22 februari

Over 22 februari

Heiligen van de dag, naamgeving, etymologie, relikwieën, hun werken en plaats, verering, wonderen, sterven, hoe ze afgebeeld worden,

Uit dagelijksevangelie.org

22 februari, H. Margaretha van Cortona.

Ze is geboren rond 1247 in Loviano, Toscane als een boerendochter. Haar moeder stierf toen Margaretha zeven jaar was en haar stiefmoeder vond haar een last. Zij vluchtte met een jonge edelman uit Montepulciano, baarde hem een zoon en was 10 jaar zijn minnares. Hij werd in 1274 vermoord door bandieten en zijn lichaam werd gedumpt in een greppel. Hij keerde niet terug, maar zijn hond verscheen en trok haar aan haar mantel mee naar de plaats waar ze zijn lijk vond. Margaretha zag dit als een teken van God. Zij biechtte haar affaire in het openbaar op en wilde terugkeren naar het huis van haar vader, maar die wees haar de deur. Samen met haar zoon zocht zij haar toevlucht bij de minderbroeders van Sint Franciscus in Cortona. Margaretha was nog jong en aantrekkelijk en had moeite met het weerstaan aan de verleidingen, maar na elk voorval had zij een periode van inkeer. Om zich onaantrekkelijk te maken voor de jonge mannen trachtte zij zich te verminken, maar werd gestopt door de minderbroeder Giunta. Zij voorzag in haar bestaan door het oppassen bij zieke vrouwen. Later zorgde zij ook voor de zieke armen en leefde zij van aalmoezen en vroeg niets voor haar diensten. In 1277 werd zij lid van de Derde Orde der Franciscanen. Margaretha ontwikkelde een diep en intens gebedsleven en tijdens de extase die zij had kreeg zij boodschappen uit de hemel. In 1286 kreeg zij de erkenning om met zieke armen te werken. Zij verzamelde gelijkgezinden en vormde hen tot leden van de Derde Orde. Later kregen zij het statuut van een congregatie en noemden zich de 'overelle' (armen). Zij stichtte een hospitaal in Cortona en predikte tegen de zonde voor iedereen die wilde luisteren. Zij ontwikkelde ook een grote devotie voor de eucharistie en het passieverhaal. Margaretha kon ook het tijdstip van haar overlijden voorzien, 22 februari 1297 te Cortona.

Alhoewel zij werkte voor de noodlijdenden en de armen haar hulp en raad zochten, bleef haar de tegenspoed van haar vroegere leven achtervolgen en bleef zij het onderwerp van geruchten. In 1728 werd zij heilig verklaard door paus Benedictus XIII. Zij wordt afgebeeld in bruin habijt met meestal een hond bij zich, de martelwerktuigen van Christus omdat ze zich vaak geselde, kruisbeeld, boek of doodshoofd als symbool van haar bekering, een zakdoek want ze huilde vaak. Aangeroepen tegen de waanzin, tegen geestesziekten, tegen verleidingen en is de beschermheilige van valselijk beschuldigde personen, thuislozen, geesteszieken, vroedvrouwen, berouwvolle vrouwen, personen die om hun geloof worden uitgelachen, vroegere prostituees en alleenstaande vrouwen, landlopers en leden van de Derde Orde.

Uit www.alwayscatholic.com

22 februari, Sint Pieter in de winter, Cathedra S. Petri Antiochiae: St. Petrus stoel in Antiochië. Petrus is volgens de overlevering 7 jaar bisschop van Antiochië geweest, alvorens zijn zetel naar Rome te verplaatsen. Waar Petrus is, daar is de kerk van Rome. Dat de naamdag van de ‘visser der mensen,’ voorkomt in de maand die in het teken der vissen staat is zeker niet aan ‘t toeval te wijten. Ook mag opgemerkt worden dat juist in deze tijd van ‘t jaar Wodan geacht werd om zijn troon Hlidskalf te bestijgen om na het duister van de winter het licht te laten zegevieren.

