1 juli
Over 1 juli
Heiligen van de dag, weerspreuken, naamgeving, etymologie, relikwieën, hun werken en plaats, verering, wonderen, sterven, hoe ze afgebeeld worden,
Weerspreuken.
In de hooimaand moet gebraden wat in september moet geladen. =Voor een overvloedige oogst is een hete juli nodig.
Wat juli en augustus aan de wijn niet koken, dat zal september er niet aan braden. =De wijnoogst mislukt als juli en augustus niet heet zijn.
In juli zonnebrand wenst ieder op ‘t land.
Wisselen in juli regen en zonneschijn ‘t zal het naaste jaar voor de boeren kermis zijn.
Zonder dauw geen regen heet het in juli allerwegen.
Is de eerste juli regenachtig, geheel de maand zal wezen twijfelachtig.
Uit summacatholica.blogspot.com
1 juli, Kostbaar bloed van Onze Heer Jezus Christus. Net als Sacramentsdag een naviering is van Witte Donderdag, zo is dit feest een naviering van Goede Vrijdag. Als het bloed van dieren in het Oude Verbond reeds zo krachtig was, hoeveel te meer moet dan het Bloed van Christus zijn in de Nieuwe Wet.
Er zijn drie redenen waarom het bloed van Jezus een zeer kostbaar bloed was:
a. Jezus was zowel God als mens. En zijn bloed moet zowel goddelijke als menselijke eigenschappen hebben gehad.
b. Jezus was zonder zonde en daarom was zijn bloed onbesmet, volkomen zuiver. 2 Corinthiërs 5:21,’Gij die zonder zonde was is voor ons tot zonde gemaakt’ Hij kon zeggen: wie van u overtuigt mij van zonde? Johannes 8:46;
c. De dood van Jezus was het enige mensenoffer dat God accepteerde als verzoening voor de zonde van de mens. Zijn bloed maakt verdere offers voor zonde onnodig.
Uit www.europeana.eu
1 juli, H. Thibald van Provins, (Theobaldus, Dietbalt, Theutbald, Thietbald, Theobald, Thibaud, Thibault): Germaans, diet: ‘volk,’ en bald: ‘dapper, stout moedig,’ dus ongeveer, de moedige onder het volk. 7 heiligen van deze naam.
De heilige Theobald, geboren ca. 1017 in Provins, was afkomstig van de familie der graven van Champagne. Door zijn christelijke opvoeding kreeg hij de behoefte om zich geheel aan de godsdienst te wijden. Samen met zijn vriend ridder Gauthier verlaat hij zijn familie om via Reims naar Duitsland te vertrekken in het kleed van kluizenaars. Op blote voeten trekken ze te bedevaart naar Petten in Luxemburg, werd daar kluizenaar en leven van bedelen en nemen allerhande werk aan, vooral bij de houtskoolbranders in het woud van Chiny. Vervolgens gaan ze op blote voeten op bedevaart naar Santiago de Compostella, ook naar Rome en vandaar naar Jeruzalem. Maar eerst maken ze een pelgrimstocht naar Santiago de Compostella en dan naar Italië te Salanigo waar Gauthier uitgeput geraakt is van die tochten. Daar vinden ze een vervallen kapel en bouwen die om tot kluizenaarswoning. Gauthier overlijdt hier twee jaar later. Thibald overleeft hem zeven jaar, ondanks veel zelfkastijding en slechte levensomstandigheden en overlijdt op 30 juni 1066. Zijn leven wordt in verband gebracht met vele wonderen zodat paus Alexander II hem in 1073 al heilig verklaart. De volgende 2 eeuwen verspreidt zijn verering snel en vooral te Champagne en Lotharingen. Hij wordt vooral vereerd in Luxemburg, België, Frankrijk en Italië.
Hij wordt afgebeeld als ridder, priester en pelgrim of als landbouwer met werktuigen en =kluizenaar. Soms verjaagt hij een duivel die hem greep om te beletten dat hij niet voor het beeld van Jacobus in Compostella kon knielen. Wordt aangeroepen tegen jicht, zenuwpijnen (Neuro) koorts angsten en onvruchtbaarheid van vrouwen. Schutspatroon van wijnbouwers en kolenbranders, een werk wat hij een tijdje gedaan zou hebben.
