27 maart
Over 27 maart
Heiligen van de dag, naamgeving, etymologie, relikwieën, hun werken en plaats, verering, wonderen, sterven, hoe ze afgebeeld worden,
Uit www.rkk.nl
27 maart of 4 december, H. Johannes van Damascenus: Hebreeuws Johanan: Jahweh is genadig, een veel gebruikte Joodse naam, Johannes de Doper, de Baptist, Lucas 1:15, Mattheus 3 en dergelijke Zie 24 juni.
Deze heilige Johannes werd in 675 geboren te Damascus uit een aanzienlijke christelijke familie onder kalief Abdul Malek. Hij werd breed gevormd en aangewezen als hoofdadviseur te Damascus. Daarna werd hij monnik in het klooster van Mar Saba tussen Jeruzalem en de Dode Zee. Hij werd bekend door zijn dogmatische geschriften en Mariahymnen en wordt wel als laatste van de kerkvaders genoemd. Hij was een krachtige bestrijder van de beeldenstormers. Toen keizer Leo III de vernietiging van de heiligenafbeeldingen beval schreef hij een beslissende verdediging. Volgens de overlevering werd hem de rechterhand afgehouwen die op wonderbare wijze hersteld werd. Overleden in 754 of 749 in een klooster bij Jeruzalem en is in 1890 door paus Leo III tot kerkleraar uitgeroepen.
Hij wordt afgebeeld als kerkleraar of geleerde terwijl Maria aan hem verschijnt die zijn hand er weer aanzette. Verder met inktpot, boek, ganzenveer en kruisbeeld. Soms met enkele manden omdat hij die als novice voor het arme klooster voor een veel te hoge prijs moest verkopen, hij slaagde er wel in. Een bron aan zijn voeten herinnert aan zijn werk ‘bron van kennis.’ Schutspatroon van apothekers, iconenschilders en theologiestudenten. Aangeroepen bij zieke kinderen en amputaties.
Uit saints.sqpn.com
27 maart, H. Augusta van Treviso. (of van Serravalle)
Zij was de dochter van een legeraanvoerder die afkomstig was uit de streken die wij nu met Duitsland aanduiden. Zijn naam was Matrucius. Hij leidde een van de vele barbaarse legertjes die in die tijd van alle kanten het Romeinse Rijk konden binnenvallen, omdat de Romeinse wereld in verval was geraakt. Kennelijk had deze Matrucius het vooral gemunt op christenen.
Zijn dochter, die met hem meereisde, raakte onder de indruk van de houding der christenen die door haar vader als martelaar de dood in werden gejaagd. Ze werd zelf christin. Vader was daarover zo woedend, dat hij haar eigenhandig een pak slaag gaf! Toen niets hielp, liet hij haar tussen twee bomen ophangen en onder haar een vuur aansteken, met de bedoeling dat zij de verstikkingsdood zou sterven. Het vuur werd echter gedoofd door de wind. Vervolgens werd ze op een messenrad gebonden. Dit werd onklaar gemaakt door een engel. Tenslotte werd ze onthoofd rond 400.
Ze wordt afgebeeld in koninklijk gewaad, met de martelaarspalm van de overwinning, en met een zwaard, haar martelwerktuig. Soms ook met messenrad en brandstapel.
27 maart, Hermannus van Hoorn, 27ste bisschop van Utrecht.
Tot noch toe was de geestelijkheid naast het volk meester van de verkiezing geweest en die goedkeuring had de keizer toegestaan. Nu dat de verkiezing alleen aan de cleresie was gegeven met uitsluiting van al het volk is er gelegenheid geweest tot kuiperij omdat de naburige vorsten en aanzienlijken hun vrienden altijd kwamen opdringen. Hieruit zijn vak grote onlusten ontstaan en wel zodanig dat er weinig bisschoppen de stoel zonder strijd beklommen hebben.
Het eerste voorbeeld daarvan is Hermannus want na de dood van Heribertus is er grote tweespalt ontstaan over een nieuwe bisschop. Omdat Diderik, graaf van Holland, Henrik, graaf van Gelderland, en Dideryk, graaf van Kleef de proost van St. Jeroen, met name Hermannus en afkomstig uit de graven van Hoorn bisschop gemaakt wilden hebben. De burgers echter gesteund door de inwoners van Deventer en andere steden Fredrik van Havel of Hamel of Houwell of Hovel tot bisschop begeerden.
Het werd dus Hermannus. Ondertussen ontstond er een scheuring in Utrecht omdat sommigen Hermannus en anderen Frederik, de zoon van graaf Adolfus wilden. Na wat schermutselingen hadden ze Frederik binnen de stad genomen en Hermannus laten vertrekken. De koning vermande hen om de zaak bij te leggen, maar ze hadden het al bij de paus gebracht als een geestelijke zaak. In ieder geval werd de zaak opgelost en Hermannus weer aangenomen, de tweedracht bleef. Waarschijnlijk is Hermannus ook te zacht en te slap geweest in al zijn doen en laten. Hij is overleden op 27 maart 1156 en in de dom begraven.
