2 februari
Over 2 februari
Heiligen van de dag, Weerspreuken, naamgeving, etymologie, relikwieën, hun werken en plaats, verering, wonderen, sterven, hoe ze afgebeeld worden,
2 februari, Lichtmis (Maria) ook vrouwendag. Het is een feestdag na de 40ste geboortedag van Christus, Lev. XII 2:4, en alzo op de 2de februari. De 40 dagen tussen 25 december en 2 februari vertegenwoordigen de periode tijdens waarbij de Joodse vrouwen na de geboorte van hun baby in huis bleven en de moeder nu zich ritueel liet reinigen. Het reinigen van de vrouwen werd nodig geacht om hen te zuiveren van de zonde van Eva, de voortplanting.
Oorspronkelijk was het meer een feest van Jezus en heette Ontmoeting van de Heer (Latijn Occursus Domini, Grieks Hypopante) vanwege de ontmoeting van Simeon en Anna met het kindje Jezus en zijn ouders. Het feest werd in de 4deeeuw te Jeruzalem met een processie gevierd en kwam vandaar over naar Rome. Voor de plechtigheden worden kaarsen gewijd. Algemeen wordt aangenomen dat de processie met brandende kaarsen door paus Gelasius, (496) te Rome werd ingevoerd vanwege een dergelijke processie die de heidenen ter eren van Cerus en Proserpina hielden.
Lang geleden liep de Kersttijd pas af op 2 febr. Bij de oorspronkelijke midwinterfeesten werd de laatste festiviteit gehouden op 2 februari, zoals in Oostenrijk en Scandinavische landen met een fakkeloptocht.
Door de R.K. kerk is die dag gewijd aan het tempelbezoek van Maria tot het brengen van haar reinigingsoffer en de voorstelling van haar eerstgeboren zoon, Lucas II: 22-24. De mis heet Lichtmis vanwege het grote aantal kaarsen die aangestoken worden als zinnebeeld van de voorspelling van Simeon dat Jezus een ‘licht tot verlichting van de heidenen’,(Lucas II: 32) zou wezen. In sommige kerken worden op die datum nog altijd kaarsen gezegend en verspreid. Hun vlammetjes vertegenwoordigen Christus als het ‘Licht van de Wereld.’ Waar een kaars in de kerk dienst doet varieert haar kleur, al naar de gelegenheid bij welke ze wordt ontstoken. Als regel geldt wit, geel is berouw en rood betekent boete. Bij een stille mis zijn er twee, bij een gezongen mis vier, bij het uitgestalde Allerheiligste en bij het lof minstens zes. De kandelaars, waarop ze prijken, worden op kaarsenbanken of retabels geplaatst welke laatste symbolisch de graven van de martelaren voorstellen. Behalve het licht dat ze uitstraalt dankt ze haar grote betekenis aan de omstandigheid dat haar ‘lichtend verteren,’ als symbool geldt voor de offerdood van Jezus. Immers op de Gekruiste van Golgotha is de spreuk van toepassing die ook voor de kaars geldt: ‘Terar dum prosim,’ ongeveer: ‘Terwijl ik zelf ten onder ga ben ik de anderen tot nut.’ De wijding van de kaarsen vindt op deze dag plaats. De plechtigheid wordt vaak gevolgd door een Ԭichtprocessieՠdie de gang van Jozef en Maria naar de tempel symboliseert. Deze gewijde kaarsen, van wie iedere gelovige er voor zorgt er steeds een of meerdere voorhanden te hebben, worden bij de stervenden en overledenen, ook bij onweer afgestoken.
Vrouwendagvuur.
Volgens kardinaal Baronius werd deze lichtprocessie in 701 officieel in de R.K. kerk ingesteld door Paus Sergius I. Toen heette het oude gebruik voortaan Maria Lichtmis om de ҺuiveringӠvan Maria te vieren. Het werd waarschijnlijk ingesteld om de christenen weg te houden van een heidens feest dat ook in het begin van februari gevierd werd en waarbij het rondgaan met fakkels een voorname plaats innam. In Rome was er Februarius: reinigingsmaand, de tijd dat er fakkeloptochten werden gehouden ter eren van de god Februus, men bracht offers om zich van schuld te zuiveren en zo zuiver het nieuwe jaar, het nieuwe leven in te gaan.