1 juli, H. Rombout, (Rumoldus) : Germaans ruom: ‘roem’ of ruma: vroom,’ bald, ‘stout: stoutmoedig,’
Rombout, een martelaar eind 8ste eeuw. Voor het eerst wordt hij vermeld in de 9de eeuw. Hij wordt ook Rom(u)ald(us) genoemd zodat Rombald en Rom(u)wald door elkaar lopen. Volgens latere, uitvoerige berichten, was hij een Schot (dat wil zeggen een Ier) die kluizenaar werd te Mechelen en daar een gewelddadige dood stierf. Patroon van het aartsbisdom Mechelen, van de stad en kathedraal.
Een legende vertelt hoe Rombout vermoord werd. Hij liet in de buurt van Mechelen een kleine kerk of kapel van de H. Stefaan bouwen dat later de Sint Romboutskerk werd en ‘tegen de gewoontes van die tijd betaalde hij de arbeiders een billijk loon. Dat was opgevallen bij twee mannen die vermoedden dat Rombout wel heel erg rijk moest zijn. Ze besloten hem om te brengen. Toen Rombout op zekere dag een van beiden van overspel berispte, was het hek van de dam. Ze volgden hem toen hij al biddend ergens aan het wandelen was, sloegen hem dood en beroofden hem van het weinige geld dat hij op zak had. Rombouts belagers wierpen zijn lijk in het water en namen de benen. Een wonderbaarlijk licht scheen echter op de plek waar het lijk in het water lag. Het werd ontdekt en met grote luister bijgezet in het kerkje dat Rombout zelf had laten bouwen. Vlakbij het graf gebeurden aanstonds mirakels en men kwam van heinde en verre de martelaar vereren. Later werden Rombouts beenderen in een zilveren relikwiekas gelegd. De huidige kas dateert van 1825 en het is die kas die zowel dertig jaar geleden als nu werd geopend om de beenderen te bestuderen. Wat vertellen die beenderen? We weten nu dat in de kast een man ligt die tussen de 35 en 40 jaar oud moet zijn geweest toen hij stierf. Hij had een lengte van ongeveer 1,69 meter en het skelet vertoont sporen van onder meer genezen rachitis op jonge leeftijd, alsook sporen van een ziekte die ontstaat door een eiwitrijk dieet. Daar men toen zeer veel eieren at in kloosters, moet het een kloosterfiguur geweest zijn. Onze streken werden inderdaad in die periode gekerstend vanuit de kloosters. Met 95 procent zekerheid kan ook gezegd worden dat de man gestorven is tussen het jaar 580 en 655. Dat stelt een probleem, want traditioneel wordt Rombouts overlijdensdatum gedateerd in 775. Daaruit concluderen dat het niet om Rombout gaat, is voorbarig. Zoals gezegd werden jaartallen van overlijden nooit genoteerd. Het jaartal 775 duikt pas in de dertiende eeuw op. Van geen enkele ‘oude heilige’ kennen we het exacte sterfjaar, maar enkel de stervensdag. Het moet om een uiterst belangrijke figuur gegaan zijn, want zelden treft men beenderen van die ouderdom aan die in zulk een goede toestand bewaard zijn. Een van de enige personen die daarvoor in aanmerking komen, is Rombout. De voornaamste conclusie is dus dat het leven van Rombout vroeger moet gesitueerd worden dan gedacht. Dat valt te rijmen met wat ik daarvoor gezegd hebt: hij zou van Ierse afkomst zijn en in de zevende eeuw komen heel wat missionarissen uit Ierland ons bekeren.
http://nl.wikipedia.org/wiki/Rombout_(heilige) ‘Hij wordt soms afgebeeld met een kind, H. Libertus, die verdronken was maar door Rombout weer tot leven opgewekt. De liggende man met hark, spade bij, houweel of zeis aan zijn voeten is een van de twee moordenaars die hem doodsloegen en in de Dijle wierpen te Mechelen in 775. Anderen zeggen dat het om een wraakactie ging omdat Rombout hun liederlijk leven had verweten. Wordt aangeroepen door vissers, die zijn lijk tussen het riet vonden dankzij een wonderlijk licht, door boeren om goede oogst te verkrijgen, dat naar de moordwapens, beschermt ook tegen koorts en besmettelijke ziektes.’
