15 juli

Over 15 juli

Heiligen van de dag, naamgeving, etymologie, relikwieën, hun werken en plaats, verering, wonderen, sterven, hoe ze afgebeeld worden,

Uit nl.wikipedia.org

15 juli of 13 juli, H. Hendrik II: (Henricus) Germaans mogelijk van heim: ‘woonplaats, erf, rik: ‘machtig,’ oud-Hoogduits Haganrih: vorst der omheind oord.’ Na Hendrik de Vogelaar, gestorven 936, is het een veel voorkomende Duitse keizers- resp. koningsnaam, de naam kwam in de 10de eeuw in Frankrijk door de hertogen van Bourgondië en zo ook in Engeland.

Hendrik II is de laatste uit het Saksische vorstenhuis. Hij werd geboren te op 6 mei 973, als zoon van de hertog Hendrik II van Bayern. Hij werd op dezelfde dag geboren als keizer Otto 1 overleed. De overlevering noemt het slot Abbach aan de Donau als geboorteplaats, andere zeggen te Hildesheim. Door zijn moeder Gisela, een nicht van Otto 1, was hij aan de keizer verwant. Over zijn jeugd lag een schaduw. Zijn vader verzette zich tegen Otto 11 omdat zijn familie hem de kroon benijdde. Vandaar dat hij verbannen werd. Zijn familie leefde in Freising en mogelijk in Bamberg. Pas met zijn dertiende jaar leerde hij zijn thuisland kennen en kwam in Regensburg aan. Hier kwam hij onder de invloed van bisschop Wolfgang en hier zag hij ook dat zijn vader een ander mens geworden was, een vorst die het recht lief had en die zijn jonge zoon de waarschuwing achter liet :’sta niet op tegen de koning.’

Hij erfde in 995 van zijn vader Beieren. De jonge vorst was ruim denkend, ernstig maar mild, zijn onderdanen noemden hem al gauw Ԩet heil van Bayernծ Al voor het jaar 1000 voerde hij zijn vrouw, Kunigunde von Lutzelburg (Cunegundes van Luxemburg) naar zijn huis. Ze bleven kinderloos waarom men aan een jozefshuwelijk denkt waarom hij soms afgebeeld wordt met een witte lelie als symbool van maagdelijkheid. Hij stelde de keizer troepen beschikbaar in de slag tegen Italië en vergezelde in 1001 keizer Otto III naar Rome, waar zijn vastberadenheid de opstand der Romeinen dempte. Toen Otto in Italië overleed maakte hij zich meester van het waardigheidsteken des rijks, daarbij geholpen door Graaf Lotharius van Bernbrug en aartsbisschop Willigis. Hij moest verscheidene malen tegen zijn aanspraken vechten. Ook de Italianen hadden Hardouin tot koning gekozen waar sommige bisschoppen niet van hielden en Hendrik vroegen. Hij behaalde de overwinning en liet zich in Pavia de ijzeren kroon opzetten. (ijzeren kroon noemt men de gouden, met edelstenen versierde kroon waarmee de koningen van Lombardije gekroond werden. Ze ontleent haar naam aan de ijzeren ring die er aan de binnenzijde is aangebracht, volgens de legende uit een nagel van Christus. De burgers hadden weer voorkeur voor Hardouin en belegerden zijn woning waar hij ontkwam door uit het raam te springen die hem mank maakte. Vandaar de bijnaam de Lamme. Hij ging weer terug naar Duitsland en vocht weer tegen andere mededingers Ondertussen had Hardouin van de gelegenheid gebruik gemaakt om zijn koninklijke waardigheid weer terug te winnen. Vandaar dat hij nogmaals naar Italië trok, vergezeld van zijn gemalin, de heilige Kunigonde, dwong hem de kroon af te leggen, ging naar Rome waar Paus Benedictus VIII hem en zijn gemalin kroonde en hem de gouden rijksappel, als het zinnebeeld der keizerlijke wereldheerschappij, overhandigde. Een derde tocht naar Italië ondernam hij toen genoemde paus hem te hulp riep tegen de Grieken in Beneden Italië.

Ook in Duitsland moest hij steeds ten strijde trekken. Onder andere tegen de broer van zijn vrouw, Adalbero, die zich tot bisschop van Trier benoemd had. Verder herstelde hij paus Benedictus VIII die in 1014 de vlucht had moeten nemen naar Duitsland om aan de tegenpaus Gregorius te ontkomen in zijn waardigheid. Hij overleed de 13 juli 1024. Hij was een vriend der geestelijkheid en een ijveraar voor de belangen van de kerk zodat paus Eugenius III hem na zijn dood heilig verklaarde, 1147 en in 1201 Kunigunde. In 1007 stichtte hij het bisdom Bamberg om de Slavisch volkeren te bekeren.

De hoop der armen, beschermer en helper van weduwen en wezen, dienaar van de vrede, de heilige kerk en machtige troost en sieraad der wereld werd in de dom te Bamberg bijgezet. Zijn gemalin Kunigonde die overleden is in 1038 genoot hetzelfde voorrecht

Hij muntte uit door zuiverheid van leven en onthechting aan de wereld. In het jaar van zijn overlijden, 1024, was hij stichter van het bisdom Bamberg in Beieren, cultuurcentrums en van verschillende kloosters.

Beschermer der oblaten. Hendrik en Kunigunde waren een heerserspaar die hun door God verleende opdracht aannamen en zich bemoeiden, met behulp van vele talenten en natuurlijke gave tot een goed einde te brengen en Gods wil in grote en kleine dingen te zien, zelfs in moeilijkheden die hun ambt met zich bracht.