Het is niet alleen een Engels gebruik, waarschijnlijk is dit een al zeer oud gebruik.
Mogelijk is dit een overblijfsel uit Griekse traditie. Wat Alkmene van Teiresias moest aansteken was het vrouwendagvuur dat nog steeds in veel delen van Europa op 2 februari wordt ontstoken. Het doel ervan is het oude kreupelhout weg te branden en de nieuwe loten tot groei aan te moedigen.
De fakkeloptocht van de Romeinen was het nabootsen van de gang van Ceres die met een fakkel door het duistere rijk van Pluto ging om haar dochter Proserpina te zoeken. Proserpina was in het begin van deze maand door Pluto geroofd. Ter gedachtenis daaraan hielden ze in het begin van de maand een ommegang door de stad met fakkels. Ofwel moeder natuur zoekt de levenskiemen die in de aarde verborgen liggen en geeft ze zonnewarmte ter ontkieming, dan is Proserpina weer terug. Dat feest noemde men Amburbula.
Paus Innocentius III noemt in een preek op Maria-zuivering: ‘De heidenen hebben de maand februari aan de goden van de onderwereld gewijd omdat, naar zij ten onrechte geloven, in het begin van die maand Proserpina door Pluto geroofd was, dat haar moeder Ceres haar de ganse nacht gezocht had op Sicilië met brandende fakkels. Ter gedachtenis daaraan hielden ze (de heidenen) in het begin van de maand een ommegang door de stad met brandende fakkels.'
Dat zien we ook bij de vlierstruik, dit was de woning van de goede huisgeest, de hollermoeder, die het huis beschut tegen vuurgevaar en het vee voor ziektes. De vlier is een van de struiken die het eerst uitlopen, al in februari. Deze trouwe struik blikt in de duisternis door het venster en ziet of alles in orde is. Aan haar ontleent zich het oorspronkelijke oud heidense Lichtfeest. Op haar feest dansen de vrouwen in de steeds krachtiger warmer wordende zonnegloed die de voorjaar brengende godin bracht. Ze dragen holundertakken in de handen en Գlaanՠ(strijken, een levensroede) daarmee op de dansplaats op de naderende mannen los. In het oude IJsland liepen de vrouwen driemaal rond de hoeve om de үntwakende zonӠuit te nodigen binnen te komen. Op Terschelling en in West Friesland mogen de vrouwen op deze dag wensen doen die door de mannen vervuld moeten worden. In Amsterdam en sommige andere plaatsen werd 2 februari ook wel vrouwendag genoemd. Op deze dag waren de vrouwen (openlijk) de baas in huis. De man moet haar trakteren op alles wat ze wenst.
In Duitsland was het frautragen,’ vroeger op sommige plaatsen een algemeen gebruik wat al meer dan een eeuw verboden is. Het bestond daarin dat in de tijd van de winterzonnewende een tafel met een beeld van de heilige Maria ‘s nachts onder fakkel begeleiding van de ene boerenplaats naar de andere gedragen werd. Elke boerenhof achtte zich gelukkig het beeld te ontvangen. Waar het kwam bracht het zegen voorspoed en vruchtbaarheid.
Als hulpmiddel om te voorspellen hoe de oogst het komende jaar zal uitvallen bedient men zich in sommige streken van een brandende Lichtmiskaars waarvan men het vet in een kom laat druppelen. Al naar gelang de gestolde vetdruppels zich op het water vertonen in de vorm van bloempjes of korrels zal de akker meer of minder vrucht opleveren. In Vlaanderen liet men de druppels van de gewijde kaarsen in het graan lekken ter bevordering van een voorspoedige oogst.
