13 mei
Over 13 mei
Heiligen van de dag, naamgeving, etymologie, relikwieën, hun werken en plaats, verering, wonderen, sterven, hoe ze afgebeeld worden,
Uit nl.wikipedia.org
13 mei of 17 september, H. Robertus Bellarminus (Roberto Francesco Romolo Bellarmino) Germaans uit Rod of Hroth: ‘roem, bert: glanzend, stralend of schitterend.’ Dus de roemglanzende.
Robertus is geboren te Montepulciano te Toscane op 4 oktober 1542 en stierf te Rome op 17 september 1621. Toen hij achttien was trad hij in bij de Jezuïeten te Rome, studeerde te Rome en Padua. Van 1570 tot 1576 was hij hoogleraar theologie te Leuven en leerde daar het protestantisme kennen. In 1599 werd hij kardinaal en aartsbisschop van Capua. Hij nam deel aan het proces tegen Galileo Galilei die hij op last van de paus Paulus V moest veroordelen. Is overleden in Rome in 1621 en werd in 1930 heilig verklaard. Mede vanwege zijn opvatting over de wereldlijke macht van de paus Pius XI heilig verklaard die hem ook uitriep tot kerkleraar.
Een man van grote geleerdheid, vroomheid en eenvoud. Zijn hoofdwerk is Disputationes de Controversiis waarin de Rooms-katholieke leer verdedigd wordt tegen de aanvallen van de Reformatie. Het boek frustreerde protestantse professoren en intellectuelen zo zeer dat in het protestantse Heidelberg zelf een Collegium Anti-Bellarminianum gesticht werd. Hij schreef verder een katholieke catechismus die lang gebruikt en in vele talen vertaald is, ook Indez haereticorum of lijst van ketters. Bellarminus was van oordeel dat de Paus geen directe wereldlijke macht behoort uit te oefenen. Slechts indirect via de vorsten kan en mag de Paus wereldlijke macht uitoefenen. Deze stelling name werd Bellarminus niet in dank af genomen. Bellarminus muntte uit door vroomheid, bescheidenheid en geleerdheid.
Hij wordt afgebeeld als kardinaal met ringbaard, meestal schrijvend met ganzenveer, boek en inktpot.
Uit www.bolognachiesacattolica.it
13 mei, H. Emelda Lambertini, (Imelda) : het eerste lid hangt samen met de stamgod van de Hermionen, resp. met erman: ‘groot of geweldig.’
Een Italiaanse heilige, Santa Imelda Lambertini te Bologna uit de 14de eeuw. Ze is geboren in 1322 te Bologna als enigst kind van een edele familie, graaf van Bologna. Haar ouders waren vrome christenen die veel deden voor de armen van Bologna. Als jong meisje had een brandende liefde om Christus te ontvangen in de mis wat ze op haar vijfde weer vroeg, normaal in die tijd was het met 14 jaar. Ze was zeer teleurgesteld. Maar haar liefde bleef en dacht dat als ze naar een klooster ging dat ze de communie eerder zou ontvangen. Met haar negende ging ze naar een Dominicanenklooster, waar het ook niet toegestaan werd om de communie te ontvangen. Toen ze elf was wist ze dat op het feest van Hemelvaart het haar dag zou worden, maar sprak er met geen mens over, ze wachtte op een signaal van de prior of een ander, maar geen mens riep haar op. Ze was gebroken en bleef huilen in de kapel toen de nonnen al lang weg waren. Er gebeurde een wonder, een hostie die bewaard werd in het tabernakel verliet die en zweefde boven haar hoofd. Na een tijdje ontdekte de superieur dat ze haar gewone taken niet gedaan had en ging haar zoeken. Ze ontdekte haar waar ze haar hadden gelaten, ze was in vervoering vanwege de hostie die boven haar hoofd zweefde. De superieur rende naar de priester die onmiddellijk kwam. Hij pakte een schaal en hield die onder de hostie die onmiddellijk erop viel en hij gaf de hostie aan Imelda, haar eerste communie. Ze knielde van dankbaarheid en bad daarna lang. Later op die dag werd haar superieur bezorgd en zocht haar overal. Ze was nog steeds in de kapel, ze was al knielend in gebed gestorven. Er wordt gezegd dat ze stierf van vreugde vanwege de heilige eucharistie. Wonderen werden onmiddellijk aan haar toegeschreven, vooral het zicht van een blinde werd verbeterd. Ze wordt vereerd als het ‘communiebruidje.’ Zalig verklaard in 1826.
