11 augustus
Over 11 augustus
Heiligen van de dag, naamgeving, etymologie, relikwieën, hun werken en plaats, verering, wonderen, sterven, hoe ze afgebeeld worden,
Uit commons wikimedia.org
11 augustus, H. Susanna van Rome: Hebreeuws sjoesjanah: ‘lelie of bloem,’ vgl. de naam van de burcht Susa(n) die enkele malen vermeld is in het O.T. Nehemia 1:1, Esther 1:2, Danil 8:2, de residentie van de Perzische koningen, de stad der leliën? In Lucas 8:3 is het de naam van de vrouw die Christus met haar bezittingen dient. De geschiedenis van Susanna en Daniël, een toevoeging aan het boek Daniël, waarin verteld wordt dat Susanna, een schone en godvrezende jodin in Babylon, echtgenoot van Joachim weigert aan de wens van 2 verleiders tegemoet te komen en wordt door hen aangeklaagd inzake van echtbreuk. Wanneer zij ter dood veroordeeld wordt en het vonnis uitgevoerd zal worden redt Daniël haar door de valsheid van de aanklacht te bewijzen, vgl. Handels oratorium Susanna.
Susanna is in de derde eeuw geboren, vermoedelijk in Rome en daar gestorven rond 304. Het levensverhaal van de heilige Susanna is niet geheel na te trekken. Veel verhalen omtrent haar persoon berusten op legenden. Volgens een van deze legenden weigerde zij te trouwen met de zoon van Diocletianus en moest daarom de marteldood sterven. Ze wilde maagd blijven en werd in haar huis onthoofd. Op de plaats waar zij de marteldood heeft ondergaan zou kerk met haar naam gebouwd zijn, Santa Susanna. Of ze was de stichtster van de kerk die later naar haar genoemd is. Een ander verhaal vertelt dat zij vlak in de buurt van de termen van Diocletianus een kerk stichtte en dit heeft kwaad bloed gezet bij de keizer.
Wel is bekend dat zij reeds in het begin van de vijfde eeuw een intense verering genoot.
Zij wordt meestal afgebeeld als jonge vrouw in een voornaam Romeins kleed met los hangend haar en met een palmtak in haar hand en een boek en zwaard. Op het hoofd heeft ze vaak een krans van rozen, aan haar voeten vaak een kroon, de afwijzing van de keizerszoon. Patrones tegen ongelukken, kwaadsprekerij en laster, dat mogelijk als verwarring met de ‘kuise’,Susanna.
Haar feestdagbloemen zijn de Chinese aster, de ingesneden Rudbeckia laciniata en een inlandse standelkruidachtige Spiranthes, twee vergeet me nietjes, Myosotis intermedia en M. palustris noemt men het Susannenkraut, ook een ereprijs Veronica teucrium waarschijnlijk ter er van de Bijbelse kuise Suzanna want deze drie planten hebben rein blauwe bloempjes.
11 (of 10) augustus, H. Filumena van Mugano (Philomena): Grieks philomele: ‘liefhebster van kleinvee,’(mela) of ‘van appels.’ Het tweede is het waarschijnlijkste want de enige keer dat philomelos in de overlevering genoemd wordt is bij de compilator Athaneus rond 200 na Chr. die er de tweede genoemde betekenis aan verbindt. Filomela was oorspronkelijk de dochter van Pandion, koning van Athene, en werd veranderd in een zwaluw, ze wordt echter vaak verward met haar zuster Prokne die in een nachtegaal veranderd was.
Filumena was een christin uit de eerste eeuwen die wegens verkeerd geïnterpreteerde symbolen op de inscriptie van het graf als martelares werd beschouwd. Al spoedig ontstond een verdichte vertelling over haar martelaarschap door onjuiste uitlegging van de symbolen. De verering van deze catacombenheilige werd door Rome toegestaan. Nu is ze door Rome verboden wegens het twijfelachtige van haar bestaan.
Op 24 mei 1802 werd een onberoerde kamer in de catacomben van de H. Priscilla in Roma ontdekt. 3 vliezen dichtten de ingang tot het graf af en droegen de volgende woorden: LUMENA - PAXTE - CUM FI. (Filumen pax tecum) Dat zou betekenen: Vrede zij met u Filumena. Bij de woorden waren ook symbolen op de vliezen getekend. 1, Een anker, symbool van hoop en ook op het martelaarschap, vroeger werd een anker om de nek gebonden om ze zo te verdrinken. 2) Een zwaard, wat een andere vorm van marteldood voorstelt. 3) Een palm, de gewoonlijk afbeelding van de triomf van een martelaar. 4) Een lelie, traditioneel het symbool van maagdelijkheid. (of met drie pijlen)
Het skelet behoorde toe aan een jonge vrouw van rond 13 jaar oud wiens schedel gebroken was. De toenmalige pater van Mugnano del Cardinale, een dorp bij Napels, ging naar Rome om een relikwie voor zijn gemeenschap te vragen en kreeg na veel moeite die van Filumena. Ze werd in feestelijke optocht op 10 augustus 1802 naar het dorp gebracht. Met die verering begon dan een rij van ongelooflijke wonderen en genezingen. Vooral die van de Franse Pauline Marie Jaricot viel op, stichtster van de levende rozenkrans en gezelschap voor verspreiding van het geloof, (Socit pour la Propagation de la Foi), Ze bereikte zwaar ziek en na een lange reis Mugnano en werd op 10 augustus 1835 geheel genezen verklaard. Dat was de reden dat paus Gregorius XVI Filumena daarna heilig verklaarde. Verder is er