7 mei
Over 7 mei
Heiligen van de dag, naamgeving, etymologie, relikwieën, hun werken en plaats, verering, wonderen, sterven, hoe ze afgebeeld worden,
neatnik2009.wordpress.com
7 mei of 8 mei, H. Stanislaus, (Stanislaus von Szczepanw, Pools Stanisław ze Szczepanowa): Slavische naam met de betekenis ‘door standvastigheid,’ stani: (in de strijd) beroemd. Is 8 mei?
Stanislaus is geboren op 26 juli 1030 of 1036 bij Scezepanow in Galicië bij een adellijke Poolse familie. Hij studeerde te Gnesen, Krakau en Parijs of Luttich. In 1062 kwam hij naar Krakau waar hij in 1063 kanunnik werd en of 1072 bisschop van Krakau. Hij kwam in conflict met koning Boleslaw II van Polen die hij een slecht leven en ontrouw tegen zijn vrouw verweet die dat niet interesseerde en kerkgoederen in beslag nam zodat hij geëxcommuniceerd werd. De strijd escaleerde toen Boleslaw het doodsoordeel over de bisschop uitsprak. Omdat zijn ridders de uitvoering niet wilden voltrekken, deed de koning het zelf. Op 11 april 1079 verscheen Boleslaw tijdens de mis in de Michaeliskerk te Krakau en sloeg de bisschop op het altaar dood door sabelhouwen. De stukken van het lijk liet hij over het veld strooien. Vanwege deze gruwelijke daad kwam er een volksopstand en Boleslaw moest naar Hongarije vluchten waar hij ook stierf.
Hij werd heilig verklaard in 1253 door paus Innocentius IV en men huldigt hem in Polen als beschermheilige. Zijn stoffelijk overschot rust in de hoofdkerk te Krakau. Het is ook de naam van vele koningen van Polen. Als Sint Stanislaus komt dan rollen de aardappelen eruit.
Hij draagt het teken der zuiverheid, de lelie, in zijn hand.
7 mei, St. Domitianus: waarschijnlijk hangt de naam samen met Latijn domitare: domare: ‘bedwingen of temmen.’ Al een Romeinse geslachtsnaam, waarvan de keizersnaam Domitianus.
De heilige Domitianus, rond 500 – 560, was de twintigste bisschop van Maastricht rond 560 en aanvankelijk van Tongeren bestreed de ketterij en het heidendom op de Synode van Orleans in 549. Hij verplaatste de bisschopszetel naar Maastricht omdat Tongeren grotendeels verwoest werd. Hij bouwde een kerkje op het graf van St. Servatius, verder verschillende bedehuizen en kerken in die streek. Vooral in Hoei aan de Maas werkte hij veel, waar hij ook begraven werd. Hij zou bij Huy (Hoei) een draak overwonnen hebben die een bron verpestte. Daar liggen ook zijn relikwieën. Is op 7 mei 560 overleden.
Het is een van de heiligen wier relikwieën zich in de Maastrichtse Sint Servaaskerk bevinden en wiens feest op de zaterdag voor de derde zondag na Pinksteren gevierd wordt. Dit samen met de andere heilige die er vereerd worden en waar relikwieën van zijn, zoals de heiligen zijn opvolger de H. Monulfus, (Monulphus) Gondulfus, Perpetuus, Ebregisus, Johannes met het Lam, Remaclus, Theodardus en Lambertus.
Hij wordt afgebeeld als bisschop. Aan zijn voeten ligt een draak met vaak bij de staf een bron. Wordt aangeroepen tegen koorts.
7 mei, H. Flavia Domitilla: Latijns flavus: ‘geel of blond.’ Naam van een Romeins geslacht.
Flavia Domitilla was een Romeins heilige uit het geslacht van keizer Vespasianus uit de familie Flavii. Na de dood van haar echtgenoot paus Titus Flavius Clemens op de Krim weigerde ze om met een heiden te trouwen. Haar dienaars, H. Nereus en H. Achilleus raadden haar af om te trouwen met de heidense Aurelianus. In Plaats daarvan legde ze tegenover paus Clemens de kuisheidsgelofte af en kreeg ze van hem de sluier. Ze werd verbannen en samen met haar zoogzusters Eufrosuna (Euphrosina)en Theodora naar het eiland Ponza bij Napels. Later werd ze teruggehaald door Aurelianus die op hun huwelijksdag dood neerviel. Zijn broer stak het huis waarin Flavia en zoogzusters waren gevlucht in brand. Of gefolterd in Terracina in de 2de eeuw tot ze aan de gevolgen ervan bezweken. Ze zou de moeder van de H. Plautilla zijn. Volgens oude Romeinse liturgische boeken zou ze eigenaar geweest zijn van een stuk grond aan de Via Ardeatina waar de catacomben van Domitilla zich bevinden en waar H. Nereus en Achilleus begraven zijn. Mogelijk is er sprake van twee Domitilla ‘s en worden ze met elkaar verward. Ze is wel sinds 1969 van de lijst van heiligen geschrapt.