Ze wordt knielend afgebeeld in het witte kleed van de dominicanen terwijl er een hostie boven haar zweeft.
13 mei, H. Servatius: (Servaas, Servais, Sarbatius) Latijn servare: ‘redden, behouden of de geredde,’ mogelijk is het een naam die gegeven werd na een moeilijke geboorte.
Servatius was bisschop van Tongeren / Maastricht. Dezelfde als bisschop Aravatius van Tongeren die volgens Gregorius van Tours op de tijding van het naderen van de Hunnen naar Rome ging en later naar Maastricht kwam. Daar stierf hij en werd begraven op 13 mei op Pinksteren, daarom was dit wel in 384. De legende, onder invloed van Gregorius van Tours, maakt hem tot tijdgenoot van Attila. Zijn leven werd poëtisch beschreven door Hendrik van Veldeke, een van onze oudste literaire werken. Hij is niet alleen patroon van Maastricht, maar doordat zijn verering zich sterk uitbreidde over geheel W. en Z. Europa werd hij niet alleen patroon van vele plaatsen in Z. Limburg en het O. van N. Brabant maar ook in het Duitse Rijnland en bijvoorbeeld Quedlinburg.
Sint Servatius kwam uit het verre Armenië om in de vierde eeuw bisschop van Maastricht te worden. Volgens de overlevering stamt hij uit de familie van Maria’s moeder Anna. Zijn leer en leven zijn nauw verbonden met de catholica. Het is de eerste bisschop in Nederland wiens bestaan met zekerheid bekend is. Hij geldt als de eerste geloofsverkondiger in onze streken. Hij was betrokken in de grote kerkelijke en politieke verwikkelingen van zijn tijd en moet een man van betekenis zijn geweest. Zijn naam als bisschop van Tongeren (episcopus Tungrorum) komt voor onder die van de Gallische bisschoppen die de orthodoxe geloofsbelijdenis van Sardica (Sofia) in 342 ondertekenden. Dat was de legitieme interpretatie van de geloofsbelijdenis van Nicea (325), zonder overigens de formulering ervan over te nemen. Op dat concilie werd ook de ketterij van Arius veroordeeld. Arius ontkende de godheid van Christus (Arianen) In deze strijd steunde Servatius, samen met een aantal Westerse bisschoppen, bisschop Athanasius die hem zijn vriend noemde. Men meent dat Servatius in 346 in Keulen wist te bewerken dat de ketterse bisschop van die plaats uit zijn bediening werd ontzet. In de jaren die hierop volgden kweet hij zich ook nog van een diplomatieke zending om de verzoening tot stand te brengen tussen twee rivaliserende keizers, Magnentius en Constantinus II. In deze strijd behaalde de keizer die het Arianisme was toegedaan de overwinning. Deze heerser riep de twee strijdende geloofsgemeenschappen bij elkaar in Rimini, 359. Daar probeerde hij ze allebei eenzelfde geloofsbelijdenis te laten ondertekenen waarin het Arianisme niet werd veroordeeld. Een aantal bisschoppen weigerden in eerste instantie hun handtekening, maar kwamen uiteindelijk na lang vergaderen en de nodige besprekingen toch tot een akkoord. Een klein aantal bisschoppen, waaronder Sint Servaas, tekende echter niet de eindverklaring.