Het gewone volk is ook uitgesloten geweest om een nieuwe paus te kiezen, mogelijk omdat ze vaak met de pauzen overhoop lagen. Ook de geestelijkheid werd geleidelijk aan buiten gesloten bij het kiezen van een paus. Dat gebeurde dan meestal door de sterk opkomende krachtige keizers en koningen.
Ruprecht die een zoutvat (Salz) vast houdt, uit www.fressnet.de
27 maart H. Ruprecht van Salzburg (Rupertus, Hrodbert of Rudbert): Germaans hruotperaht: de roemglanzende.
Ruprecht of, een apostel van het Christendom in Duitsland, vooral Beieren. Hij is geboren omstreeks het midden der 7de eeuw en stamde af van een Frankische vorstengeslacht van de Robertijnen van Worms. Onder de Franse koning Childerbert III wordt hij gekozen tot bisschop van Worms, omdat hij uitblinkt in de christelijke deugden, zoals het verzorgen van armen, verdrukten en zieken. Hij had echter veel moeilijkheden in het heidense Worms en wordt rond 697 door de koning naar de Beieren gezonden, doopte Ragrintrudis, een zus van de hertog, en kort daarna ook hertog Theodoor II van Beieren en door die gesteund zette zijn bekeringswerk voort langs de Donau tot aan Lorch. Hij vestigt zich te Novicum in hen zuiden van het huidige Oostenrijk. Tot residentie kiest hij het St. Peters klooster, dat hij zelf sticht op de runen van de voormalige Romeinse stad Juvavum. In plaats van de heidense heiligdommen te vernietigen consacreert Robertus ze en maakt ze zo geschikt voor de christelijke eredienst. Dat doet hij bijvoorbeeld te Regensburg en Alttting, waar hij nog altijd bijzonder vereerd wordt. Ook elders sticht hij nieuwe kerken. Weldra slaat zijn arbeid zozeer aan dat hij helpers vanuit Frankrijk laat overkomen. Naast zijn zendingswerk bevordert hij ook de economische toestand door de zoutwinning in het gebied te beginnen en hij verandert de naam van de stad in Salzburg en vervolgens het bisdom Salzburg waar hij het Petrusklooster gesticht had en op Pasen 27 maart 718 sterft Robertus te Salzburg. Op Nonnberg sticht hij rond 700 een vrouwenklooster St. Erentrud waar zijn nicht Erentrud abdis wordt. Ook in de huidige plaats Munchberg sticht hij een klooster.
De R.K. Kerk viert zijn gedachtenis op de 24ste september. Te zijner eren werd in 1701 door de aartsbisschop van Salzburg de Rupertusorde gesticht die in 1802 weer is afgeschaft. 24 september is de dag van het overbrengen van zijn gebeente vanuit het St. Peters klooster naar de kathedraal van Salzburg en geldt als landdag in Salzburg, ook als apostel van Beieren wordt hij vereerd. Vanaf de achtste eeuw wordt Robertus als heilige vereerd.
Hij wordt afgebeeld als bisschop met zoutfles, patroon van zoutbewerkers, draagt vaak een Mariabeeld in de handen, het genadebeeld van Alttting in Beieren, hij zou de pelgrimstocht daarheen ingesteld hebben wat waarschijnlijk niet waar is. Hij wordt aangeroepen tegen dysenterie, de naam van de ziekte, die in het Duits Rotlauf of rote Ruhr genoemd wordt, vertoont enige gelijkenis met de naam Hrodbertus. Op zijn feestdag worden de fruitbomen gezegend om schadelijke rupsen te weren, ook dit gebruik hangt samen met de woord overeenkomst van rups (Duits: Raupe) en Rupert.
Geranium robertianum gewoonste soort is in het volksgeloof aan de heilige Ruprecht gewijd, de schutgod van het huis. Deze plant wordt Roberts-, Ruprechtskruid, herb Robert, herbe a Robert, red Robin, genoemd naar de Heilige Ruprecht, dit vanwege zijn geneeskracht.
Benedictijner monniken noemden de plant zo omstreeks 800 naar de eerste Salzburger Bisschop Rupert of Hrodperth die heilig gesproken werd, dit vanwege zijn geneeskracht. De naam zou ook afgeleid kunnen zijn van het oud-Hoogduits hruotperath of ruodpertht, hruod: Բoemglanzendeլ vanwege de roem als geneesplant waaruit later Ruprecht, de beschermgod, tevoorschijn kwam en zo de Heilige Ruprecht.
In Engeland is de afleiding anders dan de Duitse en Hollandse naam en is het kruid naar andere Roberts genoemd.
1) Robert, hertog van Normandië.
2) St. Robert, stichter van de Cisterciënzer orde wiens feest is op 29 april als de bloem begint te bloeien.
3) Of dat het een ziekte geneest die ruprechtsplaag genoemd wordt, dit naar de eerst genoemde.
De plant is waarschijnlijk niet genoemd naar de Heilige Ruprecht.
Is op Sint Rupert de hemel rein, dan zal hij dat ook in juli zijn.
Zie verder: http://www.volkoomen.nl/ en : http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/