20 juni

Over 20 juni

Heiligen van de dag, naamgeving, etymologie, relikwieën, hun werken en plaats, verering, wonderen, sterven, hoe ze afgebeeld worden,

Uit jesus-passion.com

20 juni, H. Silverius: Latijn silva: ‘bos, woud,’ dus tot het bos behorend, het bos bewonend.

Paus was de 58ste paus van 536 tot 537. Hij was de zoon van paus Hormisdas voordat die priester werd. Zijn pontificaat wordt gekenmerkt door de strijd met het Byzantijnse rijk, zijn beleid was daar oorzaak van. Ook kwam dat door zijn voorganger, paus Agapitus I die de patriarch van Byzantie, Antimus, wilde afzetten omdat die monofysiet was. De Byzantijnen wilden Vigilius als bisschop installeren. Na de inneming van Rome door de Byzantijn Belisar werd hij valselijk beschuldigd van betrekkingen met de Oostgoten, afgezet en verbannen. Witiges, koning van de Oostgoten, probeerde de stad door belegering terug te veroveren zodat de bevolking bijna verhongerde. Men beweerde dat Silverius daarom Witiges beloofde de stad voor hem te zullen verraden. Dit leidde ertoe dat hij in maart 537 gedegradeerd werd tot een gewone monnik. Hij protesteerde bij Justianus I die hem weer in zijn oude waardigheid herstelde. Vigilius, die toen echter al paus was, slaagde erin zijn concurrent vast te zetten op het gevangeniseiland Panditaria, Liber Pontificalis zegt dat hij naar Palmarola verbannen werd. Hij werd evengoed een heilige, dat omdat hij een groep vissers van het eiland Ponza die door een storm verrast waren gered zou hebben nadat ze hem aanriepen.

Uit canonvanmoederijk.nl

20 juni, Feest van de H. Miraculeuze Hostiën. Overbrenging van de miraculeuze hostie, die te Klundert in een moeras was gevonden, naar de O. L. Vrouwekerk van Breda in 1449.

Circa 1300 zou in de omgeving van het toenmalige Niervaart een sacramentswonder zijn gebeurd. Een zekere Jan Bautoen vond toen hij in de aarde aan het graven was een miraculeuze hostie. Naar aanleiding hiervan ontstond een speciale cultus in de plaatselijke parochiekerk. Tot ongeveer het midden van de vijftiende eeuw, toen Niervaart moest worden prijsgegeven aan de zee, werd deze hostie door tal van bedevaartgangers bezocht. In 1558 werd het gebied waarin eens Niervaart lag teruggewonnen op de zee en werd er een nieuw dorp gevestigd: Klundert.

De miraculeuze hostie werd na een verblijf van anderhalve eeuw in Niervaart in 1449 overgebracht naar Breda.

Volgens een bewaard gebleven 16e-eeuwse kroniek kende Niervaart reeds snel na de gebeurtenis van het wonder een grote toeloop van pelgrims. De faam van Niervaart zou verder toenemen nadat een onderzoeksrechter van het bisdom Luik, magister Macarius, de hostie op oneerbiedige wijze had gepoogd te doorboren, waarna het sacrament begon te bloeden (dreigwonder). Na de melding van dit voorval worden in de kroniek 20 wonderen vermeld die tussen 1373 en 1437 zouden zijn geschied door toedoen van het sacrament. Afgaande op deze verslagen was Niervaart in deze periode ook buiten de nabije omgeving bekend als bedevaartsoord; veel pelgrims kwamen uit Holland (Dordrecht, Rotterdam). Ongetwijfeld werd Niervaart het drukst bezocht op de zondag voorafgaand aan het feest van St. Jan (24 juni), omdat op deze dag een plechtige processie met het sacrament werd gehouden. Wanneer deze processie werd ingesteld is niet meer te achterhalen; in de kroniek wordt ze in ieder geval, min of meer terloops, vermeld voor het jaar 1400. De oudste afbeelding van de hostie, die waarschijnlijk met de Beeldenstorm (1566) voorgoed verloren is gegaan, is te zien op een in het tweede kwart van de 16e eeuw voor de Sacramentskapel van de Bredase O.L. Vrouwekerk vervaardigd retabel. Hierop wordt de hostie getoond, gevat in een monstrans en blank, dus zonder rode stippen. Dat er op deze afbeelding geen stippen te zien zijn, zou erop kunnen wijzen dat de mirakelhostie in de 16e eeuw of eerder vervangen was door een andere hostie.

Uit en.wikipedia.org

20 juni, H. Florentina: Latijn florens: ‘bloeiend, bekoorlijk, in aanzien.’ Resp. Flora, godin der bloemen en de lente. Eind april had men het feest Floralia. Flora was oorspronkelijk het Sabijnse equivalent van Ceres. Ze was meer dan de godin van de bloemen, haar naam bezit de gehele betekenis van de Indo-Germaanse wortel bhle / bhlo: bloeien.

