9 maart
Over 9 maart
Heiligen van de dag, naamgeving, etymologie, relikwieën, hun werken en plaats, verering, wonderen, sterven, hoe ze afgebeeld worden,
Uit en.wikipedia.org
9 maart, H. Francisca Romana: ‘Fransmanռ.’
Francisca is geboren in 1384 te Rome uit het adellijke geslacht De Busci (Bussi). Ze werd op haar twaalfde uitgehuwelijkt en kreeg drie zoons, verloor haar spraak, raakte verlamd en weigerde alle voedsel, ze werd genezen door een visioen van de H. Alexius. In 1425 was ze de stichteres van de vrouwelijke Oblaten van de H. Benedictus. Na de dood van haar man in 1436 legde ze alle rijkdom af en leefde uiterst arm, vol liefde voor de armen. Ze zou door haar stiefdochter verdreven zijn en trad in het haar zelf gestichte congregatie toe en daar kwamen haar mystieke gaven aan het licht. Steeds werd ze door de duivel gekweld, maar werd bijgestaan door haar beschermengel die haar ճ nachts bijlichtte om te lezen. Overleden op 9 maart 1440 in Rome waar haar lichaam in de kerk van Santa Maria Nuova werd bijgezet. Pius V verklaarde haar heilig in 1608.
Ze wordt in strenge zwarte kleding afgebeeld. Naast haar staat een engel omdat ze vaak contacten had met haar beschermengel. In de hand houdt ze soms pijlen, pestpijlen want haar gebeden maakten een eind aan de pest in Rome. Verder een boek of een broodkorf. Ook wordt ze afgebeeld met een monstrans waarvan de stralen har hart treffen. Omdat ze verschillende kinderen verloor door de pest en vele pestlijders verzorgde wordt ze tegen die ziekte aangeroepen. Patrones van weduwen, huisvrouwen en automobilisten dat vanwege haar contacten met de engelbewaarder.
Uit de.wikipedia.org
9 maart, 10 januari in de Orthodoxe kerk, 14 juni in de Lutherse kerk en 19 juli in de Anglicaanse kerk, H. Gregorius van Nyssa: Grieks gregorios: ‘de waakzame,’ vgl. Latijn Vigilius. Naam van verschillende heiligen.
Gregorius is een broer van de heilige Basilius en geboren te Nyssa in Cappadocië, rond 335. Zijn moeder was de H. Nonna en zijn vader Gregorius van Nazianze de oudere. Greogorius werd geestelijk beïnvloed door zijn grootmoeder Macrina de Oude en zijn oudste zuster Macrina de Jonge. Hij bereidt zich voor op een kerkelijke loopbaan. Daarnaast begint hij een studie voor retor. Het niet-christelijk idealisme met zijn hoge morele en esthetische niveau boeide hem. Na een ascetische leven waartoe hij onder invloed van zijn broer Basilius van 5 jaar waar ze zich bezinnen op hun leven tot God werd hij tegen zijn zin in 371 bisschop van Nyssa (het huidige Nevşehir) ofschoon hij getrouwd was met Theobesia die hij tot zijn dood trouw bleef in 394. Na de dood van Basilius komt hij uit de schaduw van zijn broer en vanaf 379 zijn werkzaamheden overweldigend. In 381 nam hij deel aan het eerste concilie van Constantinopel waar hij de Geloofsbelijdenis van Nicea (325) en de triniteitsleer verdedigde tegenover de arianisten. Vanaf 386 neemt zijn invloed af en nemen dogmatische kwesties hem minder in beslag. Hij legt zich toe op het monastiek ideaal. Hij schenkt aan het monnikendom de vergeestelijking, terwijl daarvoor Basilius meer de organisator was. In het westen is Benedictus zijn grote navolger. Hij was een veelzijdig schrijver, filosoof en theoloog. Zijn voornaamste verwezenlijkingen liggen echter op het domein van de literatuur, met o.a. een commentaar op het exodusverhaal: Het leven van Mozes. (392). In of kort na 394 is hij overleden.
Een van de beroemdste Griekse kerkvaders. Hij wordt samen met H. Basilius de grote en de H. Gregorius van Nyssa Cappadocische Vaders genoemd. Daarnaast is ook zijn zuster Macrina die bekend is door de briefwisseling tussen hen beiden.
Hij wordt afgebeeld als Griekse bisschop, boek, pen of ganzenveer.
Uit saintsresource.com
9 maart, Catherina van Bononia (van Bologna). Meestal wordt de naam in verband gebracht met Grieks katharos: ‘rein, schoon of zuiver,’ volgens anderen is het woord van aikaterine, op welk woord de Russische vorm Ekaterina wijst. Hoewel het ook kan van aeikaterine: ‘de altijd reine,’ of uit Syrisch kethar: ‘kroon.’
Catharina werd op 8 september 1413 in Bologna (Bononi), volgens anderen te Verona uit voorname familie geboren als Catharina de Vigri en was van adellijke afkomst. Ze was eerst hofdame van prinses Margareta van Este, sinds 1432 voegde ze zich bij de orde der St. Franciscus en kwam vervolgens aan het hoofd der Clarissen in het klooster van het H. Sacrament te Bologna waar ze op de 9de maart 1463 overleed. Ze werd heilig verklaard in 1742. Wondere voorspellingen en duivelse aanvechtingen worden van haar vermeld. De ondervindingen van haar mystiek leven schreef ze neer in ‘Revelationes s. septem armis spiritualibus.’ Ook een Latijnse hymne op de eerst 5 geheimen van de rozenkrans wordt haar toegeschreven.
