21 december

Over 21 december

Heiligen van de dag, naamgeving, etymologie, relikwieën, hun werken en plaats, verering, wonderen, sterven, hoe ze afgebeeld worden,

Uit www.taylormarshall.com

21 december of 3 juli, Sint Thomas: 1 van de 12 discipelen, vermoedelijk geboren in Galilea en in het vierde evangelie volgens de Griekse vertaling van het Aramese naam, ‘tweeling’, Grieks didymus, geheten, mogelijk was hij de tweelingbroer van Mattheüs. 12 heiligen zijn er van die naam.

Toen Jezus het bericht bereikte over de ziekte van Lazarus besloot hij dat ze naar Juda zouden gaan. Die vroegen hem niet te gaan omdat de Joden hem al bij het laatste bezoek stenigen wilden. Jezus liet zich niet van zijn besluit af brengen. Dan sprak Thomas: ‘dan zullen wij ook gaan zodat we met je zullen sterven.’ Dezelfde Thomas behoorde tot de angstige die de Heer op Goede Donderdag verlieten en zich verborgen toen het gevaarlijk werd. In deze dagen en nachten zonk Thomas het moedige geloof in de schoenen. Hij was niet een maal bij de Apostelen en ook niet toen de Heer op Paasavond verscheen. Toen hem het verschijnen medegedeeld werd zei hij, ‘als ik niet in zijn handen de nagels zie en mijn vingers in de nagels, en mijn hand in zijn zijde kan leggen, zo geloof ik het niet.’

Volgens Eusebius was de naam van de discipel eigenlijk Juda (s) en was dit een bijnaam om hem te onderscheiden van de andere van dezelfde naam. Hij was de latere apostel, de ongelovige Thomas die aanvankelijk niet wilde geloven in de opstanding van Jezus, Joh. 20:24. Na 8 acht dagen verscheen hem de Heer en vroeg Thomas zijn vingers daar te leggen en zijn hand in de wond te steken. ‘Weest niet ongelovig.’

Een legende verhaalt dat St. Thomas, beter bekend als de ongelovige Thomas, weigerde te geloven dat Maria gestorven was en door de apostelen begraven. Hij verlangde dat haar tombe geopend zou worden. Dit werd gedaan en het werd gevonden geheel gevuld met leliën en rozen, verder was die leeg. Ze waren overtuigd dat de Heer het lichaam in de hemel opgenomen had. Uit de hemel verscheen Maria, omgeven door haar engelen, en reikte de twijfelaar haar gordel zodat hij geloofde. Thomas schonk dit relikwie aan een man die het hoog in eren hield. Dit bleef door overerving in de familie tot ze na de eerste kruistocht in Italië verscheen waar het in de Dom van Prato bewaard wordt. Welk kledingstuk nog altijd een heilzame invloed ten opzichte van kraamvrouwen wordt toegeschreven.

Te Edessa werd een kerk opgericht ter eren van de H. Thomas. Hij zou het christendom te Parthie verkondigd hebben en overleden zijn in Edessa.

De bisschop Aquilinius verhaalt van een mirakel dat aan een droge wijngaardrank geschiedde die alle jaren in de hand van de heilige apostel gelegd werd op de avond van zijn feestdag. Die op werd op die dag groen en droeg een tros druiven met grote verwondering van iedereen. In de Griekse kerk is de 6de oktober en de zondag na Pasen aan hem gewijd

Hij wordt afgebeeld als apostel met lans of zwaard, kelk of gebouwtjes, hij was timmerman, soms met een hond met in de bek de hand van de man die apostel tijdens een trouwfeest sloeg en daarna door een leeuw werd verscheurd. Meestal zie je hoe Jezus hem zijn wonde laat zien. Soms ook een hart of aanwijsstok. Schutspatroon van timmerlui, steenhouwers, landmeters architecten en theologen. Wordt aangeroepen tegen ongelovigheid, rugpijn en blindheid, gelukkig zij die zonder gezien te hebben toch tot geloof komen Joh. 20:29

Volgens de overlevering zou hij martelaar in Indië geworden zijn waar zeker de apocriefe: ‘Acta Thomae’ aanleiding heeft gegeven. In 1562 te Malipur in Oost Indië als de plaats waar volgens de overlevering St. Thomas de marteldood onderging vertoonde zich een wonderbaar kruis. Het was uit steen gehouwen en met sommige smetten bloed bevlekt. Op het uiteinde zag men leliën, in het midden een duif en boven dat kruis stonden zekere onbekende letters.

