20 juli

Over 20 juli

Heiligen van de dag, naamgeving, etymologie, relikwieën, hun werken en plaats, verering, wonderen, sterven, hoe ze afgebeeld worden,

20 juli, Elia de Thisbiet (Elijah, Elie, Elias, Eliaz, ook van de Karmelberg), Griekse vorm van Hebreeuws Elijn of Elijahu: ‘Jahweh is (mijn) God.’

Oudtestamentische figuur en profeet uit de negende of achtste eeuw voor Christus. Hij wordt beschreven in een serie wonderverhalen, 1 Koningen 17 - 2 Koningen 2. Naar het schijnt heeft hij zelf geen enkele tekst op papier gezet; dit in tegenstelling tot latere collega ‘s als Jesaja, Jeremia, Ezechiël, Hosea, Amos en nog anderen.

Hij was afkomstig uit het plaatsje Tisbe (of Thisbe) en wordt beschouwd als n van de grootste profeten uit de Joodse traditie. Elias is de grote profeet van Israël ten tijde van Achab, 1 Koningen 16 en andere plaatsen. 2 Koningen 1;՚en antwoordden hem, hij was een harig man met een leren gordel om zijn lendenen. En hij zei; ‘het is Elijah the Thisbiet’. Hij is een vrijwel legendarische figuur net zoals Johannes de Doper, gekleed in dierenhuiden, hij komt uit de wildernis om het hele land te bedreigen met zijn mededelingen van komende rampspoed, verdwijnt dan weer. Strijder tegen het indringende heidendom. Hij streed met vuur en zwaard voor het een godendom nadat de dienst van Baal en Astarte door Achab’s Phoenische vrouw Jezebel ingevoerd werd. De berichten uit de bijbel, 1 Kon, 17, tot 2 Kon 2, sieren zijn werken en wonderen op. In een treffen met 450 priesters van de afgod Bal op de berg Karmel laat hij het aankomen op een godsoordeel. Het heeft al drie- en half jaar niet geregend. De god die zich nu door de gebeden van zijn priesters laat vermurwen en regen zendt zal de ware zijn. JHWH wint. En Elia doodt eigenhandig alle 450 priesters, waarmee hij zich de woede en de wraakgevoelens van de koningin op de hals haalt. Hij vlucht en gaat hij in de eenzaamheid wonen en wordt wonderbaarlijk gevoederd door raven aan de bron Cherith. Ging met zijn wondermantel de Jordaan over, had een goddelijke openbaring op de Horeb etc., en werd tenslotte met vurige paarden en wagen ten hemel gevoerd. Hij is dus niet overleden.

De heldengestalte van Elias bleef bij de Joden, Christenen en Mohammedanen onvergetelijk en werd vele malen door sagen omgeven. Hij gold op grond van Bijbelse vertellingen, Maleachi 23, 24 en 4,5, als voorloper van de Messias en naar de Talmud, die hem met Mozes vergelijkt, komt hij ook nog na zijn verscheiden als leraar, vriend trooster en beschutter onder de mensen. In Joodse kringen wordt tot op de dag van vandaag tijdens de viering van de Seder avond een lege stoel klaargezet voor het geval dat Elia komt. De Perzen maakten hem tot leraar van Zoroaster.

Hij wordt afgebeeld als zittende bij de beek Krith terwijl de raven toevliegen om hem van spijs te voorzien. Soms zie je ook zijn hemelvaart in een vurige wagen. Zie ook het verband tussen St. Elias ( en de Russische held Ilya) wiens feest op 21 juli is als de zon het teken van de leeuw nadert, met Helios de Helleense zon. Soms zie je hem met een kind, hij wekte het kind van de weduwe van Sarefat uit de dood op.

Hij is patroon van de karmelieten; van automobilisten, luchtschepen, vliegtuigen en van alle verkeer (vanwege de vurige wagen, waarin hij ten hemel werd opgenomen). Hij wordt aangeroepen bij onweer, het regenwonder op Karmel, brandgevaar, de vurige wagen.

