v handen so sult ghi wonder sien.

Dat .xxi. capittel leert hoemen vele visschen vanghen mach in allen koruen.

Item neemt kemp ende dien snijt bouen dat knopken af als hi noch groen inder melc is ende droech dien ende stooten cleen ende settet in een gelas ende stoppet dat glas met was ende hers datter geen lucht wt en mach gaen ende neemt een half pont oudts rogghes van doerren sleen ende stoet die cleen ende neemt een pont rouspecks ende stoet dat daer toe ende neemt dan kamffer puluer ende menghet des oeck daer onder dattet dicke worde als een deech ende doet dat in een doecxken ende hangt dat in eenen vischcorf daer sullen veel visschen in comen

Dat 11de kapittel leert een ander aas te maken om vis mee te vangen in netten of korven. [a4r]

Item, neemt berensmout, honing en koeienstront in mei en smelt dat onder elkaar en daarna neemt een handvol kervel en meng die voorgenoemde stukken geheel onder elkaar en maak daarvan klootjes waarvan die laatste droog worden en hang ze in de viskorf zo ge kan.

Dat 12de kapittel leert een andere manier hoe men kreeften en andere vis in mei en in de zomer vangen zal.

Item, neemt een bokkenlever en braadt die zeer goed en daarna bespreng dat met bereide kamfer. Daarna neemt een netje van een kalf of schaap dat vers is en sla dat net om die lever en bindt die lever op een plank zo goed ge kan en vang die kreeften om vele.

Dat 13de kapittel leert nog een andere manier om vele vissen te vangen.

Item, neemt reigervet en lepel vol en kook dat goed in een pannetje zodat het stinkt of ruikt en doet daarin een lepel [a4v] honing toe en kook dat nog eens totdat het taai is en stamp het daarna in een vijzel en doe het onder elkaar en doe het daarna in een busje en als ge vissen wilt zo zalf de handen en voeten met het scheenbeen achter en voor en ge zal wonder zien.

Dat 14de kapittel leert barbeel te vangen in smerig wateren of sneeuw.

Item, neemt bloedzuigers en doe ze in een pot en honing daartoe en als die bloedzuigers of eghen die honing zuigen sterven ze daarvan. Neem daarna de dode bloedzuigers en maak ze dor of droog en bewaar ze en wanneer dat ge ze gebruiken wilt zo snij ze midden van een en leg ze in een lauw water een nacht dan worden ze weer week en daarna steek ze eraan de zomer en winter. Aldus doe ook met de grote lange wormen die uit de aarde komen.

Dat 15de kapittel leert een bijzonder aas te maken in elke maand waar men mee vissen mag.

Item, in april en mei zijn de krekels zeer goed, in juni zijn zeer goed braamkevers. In juli zijn de sprinkhanen zeer goed. In die tijd is ook goed die gekookte kreeften dat voor in de schaar is en in de staart en alles zonder te stampen. In de herfst zijn goed die kevers of wrevel die in de paardenstront lopen, breek hen de vleugels en de voeten of.

Dat 16de kapittel leert noch een andere manier om aas te maken.

Item, neemt kekers (Cicer arietinum) en vuile schapenkaas, korenmeel en honing en smelt het onder elkaar maak daarvan klootjes en trek die door laurierolie en steek ze eraan zo goed als het past. [b1r]

Dat 17de kapittel leert een andere manier of aas te maken.

Item, neemt oliekoeken een vierendeel en leg die in een water daar vissen zijn en laat ze daar bijten een dag of 2, neem daarna oliekoekenmeel en kneed dat met weke koeienkaas en maak daarna klootjes en steek ze daaraan.

Dat 18de kapittel. Hoe men vissen vangen mag in diepe wateren die men anders niet vissen kan.

Item, neemt kwikzilver, 2 lood en een vierendeel, salpeter die puur is en een half vierendeel zwavel klein gestoten zodat die pot half vol is en neemt daartoe ongebluste kalk en sluit de pot vast toe zodat er geen water in kan komen en werp daarna de pot in water en zo zwemmen de vissen allen boven en mag ge ze met de hand vangen.

Dat 19de kapittel leert nog op een andere manier.

Item, in juni zal uitgraven ossentong (Anchusa officinalis) en stamp dat kruid met de wortel en neem wat van het poeder en sap van kattenkruid een beetje daaronder en bestrijk uw handen en steek ze in het water daar vissen in zijn zo komen ze naar de handen. Of neem dat kruid voor genoemd en ongebluste kalk doe er ook in en zo sterven ze.

Dat 20ste kapittel leert een aas te maken en hoe men in het water doen zal dat alle vis ter hand komen zal.