De heilige vond vermaak in het planten van bomen. Hij had een bosje van beuken gekweekt waar hij dikwijls ging rusten en er de psalmen van David aandachtig overwoog. Van die bomen was er ten tijde van abt Theodoricus nog 1 overgebleven. Buiten de Antwerpse poort, tegen de Dijle, achter de weiden waar eertijds het Begijnhof van Mechelen heeft gestaan, is een plaats die de Olm genoemd wordt, daar heeft de H. Rombout een klooster gesticht in 756, men noemde het in ‘t Latijn Ulmetum =Olmenbos omdat olmen de plaats omringden. De Noormannen hebben het verwoest, de naam is blijven voortbestaan.
Uit bijbelenzo.wordpress.com
1 juli, Aaron.
Oudtestamentische figuur rond de dertiende eeuw voor Christus.
Zoon van Amram en Jokebed uit de stam van Levi. Volgens sommige teksten was hij een oudere broer van Mozes (Exodus 04,14.27-29). Op andere plaatsen van de bijbel lijkt dat te worden tegengesproken. Immers, als na de wonderbare doortocht door de Rode Zee een lied wordt aangeheven, zet Mirjam het in, ‘de zuster van Aaron.’ Waarom staat er niet Ԥe zus van Mozes en Aaron?’ Telkens als er tegen Mozes wordt gesproken over ‘Aaron, uw broeder,’ moeten we waarschijnlijk veeleer denken aan ‘volksgenoot’ of degene die solidair is.’
Aaron begeleidde Mozes van Midjan naar Egypte, Exodus 05, en voerde voor hem het woord tegenover farao, Exodus 07. Hij is de spreekbuis van Mozes. In de loop van het verhaal blijkt dat Aaron de priesterfuncties vervult. Eens was Mozes de berg opgegaan om van God de Wet te ontvangen. Maar hij bleef zo lang weg, dat het volk eraan begon te twijfelen of hij nog wel in leven was. Ze dwongen Aaron een beeld te maken. Dat zou dan de god voorstellen die verder met hen mee zou trekken. Daarop liet de hogepriester alle sieraden verzamelen. Er werd een gouden kalf gegoten. Toen het volk luidruchtig feest vierde rond het afgodsbeeld, kwam Mozes met de stenen platen de berg af. Uit pure woede smeet hij ze stuk en overlaadde zijn broer met de heftigste verwijten. Deze verdedigde zich met de woorden, dat hij niet tegen de druk van het volk was opgewassen geweest, Exodus 32. Een doorzichtige uitvlucht, want hij was immers zelf betrokken geweest bij de vervaardiging van het gouden kalf.
Een andere keer probeerden enkele leden van het volk zich de waardigheid en rituelen van het priesterschap toe te eigenen. Zij werden gestraft met de dood, Numeri 16. Vervolgens beval de Heer dat de leiders van elke stam een staf naar de tent van de samenkomst moesten brengen. Op iedere staf moest de naam van de leider geschreven worden. Voor de stam Levi kwam er de naam van Aaron op te staan. De staven werden voor de Heer neergelegd. God zou zijn voorkeur uitspreken en dat kenbaar maken door de staf van de uitverkorene te laten bloeien. De volgende morgen bleek, dat Aaron ' s staf was gaan bloeien: er zaten blad, bloemen en amandelen aan. Zo bleek dat God Aaron in zijn functie als hogepriester bekrachtigde.
Hij stierf honderd drieëntwintig jaar oud op weg naar het Beloofde Land op de berg Hor in het veertigste jaar na de uittocht uit Egypte. Volgens Lucas 01,05-13 zou Johannes de Doper van hem afstammen.
Hij wordt afgebeeld als hogepriester en vaak met borsttas en bezet met de 12 edelstenen waarom hij ook patroon is van de knopenmakers, verder met een bloeiende stok, een wierookvat en gouden kalf.
De bloemen van zijn dag zijn de gewone agrimonie, Agrimonia eupatoria, en de gaafrandige clematis, Clematis integrifolia.
Zie verder: http://www.volkoomen.nl/ en : http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/