De violette of witbonte bloemen van een bergplant, Aconitum variegatum, heeft enigszins de vorm van een wagen, aan de Weser heet de plant Eliaswagen.

҅lias was een mens van gelijke beweging als wij en hij bad om een gebed dat het niet regenen zou, en het regende niet op aarde in drie jaren en zes maanden. En hij bad wederom en de hemel gaf regen en de aarde bracht haar vrucht voort. Hiermee is te vergelijken 1 Koningen XVII: 1, XVIII: 41 en 45. Een regenmaker.

Deze wonderbare profeet werd onder de christelijke heiligen opgenomen en door de Karmelieten bijzonder vereerd omdat hij lang op de berg Carmel zou hebben gewoond. Naar de mening van de monniken heeft deze profeet dan ook de orde der Karmelieten gesticht. Die is echter in 1156 op de berg Carmel door Berthold van Calabrië gesticht.

De pekaim van de bijbel, de wilde komkommers die giftig waren, is zijn wonderbaarlijke plant.

De bloem van de dag is de Virginische drakenkop, Dracocephalum virginiacum.

Uit www.harvardmuseums.org

20 juli, St. Flavianus en St. Elias, stierven respectievelijk in 512 en 518. St. Flavianus was patriarch van Antiochi en St Elias patriarch van Jeruzalem. Beide werden door keizer Anastasius (491-518) gedood vanwege het ophouden van de besluiten van het concilie van Chalcedoni. Daarom worden ze samen in de Romeinse martyrologia vereerd.

Uit nl.wikipedia

20 juli, Sint Margriet van Antiochië: (Margaretha) Grieks margarites: ‘parel,’ oorspronkelijk wel een Babylonisch woord mar galliti: ‘dochter van de zee,’ resp. ‘kind van het licht.’ Beide in verband met het geloof van de oude Perzen dat oesters 's nachts omhoog kwamen om de maan te aanbidden en dat zij hun schelpen openden als zij het wateroppervlakte bereikten en een druppel dauw opnamen die door de stralen van de maan in een parel veranderde.

Margriet is een van de noodhelpers. Wegens haar voorbeeld van christelijk leven zou ze het aanzien aan deze naam geschonken hebben. Haar marteling is met vele legenden omgeven.

In de stad Antiochië was bij de heidense priester Aidesios, een dochter geboren. Ze kreeg de naam Margareth. De vader gaf haar een dienares waarvan hij niet wist dat ze christin was die al gauw het kind, de trots van de familie, voor het verboden geloof won. Margareth werd heimelijk gedoopt. Als de vader daarvan hoorde begon hij zijn eigen vlees en bloed te haten. Hij wilde niet dat de schande op zijn familie zou vallen en hield het ‘ongeluk’ geheim. Hij was zo verbitterd dat hij haar de straf oplegde om de varkens te hoeden. Een zekere stadsprefect Olybros die haar bij toeval ontmoette en bekoord werd door haar schoonheid sprak: ‘haal dat meisje. Als ze de dochter van een vrije man is, zal ik haar trouwen. Is ze een kind van een slaaf, dan zal ze mijn geliefde worden.’ De dienaars brachten haar naar hun heer. Hij vroeg haar naar de ouders, hun naam en geloof want hij wist dat er vele heimelijke christenen woonden. Margaretha antwoordde vrijmoedig: ‘ik stam uit een goed huis, mijn vader is Theodosius. Ik heet Margareth en ben christin.’ Olybros zag haar vertoornd aan: ' Die beide eerste zaken spreken mij wel aan, men ziet dat je uit een voorname familie komt en dat je mooi bent ziet ieder. Maar het past niet dat een edele jonge vrouw een man aanbidt die aan het kruis geslagen is.’ Verbaasd wilde ze weten: ‘wie heeft je gezegd dat Christus gekruisigd is?’ De prefect gaf toe dat hij de boeken der christenen gelezen had die in de loop der tijd afgeleverd waren. Margaretha verwonderde zich’ als u van de macht en de heerlijkheid van mijn God weet, dan kan ik niet begrijpen dat je je niet tot hem bekeert en wilde van Christus spreken.’ Maar de prefect liet haar zwijgen en gevangen nemen