niets van haar leven bekend, ze heeft op drie verschillende plaatsen aan drie verschillende personen die elkaar niet kenden haar leven onthuld. Die 3 berichten zijn gelijk en komen met de op het graf getekende symbolen overeen. Een samenvatting hiervan is; 'Haar ouders waren regeerders in een klein koninkrijk van Griekenland. Omdat ze geen kinderen hadden offerden ze steeds aan hun goden tot Publius, een Romeinse en christelijke arts in hun dienst, ze het christelijke geloof leerde. Ze bekeerden zich, werden gedoopt en een jaar later op 10 januari kwam een dochter ter wereld die ze Lumena noemden, als dankbaarheid voor het licht van het geloof. Als doopnaam gaven ze haar de naam Filumena omdat ze de dochter van het ware licht was. Keizer Diocletianus bedreigde het koninkrijk zodat ze zich op weg naar Rome begaven, met hun dochter die rond 14 jaar oud was. Nadat de keizer het verzoek van de vader had aangehoord gaf hij als antwoord; ԭaak je geen zorgen, ik zal je zelfs de macht van het Romeinse rijk geven als je jouw dochter tot vrouw geeft. Maar Filumena had zich met haar elfde aan God gewijd en wilde geen keizerin van Rome worden. Nadat de keizer tevergeefs aandrong werd hij woedend en besloot haar te kwellen. Ze bracht 40 dagen met kettingen in de gevangenis door met wat brood en water. Toen ze daarna nog niet toestemde werd ze ter dood gegeseld, maar 2 engelen genazen haar 's nachts en ze kwam ongedeerd tevoorschijn. Die beval dat ze in de Tiber geworpen moest worden met een anker om de hals. Weer werd ze door 2 engelen gered zodat Diocletianus haar voor en heks hield en de dood met brandende pijlen beval. De pijlen vonden hun doel niet en vlogen terug naar hun schutters waarvan er 6 stierven. Omdat deze buitengewone gebeurtenissen de mensen bewogen en ertoe leidden dat ze tegen de barbaarsheid van de keizer in opstand kwamen en enigen zich zelfs tot het christendom bekeerden beval de keizer dat men haar zou onthoofden. Ze stierf tegen 15. 00 op een vrijdag, de 10de augustus.
Ze wordt voorgesteld als een Romeinse vrouw met loshangende haren van een maagd en een anker naast haar of met een koord in de hals en drie pijlen in haar hand of aan de voeten. Op haar hoofd draagt ze een diadeem, een martelaars of bloemenkroon.
11 augustus, H. Rufinus: Latijn rufus: roodharig of rossig. Bij de Romeinen komt de naam voor als een Rufa, een meisjesnaam bij Horatius. 12 heiligen zijn er van deze naam.
Rufinus komt uit Capua? Zou bisschop van Assisi zijn geweest in de 3de eeuw. Overleden in Costana bij Assisi in Italië, als martelaar? Op zijn graf ontsproten in het midden van de winter heerlijke en geurende rozen.
Rufinus van Aquilea (ca. 346-410) is een van de kerkvaders. Hij werd geboren in de omgeving van Aquilea, niet ver van Triest. Zijn opleiding genoot Rufinus in Rome. Daar raakte hij bevriend met de geleerde en Bijbelvertaler Hiëronymus. Na zijn terugkeer naar Aquilea stichtte Rufinus een religieuze gemeenschap in zijn thuisstad, vanwaar hij rond 373 naar Egypte vertrok om er de monastieke praktijk te leren kennen. Hij verkeerde hier onder meer met de Alexandrijnse asceet Didymus de blinde. Rufinus zette zijn tocht door tot in Jeruzalem, waar hij meer dan vijftien jaar bleef. Hij is er vermoedelijk onder invloed van de denkbeelden van Origenes gekomen, wier boeken door Rufinus later ook vertaald zijn. Origenes was theologisch een zeer omstreden figuur geworden. Omdat de vertaling van Origenes niet eenvoudig was, theologisch ‘gevaarlijke’ implicaties kon hebben, kwam het tot strijd over de vertaalde en te vertalen teksten met de grote bijbelvertaler Hiëronymus. In 397 dook Rufinus op in Rome en daarna in 399 in Aquilea. Rufinus heeft met zijn Latijns-Griekse vertalingen bijgedragen aan de bewaring van het Griekse erfgoed in het Latijnse westen en is als zodanig nog steeds van belang.
Uit de.wikipedia.org
11 augustus, H. Gezellin van Altenberg (Gezellinus); Germaans; kleine lansspits.
Hij is geboren in de 11de eeuw. Hij werd lekenbroeder bij de Cisterciënzers in het klooster Altenberg bij Wetzlar bij Keulen. Als schaapherder en eenling leefde hij daar en stierf tijdens zijn werk, vermoedelijk de 29ste juli en werd bij de kerk van Schlebuschrath begraven. Sinds 1814 bevinden de relikwieën zich in de Sankt-Andreas-Kerk in het tegenwoordige Leverkusener Stadsdeel Schlebuschrath. Naar de overlevering gebeurde er tijdens zijn leven vele wonderen. De bekendste is dat tijdens een droge tijd een bron op zijn gebed ontsprongen zou zijn. Die bron bestaat nog tegenwoordig en is daar nu een kapel overheen. Die bron bij de Gezelinkapel wordt genezing bij hoofd en oogziektes toegeschreven.
Hij wordt afgebeeld als herder met herdersstaf met de bron. Wordt aangeroepen tegen hoofdpijn en oogkwalen.
Zie verder: http://www.volkoomen.nl/ en : http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/