Met recht verwijst men op de door Tacticus geschilderde omgangen van Nerthus en op de winterse ommegang van het Freyabeeld in Zweden en stelt daarmee de vrouwendag in een rij van gebruiken die vruchtbaarheid geven zou wiens uitoefening in de tijd tussen winterzonnewende en Pasen valt.
Gezien het gebruik dat op de vrouwentafel uitsluitend de zwangere moeder Gods te zien is en dat de politie en de kerk het nodig vonden tegen dit gebruik in te gaan brengt duidelijk zijn oorspronkelijk gebruik naar voren.
Het was ook de dag waarop de dienstmeiden vrij hadden.
In N. Holland boven het Noordzee kanaal verwisselde de knechten op de boerderijen van dienst. Dat ging met vrolijkheid gepaard, een vrolijkheid die wel eens te ver ging en vandaar de uitdrukking 'Lichtmis.'
In Helmond worden broodjes uitgedeeld. Volgens een fundatie van 20 augustus 1580 door Johanna de Knuyt-Willemse gedaan deelt men in Bergen op Zoom jaarlijks nog stuiverbroodjes of Maria Lichtmisbroodjes aan de armen uit. Tot 1948 deelde men in Bergum, Friesland, op deze dag de ljochtmisbrea aan de armen uit. Die traditie stamt uit 1570, toen deed op (1 februari) bisschop Cunerus zijn intrede in Leeuwarden. Om de harten van de voornamen te winnen gaf hij de volgende dag een gastmaal in մ Blokhuis. Op de monniken van Bergun te laten voelen dat hij ook hun meester was beval hij dat de rogge van de boerenplaatsen in 't Noordermeer die aan boer Jeppe behoorden, niet meer aan 't klooster geleverd mocht worden, maar dat deze rogge tot broden verwerkt op Onze Lieve Vrouwendag ten eeuwige dage aan de armen moest worden uitgereikt. De diaconie van de Ned. hervormde Kers zorgde nog lang voor de uitdeling. Het is gestopt in 1948, niemand protesteerde.
Op vrouwendag 2 februari, moet de leeuwerik zich weer vertonen, het begin van het voorjaar.
Volgens de plantenkalender, die de bloei van veel planten gekoppeld heeft aan de verering van heiligen op hun naamdagen, moet het eerste sneeuwklokje al op de 2de februari bloeien. Dit is op Maria Lichtmis wanneer de aarde uit haar winterpantser verlost wordt.
In Engeland is het bekend onder de namen candlemas‑bells, (Vlaams, lichtmisbloem) ook wel purification flowers en fair‑maids of februari. Dit omdat het plantje gewoonlijk bloeit op de tweede dag van februari die candlemas day genoemd wordt. Dit zou de dag zijn dat Maria het kind Jezus meenam naar de Tempel van Jeruzalem en de verjaardag hiervan, 2 februari, wordt er ter hare eren feest gevierd. Haar beeld wordt in de kerk met witte bloemen versierd terwijl de fairs‑maids: jonge maagden, in processie kransen van sneeuwklokjes naar de kerk brengen.
‘The follow two, all robed in white,
And each must snowdrops carry
This, some think, why these flowers we call
Fair maids of February’.
In een oude Church Calendar verschijnen deze zinnen:
‘The snowdrop in purest white arraie
First rears her hedde on Candlemas daie.’
Weerspreuken,
Deze dag is vermaard is de volksweerkunde.
Als de Lichtmiskeersen door de sneeuw gaan, gaan de koeikens vroeg naar de wei.
Als er te Lichtmis druppeltjes aan de dornhagen hangen, is ‘t schoon vlas te wegen.
Als men Lichtmis de dornhagen likken, dan zullen de koornkarren kwikken. Kwikken= wankelen.
Bij een regenachtige Maria Lichtmis zal de graanoogst dus overvloedig worden. Ook:
Drupt (of lekt) met Lichtmis de hagedoorn, dan is ‘t een goed jaar voor het koren.