Hij deed al wat in zijn vermogen lag om haar weer afvallig te maken. Hij ontzag zich niets en probeerde zijn doel te bereiken door haar allerlei folteringen te laten ondergaan. In de kerker bad de jonkvrouw tot de Heer haar de kracht te geven om te overleven. Volgens de legende zou in de kerker, waarin ze opgesloten was, een draak op haar zijn afgekomen. Gelijktijdig straalde in het donker een buitenaards licht waarin ze de gestalte van een duif herkende. Dan maakte ze het teken van het kruis zodat de draak de vlucht nam. Ze zonk op haar knieën en dankte God voor zijn hulp. Toen ze van gebed opstond kwam de verleider nogmaals, nu in de vorm van een schone jongeling en zei: ‘Laat me, je hebt me overwonnen. Als een man me overwonnen had was mijn trots niet zo diep gezonken dan door de zege van een zwakke vrouw.’ Margaret werd vervuld van blijdschap toen ze dit hoorde en wist nu dat ze Satan zelf overwonnen had en zou ook over andere zaken zegevieren. Ze bleef rustig toen men haar de volgende dag weer voor de rechter sleepte. Er was veel volk samengestroomd die allen meenden dat de gekwelde wel zou opgeven en de goden offeren. Maar ze weigerde ook nu, waarom de prefect beval de marteling door te zetten. Een poging om haar te verdrinken mislukte. Dan brak er een verschrikkelijke aardbeving uit wat Margaret redde uit de handen van haar kwellers. Vele ongelovigen erkenden het teken en lieten zich dopen. Maar daarmee bezegelden ze het lot van het meisje. De prefect dacht dat als hij haar doodde ze wel weer heiden zouden worden en beval haar te onthoofden. Ze ging rond 300 het eeuwige leven in, 20 juli 275 (305 of 307) om precies te zijn.

Daarom wordt ze afgebeeld, staande op een draak die soms in haar mantel bijt en soms in haar staf. De parels die haar haarlokken sieren zijn een toespeling op haar naam. Ook wordt ze veel afgebeeld met een kruis en een duif, ook met de palm (die ook margarites heet) de bloem margriet, schaal of vaas naar de poging om haar te verdrinken en de kroon van de martelaars.

Een legende verhaalt dat er papavers ontsprongen uit het bloed van de draak die verslagen werd door de Heilige maagd Margaret:

‘and poppies a sanguine mantle spread

For the blood of the dragon St. Margaret shed.’

Ze heeft talrijke patronaten, vrouwen en vooral meisjes stellen zich onder haar bescherming. Gehuwde vrouwen bidden haar om een lichte geboorte en later om genoeg melk te geven. Ze is de schutspatroon van barende vrouwen, vandaar dat een dochter van Hendrik III zo genoemd werd toen zijn gemalin deze heilige aanriep bij de geboorte van haar kind. Vergelijk Artemisia, naar Artemis de maangodin. Callimachus, die de kleine Artemis op de knie van haar vader Zeus zet, laat haar zeggen: ‘Op de bergen zal ik dwalen, de steden die ik doorga zal ik alleen de vrouwen bezoeken die aan de scherpe pijnen van geboorte weeën lijden, ze roepen me om hun hulp.’

In Christelijke tijden werd Artemisia vervangen door een van de H. Margarets, meestal de H. Margaret van Antiochië: ‘Als een vrouw geboorte weeën krijgt, roep me, laat haar dan het kind krijgen.’ St. Margaret maakte gebruik van de moon daisy, de madelief, die soms margaret genoemd wordt, een parel. De Margaretha gordel heeft een helpende kracht. In Parijs kwamen op deze dag vrouwen en meisjes ‘met menighte in de kerkcke daer de Priester den riem van die H. Vrouwe haer om het lijf sloeg om vruchtbaer te zijn.’ In de Margaretha kapel te Neustadt kwamen jaarlijks een groot aantal vrouwen, katholiek als protestant, om haar geloften af te leggen en gaven te offeren ‘pp hoop van zegen,’ G. Gazelle;

‘Margaritha, blomken fijn

Kander wel iets schooners zijn

Als de naam van de edele blomme

Die ‘i te Paaschen tegenkomme?’

