31 juli

Over 31 juli

Heiligen van de dag, naamgeving, etymologie, relikwieën, hun werken en plaats, verering, wonderen, sterven, hoe ze afgebeeld worden,

Uit www.catholiccompany.com

31 juli, H. Ignatius van Loyola: Latijn ignis: ‘vuur.’

Eigenlijk heet hij Inigo Lopez de Recalde en is geboren in 1491 op het kasteel (versterkte boerenhof) Loyola in de Spaanse provincie Guiouzcoa als jongste zoon van 11 kinderen. De vader was Beltran Yanez de Onez y Loyola, hij verloor al gauw zijn geliefde moeder. Het Baskenland, een gebied waar de mensen van waarheidsliefde houden en daarom zal er in dit gebied steeds gevochten worden en er meningsverschillen zijn. Hij sleet zijn jeugd als page aan het hof van Ferdinand de Katholieke. Al vroeg ontving hij de tonsuur en werd voor de geestelijke stand bestemd. Toch voerde hij het leven van een jonge Spanjaard en volgde een militaire loopbaan en openbaarde bij geringe gave des geest een ridderlijk, ijdel en dweepziek karakter. Hij wou wel duelleren om een dame en droomde van krijgseer, daarna een prinses van koninklijke bloede te trouwen In 1516 trad de 25 jarige in dienst van de onderkoning van Navarra. Bij de belegering van Pamplona in 1521 door de Fransen werd hij zwaar gewond aan beide benen. Hij liet uit ijdelheid de ene voet die niet helemaal volkomen recht geworden was, nogmaals breken, hij had de gedachte om in zij leven hinken te moeten en met het rijden geen goed figuur te slaan als onverdraaglijk gezien. Hij vroeg in zijn herstellingstijd om ridderromans. Maar in Loyola bevonden zich maar 2 boeken, de ene van heiligenlegenden en de andere van het leven van Jezus. Hij werd gedurende zijn herstelling door het lezen van een levensbeschrijving van Christus en van de levens der heiligen een vrome femelaar. Hij kwam op de gedachte voortaan zijn leven aan Christus te wijden wat hem meer vreugde zou brengen als het dromen van wereldse eer. Zodra hij genezen was verdeelde hij zijn goederen onder de armen, daarna bracht hij zijn wapens naar het Mariabeeld op de Montserrat bij Barcelona waar hij aan het wonderdadig Mariabeeld zijn wapens wijdde, ruilde zijn klederen met de lompen van een bedelaar, verklaarde zich een ridder der Heilige Maagd en in het hospitaal te Manresa nam hij zijn intrek en schreef daar ԇeestelijke oefeningenծ Hier en in een nabijgelegen grot kastijdde hij zijn lichaam zo streng dat men hem op zekere dag bewusteloos zag liggen. 10 maanden later, 1523, vertrok hij als pelgrim naar Jeruzalem, bedelde hij zich naar Venetië, vond een kapitein die hem naar Palestina meenam en leefde twee maanden in de heilige stad. Hier erkende hij dat hij priester moest worden wilde hij zijn ridderschap van Christus volmaken. Intussen werd zijn plan om zich aldaar aan de bekering der Mohammedanen te wijden door de bewaker van het Heilig Graf, de Franciscanen, sterk afgekeurd zodat hij in 1524 over Venetië naar Barcelona terug keerde. Daar begon hij zich te oefenen in de Latijnse taal, de 33jarige studeerde samen met de kinderen op de Latijnse school en daarna aan de universiteit Alcala en Salamanca. Na verloop van 2 jaren begaf hij zich naar de hogeschool te Complutum waar hij anderen tot geestelijke oefeningen opwekte en godsdienstonderwijs gaf aan het volk. De Inquisitie liet hem echter, vanwege zijn zonderlinge gedrag, hij was geen priester en preekte toch, in hechtenis nemen en stelde hem eerst in 1528 op vrije voeten. Twee maal werd hij vast gezet: ‘Ik heb nooit geweten hoe zwaar het is tot Christenen over Christus te moeten spreken,’ zei hij bij zijn verhoor.

Hij maakte kennis met dweepzieke en eerzuchtige landgenoten en Fransen die in 1534 met hem het plan ontwierpen om een orde te stichten ter beveiliging van het R.K. geloof. Zes jonge mannen sloten zich bij hem (onder andere Franciscus Xaverius) aan en in 1534 legde de kleine schare te Parijs op het Montmartre de gelofte van kuisheid en armoe af. Omdat sommige van hen hun studiën nog niet voltooid hadden begaf hij zich zo lang naar Spanje. In 1537 kwamen ze weer bij elkaar te Venetië en vanhier gingen ze naar Rome waar ze de 27ste september van de paus een voorlopige en in 1543 een volkomen bevestiging van de orde Jezuïeten, Societas Jesu, verkregen die een eigen ordedracht en koorgebed had. Deze orde zou een belangrijke rol spelen tijdens de Contrareformatie. Hij werd in 1541 de eerste generaal der orde ofschoon eigenlijk Laynes, zijn opvolger, toen reeds de ziel was van de gehele stichting. Hij zond zijn broeder heen met de wens: ‘Ga heen en zet de wereld in brand.’ Ook als generaal volbracht hij weinig, bemoeide zich, zonder maar Italiaans te kennen, met het onderwijs van kleine kinderen en verzamelde aalmoezen ten behoeve van Israëlieten en publieke deernen in wier bekering hij groot belang stelde. Hij heeft wel persoonlijkheid gehad, verbood overdreven boetedoeningen en harde ascese want de ‘zielenziekten ontstaan net zo goed uit luiheid als overdreven ijver.’ Arbeid in dienst van God schenen hem beter dan kastijdingen. Hij overleed de 31ste juli 1556 en werd in 1599 door Paulus V zalig verklaard, in 1622 door Gregorius XV heilig verklaard. Titelheilige van de kathedraal van Rotterdam.

