24 november
Over 24 november
Heiligen van de dag, naamgeving, etymologie, relikwieën, hun werken en plaats, verering, wonderen, sterven, hoe ze afgebeeld worden,
Uit dagelijksevangelie.org
24 november, H. Johannis van het Kruis (Spaans Juan de la Cruz, eigenlijke naam Juan de Yepes). Hebreeuws Johanan: ‘Jahweh is genadig,’ een veel gebruikte Joodse naam, Johannes de Doper, de Baptist, Lucas 1:15, Mattheus 3 en dergelijke. Titelheilige van de kathedraal en voornaamste patroon van het bisdom Den Bosch.
Hij is geboren op 24 juni 1542 en gestorven op 14 december 1591, was een Spaans heilige, mystiek dichter en kerkleraar. Van de vader van Juan, Gonzalo de Yepes, is bekend dat hij door zijn familie (zijn ooms) werd uitgestoten omdat hij een zijdeweefster, Catalina Alvarez, zwanger had gemaakt en met haar was getrouwd. Hij stierf na de geboorte van Juan, die zijn derde kind was. Zijn moeder stond hem af aan een intern weeshuis, Colegio de la Doctrina, waarna hij in het hospitaal ‘Le las bubas’, terechtkwam, waar ernstige gevallen van syfilis werden behandeld. In 1563 trad hij in bij de Karmelieten in het Santa Ana klooster in Avila onder de naam ‘Juan de San Matas.’ Johannes hielp Theresia van Avila bij haar stichtingen van contemplatieve kloosters waarin de Heer beter gediend zou worden. In deze kloosters werden de oude constituties van de Karmelieten gehandhaafd. Dat wil zeggen dat de brede interpretatie van de regels, die tot laksheid hadden geleid, opnieuw werd versmald. De reden dat deze regels breder werden geïnterpreteerd, had te maken met een sterke concurrentie van andere ordes, zoals de Augustijners en Dominicanen. Om als orde te kunnen overleven (en genoeg toetredingen te hebben) waren de Karmelieten verplicht geweest om hun regels te versoepelen. Juan en Teresia gingen hier tegenin en werden de grondleggers van de reformatie van Spanje. Het eerste klooster dat tot de ‘ongeschoeide’ mag worden gerekend, is dat van San Jos in Medina del Campo. Het werd in 1567 gesticht zonder toestemming van bisschop Mendoza. De bisschop was tegen de stichting, omdat een klooster dat de oude regels wilde naleven, geen vaste inkomsten mocht hebben, en dus aangewezen was op giften. Teresia mocht geen aanleiding tot het lijden van anderen (haar medezusters) zijn. De stichting werd daarom door Teresia in het geheim voltrokken. 's Nachts werd het huis ingericht dat als klooster ging dienen en 's ochtends werd er de eerste mis gehouden. Hierna kon het klooster enkel ontbonden worden door de generaal van de orde in Rome, en was de bisschop buiten spel gezet. Juan zal Teresia nadien helpen om de Encarnation, het klooster van de Menswording, waar Teresia oorspronkelijk uit kwam, te hervormen, door als biechtvader op te treden en de zusters op de juiste weg naar God te leiden. Later zal Juan Teresia begeleiden bij illegale stichtingen in het zuiden van Spanje. Voor deze stichtingen verkreeg zij namelijk geen toestemming van de ordegeneraal Rubeo. Hierna wordt Johannes opgesloten en gegeseld wegens weerspannigheid; hij had immers een gelofte van gehoorzaamheid afgelegd bij zijn intrede. Tijdens zijn opsluiting te Toledo in 1575 overdenkt hij de weg naar God (geestelijke ontsnapping). Nadat de afsplitsing van de Ongeschoeide Karmelieten officieel was ingezet, zou hij in gedichten de Heer loven. Na zijn dood werd hij in 1675 zalig en in 1726 volgde zijn heilig verklaring. Paus Pius XI verhief hem in 1926 tot kerkleraar. Hij is de heilige van de dichters. Zijn belangrijkste gedicht is Het geestelijk Hooglied. Hierin vergelijkt hij de Heer met een hert. Hij zegt door dit hert te zijn verwond (de genade van God is zo groot dat het hem als mens verwondt in de ziel) en hij zwerft rond op zoek naar het hert dat van hem is weggevlucht. Hij vraagt aan de herders en aan de bloemen om het hem te komen vertellen als ze Hem zien. Op het einde vindt er een vereniging plaats tussen de ziel (Juan) en het hert (de Heer). Een beroemde tekening, gemaakt door Juan, toont Jezus aan het kruis, van bovenaf gezien. Hieruit is later afgeleid dat Juan het geloof overschouwde, het allemaal overzag. Deze tekening is wereldberoemd geworden doordat Salvador Dali hem verwerkte in een schilderij, dat hij toepasselijk ‘El Cristo de San Juan de la Cruz’ noemde.