Het bisdom van Tongeren had door zijn ongunstige ligging aan de grenzen van het Romeinse Rijk veel te lijden van de invallen van verschillende het christendom vijandig gezinde stammen. Waarschijnlijk is Servaas naar Rome getrokken om hulp te zoeken bij de Romeinse machthebbers. Teruggekeerd in Tongeren verliet hij na enige tijd deze stad (civitas) en trok naar het veiliger geachte Maastricht. Daar overleed hij volgens de overleving in het jaar 384 en werd volgens Romeins gebruik begraven langs de openbare weg bij de brug. Hier verrees in latere eeuwen zijn grafkerk, de huidige Sint Servaasbasiliek. Sinds het begin van de 8ste eeuw staat vast dat het Hoogfeest van Sint Servaas als eerste bisschop en geloofsverkondiger in onze streken gevierd wordt op 13 mei. Op 14 mei 1985 was paus Johannes Paulus II in Maastricht in de basiliek van Sint Servaas om een bezoek aan het relikwarium (de Noodkist) te brengen en de Sint Servaaskerk tot Basilica Minor te verheffen.
Hij wordt meestal afgebeeld met de sleutel in de hand die hij van Sint Petrus ontvangen zou hebben. Om de hemelpoort te openen, bij hem een draak die de ariaanse ketterij voorstelt. Soms ook met een adelaar die met gespreide vleugels hem tegen de zon beschermt op reis naar Rome of een engel die hem leidt, of met klompen, waarmee hij doodgeslagen zou zijn.
Wordt aangeroepen voor het welsagen van een onderneming, vorstschade, koorts, verlamming, bot en voetziektes. Schutspatroon van schrijnwerkers vanwege de klompen en slotenmakers vanwege de sleutel.
Als een van de ijsheiligen zegt men op deze dag; Voor nachtvorst ben je niet beschermd, tot Servatius zich ontfermt.
De sering heet wel St. Servaasbloem omdat die nu in bloei staat.
Uit utu.morganlibrary.org
13 mei, H. Gerardus (Gherardo) Villamagna: Germaans ger: ‘speer,’ hard: ‘hard, sterk of stevig,’ dus ongeveer, sterk met de speer.
Gerardus is geboren te Florence rond 1175 en stierf op 13 mei 1258 (of 1242 of 1245). Als page begeleidde hij zijn ridder twee keer op een kruistocht en werd gevangen genomen. Eenmaal vrijgekomen trad hij toe tot de derde orde van Franciscus en leidde het leven van een kluizenaar in Villamagna bij Florence.
Deze heilige wordt met een baard en bloten voeten en een twijg van de kersenboom afgebeeld met rijpe vruchten. Hij is patroon van lichamelijke ziektes en de zieken.
Uit it.groups.yahoo.com
13 mei, H. Rolendis: Germaans Rod of Hroth: ‘roem,’ land: ‘’hand’ of nand: ‘dapper.’
Ze was een dochter van Desiderius van de Langobarden, koning van Gallië. Ze vluchtte vanwege een huwelijk met de koning van Schotland want ze wilde maagd blijven en kwam zo te Villers la Potterie, bij Gerpinnes, (in Waals Djerpene) waar ze als verschoppeling stierf. Na haar overlijden in 774 werd ze in de kerk van Gerpinnes begraven en vloeide uit haar lichaam een olie met geneeskrachtige eigenschappen voor geest en lichaam. Haar graf ontwikkelde zich in de middeleeuwen tot een betekenisvolle bedevaartplaats. In 1007 werd haar gebeente verheven en in een relikwieën kist bewaard.
Deze patroon van Gerpinnes heeft met Servatius als feestdagbloem twee geneesplanten, de gewone smeerwortel, Symphytum officinalis en de knolvormende, S. tuberosum.
Zie verder: http://www.volkoomen.nl/ en : http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/