16 april

Over 16 april

Heiligen van de dag, naamgeving, etymologie, relikwieën, hun werken en plaats, verering, wonderen, sterven, hoe ze afgebeeld worden,

Uit www.medievalart.org.uk

16 april, H. Turibius: mogelijk verwant met Latijn turibulum: ‘wierookvat,’ Latijn tus, Grieks thuos: ‘wierook.’

Turibius was bisschop van Le Mans 490/496.

Uit www.1ste-art-gallery.com

16 april of 18 februari, H. Maria Bernadette Soubirous van Lourdes: Germaans, bern: ‘beer,’ hard: ‘sterk of moedig’ dus ongeveer sterk, moedig als een beer.

Ze is geboren in 1844 te Lourdes bij arme molenaars. Op 11 februari was ze veertien en ging hout sprokkelen aan de oever van het riviertje de Gave-de-Pau met andere meisjes die ze niet bij kon houden omdat ze last van astma had. Ze hoorde geruis en zag de struiken bewegen bij de grot van Massabielle. Daar kreeg ze visioenen van een in het wit geklede vrouw met blauwe ceintuur en een gele roos tussen de tenen en een rozenkrans in de hand die zich voorstelde als Maria de Immaculada Concepcion, Maria de onbevlekte ontvangenis, iets was paus Pius in 1845 al afgekondigd had wat ze waarschijnlijk nooit geweten heeft. Ze noemde haar de dame in het wit en kreeg nog een achttie nmaal die visioenen. Maria vraagt om een kerk te bouwen en processies terwijl men een rozenkrans bidt. Ze wordt eerst niet serieus genomen, maar toen er wonderen gebeurden stelden de pastoor en de bisschop van Tarbes een onderzoek in zodat ze na vier jaar tot de mening kwamen dat de verschijningen een bovennatuurlijk karakter hadden. Tijdens het 15de visioen werd Bernadette opgedragen zich te wassen bij een bron in de grot en van het water te drinken. Deze opdracht was er de oorzaak van, dat het water als miraculeus werd beschouwd. Zieken en gebrekkige gingen naar de grot in de hoop er genezing te vinden. Lourdes werd een bedevaartplaats en er kwamen zoveel mensen dat Bernadette besloot om naar het klooster van Saint Gildere te gaan bij de zusters van liefde. Ze mocht daar niets meer vertellen van wat ze meegemaakt had en hielp als ziekenverzorgster tot ze ziek werd en stierf op 16 april 1879. Op haar sterfbed zou ze nog een visioen gehad hebben. In 1925 werd ze zalig en op 8 december 1933 heilig verklaard.

Haar lichaam is nog intact en ligt in het klooster waar ze de laatste jaren woonde.

Ze wordt op 3 manieren afgebeeld, als jong boerenmeisje met hoofddoek of kapje, de handen gevouwen en de blik naar de hemel met een bundel hout aan haar voeten. Als herderin te midden van de schapen, ook de handen gevouwen rond een rozenkrans. Of als non in zwart habijt en in haar handen een rozenkrans.

Uit vultus.stblogs.org

16 april, Benedictus Jozef Labre (Benot Joseph Labre)

Hij is geboren te Amettes op 25 maart 1748 en stierf te Rome op 16 april 1783.

Hij probeerde bij verschillende kloosterordes toe te treden. Toen dat niet lukte besloot hij ‘vagebond van God’ te worden. De rest van zijn leven besteedde hij aan bedelen. Hij stierf, ongeveer 35 jaar oud, op de trappen van de Santa Maria dei Monti in Rome totaal verwaarloosd en uitgehongerd.

Hij wordt uitgebeeld met een bebaard gezicht. Zijn kleren zijn gescheurd en vuil, een koord om het middel gebonden met daaraan een bedelnap. Hij drukt een kruisbeeld tegen zijn borst. Soms heeft hij een rozenkrans om zijn nek of wordt hij afgebeeld met Sint-Jakobsschelpen, het symbool voor pelgrims.