Item, neemt in mei van de eerste honing alzo veel als ge wilt en neemt daartoe van de rode slakken met de huisjes ook zoveel als ge denkt dat ge behoeven zal en doe ze in een klein rein schoteltje en neemt daartoe ammoniak of gewoon zout [b1v] laat de slakken daarin smelten en neemt dan bij nacht schijnende glimwormen en daartoe een pond en wanneer ge er een zalf van wil maken zo neem van de honing tweemaal zoveel als er slakken zijn en neemt een half pond wormen en maak een zalf daarvan en roer het goed onder elkaar en bewaar die zalf in een busje. En wanneer ge vissen wilt zo strijk die zalf aan uw handen en dan zal ge wonder zien.

Dat 21ste kapittel leert hoe men vele Vissen vangen mag in alle korven.

Item, neemt hennep en snij van die boven de knopjes af als het nog groen in de melk is en droog die en stamp het klein en zet het in een glas en stop dat glas goed dicht met was en hars zodat er geen lucht uit mag gaan. Neem dan een half pond oude rogge van doren slee (of rogge, dan ruigte van Prunus spinosa?) en stamp die klein en neem een pond rauwe spek en stamp dat er toe en neemt dan kamfer poeder en meng het ook daaronder zodat het dik wordt als een deeg en doe dat in een doekje en hang dat in een viskorf, daar zullen veel vissen in komen.


Dat .xxij. capittel leert een ander maniere omme visch te vanghen

Item neemt een henne ende siet die wel ende neemt een lepel honichs daer toe ende siet die henne met den honich seer wel ende doetse in een potken ende doeter altoes een wenich meer honichs toe bicant een lepel daer na latet in die lucht staen ongedect tot dattet vol maden wort

Dat .xxiij. ca. leert hoemen ael inden corf vangt.

Item neemt out smeer van eenen iaer ende doet dat in een panne ende ruert dat met wilder munten cruyt. ende doet dat dan in een lijnen doecxken. ende hanghet dan in den visch corf so sult ghi veel aels vanghen

Dat .xxiiij. ca. leert noch visch ende ael vanghen.

Item neemt een cleen glaesken ende doet daer in voir een blanck quicsiluers ende daer toe doet veel nacht schijnende hout. ende stoept dat glaesken wel vast toe met was oft hers. ende hanget dat glaesken inden visch korf so ghi best moecht ghi sult wonder sien [b2v]

Dat 22ste kapittel leert een andere manier om vis te vangen.

Item, neemt een hen en kook die goed en neemt een lepel honing daartoe en kook die hen met de honing zeer goed en doe het in een potje en doe er altijd wat meer honing toe bijkans een lepel en laat het daarna ongedekt in de lucht staan totdat het vol maden wordt.

Dat 23ste kapittel leert hoe men aal in de korf vangt.

Item, neem out smeer van een jaar en doe dat in een pan en roer dat met wilde munt kruid en doe het dat in een linnen doekje en hang het in de viskorf zo zal ge veel aal vangen.

Dat 24ste kapittel leert nog vis en aal te vangen.

Item, neemt een klein glaasje en doe daarin voor een blank kwikzilver en daartoe doe veel nachten schijnende hout en stop dat glaasje goed vast dicht met was of hars en hang dat glaasje in de vis korf zo goed ge kan en ge zal wonder zien. [b2v]


Dat .xxv. capittel leert noch een ander maniere hoemen vele vysschen vangen sal metter anghelroeden.

Item neemt dat bloet van eenen mensche een moes scotel vol ende een loot soffraens ende gebudelt gersten meel. ende ongeheuelt broot. ende neemt oeck gheyten smeer dat smelte ende latet cout werden ende menghet onder malcanderen daer of neemt een sticxken soe groot als een note ende byndet aenden anghel oft in eenen korf. hoe dattet v best past.

Dat .xxvi. capittel leert een ander maniere hoemen vele visschen vanghen sal.

Albertus magnus scrijft in sinen heymeliken boec daer van aldus. neemt een weynich van rosen ende een weynich mostaerts ende eenen wesel voet dit legt al te samen in een net of in eenen hame. ghi sult dan vele visschen vanghen. [b3r]

Dat .xxvij. capittel leert een ander manier hoemen met handen mach visschen vanghen.

Item die voerghenoemde doctoer. Albertus magnus seyt aldus. neemt sprinckwurt die bladeren daer van ende die vrucht dye twee gheworpen in eenen viuer oft in een ander water daer vele visschen in sijn welcke visschen van dien cruyde oft wortel eten hij wert so vol daer van dat hi den buyc opwaert keert oft hi doot ware. mer hi coemt weder tot hem seluen, ende het en scaet hem niet Daer na werpse in een versche water so comen si weder tot hem seluen aldus vangdise metten handen.

Dat 25ste kapittel leert nog een andere manier hoe men vele vissen vangen zal met de hengel.

Item, neem dat bloed van een mens, een moesschotel vol en een lood saffraan en gebuild gerstemeel en brood zonder te wellen en neem ook geitenvet en smelt dat en laat het koud worden en meng het onder elkaar en neem daarvan een stukje zo groot als een noot en bind het aan de angel of in een korf, hoe dat het u het beste past.

Dat 26ste kapittel leert een andere manier hoe men vele vissen vangen zal.