Bij deze versregels duidt de dichter op de betekenis van het Griekse woord wat bij ons parel betekent en door de Christenen tijdens de vervolgingen der Romeinse keizers in hun geheimtaal werd opgenomen, zoals hij elders zegt:

‘Margartiha ‘t is bekend

Was het woord, dat de ouden zeiden

Als zij, zwichtend voor den heiden

Spreken wilden, ongeschend

Van Gods heilig Sacrament.’

Immers als de eerste Christenen die onder Nero ‘s zwaard kwamen:

‘Om ‘t misbruiken af te keeren

Van het lichaam onzes Heeren

Mieken uwen schoonen naam

Margaritha, God bekwaam

En wanneer zij duister spraken

In hun kerkelijke zaken

Van ‘t tot Margaritam gaan

Dat was, Onzen Heer ontvaan’.

Zo werd het eenvoudige weidebloempje tot symbool van de Christenen. Gelijk de natuurlijke parel in de blinkende oesterschelp of parelmoeder neerligt zo ligt de heilige Hostie in de gouden kelk die Maria verbeeldt.

De beruchte regendag. De 20ste juli is beslissend voor de eerstkomende zes weken. Men kent het gezegde: ‘regent het op St. Margriet, dan regent het 6 weken lang.’ In Frankrijk zegt men hetzelfde van St. Medardus, 8 juni. Het Franse rijmpje luidt: ґ’qant il pleut de St. Medard, il pleut quarante jours plus tard.’ St. Medard wordt de ‘le grand pisseur’ genoemd. In Groningen pis grait,= pis margriet.

De volksfantasie heeft bij gebrek aan een wetenschappelijke grondslag voor die veronderstelling haar toevlucht genomen tot een legendarisch verhaal. Eens zou Jezus met zijn discipelen tegen het aanbreken van de nacht ergens onderdak gezocht hebben. Een zekere vrouwe Margriet wees hun van de deur, maar een ander nam hen gastvrij in huis, welke laatste tot beloning de gunst verkreeg zes weken lang, zonder vermoeid te worden, bezig te kunnen zijn met het werk wat zij ter eerste ter hand zou nemen. Ze zette zich aan het spinnenwiel en spon al die weken zonder maar enigszins vermoeid te worden. Margriet, jaloers, bood Jezus en de zijnen alsnog gastvrijheid aan, onder betuiging van haar leedwezen en tevens verzoekende dat haar hetzelfde ten deel mocht vallen als de andere vrouw genoot. Voordat ze zich, nadat haar verzoek was ingewilligd, aan haar spinnenwiel te zetten, verwijderde ze zich om een ‘boodschap’ te verrichten, met gevolg dat ze verplicht was dit zes weken achtereen te doen.

Enkele monniken in Winchester probeerden het stoffelijk overschot van St. Margriet op te graven omdat ze vonden dat het een passender rustplaats verdiende dan waar het lag, namelijk in een onaanzienlijk graf bij de deur van de kathedraal. Een plaats die ze zelf bij haar leven had aangewezen. Toen het opgravingswerk begon op 15 juli regende het en dat bleef veertien dagen zo, waardoor het onmogelijk was haar lichaam over te brengen. Al gauw begonnen de monniken zich af te vragen of de nederige heilige zelf wellicht deze regen had veroorzaakt omdat ze wilde blijven liggen waar ze lag.

‘St. Margriet pist in’t riet

Zes weken boerenverdriet.’

Is het droog weer op Pisgriet, dan regent het 30 (of 40) dagen niet. Of’

Regent het op Sint Margriet niet, dan regent het 6 weken niet. Het tegendeel is ook waar, regent, dan regent het 6 weken.