Florentina, de dochter van Severianus van Cartagena (Murcia), zuster van drie heilige bisschoppen, heilige Leander, de aartsbisschop van Sevilla, Fulgentius, de bisschop van Ecija, en Isidorus. Zij vluchtte met haar moeder en broers in 543 voor Justianus naar Sevilla en wijdde haar maagdelijkheid aan God en ging onder invloed van haar oudere broer Leander, die eerst monnik was, vermoedelijk in een klooster wonen. Ze omringde zich met een aantal maagden die ook aan de wereld verzaken wilden en vormden een religieuze gemeenschap. Latere bronnen vermelden dat ze naar het klooster S. Maria de Valle bij Ecija (Astigis) geweest is waar haar broer Fulgentius bisschop was. In ieder geval is het zeker dat ze zich aan God heeft gewijd voor 600 toen haar broer Leander, die in 600 stierf, een gids voor haar schreef die de nonnenregels behandelde ‘(Regula sive Libellus de institutione virginum et de contemptu mundi ad Florentinam sororem’) P.L. LXXII, 873 sqq.). Ze leefde volgens die richtlijnen en werd als heilige na haar dood geerd. Haar jongere broer Isidorus wijdde aan haar zijn werk’ ‘de fide catholica contra Judos,’ die hij op haar verzoekt schreef. Ze overleed in het begin van de 7de eeuw en is begraven in de kathedraal van Sevilla. Patrones van Plasencia.

Het is ook de naam van Florence, stad in Italië. Naar die stad is Florence Nightingale genoemd, 1820-1910, die tijdens de Krimoorlog van zo grote zelfopoffering blijk gaf dat haar naam over de hele wereld bekend werd.

Uit the-kundalini.com

20 juni, H. Adalbert von Magdeburg: Germaans, adel: ‘edel’ en bert, schitterend, glanzend, stralend’, met de betekenis, door adel schitterend.

Adalbert is geboren omstreeks 910 in Lotharingen en gestorven op 20 juni 981 te Zascherben. Rond 950 was Adalbert in de kanselarij van Brunos, de aartsbisschop van Keulen en jongere broer van Otto I, werkzaam, in 953 trad hij in dienst van de koning waar hij in de kanselarij als notaris werkte. Rond 958 trad hij in het Benedictijnenklooster St. Maximin te Trier in. In 961 werd hij op aanbeveling van de aartsbisschop Wilhelm von Mainz, een zoon van Otto I, in de functie van missiebisschop naar Kiew gezonden. Zonder resultaat en nauwelijks aan de dood ontkomen keerde hij al in 962 terug. Hierna werkte hij in de omgeving van Mainz verder aan een wereldkroniek, in 966 werd hij door Otto I als abt van het klooster Weiszenburg ingezet. Een jaar later begeleidde hij de koning naar Italië, bij de synode van Ravenna. Daar werd hij met toestemming van de paus en koning tot aartsbisschop van Maagdenburg gewijd. Hij wijdde zich verder aan wetenschappelijke werken en vooral de in 968 gestichte Domschool die tot hoge rang kwam. In die school kwam in 971 een scholier met de naam Vojtech, de latere bisschop Adalbert van Praag. Zijn graf bevindt zich in de Magdenburger Dom en hij werd later heilig gesproken.

Uit www.radio.cz

20 juni St. Adalbert (Tsjechisch: Vojtěch, Pools: Wojciech) Adalbert was geboren uit een edele familie Slavnkovci te Libice nad Cidlinou. Bohemen rond 956. Hij studeerde toen jaar te Maagdenburg onder de voorgaande Adalbert en toen die stierf nam hij de naam Adalbert Vojtech over. Hij werd diverse keren naar Bohemen gestuurd, doopte Geza van Hongarije en zijn zoon Stefanus en werkte ook in Polen. Hij werd bisschop van Praag. Hij nam het de christelijke inwoners kwalijk dat ze zich met slavenhandel bezighielden. Slavische slaven werden door Joden verkocht aan moslims. Hij moest vertrekken uit Praag en nadat hij Hongarije had bekeerd zond de paus hem naar de Pruisen. Van Boleslaw I, hertog van Polen, kreeg hij militairen mee, ze gingen naar Danzig en langs de Oostzeekust. Het was een standaardprocedure van christelijke missionarissen om heilige eikenbomen om te hakken wat ze in veel andere plaatsen hadden gedaan, met inbegrip van Saksen. Omdat de bomen werden aanbeden en er geesten in die bomen woonden die gevreesd werden werd dit gedaan om de niet-christenen aan te tonen dat de God der christenen machtiger was dan hun geesten. Toen zij niet aan de waarschuwingen om van de heilige eikenbomen af te blijven gehoor gaven werd Adalbert door hen gedood in april 997 tussen de rivier Nogat en Fischausen. Er wordt beweerd dat zijn lichaam voor zijn gewicht in goud door Bolesław I van Polen teruggekocht werd. Hij werd al een paar jaar later heilig verklaard.

De twijfelachtige klaproos, Papaver dubium, de partijke, Lythrum salicaria, het kruis van Jeruzalem Silene chalcedonica, de nachtschone, Mirabilis jalapa en de salie van Jeruzalem, Phlomis lunarifolia zijn de planten van de dag.

Zie verder: http://www.volkoomen.nl/ en : http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/