Benedictus werd heilig verklaard in 1881. In de 20ste eeuw werden in Nederland huizen voor de opvang en rentegratie van daklozen soms Labrehuis genoemd, onder andere in Utrecht.

Patroon van bedelaars, pelgrims, daklozen en landlopers.

Uit www.edgarphilips.org

16 april, H. Aaron, Aron, Hebreeuws: אַהֲרֹן, Aharon, helder verlicht, Arabisch Harun: Hebreeuws, waarschijnlijk met de betekenis ‘de verlichte.’ Eerste hogepriester van Israël, Exodus 4:14. Hij was de steun en oudere broer van Mozes bij het bevrijden uit Egyptische ballingschap. Het ontbrak hem aan vastheid van karakter want gedurende de afwezigheid van Mozes liet hij toe dat het volk tot de Egyptische afgoderij overging, het aanbidden van het gouden kalf, toch wordt Aaron in Psalm 106:16 ‘de heilige des Heren’ genoemd Volgens de Bijbelse berichten stierf hij op de berg Hor in het laatste jaar van Israël omzwervingen in de woestijn. De plaats en omstandigheden van zijn overlijden had God van tevoren aan Mozes en zijn broer verteld: hij zou de berg Hor beklimmen, samen met Eleazar. Daar moest hij zijn hogepriesterlijke gewaden met toebehoren (en daarmee zijn hogepriesterlijk ambt) aan zijn zoon overdragen. Dan zou Aaron sterven. Hij overleed, 123 jaar oud, in het veertigste jaar van de uittocht, vlak voordat het volk Israël het beloofde land (Kanaän) zou binnentrekken. Er werd 30 dagen om hem gerouwd. Niet lang daarna stierf ook Mozes, 120 jaar oud. Later werd Aarons lichaam overgebracht naar Jabal Haroun (de Berg Aaron in het Arabisch) nabij Petra in Jordani. Bovenop de berg staat een klein mausoleum met een opvallende witte koepel.

Zie Exodus, Leviticus, Numeri en Deuteronium, verder Psalmen, Kronieken en andere boeken uit het Oude Testament. Aarons nakomelingen werden de Aronieten genoemd.

Numeri 6: 22-27 vertelt over de Aronzege die nog in veel protestantse-christelijke kerken en gemeenten geldt als vast onderdeel van de liturgie van de eredienst.

Arum maculatum. De Aronstaf zou ontstaan zijn op de plaatsen waar Aron zijn staf had neergezet. Toen Joshua en Caleb in het beloofde land spioneerden namen ze de Aronstaf mee, hierop droegen ze op de terugweg de grote druiventrossen die ze plukten te Eschol en brachten ze het naar Mozes als bewijs van de rijkheid van het land. Nu, nadat ze de stok ontlast hadden van zijn lading, staken ze die in de aarde en zie! Daar sprong de Arum op. Het is het symbool gebleven van gezegende overvloed vol met trossen vruchten. De naam slaat dan vooral op de met bessen bezette vruchtenstengel die wel wat op een staf lijkt.

Aarons beard is Hypericum calycinum, Aaron ‘s rod is Verbascum thapsus.

St. Aaron was martelaar te Chester in de vroege middeleeuwen.

16 april, H. Drogo van Epinoy (Saint Drogo, Drago of Drogo van Sebourg, Dreux, Drugo en Druron)

Hij is geboren in 1105He was born in Epinoy, Flanders , and died in S ebourg, Frankrijk. te Epinoy, VlaanderenHis feast day is oop 16 aprile en was van Vlaamse adellijke afkomst. Zijn moeder stierf bij zijn geboorte. Hij leerde de reden voor haar dood en het verpletterde hem emotioneel hem. Hij hield zichzelf verantwoordelijk. Dus later in zijn leven ging hij aan extreme penitenties, misschien om zich te ontheffen van zijn schuld.

Zie verder: http://www.volkoomen.nl/ en : http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/