Er wordt in zijn legende verteld dat een zware boom, van zeer groot gewicht en zwaarte, op het water zwom. 10 000 mensen en veel olifanten konden het niet op het strand trekken. Toen kwam St. Thomas die vertelde dat hij het wel alleen kon. Hij deed het en de koning van het land, die het mirakel zag, gaf hem grond om er een tempel te bouwen. Deze kerk stond te Malipur, enigen zeggen Maripolis, dat zeestad betekent. Hij wordt afgebeeld met een winkelhaak en geldt als patroon van de bouwkundigen. Dit omdat hij van een Indisch vorst, Gondoforus, geld ontving om hem een paleis te bouwen. Toen de vorst vernam dat hij het bedrag besteed had ten bate van de zieken en armen dreigde hij hem met de dood. Hij ontging echter dit lot doordat de kort daarvoor gestorven broeder van de koning openbaarde dat Thomas een paleis voor hem in de hemel bouwde. Hij stierf later als martelaar doorboord met een lans nadat van alle kanten pijlen op hem afgeschoten waren. Toen de H. Franciscus Xavierius in 1524 op zijn missiereizen naar Indië kwam trof hij volksstammen die naast verscheidene goden ook Christus aanbaden. In hun tempels stond het kruis naast godenbeelden. Ze noemden zichzelf Thomas christenen en verhaalden de verbaasde missionaris dat de Apostel vele honderden jaren geleden in hun land de leer van Christus gepreekt had.

Meestal wordt hij afgebeeld met een winkelhaak, hij is de bouwmeester. Op zijn marteldood wijzen het zwaard, soms een lans of dolk. Patroon van bouwers, architecten, timmerlui en geometers maar ook gordelmakers en theologen hebben zich onder zijn bescherming gesteld.

De liaan die Bauhinia scandens heet had eerst witte bloemen. Toen een Brahmaan den H. Thomas met een lans doodde sproot zijn bloed uit de wonde en viel op deze witte bloemen. Sindsdien zijn ze scharlaken rood geverfd. Volgens Zanoni in 17de eeuw zou dit B. variegata zijn en dat is ook de mening van Hermans wat je uitgedrukt vindt in Malabaars Kruidhof van Henrik van Rheede van Draakenstein. Op bladzijde 22 vind je ԓ. Thomas Boom, op de bloemen zijn bloedige strepen te zien, gesproten uit het vergoten bloed van den heiligen Thomas. Men geloofd dat S. Thomas op Malabar en in Zeilan (Ceylon of Sri Lanka) heeft gepredikt.’

Jan van Mandeville; ‘Van dit land gaande door menig landschap gaat men tot een eiland dat 9 dagreizen lang is dat men Mambron (Sri Lanka ?) noemt dat een groot koninkrijk is en daar zijn vele schone steden. In dit koninkrijk ligt Sint Thomas de apostel in vlees en in bloed en in gebeente in een schone tombe in de stad van Calamie, want daar was hij gemarteld en begraven, maar die van Assyrië lieten zijn lichaam in tijden die geleden zijn dragen in Mesopotamië in de stad van Edissen en sinds werd hij daar weer gedragen. En zijn arm en zijn hand die hij stak in de wond van onze Heer toen hem onze Heer openbaarde en zei na zijn opstanding: Noli esse incredulis sed fidelis, dat is te zeggen: wil niet ongelovig zijn, maar gelovig, die ligt nog buiten het vat daar zijn lichaam in ligt. En met deze hand wijzen ze hun vonnissen in dit land en laten weten wie recht of onrecht heeft. Want als enige lieden twijfel hebben tussen twee partijen en iedereen zegt dat hij recht heeft, ze laten hun beide zaken in schrift zetten en daarna zo leggen ze beide deze geschriften in Sint Thomas hand. En gelijk werpt hij ver weg van hem dat schrift van diegene die onrecht heeft en het geschrift van diegene die recht heeft houdt hij in zijn hand. En daarom komen van verre landen de lieden al daar van twijfelachtige zaken om vonnis aldaar van te hebben.’

St. Thomasbonen zijn de Bauhinia soorten. Het is de plant van de dag.