De regen van Sint Margriet duurt nog 14 dagen en geeft slecht hooi. Of:

Geeft Margriet geen zonneschijn, het hooi zal licht bedorven zijn.

Margaretha’ s regen brengt geen zegen. Ook:

Regen met Sint Margriet, geeft 6 weken boerenverdriet.

Sint Margriet houdt haar water niet.

Als het op 20 juli regent

Zijn we ‘r veerig dagen mee gezegend.

Als de eerste peer komt te Sint Margriet, dan men overal de oogst beginnen ziet. =Is het dus op deze dag geruime tijd goed weer dan begint men met oogsten.

Het duizendguldenkruid is een St. Margrietbloem, Erythraea centaurium, haar kruid Achillea millefolium, zo ook de madelief, Bellis perennis, de grote madelief Chrysanthemum leucanthemum, de fenegriek Trigonella faenum graecum.

Uit htttp://queerinthechurch.com

20 juli, H. Wilgefortis (Wilgifortis, Dappere Maagd, Hellebrecht, Helper) : dit is Latijn Virgo fortis: ‘dappere maagd?’

De H. Wilgefortis of de Vlaamse baardheilige of Ontcommer, was een legendarische heilige die een bekeerde koningsdochter geweest zou zijn. De verhalen over haar leven spreken elkaar tegen.

Dochter van de koning van Portugal die met die van Sicilië in oorlog geraakte. Ze kwamen overeen om de laatste uit te huwen aan Wilgefortis. Die weigerde echter voor het aanzicht van de 2 koningen en andere edelen en zei dat ze met de gekruisigde God was getrouwd. Ze werd in de kerker geworpen. Op haar gebed kreeg ze een baard, duivelswerk. De koning van Sicilië zag verder af van zijn huwelijksaanzoek. De vader, in woede ontstoken, liet haar kruisigen als haar gekruisigde God. Ze bad tot de hemel voor allen die haar aanriepen dat ze verlost mochten worden van alle vermoeidheid, benauwdheid van het hart, lichaam en geest, om te ‘ontcommeren in lastelicken zaken.’ Zo heeft ze antwoord gekregen van de hemel dat al wat ze gevraagd had haar gegund zou worden, heeft de geest gegeven en is ten hemel gevaren. Gelijker tijd ontstond er grote donderslagen en bliksem zodat het paleis van haar vader bijna verbrandde. Volgens anderen een Vlaamse heilige.

Ze werd in Portugal en Spanje als heilige vereerd, maar ook in een groot deel van Europa.

De gekruisigde Portugese koningsdochter draagt natuurlijk een kroon, soms een diadeem. Het hoofdhaar hangt gekruld op rug en schouders. Ze heeft meestal de ogen open, zodat ze nog levend aan het kruis wordt voorgesteld, wel vaak met een dolk in de borst. Haar gelaat heeft iets mannelijks, passend bij de baard, die soms zeer lang is. Ze wordt aangeroepen bij liefdesverdriet en kommer in het algemeen.

Ze is niet gecanoniseerd, heeft daarom ook geen officiële naam die aan een wereldse ontleend is. Sinds 1969 is ze van de lijst van de heiligen geschrapt.

De meeste namen stammen echter uit het noorden, Ontkommer, (helpt bij kommer of lost kommer op, redding, verlossing) Onkommer, in Duitsland Kmmerniss en Kmmernuss, Wilgeforthis, Willifordis, Regenfredis, Regenflegis, Liberata (dit naar een andere Portugese heilige die onthoofd werd waar ze mee verwisseld werd) Liberatrix, Liberata, vaak Helpe, Hilpe, Hulpe, Gehulpe. Soms ook Dignifortis, Virgo fortis (Sterke Maagd), Vilgeforte, Virgeforte, Komira, Khomerus, Kymiri, Eutropia, Verandering of Aanvechting.