Uit liturgialatina.blogspot.com
24 november, H. Chrysogonus: Grieks, ‘uit goud geboren,’ wat gezegd werd van de Perzen.
St. Chrysogonus was martelaar en leed te Aquileia, waarschijnlijk onder de vervolgingen van Diocletianus. Hij werd daar begraven en vereerd. Zijn naam wordt gevonden in de zogenoemde ‘Martyrologium Hieronymianum’ op twee verschillende dagen, 31 mei en 24 november, met de plaats, Aquileia. Zeer vroeg werd de verering van hem overgebracht naar Rome waar een kerk in Trastevere zijn naam draagt. Deze kerk (Titulus Chrysogoni) wordt voor het eerst vermeld in de Romeinse synode van 499, maar dateert waarschijnlijk uit de 4de eeuw. Het is mogelijk dat de stichter van de kerk een zekere Chrysogonus was en dat, vanwege de gelijkenis van zijn naam, de kerk al gauw vereerd werd aan de martelaar van Aquileia. Op dezelfde manier werd de verering van St. Anastasia van Sirmium naar Rome overgebracht rond de zesde eeuw en ontstond de legende die hem een Romein maakte en hem in verband met St. Anastasia bracht. Volgens deze legende was Chrysogonus eerst een functionaris van de vicarius Urbis, en de christelijke leraar van Anastasia, dochter van de edele Romein Praetextatus. In het gevang geworpen tijdens de vervolgingen van Diocletianus troostte hij met zijn brieven de gekwelde Anastasia. Op bevel van Diocletianus werd Chrysogonus voor de heerser van Aquileia gebracht en ter dood veroordeeld en onthoofd. Zijn lichaam werd in de zee gegooid, kwam aan land en werd begraven door de oude priester Zoilus. Zijn dood zou op 23 november geweest zijn, in de Romeinse martyrologia is zijn feest op 24 november en bij de Grieken op 16 april.
De bloem van zijn feestdag is Stapelia radiata die nu bloeit, ook de gepunte Pernettia valt nu op.
Uit nl.wikipedia.org
24 november, Maria Adolphina van Ossendrecht. Maria, Hebreeuws Mirjam, zuster van Mozes en Aaron, Num. 26:59. Er zijn wel een 60 verklaringen voor de naam. De meest gebruikte is: ‘bitterheid.’ Een van de oorzaken van de onzekerheid is de schrijfwijze, zonder klinkers. De Septuagint maakte er Mariam van, de gebruikelijke Griekse vorm.
De gelukzalige Maria Adolphina Dierkx werd in 1866 te Ossendrecht, Bisdom Breda, geboren. Al op jonge leeftijd verloor zij haar moeder. Ze werd door andere familieleden opgevoed en ging werken in de fabriek en in de huishouding. Later kreeg ze een betrekking in het nabij gelegen Antwerpen. Daar leerde ze de zusters franciscanessenmissionarissen van Maria kennen. Op 26-jarige leeftijd trad ze in bij deze congregatie en ging ze voortaan als Soeur Marie Adolphine door het leven waar ze een voorbeeld was van onthechting en godsvrucht tot de H. Maria. Kort na haar professie ging ze in 1899 met zes Franse medezusters naar de missie in China om te werken in her weeshuis van Tay JuenFu, provincie Chansi. Ze stierf er al na een jaar op 9 juli 1899 met 28 andere van de 1ste en 3de Orde van de H. Franciscus de marteldood door de handen van de boksers. Ze worden na een korte ondervraging onthoofd, de hoofden werden enkele dagen tentoongesteld. Zij werden op 24 november 1946 zalig en op 1 oktober heilig verklaard door paus Pius XII. Die anderen waren Gregorius Grassi, Franciscus Fogolla, Antonius Fantosati en gezellen.
