16 juli

Over 16 juli

Heiligen van de dag, naamgeving, etymologie, relikwieën, hun werken en plaats, verering, wonderen, sterven, hoe ze afgebeeld worden,

Uit nl.wikipedia.org

16 juli, Gedachtenis van de H. Maagd van de berg Karmel.

Hoogfeest van de order der Karmelieten. De berg Karmel wordt in de bijbel genoemd als de plek waar Elia streed tegen de profeten van de afgod Baal. Op de Karmel leefde enkele kluizenaars die zich door het geloof van Elia lieten inspireren onder de bescherming van Maria die Berthold de kruisvaarder in 1150 tot de westerse orde hervormde. Dat was de basis voor de latere orde van karmelieten en karmelietessen. Volgens de traditie moet de zesde generaal van de orde, Simon Stock, van Maria het schouderkleed hebben ontvangen dat door vele Christenen in een eenvoudiger vorm wordt gedragen, nl. het scapulier. Vele geestelijke voorrechten zijn aan dit schouderkleed verbonden.

Uit www.telegraph.co.uk

16 juli, H. La virgin del Carmen, een Spaanse naam. De naam wil zeggen, ‘geboren op de feestdag van Nuestra Senora del Carmen. ‘Onze Vrouwe van de Karmel.’ Naar de berg Karmel (Hebreeuws: tuin) tussen Galilea en Samaria waarnaar ook de orde van Karmelieten is genoemd.

H. Carmen geld als patroon voor alle zeelui, vissers en alle mensen die aan zee wonen. Elke plaats op La Palma vereert zijn patroon minstens eenmaal per jaar. Het feest duurt drie dagen. Hoogtepunt is de processie met het beeld van Carmen op een schip door de plaats.

Toen de Heilige Carmen, bijgenaamd de engelachtige, predikte zag men rozen en leliën uit zijn mond vallen.

Opstanding va Monulfus en Gondulfus uit hun graven uit nl.wikipedia.org

16 juli, 15 mei en met alle bisschoppen op 16 juli, of op 10 augustus, H. Monulfus (Monulphus) : Germaans muni: gedachte,’ ulf: ‘wolf.’

St. Domitianus was bisschop van Maastricht en Tongeren in de 6de eeuw, tot 599. In het Departementaal Archief van de Franse stad Chartres wordt een briefje bewaard uit de tweede helft van de zevende eeuw, waarop staat te lezen’ Syc sunt pignora de coberturio domno monulfo trejectinse episcopo’ (= ‘dit zijn relieken van de kleding van Heer Monulfus, bisschop van Maastricht.’. De relieken zelf zijn in de loop der eeuwen verloren gegaan. Hoe ze in Chartres terecht zijn gekomen, blijft onduidelijk. Maar ze bevestigen, dat bisschop Monulfus wel degelijk bestaan heeft en niet voortkomt uit de fantasie van de legendeverteller. Daarnaast wordt zijn naam ook genoemd door de Gallische geschiedschrijver en bisschop Sint Gregorius van Tours. Hij vertelt in zijn boekje 'over de Glorie der Belijders,' hoe Sint Servatius, die hij overigens Aravatius noemt, na zijn dood in Maastricht werd begraven ‘langs de openbare weg bij de brug,’‘herhaaldelijk hebben gelovigen in hun ijver een kapelletje getimmerd van glad geschaafde planken. Maar telkens waren de planken weer naar beneden gekomen vanwege de wind of door hun eigen gewicht. Ik heb gehoord, dat het zo door is gegaan tot er iemand kwam, die er een gebouw neerzette, dat een eervolle bisschop waardig was. Na enige tijd werd Monulfus bisschop van Maastricht. Hij bouwde een grote kerk ter ere van Servatius, en bracht er rijke versieringen in aan. Daarop werd zijn stoffelijk overschot met groot vertoon van eerbied en plechtigheid naar die kerk overgebracht. Tot op de dag is die kerk beroemd vanwege de grote wonderen, die er gebeuren.