Het is een lotsdag, dies criticus, die eertijds als het begin van de lente werd beschouwd. Vandaar zijn belangrijke rol in de weerkunde. Vriest het in de nacht voor deze lotsdag, dan vriest het nog veertig dagen, is het zacht weer, dan vriest het niet in mei. Vriest het op Sint Pieter-in-de-winter, dan vriest het nog 40 dagen.

‘Die lencze uns entspringt an St. Pietersdag

Wen man dy messe singt.’

De lente begint en vuren worden ontstoken om de zon te helpen sterker te worden. ‘t Langst hebben deze vuren stand gehouden in N. Holland, zo had op Wieringen wel elke buurtschap zijn St. Pietersvuur. Het volk viert het lente-voorfeest, vooral de schippers en de herders. Op deze dag begon men de landerijen te bewerken, bouwlanden werden verhuurd om ze te aanvaarden op Sint Pieter, de huurboer moest pacht betalen, de pachtboer, die vertrekken moest van de plaats, moet voor 12 uur Գ middags het huis verlaten hebben. In Grouw wordt er nu Sinterklaas gevierd. De oorzaak zou gelegen zijn in het volgende verhaal;

‘Eens stierf de vader van de twee broers Sint-Nicolaas en Sint Pieter. Nicolaas was de oudste en had dus de eerste rechten en hij nam de leiding bij de werken van barmhartigheid die naar traditie en volksgeloof door beiden verricht moesten worden. Pieter kon de heerschappij van zijn broer maar moeilijk verkroppen en vluchtte uit woede en ergernis naar Grouw dat toentertijd voor zuidelijke landrotten maar moeilijk bereikbaar was. Om diezelfde reden laat in december Sint Nicolaas Grouw links liggen. Daar kreeg natuurlijk Sint Pieter de schuld van. Als vergoeding voor het verdriet liet hij op 22 februari een uitdeling in Grouw houden en dat is tot heden zo gebleven.’

In het begin van de 12deeeuw bouwde men in Grouw op een terp hun Sint Pieterskerk. Kozen zij Sint Pieter als patroon omdat zijn naamdag in de maand viel waarin de voorchristelijke tijd een groot voorjaarsfeest gehouden werd of ontstond dit feest omdat Sint Pieter tot dorpspatroon gekozen werd?

Mogelijk is Grouw vroeger een offerplaats van de god Thor geweest en koos men na de kerstening Sint Pieter als patroon van de vissers en schippers als patroonheilige. Het is bijna gelijk aan het St. Nicolaasfeest. Er is echter 1 verschil. In Grouw verschijnt St. Pieter met zijn knecht en die heet niet Piet maar Hantsje Pik of Hantsje Plus (die de wijkende winter voorstelt) Op die dag worden Sint Pieterskoeken gegeten. Die duiden vanwege hun typische vorm op oude offers die aan de doden en de lentegoden vroeger werden gebracht. Deze offers bestempelden het Sint Pietersfeest enerzijds tot een dodenherdenking en anderzijds tot een zonnefestijn. De vraag is, waar haalde men in die tijd in Friesland taai taai, pepernoten en chocoladeletters vandaan? Om in die behoefte te voorzien wordt er in februari een soort warenschouw gehouden waaraan vooral de plaatselijke zaken deelnemen. Deze warenschouw, de zgn. Sint Pietersbeurs, trekt grote belangstelling en in 1952 was er zelfs een modeshow bij. Oorspronkelijk werden de St. Pieterskoeken verloot, thans geeft men ze elkaar ten geschenke. Men lootte er vroeger om, het waren zgn. lotskoeken die daarom St. Pieter tot een kritieke dag maakten. De meeste koeken werden aardig gegarneerd met spreuken en rijmpjes.

Toen er nog geloot werd stond er bijvoorbeeld op:

‘As ik forlotte wird

O je, hwa nimt mij dan?