Ze wordt als jonge vrouw afgebeeld, een kroon wijst naar haar hoge afkomst, vaak zie je de afbeelding waar ze de sluier van paus Clemens krijgt.
Uit home.xmsweb.nl
7 mei, H. Aufridus, (Ansfriedus, Ansfridus, Ansfried, Ansfroi) : via oud-Frans aufrede uit ‘edel.’
Ansfried was de zoon van Lambertus, graaf van Leuven die getrouwd was met Gerberga, dochter van Karel, hertog van Lotharingen. Ansfried werd zo graaf van Hoey en Leuven in het Maasgebied. Hij stond in nauwe betrekking met bisschop Notker of Notgerus van Luik en was evenals deze een vertrouwd raadsman van keizer Otto III. Stichtte een nonnenklooster in het dorp Thorn waar zijn vrouw Hildwindis, gravin van Stryen, ook non is geworden. Hun dochter Benedicta is daar later ook abdis geweest. Ansfried wilde op latere leeftijd monnik worden en schonk zijn graafschap aan het bisdom Luik en gebruikte zijn goed voor de stichting van het klooster Thorn (bij Roermond), dat hij samen met zijn vrouw zou runnen. Maar keizer Otto III deed een beroep op hem om bisschop van Utrecht te worden en stichtte drie mijl van Utrecht over de rivier een klooster waar hij van tijd tot tijd ging bidden, dat was Hohorst, later Heiligenberg en tenslotte ‘St. Maria’ s berg genoemd, dicht bij Amersfoort. Later is deze abdij naar Utrecht verplaatst en werd de abdij van St. Paulus. Toen Ansfried op het laatst van zijn leven blind is geworden trok hij zich op die abdij terug en trok het monnikenkleed aan en heeft daar dagelijks 72 armen gespijsd. Hoewel hij officieel van 995-1010 bisschop van de Domstad was, trok hij zich na zijn verkiezing terug in het eveneens door hem gestichte benedictijnenklooster Hohorst bij Amersfoort, waar Ansfried op 3 mei 1010 stierf. Toen zijn dood nabij was heeft hij een kruisje gezien op zijn venster die geschilderd was nadat hij blind was geworden en heeft daaruit begrepen dat hij het onvergankelijke licht gauw zou aanschouwen. De Utrechtenaren hebben het lichaam met geweld weg gehaald zonder te letten op de abdis Benedicta, dochter van Ansfridus, die haar vader daar begraven wilde hebben waar hij overleden is. Bisschop en belijder, hij wordt vereerd in Rotterdam, Utrecht en Groningen, in de eerste stad op 7 mei, de laatste op 12 mei en in het aartsbisdom Utrecht op 8 november.
Uit en.wikipedia.org
7 mei, H. Gisela van Hongarije: Germaans gisil: ‘bijl.’
Gisela is geboren te Abbach bij Regenburg in 985 als oudste dochter van hertog Hendrik II en Gisela van Bourgondië. Broer van keizer Henricus II van Duitsland. Ze trouwde op tienjarige leeftijd met de koning van Hongarije, Stephanus I en kreeg veel kinderen, onder andere H. Emeric van Hongarije. Ze deed veel voor de verspreiding van het christendom in Hongarije en schonk veel van haar bezittingen aan armen en kerken. Ze geldt als stichtster van de domkerk in Veszprem en de Giselakruis in Mnchen stichtte ze voor het Regensburger graf van haar moeder. Na de dood van haar gemaal in 1038 had ze heftige aanvallen te doorstaan van de heidense nationale partij onder leiding van de opvolger van haar man, koning Peter, werd gevangen genomen en mishandeld. Na haar bevrijding door Hendrik III in 1042 werd ze non en later abdis in een klooster te Passau, Niedernburg. Ze stierf te Niederunburg op 7 mei 1060 en werd in 1975 zalig verklaard.
Ze wordt afgebeeld in koninklijke gewaden of in het zwarte habijt van de benedictijnen, vaak met een kroon en een kerkmodel.
De zinnebeeld van de dag is de Aziatische trolbloem, Trollius asiaticus.
Zie verder: http://www.volkoomen.nl/ en : http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/