Volgens de legende was hij een zoon van graaf Randas van Dinant die gehuwd was met een dochter van de graaf van Osterne (= het huidige Loon). Op het moment dat hij in 539 tot bisschop van de stad Maastricht werd gekozen, was hij voorzanger van het kapittel van de Sint-Servaaskerk. In 556 begon hij aan de bouw van de grote kerk op het graf van Sint Servatius. Van hertog Guyon van de Ardennen kocht hij de steden Mechelen en Jupille alsmede de burcht Chuvremont. Op dat landgoed lagen twee kerkjes, het ene was toegewijd aan Onze Lieve Vrouw en het andere aan Sint Jan de Evangelist. Op de terugweg deed hij in Hoey het kapelletje aan, dat door zijn voorganger Sint Domitianus ter eren van Cosmas en Damianus was gesticht. Toen hij daar in gebed lag neergeknield, kreeg hij een visioen. Hij zag hoe een brandend kruis uit de hemel neerdaalde, een hoe in een bos een nieuwe bron ontsprong en hij hoorde een stem zeggen: ‘aan de rivier de Legia zal je de heilige plaats vinden, die door God is uitgekozen tot heil van velen. Op die plaats zal na de marteldood van een dienaar Gods een van de edelste steden van de wereld gesticht worden.’ Nadat hij uit zijn gebed was opgestaan, vertelde Monulfus van zijn visioen aan zijn metgezellen. Hij beloofde, dat hij een Cosmas- en Damianuskapel zou stichten op de plaats, waar het brandende kruis was neergekomen. Hij kwam zijn belofte na en daarmee was de stichting van de latere stad Luik een feit. Toen Monulfus eens werd gevraagd voor te gaan in de uitvaartplechtigheid van een belangrijk machthebber, leidde de heenweg door een bos, dat in het verleden door de heidense bewoners van de streek aan de duivel was toegewijd. Hij hoorde er angstaanjagende geluiden, zoals het hinniken van paarden, brullen van leeuwen en een huilende stem die riep: ‘Help! Help!’ Monulfus en zijn metgezellen verstijfden van angst. Toen verscheen er een jongeman, die hem zei: ‘de ziel van de onreine man, die u gaat begraven, wordt vastgehouden en gefolterd. Ga snel naar de stad en laat het volk drie dagen lang vasten en bidden. Wanneer u dan weer hierlangs moet, en u hoort geen enkel geluid meer, dan zal dat een teken zijn, dat de ziel van die heer door God in genade is aangenomen.’

De bisschop deed wat hem was opgedragen. Toen hij drie dagen later langs diezelfde plek kwam, heerste er stilte, vrede en rust. Die heer kreeg vervolgens een plechtige begrafenis.

Monulfus stierf in 578 en werd bijgezet in de door hem gebouwde Sint-Bartolomeuskerk, de huidige Sint-Servaas. Zijn relieken werden verheven in 1039 in het bijzijn van keizer Hendrik III. In 1890 werd zijn graf in de crypte van de St. Servaaskerk teruggevonden.

Gondulphus of Gondulfus zou uit Lotharingen afkomstig zijn en ging als 22ste bisschop door met de bouw van de Sint Servaas.

Hij wordt afgebeeld samen met Gondulfus, zijn opvolger: Monulphus met en Gondulphus zonder baard; beiden met het model van een kerk in de hand.

Na zijn dood deed Monulfus nog n keer van zich spreken. Rond het jaar 800 stichtte Karel de Grote de domkerk van Aken. Hij was er zo trots op, dat hij 365 bisschoppen wenste bij de inwijding van de nieuwe kerk, voor elke dag van het jaar n. Maar toen ze er allemaal waren, bleek, dat hij er twee te kort kwam. Alle aanwezigen waren in grote verlegenheid. Dat was voor Monulfus en zijn opvolger Gondulfus het teken om op te staan uit hun graf en zich naar de wijdingsplechtigheid te begeven. Deze legende is vereeuwigd in een reliëf in de Akense Klappergasse vlakbij de dom. Daarop is te zien hoe twee geraamtes met tabberd, staf en mijter onderweg zijn. De straat zou haar naam danken aan het geluid dat beide skeletten maakten, terwijl zij zich voorthaasten.

Monulfus en Gondulfus zijn de patroonheiligen van Achel, Mechelen-aan-de-Maas, Rotem, St.-Huibrechts-Lille en Berg-en-Terblijt. Ze worden afgebeeld als bisschop met een kerkmodel, Sint Servaas.

Uit www.heiligen.net

16 / 21 juli, Reinildis (Rainildis, Reinhildis, Renildis, Renelde, Renelle, Sinternelle is Sinte Ernelle, Sinte Renelle of Renildis.): Germaans regin: ‘raad,’ hild: ‘strijd,’ dus ongeveer, raadgeefster in de strijd, of sterke strijdster.

Volgens een legendarische vita uit de 11de eeuw, was Reinildis in de 7de eeuw een dochter van de Lotharingse hertog Witger, heer van Kontich. Haar moeder was St. Amalberga, (Amalia van Maubeuge) haar zuster St. Gudula, haar broer H. Emebert (H. Emerbertus). Geboren rond 630. ze wees een wereldlijk leven af, schonk haar bezit weg en ging op pelgrimstocht naar het H. Land vanwaar ze een deel van Maria 's kleding zou hebben teruggebracht. Ze was een non van Saintes bij Hal in Hainault. Ze leidde een leven van boetedoening en naastenliefde en werd met twee geestelijken door de Hunnen (of Noormannen) te Saintes gedood zijn.

Ze wordt meestal afgebeeld als pelgrim met staf, pelgrimstas en open boek en soms martelaarspalm. Op haar sluier draagt ze een Sint Jakobsschelp. Ook dat de Hunnen haar aan het haar trekken, of gedood door de Hunnen met 2 priesters. Wordt aangeroepen tegen oogziektes, verlamming, wonden en zweren.

De Sinternellebloem is het gewone schurftkruid Scrophularia nodosa, haar symbolische kruiden zijn de blauwe trechterwinde Ipomoea coerulea en de brandende clematis, C. flammula.

Zie verder: http://www.volkoomen.nl/ en : http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/