De kortste dag van het jaar, het geldt als een schande om deze dag lang te slapen. Diegene die te laat op school kwam werd domesel, (thomasezel) genoemd, gelijk aan de luilak die de eerste meidag verslaap. Natuurlijk heeft men dit gebruik in verband gebracht met het Evangelieverhaal van de H. Thomas die ‘te laat kwam’ toen de anderen reeds verzameld waren, Johannes XX: 24. De schooljeugd zorgde ervoor eerder op school te zijn dan de onderwijzer, die moest het dan ontgelden. Hij werd bijvoorbeeld buiten de school gesloten, de deur met schoolbanken gebarricadeerd of verjaagd met turven die de kinderen vroeger zelf mee moesten nemen om het lokaal te verwarmen, zelfs kwam het voor dat de meester op een stoel werd gebonden en in triomf naar de herberg gebracht werd waar hij pas bevrijd werd nadat hij getrakteerd had en voor de rest van de dag vrij had gegeven.

Het Thomassen was in Zuid-Nederland een gebruik van kinderen en dienstboden en dergelijke om hun ouders, onderwijzers of meerderen buiten te sluiten tot hun wensen ingewilligd werden. Nog lang bestaat dit op seminaries bij studenten tegenover hun oversten.

Op deze dag begint in Friesland het Sint Thomasluiden. Het is de oorspronkelijke inleiding tot de joeltijd, het midwinterfeest. De geesten drijven hun spel, toverij en bijgeloof vieren hoogtij gedurende de ‘twaalf nachten.’ De klokken dienen om die boze geesten te verjagen. Meestal staan deze klokken in het klokhuis, naast de kerk (ze hoorden oorspronkelijk niet bij de kerk, soms is het klokgedeelte nog van de gemeente en staat los, meestal is de kerk ertegenaan gebouwd) Meestal is het klokkenluiden verboden vanwege de uitspattingen die het volk er aan verbond.

In sommige streken geldt Thomas ook als boeman waar men de kinderen wijs maakt dat als ze niet aan St. Nicolaas geloven St. Thomas hen op zijn naamdag aan de oren komt trekken omdat hij sinds zijn ongeloof dit niet meer van anderen duldt.

Deze dag is een lotsdag en geschikt om de toekomst te doorschouwen. Er is een periode van rust in getreden in welke tijd de goden met de mensen omgingen en die de toekomst openbaarden

Op deze dag trachten de huwbare meisjes door allerlei kunststukjes uit te zoeken wie haar wederhelft zal zijn (dit naar zijn Griekse naam Didymus: tweeling) In de eerste plaats komt het schoen werpen in aanmerking. De nieuwsgierige zet zich op de grond en werpt haar linkerschoen achter zich over մ hoofd, komt het schoeisel met de spits naar de deur toe te vallen dan zal ze volgens jaar door een geliefde uit het ouderlijk huis geleid worden.

De ui is gewijd aan St. Thomas en op kerstdag wordt het een rivaal van de mistletoe. Op die oude heilige dagen vertegenwoordigt een knappe jongeman de heilige die rond het yule blok danst en de meisjes een ui geeft die ze in stukken snijden, bij elk stuk fluisteren ze de naam van de jonge man waarvan ze verwacht dat die met haar zal trouwen, wuift die over het hoofd en herhaalt deze woorden:

‘Good Saint Thomas do me right, and send my true love come to night.

That I may see him in the face, and him in my kind arms embrace.’

Die jongeman zal met klokslag twaalf in haar bed liggen en als het geluk goed is heeft ze een goed uitzicht op een huwelijk

Sint Thomas, de kortste dag en langste nacht;

‘t Zijn drie Heeren in’tմ land gekomen

Heer Druipneuze

Heer Blaest in dըand

Heer Klibbertand.’

Op de lijst die soldaten in Engeland moesten tekenen voor hun inschrijving stond als voorbeeld Thomas Atkins rond 1815, vandaar het woord Tommy voor een Engelse soldaat.

21 december, H. Jutta van Diessenberg. (Judith)

Geboren in de 11de eeuw te Spanheim, Germanië, zuster van Meginhard, hertog Palatine van Spanheim. Kluizenaarster en leefde in een klein huis bij het klooster van St. Disibod te Diessenberg rivier. Leerde daar plaatselijke kinderen om te overleven, inclusief St. Hildegard van Bingen die veel aan St. Jutta te danken heeft, leerde haar Latijn, hymnen en psalmen en geestelijke noden. Jutta kreeg een reputatie van geestelijkheid en verering tot God en trok veel vrouwelijke volgelingen aan die opgroeiden in een religieuze gemeenschap met Jutta als hun priores tot haar dood in 1136 waar St. Hildegard het overnam. Jutta was als een rivier met veel schatten, schreef ze, die overvloeide met de dank van God. Talrijke mannen en vrouwen uit het gebied vereerden haar continu en bezochten haar tombe.

Zie verder: http://www.volkoomen.nl/ en : http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/