Ik ben de sweager fen

Mijn eigen sisters man.’

Het dorp is al dagenlang klaargemaakt. De winkeliers zetten hun beste beentje voor en zorgen voor prachtige etalages. Koeken met een hart ontbreken evenmin. Wanneer Amor een van zijn pijlen heeft afgeschoten maakt de bakker er een ‘herinneringskoek’ van en Sint Pieter doet de rest. De vormgebak verdwijnt.

Vooral voor de kinderen is het Sint Pietersfeest een belangrijke gebeurtenis. Ze zingen al dagen van tevoren:

‘Ik Wit ien dei yn ‘t jier

Dy wint it sa fier

Alteast nei it sin fan de measte bern

Fan snein en fan Sneon

Dan komt der in freon

Mei lekkers, hast mear as er drage kin.’

Daarin wordt gezegd dat er een dag in het jaar is die alle andere, zelfs de zaterdag en zondag overtreft. Dan komt er een vriend die lekkers meeneemt, bijna meer dan hij kan dragen. Als Sint Pieter geheel in 't wit gekleed met zijn knecht van de boot is gehaald, maakt hij een triomfale tocht door de straatjes van Grouw. Zijn paard, geen schimmel maar een gewoon boerenpaard, draagt voor die gelegenheid een met sterren en halve manen bezaaid wit dekkleed en een witte narrenmuts met rode kwastjes op 't hoofd. 's Nachts laat Sint Pieter de cadeautjes door de schoorsteen glijden.

‘St. Pietersdag

Dan wordt de wei groen

Dan bakt moeder pannenkoek

Dan kalft de koe

Dan legt de hen

Dan heeft de huisman

մ Naar zijn zin.’

Elders worden er vuren ontstoken of kloppen de boeren aan de staldeuren en vertellen het vee dat het voorjaar is. De bedoeling is zich te bevrijden van schadelijk gedierte die het welslagen van de oogst zou verhinderen.

‘Herus, herus, herus

Schlangen us Stall un Hus

Schlangen un Viehmollen

Hie nit herbergen zollen

Sanct Peter un die Liewe Frau

Verbiet uch Hus, un Hof, un Au

Viehmoll un Schlangen herus !’

In twee Drentse dorpen, Gees en Oosterhesselen, werd het St. Pieters balslaan beoefend. De bevolking is protestant en de viering heeft niets met St. Pieter te maken. Op deze dag krijgen de kinderen om kwart voor 12 vrij van school. Ze begeven zich met de kleinste voorop naar de woningen van hen die sinds St. Pieter van 't vorig jaar zijn getrouwd. Ze zingen daarbij een liedje;

‘Daar komen wij jongens en meisjes aan

Al om Sinter Pieter de bal te slaan

Was je niet uit de gilde gegaan

Je hoefde voor Pieter de bal niet te slaan

Maar nu je zijt uit de gilde gegaan

Nu moet je voor Pieter de bal weer slaan

Slaan, slaan, slaan

En ons liedje is gedaan.’

Dan strooien de jong gehuwden appels, centen of lekkers.

Vroeger was het gewoonte dat de bruidegom enkele ballen uitsloeg, waarna de slagplank aan een der ongehuwde paren werd aangeboden. Werd dit plankje aangenomen dan betekende dit dat een nieuw huwelijk binnen een jaar gesloten zou worden. Nam de jongeman de ‘dat’ niet aan en trad hij toch in 't huwelijk dan kreeg hij de bijnaam doestcobbe. Vaak droeg iemand die bijnaam zijn leven lang.

Met St. Pieters stoel

Komt de ooievaar in 't gewoel

Met St. Pieters banden

Trekt hij naar de warme landen

St. Pietersnacht moet de stork zijn nest betrekken.

St. Peter maakt de brug of breekt ze. (de vorst)

Zie verder: http://www.volkoomen.nl/ en : http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/