Ontcommer is specifiek Nederlands, mogelijk een heidense godin. Een wonderdoenend beeld te Wormer werd beschreven door de geleerde Marten Duncan die in 1590 op 85 jarige leeftijd overleed. Dat beeld, zegt hij, werd jaarlijks rondgedragen. De inwoners vertelden dat het tegen de stroom in was aangedreven en Sinter Helper voorstelde.

Ze werd vooral vereerd van Zeeland tot Noord Frankrijk, Brabant tot Tirol. In het laatste land wordt verhaald dat ze gebeden zou hebben dat God alle gevaar van de zonden van haar mocht afwentelen, zelfs op gevaar af haar schoonheid te verliezen. Onmiddellijk was ze ontembaar geworden als het wild op de bergen. De vader joeg haar na in de bossen waar ze als een krankzinnige en van God verlaten rond liep. Haar hele lijf begroeide met haar en kreeg een baard van wel een span lang. Ze werd gevangen genomen en in de kerker van haar vader geworpen waar ze ellendig ‘verkommerde.’ Een zalige dood maakte een eind aan haar lijden en de zekerheid van in de hemel te komen verhelderde haar gelaat. Haar afbeelding vind je daar op oude kachels, op grond van Deut. 4:20, 1 Kon. 8:54, Jer. 11:4, zijnde het symbool van gevangenschap, kommer en ellende, waarin de arme zielen haar ‘kalte Pein’ ondergaan. Prenten van de heilige hangen in de slaapkamers om een vruchtbare echt te krijgen, ook in kruisgangen en lijkkapellen omdat ze met de dood in betrekking staat. Te Inn wordt er bij verteld dat haar lichaam in het water werd geworpen en stroomopwaarts dreef en door ossen getrokken naar de plaats werd gebracht waar ze als helpster in de nood vereerd zou worden. Het tegen de stroom in drijven is een wonder. Dat gebeurt meer, ook met Mariabeelden Soms wordt vermeld dat ze in Holland in Steenberg (en) begraven is. Vaak wordt ze afgebeeld met een gouden schoen die ze aan een speelman geeft. Die wordt dan vrijgelaten en sindsdien is ze de beschermheilige van onschuldig gevangenen en veroordeelden.. In München komt de volgende legende voor.

In de Provence, volgens sommige in Sicilië, heerste een heidense koning die een dochter had die Kommeria heette en in het vervolg Kummernus genoemd werd. Ze was barmhartig en diende ijverig de afgoden. Een oude man beantwoordde haar vraag waarom zoveel mensen vanwege Christus ter dood werden gebracht. Ze kreeg daardoor zoveel liefde voor Maria dat ze de gelofte deed ook maagd te blijven. Een heidense koning van Portugal vroeg haar ten huwelijk. Ze bad tot God dat die dat mocht verhoeden. Niet lang daarna verscheen haar ‘s nachts 6 schone en schitterende vrouwen waarvan er 1 een kind droeg. Ze hoorde een stem zeggen dat haar verzoek verhoord zou worden en dat ze de wereld vaarwel moet zeggen en haar hoop alleen op God vestigen en dat ze te zijner tijd aan het kruis zou sterven. Dat was Maria door wiens kind alles was geschapen, Catharina, die haar hemelse bruidegom boven alle aardse stelde, Barbara, die door haar heidense vader onthoofd werd, Margareta, dochter van een Saraceen, bekeerd, gemarteld en onthoofd, Christina, ook in het geheim een christin en zo ook zwaar gefolterd en Elizabet die met de vorige de meter van St. Ontcommer genoemd werden. Deze Elisabet was de dochter van de koning van Sicilië en trouwde op 12 jarige leeftijd met Dionysus, koning van Portugal, ging na zijn overlijden in het klooster, stierf in 1336 en werd in 1625 heilig verklaard. Blijkbaar is ze later bij de overige heilige vrouwen ingevoegd om het verhaal van Portugal en Sicilië aannemelijk te maken. Onze heilige liet door dat visioen aan haar vader verklaren dat ze christen was geworden en maagd wilde blijven. Voor hem ontboden dreigde hij haar met een smadelijke dood als ze de Portugese koning niet wilde trouwen. Ze volhardde en sprak zoveel over haar geloof dat 12 van haar vrouwen, de hofmeester en ongeveer 300 mensen er toe bekeerd werden. De vader liet haar folteren en gevangen zetten. Ze bad zo veranderd te mogen worden dat geen man haar in het vervolg zou begeren. Toen kreeg ze een nieuwe gestalte met haar en baard, naar God de gekruisigde gelijkwaardig. Die verscheen met zijn moeder en doopte haar met de verzekering dat welk mens haar in nood en bezwaar van gemoed haar aanroept ze die niet verlaten zal. De vader vernam de verandering van zijn dochter en liet haar kruisigen. Van het kruis preekte ze op zulke wijze dat 5000 personen zich bekeerden. Het volk wenste dat de koning zijn dochter van het kruis zou nemen omdat haar onrecht was aangedaan. Hij gaf toe, maar te laat, ze was al tot haar hemelse bruidegom gegaan.