Als met Lichtmis de doornboom lekt, dan drinken de vetwijders wijn. =Dan zal het een goed jaar zijn voor het vee, immers vetwijders zijn boeren die voor de slacht fokken.
Als met Lichtmis de zon door de kaarsen schijnt, boerkens bewaart uw hooitas wel. Ook:
Als met Lichtmis de zon op ‘t altaar schijnt moet de scheper zijn orten bewaren. Ort = wat de beesten van hun voer overlaten. Dit gaat gewoonlijk naar de mesthoop.
Als met Lichtmis de zon door de bogaard schijnt, zal ‘t een goed appeljaar zijn. (Vlaams)
Als met Lichtmis ‘t zonneken brandt, komt er schaarste op ‘’t. (Aalst)
Als met Lichtmis de zon schijnt op de toren krijgt men ‘zoveel sneeuw als tevoren.
Als op Lichtmis de zon schijnt, door ‘t hout, dan is ‘t nog wel zes weken koud. Ook:
Als op Lichtmis de zon schijnt, gaat de vos nog 6 weken naar zijn hol terug.
Als op Lichtmis de zon op de kaarsen schijnt, dan mogen de boeren wel klagen.
Als met Lichtmis de zon schijnt op Gods altaar, dan is het een goed bijenjaar.
Als met Lichtmis de zon op het misboek schijnt, is het een teken dat de winter verdwijnt.
Brengt Lichtmis wolken en regen mee, is de winter voorbij en komt niet meer.
Geeft Lichtmis klaverblad, Pasen dekt met sneeuw het pad.
Geeft Lichtmis zonneschijn, het zal later winter zijn.
Lichtmis donker, asdag klaar, geeft een vruchtbaar jaar. Asdag= Aswoensdag.
‘Lichtmis donker
Maakt de boer een jonker.
Lichtmis helder en klaar
Maakt de boer tot bedelaar.’ Ook:
Lichtmis donker
Dan wordt de boer een jonker.
Maar Lichtmis licht
Dan wordt de boer een knecht.’
Lichtmis donker met regen en slijk, maakt de boeren rijk.
Lichtmis helder en klaar, geeft een goed bijenjaar, vlasjaar.
Lichtmis helder en klaar, dan komt er veel sneeuw voorwaar.
Lichtmis in klaver, Pasen in sneeuw.
Lichtmis klaar, geeft een vruchtbaar roggejaar.
Met Lichtmis triestig weer, is goed voor boer en heer.
Lichtmis klaar en rein, het zal een lange winter zijn.
Lichtmis mooi en klaar, geeft 2 winters in 't jaar.
Lichtmis vroeg de zon aan de toren, dan gaat al ‘t vlas verloren. Het is voor ‘t vlas niet zo goed dat het al zo vroeg warm is.
Maria, zo zij kerkgang doet met helder zonneschijn, ‘t zal vriezen en nog kouder als van tevoren zijn.
Met Lichtmis klimt de leeuwerik een ploegstaart hoog. Of;
Met Lichtmis springt een leeuwerik op de horst. (=hooggelegen land)
Met Lichtmis valt de sneeuw op een warme steen. =Het kan nog wel sneeuwen, maar de gevallen sneeuw smelt spoedig weg.
Op Lichtmisdag ziet de boer liever de wolf in zijn schaapstal dan de zon.
Schijnt met Lichtmis de zonne heet, dan komt er nog veel sneeuw en leed.
Schijnt de zon op Lichtmisdag, er komt meer ijs dan er reeds lag.
Schijnt op Lichtmisdag onder de mis de zon over het misboek, dan heeft men nog meer winterweer te vrezen.
Maria Lichtmis klaverblad, Pasen dekt met sneeuw het pad.
Voor Lichtmis leeuwerikenzang duurt niet lang. Immers:
Zoveel dagen de leeuwerik voor Maria Lichtmis zingt, zoveel dagen zingt hij daarna. =Is het dus voor 2 februari warm weer, zal dat spoedig omslaan.
Zie verder: http://www.volkoomen.nl/ en : http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/