Albertus Magnus schrijft in zijn heimelijke boek daarvan aldus. Neemt een weinig van rozen en een weinig mosterd en een wezel voet . Leg dit alles tezamen in een net of in een vishaak. Ge zal dan vele vissen vangen. [b3r]

Dat 27ste kapittel leert een andere manier hoe men met handen mag vissen vangen.

Item, die voorgenoemde doctor Albertus Magnus zegt aldus. Neem springkruid (Euphorbia lathyrus) de bladeren daarvan van en de vrucht en die twee geworpen in een vijver of in een ander water daar vele vissen in zijn en die vissen die van het kruid of de wortel eten worden zo vol daarvan dat ze de buik opwaarts keren alsof ze dood waren. Maar ze komen weer tot zichzelf en het schaadt hen niet. Daarna werp ze in een vers water en zo komen ze weer tot zichzelf en aldus vang je ze met de handen.


Hier na volghet in wat tijden vanden Iare een yeghelijc visch tot sinen besten is [3bv]

Item den salm is inden April ende Mey. ende een wile daer na tsinen besten ende blijft salm tot nae sint Iacobs dach. Daer na hietmen hem la tot op sinte Andries dach ende is ten besten tusschen sints machiels ende sinte martens misse

Item den snoec is inden Hoymaent alder best mer een out snoec is altijt goet. mer behaluen wanneer hij den roghen sciet.

Item een melchlinck van eenen snoec oft kerper is altijt beter dan een roechgheuer aldus ist met ander visch.

Item een slie oft louwe is altijt best in die bramaent

Item den baers is altijt goet behaluen inden Mey ende inden April.

Item den brasem ende maeckereel. sijn goet inden sprokel ende Merte.

Item mullinck sijn goet inden merte ende inden april

Item een kullinc is alder best tonser vrouwen licht misse ende voert goet totten April.

Item die rottel is goet inden sporkel ende Maerte ende neemt af inden Mey.

Item die voren oec somer inden winter sijn si goet. [b4r]

Item die grundelen sijn goet inden sporkel ende Merte ende inden April tot meye toe. maer dat ionghe grondelinc is altijt goet in die peterceli.

Item een blieck is alder best inden Herst

Item die stekelinghe sijn goet inden Merte ende inden beghinne vanden Meye soe sijn si vol so sal mense met eyeren rueren.

Item den ael is goet inden Meye tot nae onser vrouwen hemeluaert dach.

Item een lamprey is nemmermeer beter dan inden mey.

Item een berlijn is des lampreyen broeder is goet van dertienmisse tot onser vrouwen boetscap dach.

Item den Kreeft is best in die Merte ende April. ende sonderlinge als die mane wast dan sijn si alder best.

Hier eyndet een boecxken dat seer profitelijck is voer allen visschers. ende vogheleers. Ende is gheprent Tantwerpen binnen die camer poerte int huys van Delft bi mi Henrick eckert van homborch. Int iaer ons heren .M.CCCCC. ende neghen.

Hierna volgt in wat tijden van het jaar elke vis op zijn beste is. [3bv]

Item, de zalm is in het in april en mei en een tijdje daarna op zijn daarna beste en blijft zalm tot na sint Jacobs dag. Daarna noemt men het la tot op Sint Andries dag en is ten besten tussen Sint Michiel en Sint Maartens mis.

Item, de snoek is in juli het allerbeste, maar een oude snoek is altijd goed, maar behalve wanneer hij kuitschiet.

Item, een melchlinck (melkling, dus een jong?) van een snoek of karper is altijd beter dan een roechghever (oude?) Aldus is het met andere vis.

Item, een slie of louwe (?) is altijd best in de juni maand.

Item, de baars is altijd goed behalve in mei en in april.

Item, de brasem en makreel zijn goed in februari en maart.

Item, mul is goed in maart en in april.

Item, een kullinc is allerbeste te onze Vrouwe lichtmis en voort goed tot april.

Item, de rottel (?) is goed in februari en maart en neemt af in mei.

Item, de voorn ook in de zomer en in de winter zijn ze goed. [b4r]

Item, de grondel is goed in februari en maart en in april tot mei toe, maar de jonge grondeling is altijd goed in de peterselie.

Item, een bliek is het allerbest in de herfst.

Item, de stekelbaarsjes zijn goed in maart en in het begin van mei zo zijn ze vol en dan zal men ze met eieren roeren.

Item, de aal is goed in mei tot na onze Vrouwe hemelvaart dag.

Item, een lamprei is nimmermeer beter dan in mei.

Item, een berlijn (?) is de broeder van de lamprei en is goed van dertienmisse tot onze Vrouwe boodschap dag.

Item, de kreeft is best in maar en april en vooral als de maan wast dan zijn ze allerbest.

Hier eindigt een boekje dat zeer profijtelijk is voor alle vissers en vogelaars. En is geprent te Antwerpen binnen de kamerpoort in het huis van Delft door mij Henrick Eckert van Homborch in het jaar ons heren 1509.

Zie verder; volkoomen.nl