Volgens sommige is de legende ontstaan uit een onbegrepen afbeeldingen van Christus in lang gewaad van Santo Volto (het Heilig Aanschijn) van Lucca.

Vgl. ook de Sint-Ontcommerspolder of Aanwas bij Steenbergen (N. Brabant) die in de volksmond Sinte Komkommerspolder genoemd wordt en zo genoemd omdat de heilige het land tegen overstromingen beschermt. Haar beeld in de kerk van hun stad verrichtte dagelijks grote wonderen en tekens. Uit vele legenden blijkt dat er een gouden en zilveren beeld van St. Ontcommer te Steenbergen was. De roep van de wonderen te Steenbergen verspreidde zich naar het zuiden. Met Steenbergen werd het niet ver verwijderde Poortugal bekend. Na haar dood gebeurden grote wonderen, de vader werd bekeerd, liet zich dopen en gaf beval een kerk te bouwen. Hij liet daar ook een gouden en zilveren beeld oprichten. Ze wordt vaak afgebeeld als Maria, met dezelfde blauwe kleren. Ze wordt aangeroepen als hulp en steun van moeders die verdriet van hun kinderen hebben. Een heilige in kommer en zorgen om zielenlijden en hartzeer weg te nemen.

Mogelijk is het verhaal afkomstig van de kruisvaarders die ook naar St. Jacob van Compostella geweest zijn. In Lissabon begonnen ze de strijd tegen de Saracenen. Terugkerende hebben ze wel verhalen meegenomen. Ze verhaalden van een gekruisigde dochter van een koning van Portugal die ze aanriepen in ‘anxte, in noede of eniche beangstheit hen pleget te vertoosten en te ontcommeren in hare lastelike zaken.’ Ze voldeed aan de behoefte van het volk. Ze riep oude heldenzangen en mythen op en wekte het geloof van de oude vaderen terug, een oude godin trad op de voorgrond. Als een heilige had ze kommer weg genomen.

Laat ons nagaan hoe Ontkommer ontstaan kan zijn.

In het lied van Fiolswidr, het Noorse Hooglied, woont Menglada, een Walkure, op de Hyfjaberg

Lammen en zieken kunnen daar genezing en troost vinden, hoe oud de kwaal ook moge zijn. Negen geneeskundig meisjes zitten aan haar knieën. De eerste heet Hlif: Hulp. Aan de vraag aan de wachter van de berg gedaan:

‘beschermt u allen die u offeren

Als ze u aanroepen.’

Antwoordt hij:

Elke zomer, zo aan hem geofferd

Zal op geweide plaatsen

Geen ziekte het mensdom overkomen

Die zich tot wenden niets wisten.’

Vele namen van plaatsen die met Hulp, Hulf en Helf zijn verbonden en waar kerken of kapellen nog staan of in de buurt getuigen van oude offertafels der Godin. Van heidens waren ze christelijk geworden.

