8 augustus
Over 8 augustus
Heiligen van de dag, naamgeving, etymologie, relikwieën, hun werken en plaats, verering, wonderen, sterven, hoe ze afgebeeld worden,
8 augustus, H. Cyriacus: Grieks kuriakos: ‘des heren of de Heer toebehorend.’ vgl. kuriakon: ‘huis des Heren.’ Nederduits kerk.
Een Romeinse edelman die veel mensen bekeerde in zijn jeugd en afstand deed van zijn weelde wat hij aan de armen gaf. Hij spendeerde de rest van zijn leven om de slaven te helpen die in de abdij van Diocletianus werkten. Hij zou demonen verdreven hebben bij twee meisjes, beiden dochters van invloedrijke Romeinen van die tijd. De eerste was Artemisia, dochter van keizer Diocletianus zodat Artemisia en haar moeder St. Serena zich bekeerden. Verder de dochter van Jobias, dochter van Shapur I van Perzië. Nadat hij de koning en 430 anderen gedoopt had keerde hij naar Rome terug. Daar werd hij onder de regering van Maximianus met anderen als St. Largus en St. Smaragdus met kettingen gebonden en voor de wagen van de keizer gesleept. Vier dagen later uit de kerker gevoerd en met de anderen met pek overgoten, gemarteld en onthoofd op de Via Salaria in 303. Hun lichamen werden op 15 april door de priester Johannes op deze straat begraven. Later droeg men ze in linnen doeken gehuld en met kostbare zalven gebalsemd naar een stuk grond dat aan de christin Lucina behoorde en aan de Via Ostia lag. Zijn relikwieën zouden later naar Sante Maria in Via Late te Rome gebracht zijn en naar Saint Cyricus abdij te Alsace.
Is een van de 14 noodhelpers. Wordt aangeroepen tegen oogziektes. Hij werd in het Duitse gebied algemeen vereerd, b.v. in Bamberg, Worms (daar rust een deel van zijn gebeente), de Pfalz en de Elzas, maar ook in Italië stond hij hoog aangeschreven, b.v. in Ancona en Castiglione. Patroon in Duitsland, Bocholt of in het Eggingen, Andelfingen, Bettringen, Stradorf, Wiesensteig en Zimmerbach in het diocees Rottenburg-Stuttgart, in Erfurt is aan hem een kerk gewijd. In Rheinland werd hij zeer vereerd. In 847 kamen relikwieën van hem in het stift Neuhausen bij Worms, in de tijd van keizer Otto I kwam een armrelikwie naar Bamberg en anderen bevinden zich in Altdorf in Elzas.
Hij wordt afgebeeld als diaken, soms aan een paal gebonden of knielend terwijl de beul kokende olie of pek over zijn hoofd giet. Staande houdt hij een duivel aan een ketting, een draak of een liggende vrouw met naast haar een kroon, de dochters van de keizer. Andere attributen zijn een boek met exorcisme teksten, martelaarspalm, zwaard of bijl. Een beurs of schaal met fruit wijzen naar zijn liefdadigheid. Schutspatroon van dwangarbeiders en wordt aangeroepen bij krankzinnigheid en bezetenheid.
Velius (Dirck Volkertsz. Seylmaker 1572-1630), de grote geschiedschrijver van Hoorn, schreef in 1604 in zijn Chronyk dat er al rond 1316 drie bierhandelaars uit Hamburg werden gesignaleerd die -behalve om kaas te kopen en handwerk te verhandelen met de vissers en boeren van het ontluikende Hoorn om de verering van de martelaar Cyriacus als een van de veertien noodhelpers te verspreiden naar deze omgeving waren gekomen. Zijn vereerders hadden kennelijk succes in Hoorn want al in 1323 bouwde men bij de dijk een aan Cyriacus gewijd kerkje van hout en riet in het verlengstuk van de tegenwoordige Vijzelstraat, dus waar nu ongeveer het Visserseiland ligt. Reeds zes jaar later werd dit kerkje dat door dijkdoorbraak buitendijks was geraakt, door de zee verwoest en moest men zich voorlopig behelpen met kerkdiensten in huizen van particulieren.
8 augustus, H. Smaragdus: Grieks smaragdos uit Semitisch wat ‘flikkeren of glanzen,’ betekent. Een heldergroene edelsteen, de 4de edelsteen in Openbaringen 21.
Smaragdus was martelaar met Cyriacus en Largus te Rome, vermoedelijk onder Diocletianus.
8 augustus, H. Gerhard (Gerold of Gerwald) : Germaans ger: ‘speer,’ hard: ‘hard, sterk of stevig,’ dus ongeveer, sterk met de speer.
De H. Famianus, wiens eigenlijke naam Gerhard was, is ca. 1090 geboren te Keulen. Als jongeman maakte hij verre pelgrimstochten naar vele heilige plaatsen, Santiago de Compostella in Spanje, Jeruzalem en Rome en later leefde hij 25 jaar als kluizenaar te St. Placido in Spanje. Hij stierf op een terugreis van een tocht naar Palestina op 7 oktober in de Alpen te Gallese waar hij door rovers vermoord werd en waar hij begraven werd. In de St. Magdalenakerk te Cremona rusten zijn beenderen. In 1651 werd een gedeelte van zijn relikwieën naar de Jezuïeten kerk te Keulen gebracht.
8 augustus, H. Colman, was de beschermheer van een eik, een deel ervan hield hij in zijn mond als een zekerheid tegen ophanging als ze wat vergeetachtig zouden zijn in hun toezeggingen.
Hij is de stichter van abdij en diocees Mayo. Geboren in Connacht rond 605 en gestorven op 8 augustus 676. hij werd een monnik te Iona en was zo beroemd vanwege zijn gave en leren, zoals Beda getuigt, dat hij met de dood van St. Finan in 661 aangewezen werd als bisschop van Lindisfarne. Tijdens zijn bewind werd de synode van Whity gehouden met als resultaat (St. Colman was een beschermer van oude Ierse traditie) en het besluit van koning Oswy op het Paasfeest tijdstip hij zijn zetel opgaf. Tussen 665 en 667 stichtte St. Colman verschillende kerken te Schotland en begeleidde tenslotte 30 volgelingen die naar Ierland zeilden en zich te Innisboffin, County Mayo, vestigden in 668. minder dan drie jaar later stichtte hij de abdij daar die exclusief voor Engelse monniken was te Mayo en bekend als ‘Bayo of the Saxons.’ Zijn laatste dagen bracht hij door op het eiland.
Hun bloem is de neerliggende amarant, Amaranthus procumbens, Narcissus viridiflorus en Allium ampeloprasum.
Zie verder: http://www.volkoomen.nl/ en : http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/