Als teken van zijn bereidzaamheid en zijn strijd tegen de valse leren staat hij op het hoofd van de duivel of draak. Hij wordt als een smalle man met een fijn gezicht en goedaardige ogen afgebeeld. Meestal draagt hij het ordekleed der Jezuïeten, soms ook liturgische misgewaad met het monogram IHS op de borst, ook wel boven het hoofd in een boek in een stralenkrans. Soms is het boek geopend op de tekst In hoc signo vinces (IHS) in dit teken zal ge overwinnen. Of wordt afgebeeld als Maria met het Kind aan hem verschijnt, maar ook knielend voor het kruis. Ook een doodshoofd komt voor, of een vlammend hart dat met drie spijkers doorboord is, een borstharnas naar zijn militaire verleden of een wereldbol omdat op godsdienstig vlak de Jezuïeten de hele wereld zouden veroveren. De beschermheer der Jezuïetenorde. Hij wordt vooral in Spanje vereerd. Patroonheilige van soldaten, zwangere vrouwen en kinderen. Het vrome volk roept hem in aanvechten van het geloof en in bezetenheid aan, toverij en wolvenplaag. De laatste omdat hij in zijn gebed tegen een wolvenplaag in het dal van Piëmont daadwerkelijk hielp. Bekend is de scène waar bij hem de kruisdragende Christus verschijnt net zoals bij H. Johannes van het Kruis. Dat zou gebeurd zijn in 1540 toen hij te Rome was om zijn orde te laten goedkeuren.

De Ignatiusboom. De Jezuïet Camelli maakte het eerst, 1699, een slingerstruik bekend die op de Filipijnse eilanden groeit. Daarom noemde men de plant naar de stichter der Jezuïetenorde Ignatius.

Uit en.wikipedia.org

31 juli, H. Germanus van Auxerre: Germaans ger: ‘speer,’ man: ‘man’. Of Latijn germanus: ‘broeder.’ De naam is vooral in Frankrijk populair.

Germanus was bisschop van Auxerre en is rond 378 geboren uit een aanzienlijke familie te Auxerre. Hij studeerde rechten te Rome, was een tijdje advocaat en werd aangesteld tot bevelhebber van Armorica en Nervicanum. Hij was getrouwd maar werd toch door de H. Amator aangesteld als zijn opvolger en werd in 418 tot bisschop van Auxerre benoemd.

Hij is een van de meest vereerde Franse heiligen. Hij gaf al zijn bezittingen weg aan de armen en kerkelijke stichtingen. In 429 werd hij met de H. Lupus van Troyes naar Engeland gezonden om daar het Pelagianisme te bestrijden. Hij zou er ook een blind meisje hebben genezen en de Britten hebben bijgestaan in een slag tegen Picten en Saksers. Mold in N. Wales is traditioneel de plaats. Na ze gedoopt te hebben liet hij ze massaal ‘Alleluja’ roepen en dat sloeg de vijanden op de vlucht. Het geluid klonk zo angstwekkend dat ze op de vlucht sloegen. Ook een tweede bezoek aan Brittannië wordt gemeld, waarschijnlijk rond 440 met Everus, bisschop van Trier waar hij Elafius ontmoette, het hoofd van dat gebied en genas zijn zoon. Hij overleed op 31 juli 448 in Ravenna waar hij bij keizerin Gallia Placida om vrede pleitte toen de bevolking van Armorica in opstand was gekomen. Zijn tombe staat in de abdijkerk van Auxerre. Hij zou geïdentificeerd zijn met de Wells St. Garmon wat we zien de plaatsnaam ‘Glanarmon.

Germanus was voor hij bisschop werd een liefhebber van de jacht. Al de hoornen van de herten die hij ving hing hij aan een grote en schone perelaar die te midden van de markt van Auxerre stond. Toen was de H. Amator bisschop van het land. Deze prelaat wilde hem de ijdelheid van de jacht laten inzien en hem de gewoonte ontnemen om de hoorns aan een perenboom te hangen. Het lukte hem niet. Daarom liet hij eens toen Germanus op jacht was de perenboom omhakken. Dat maakte Germanus woedend en hij besloot zich te wreken. Maar God belette het hem.

De heilige Germanus vond gastvrijheid bij een arme herder die het laatste kalf voor hem slachtte. Germanus beval dat bij het eten geen botje gebroken mocht worden. Na het maal deed hij alle botten in de huid en het kalf herleefde. (gelijk een Donar sage)

Hij wordt afgebeeld als bisschop met aan zijn voeten een ezel die hij weer tot leven opgewekt zou hebben om zo vanwege nederigheid het paard van keizerin Placida niet te hoeven aannemen. Soms met een draak aan zijn voeten, het overwonnen heidendom en pelagianisme. Ook zie je hem waar hij de jonge Genoveva van Parijs een medaille geeft of haar de sluier oplegt. Aangeroepen tegen woedeaanvallen en meineed, dat omdat dat bedrog onmiddellijk aan het licht komt als getuigen in de kerk van Auxerre meineed hadden gedaan door een kwaal of verstandverlies.

De bloem van zijn feestdag is een soort van toorts, Verbascum virgatum, ook de herfst alant Helenium autumnale.

Zie verder: http://www.volkoomen.nl/ en : http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/