Hlif is waarschijnlijk dezelfde als Hlin, die borg is voor hem die Frey voor enig gevaar behoeden wil. Die zendt haar tot de stervelingen om hun kommer te verminderen en nimmer tevergeefs. Ze is dus een medelijdende godin en overgegaan op het Duitse spreekwoord: ‘wie in nood is leunt op haar.’ (hleinir)

Iduna, de voorwetende godin, is waarschijnlijk hetzelfde wezen als Manglada en is vanwege de zonde der Azen, als het ware uit de hemel op aarde gekomen. Door het oud worden van de Azen, na het verdwijnen van de gouden appelen gaan drie van hen naar Iduna om de toekomst te vernemen. Twee keren terug, maar Bragi, de skald of dichter, blijft bij haar, dat is de trooster, mogelijk ook later de echtgenoot van Iduna die de legende de vorm van een vioolspeler gegeven heeft. (Dat is de vioolspeler die je bij haar afgebeeld ziet, net als de lier bij Apollo die de wereldlier handhaaft en de wereldsmarten en het drama der mensen bezingt. Als Apollo op de Parnassus met zijn muzen past bij de Noorse Hilf ook Kommernis en haar acht zusters.

Uit fr.wikipedia.org

20 juli, H. Wolmarus (Wulmarus, Ulmar, Vulmar, Samer, Wulmar of Vilmer) Germaans wolf: ‘wolf.’

Hij is geboren bij Boulogne, Picardië, en rond 698 gestorven. Hij was getrouwd, maar werd met kracht van zijn vrouw vandaan gehaald en werd een Benedictijner werkmonnik te Haumont. Hier werkte hij in het bos en hoedde het vee, na een tijdje mocht hij het priesterschap halen, werd aangesteld en werd zelfs de stichter en eerste abt van het klooster van Samer (Salviniacum) bij Boulogne. Later werd de abdij naar hem genoemd, Sany Vulmaire. Hij wordt afgebeeld als een kluizenaar in een holle boom die van een voorbijganger brood krijgt.

Eeke heeft deze naam gekregen omdat de H. Wolmar ter plaatse, vroeger stond hier een groot woud, drie dagen zonder eten en drinken in een holle eik verbleef, ‘om de lof des volks te vlieden.’

20 juli, Frederik van Sirik, 43ste bisschop van Utrecht.

Hij was proost van de St. Pieter de Utrecht en op sterk aandringen van graaf Willem tot bisschop gekozen. Liet zich in Rome wijden waardoor hij het bisdom dat tevoren tamelijk rijk was met schulden heeft bezwaard. De schrijvers van die tijd getuigen dat die tijden zeer bedorven waren, gierigheid en geldzucht volop aanwezig waren. En omdat hij verplicht was aan de Hollanders luisterde hij vaak naar de graaf met het doen en laten. Dat leidde onder andere tot een oorlog want de heren van Lienden, van Oemeren en enige anderen die door de zware schattingen van de hongerige kerkvoogd getergd en te hoop gerukt waren hebben hem vel leed aangedaan. De bisschop nam zijn toevlucht tot Reinold, hertog van Gelderen, maar die werd door zijn eigen zoon gevangen gezet. Hij moest dan terug keren naar Willen, graaf van Holland, die gelijk een leger op de been bracht.

Hij is op 20 juli 1320 overleden in Horst aan de jicht.

In datzelfde jaar heeft de zee of liever de Rijn na het doorbreken van de dammen en dijken de landen van Utrecht helemaal overstroomd en tot en plas gemaakt. Daarna zou er het college van dijkgraven en heemraden zijn opgericht om de Ԭek te verzorgen in 1323. Onder deze bisschop is in 1320 op het feest van de heilige Johannes en Paulus een begin gemaakt met het bouwen van de beroemde toren van St. Martinuskerk waarop in 1372 het kruis met de vaan geplant werd.

Drie symbolische bloemen, de Virginische drakenkop of draaibloem, Physostegia virginiana, de Franse zonnebloem, Calystegia sinensis, en de rechtopstaande Afrikaan, Tagetes erecta, zijn aan hun toegewijd.

Zie verder: http://www.volkoomen.nl/ en : http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/