Uit de.lecturas.org
24 oktober, Maria en Flora, Maria, Hebreeuws Mirjam, zuster van Mozes een Aaron, Numeri 26:59. Er zijn wel een 60 verklaringen voor de naam. De meest gebruikte is: ‘bitterheid.’ Een van de oorzaken van de onzekerheid is de schrijfwijze, zonder klinkers. De Septuagint maakte er Mariam van, de gebruikelijke Griekse vorm.
In 711 kwam er een Moslim leger uit N. Afrika die naar Spanje trok. Onder hun leider Tariq ibn Ziyad landden ze te Gibraltar en brachten een groot deel van het Iberisch schiereiland onder hun macht gedurende een acht jaar durende campagne. Het Iberische schiereiland werd Al-Andalus genoemd door de Moslim heersers. De Umayyad kaliefs van Damascus vestigden zich te Cordoba zodat de stad luxueus en belangrijk werd. Ze stelden de shariah in. Christenen en Joden werden behandeld als dhimmis of 'beschermde personen' en een subject voor belasting. Godsdienstlastering tegen de Islam, Moslims of Christenen, waren zaken waardoor je ter dood veroordeeld werd. Bijvoorbeeld je zei dat Jezus God is. Vele Christelijke kloosters bleven open, de christelijke populatie werd geleidelijk aan opgenomen. Het schandaal van Eulogius, wiens tekst de enigste bron is voor die marteldoden en vereerd was als een heilige in het midden van de 9de eeuw, zetelde met de Moslim autoriteiten tegen de martelaars die hij beschouwde als fanatiekelingen. Het sluiten van kloosters begon rond het midden van de 9de eeuw en toen moedigde hij de martelaars aan als de manier om het geloof van de christenen te behouden. Hij componeerde traktaten en een martyrologia om de zelfvernietiging van martelaars te rechtvaardigen waarvan een enkel manuscript, Documentum martyriale, en drie boeken van zijn Memoriale sanctorum en zijn Liber apologeticus martyrum in Oviedo bewaard worden. In Cordoba werden tussen 850 en 859 48 christenen en meestal Christelijke monniken onthoofd. Hij behoorde tot de laatste twee die onthoofd werden.
De hagiografie van de 48 martelaars van Cordoba werden in Christelijk Spanje ontwikkeld die in detail de executie beschrijft door Moslims in Al-Andalus. Ze waren de bekendste nieuwe heiligen in de 9de eeuw. Dat gebeurde met een paar uitzonderingen tussen 851 en 859, ze werden publiekelijk geëxecuteerd toen ze hun geloof trouw bleven, sommige martelaars verschenen voor de Moslimautoriteiten om Mohammed te ontkennen, andere, christelijke kinderen van Islam/Christen huwelijken verklaarden openlijk hun christelijkheid.
Flora en Maria werden op 24 november 951 veroordeeld. Ze kwamen beiden uit een huwelijk van een Moslim en Christen. Maria was de zuster van Walabonsus die eerder gedood was. Flora ‘s vader, die stierf toen ze jong was, was een Moslim, en zo werd haar christen zijn geoordeeld als afvallige. Ofschoon ze alle twee de Islam ontkenden werd Maria veroordeeld wegens godslastering en Flora als afvallige.
De plant van de dag is Berberis aquifolium wat nu Mahonia aquifolium heet.
Zie verder: http://www.volkoomen.nl/ en : http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/