Haar lichaam wordt ongeschonden in een kapel van haar klooster te Bologna bewaard en vereerd.
Ze wordt afgebeeld als non in bruin habijt. Meestal tonen de afbeeldingen hoe het kind Jezus haar kust, een visioen dat ze tijdens een kerstnacht had, de H. Maagd verscheen aan haar en reikte haar het kind aan dat haar daarop een kus gaf. Die kus zou de rest van haar leven op haar gezicht gebleven zijn. Verder met een boek, kruisbeeld of lelie waaruit het Christuskind groeit. Patrones van kunstenaars omdat ze zelf een begaafd miniatuurschilderes was je ziet haar dan ook vaak met schilderij en penseel afgebeeld.
De bloem van de dag is een narcis, Narcissus bulbocodium. (bolachtig) (=Corbularia bulbocodium)
St Bosco met Dominicus Savio uit pylgeralmanak.nl
9 maart of 6 mei, Dominicus Savio.
Dominicus Savio ziet op 2 april 1842 in het Italiaanse Riva di Chieri het levenslicht als tweede spruit van de in totaal tien kinderen die smid Carlo en kleermaakster Brigitta Savio mogen ontvangen. Dominicus is een heel gewoon jochie, maar met een buitengewone liefde voor O.L. Heer. Wanneer hij vier is, vindt zijn moeder hem weggedoken in een hoekje. Met zijn handjes gevouwen en hoofdje gebogen, is hij diep verzonken in gebed: hij kent alle gebeden al uit zijn hoofd! Dit beeld zal nog vaak voorkomen, want Dominicus kan zo in gebed opgaan, dat hij tijd en plaats volledig vergeet. Al op vijfjarige leeftijd is de goedlachse Dominicus misdienaar, terwijl hij pas zijn Eerste Communie kan doen als hij zeven is.
Een paar jaar later is Don Bosco op zoek naar jongens die hij wil opleiden tot geestelijken zodat zij hem kunnen helpen bij de opvang van verwaarloosde jongens. Vanaf de eerste ontmoeting weet Don Bosco dat hij hier met een bijzondere jongen te maken heeft ҅en, wat vind je van mij?’ vraagt de twaalfjarige Dominicus aan Don Bosco. ‘ik denk dat je goed materiaal bent.’ antwoordt deze met een brede glimlach. ‘Nou,’ reageert Dominicus, ‘gij bent een goede kleermaker, dus als het materiaal goed is, gebruik me dan en maak van mij een nieuw pak voor O.L. Heer.’
Dominicus is een ijverige en vrolijke leerling, maar ook zeer begaan met zijn klasgenoten en gevoelig voor alles wat er om hem heen gebeurt. Hij zet met een stel vrienden het ‘gezelschap van de Onbevlekte Ontvangenis, ‘op; ze houden de school op orde en ontfermen zich over de achterblijvers en minder populaire jongens.
Don Bosco moet Dominicus wel behoorlijk bijsturen, want zijn enthousiasme lijkt soms te ontaarden in fanatisme. Op een avond vindt Don Bosco hem bibberend van de kou in bed onder slechts een dun lakentje.’Ben je helemaal, zo krijg je longontsteking,’ verwijt Don Bosco hem. Dominicus excuus is dat Christus in de stal van Bethlehem toch ook geen longontsteking had gekregen.
Don Bosco wijst de ijverige Dominicus erop dat heldhaftigheid juist in het gewone en heiligheid in kleine dingen te vinden is: ‘Geloof moet om ons heen hangen als de lucht die we ademen.’ Dat draagt de jonge Dominicus vervolgens zo sterk uit dat hij het respect en de waardering van de andere jongens in de school wint. Ook van de twee stenen gooiende knapen.
Dan gaat zijn gezondheid achteruit en Dominicus wordt naar huis gestuurd om op krachten te komen. Het mag niet baten. Hij heeft tuberculose en zal sterven. Maar Dominicus is niet bang voor de dood. Hij is, letterlijk, kinderlijk enthousiast dat hij naar de hemel mag gaan. Vlak voor hij sterft, richt Dominicus zich op, een brede lach verschijnt op zijn gelukzalig gezicht: ‘Ik zie zulke schitterende dingen.’ Het zijn zijn laatste woorden. Op deze 9e maart 1857 is hij een kleine maand verwijderd van zijn vijftiende verjaardag.
Dominicus wordt in 1950 zalig en in 1954 heilig verklaard. Hij is dan de jongste niet-martelaar die in de Kerk wordt heilig verklaard.
Deze jong gestorven heilige wordt in een donker pak afgebeeld en meestal zittend. Meestal staat er een kruis of Mariabeeld bij waar hij zijn arm omheen slaat. Een of meer boeken wijzen erop dat hij nog studeerde toen hij overleed.
Patroonheilige van jongenskoren en jeugdverenigingen.
Zie verder: http://www.volkoomen.nl/ en : http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/