Hij wordt als keizer met baard, kroon en zwaard afgebeeld, soms in wapenuitrusting, scepter en gouden rijksappel die hij van paus Benedictus ontving bij zijn kroning.. Meestal houdt hij het kerkmodel van de Bamberger dom in de hand of een schild met daarop de Duitse adelaar. Schutheer van Bamberg, Nürnberg en Basel. Niersteenlijders bidden om zijn hulp.

Hij wordt gerekend onder de regenheiligen.

Met Sint Henricus droog, zeven weken droog.

Met Sint Henricus regen, veertig dagen duurt die zegen.

Dit is de Brave Hendrik, zie Chenopodium, in tegenstelling tot de boze Hendrik, het giftige bingelkruid Mercurialis. Ze groeit graag aan Heimen, dit is de tuinen der dorpen. Amaranthus blitum heet ook Guter Heinrich. Deze vorst zou de eerste geweest zijn die de kruidkunde bevorderde en zou ook de eerste kruidentuin hebben laten aanleggen. Hij was, volgens Franse schrijvers, zo bezorgd voor zijn onderdanen dat deze plant de arme lui veel goed doet, overal in het wild groeit en de arme luid dus voor niets een gerecht hebben waarom het volk de plant naar hem noemde.

Brave‑Hendrik, Frans Bon Henri, Deens Goder Henrick, Duits Guter Heinrich, Engels Bonus Henricus en Good King Henry. Symbool van goedheid, goodness.

Uit www.vanderkrogt.net

15 juli, H. Gumbertus: Germaans gond, gund: ‘strijd,’ brecht: ‘glanzend, stralend of schitterend,’ dus ongeveer, schitterend of beroemd in de strijd.

Gumbertus was zoon van een Frankische hertog, abt en bisschop, stichter van het klooster Ansbach in Beieren tijdens Karel de Grote in de 8ste eeuw. Mogelijk ook van de Schwarzenbacher kerk.

De knorrige eik met de mooie naam Harbel am Rangen is een indrukwekkend natuurmonument die je zien moet als je in Lehrberg reist. De Ansbacher Heilige abt Gumbertus zou de Lehrberger kruiseik hoogstpersoonlijk geplant hebben. In de schaduw van een van de mooiste eiken van de Franken, zo de legende verhaalt, had hij een wonder bewerkt. Er is maar 1 probleem, de boom zou niet ouder dan 800 jaar zijn en groeide dus pas een halve eeuw na zijn dood.

Uit sixpacktech.com

15 juli, de zalige Bernardus van Baden is gestorven op 15 juli 458 en draagt de wapenrok en een lelie.

Hij is rond 1428 geboren en een zoon van en Catharina van Lotharingen. In 1453 werd hij markgraaf van, maar hij droeg snel zijn wereldlijke rechten over op zijn broer. Hij trad in dienst van keizer Frederik II en ronselde mensen in Duitsland, Frankrijk en Italië voor een kruistocht, maar stierf voortijdig.

Patroon van Baden en aartsbisdom Freiburg, van mannen en jongelingen. Hij werd in 1769 zalig verklaard.

Uit www.pylgeralmanak.nl

15 juli / 8 mei, H. Plechelmus (Pleghelm): het eerste deel is oud-Saksisch plegan: ‘onstaan voor,’ oud-Fries plega: ‘gewoon zijn,’ Angelsaksisch plega: ‘spel of gevecht,’ resp. ‘zorgen voor, het tweede deel =’helm.’

Plechelmus is onzeker, zou verwisseld zijn met Pechthelmus zo ook Beda in 831 spreekt dat Pechthelm bisschop is van Withern. Plechelmus, Pecthermus of Pechelmus was een Ier en monnik, leerling van Adelmus in Wessex, later bisschop van Withern. Kwam met Wiro en Otgerus in Frankrijk in de tijd van Pepijn en heeft met die twee de grondslag gelegd van het klooster Bergen op een zekere berg gelegen aan de Roer dicht onder Roermond en nu St. Pieters berg en eerder Odiliaas berg genoemd. Pepijn hield hem in zo grote waarde dat hij alle jaren in het begin van de vasten blootvoets en zonder zijn koninklijk kleed aan te hebben uit zijn paleis kwam en zich naar de heilige man spoedde en overlegde met hem regeringszaken. Is overleden op 15 juli 731 op de top van die berg. De kanunniken van Oldenzaal roemen dat ze wel het voornaamste van hem bezitten door de giften van Balderikus, bisschop van Utrecht, St. Plechelmuskerk, zie 3 mei.

Hij Apostel van Kleef, Gelder en Gulik. Zijn relikwieën berusten in Oldenzaal. Bisschop Balderik liet de relikwieën van hem verheffen, wat gelijk staat aan een heiligverklaring.

15 juni, Apostelverdeling, Festum divisionis Apostolorum. Een feestdag die gevierd wordt naar aanleiding van het overgebleven bericht dat de Apostelen een 7 of 12 jaren na het heengaan van Jezus en na het opstellen van een gemeenschappelijke (Apostolische) geloofsbelijdenis de toenmaals bekende gewesten hebben verdeeld om er het Evangelie te gaan verkondigen. Volgens dat bericht is Petrus Babylon met de Israëlieten in verstrooiing, aan Paulus Griekenland met Italië, aan Jacobus Spanje, aan Johannes Klein Azië met een deel van Parthi, aan Philippus Opper Azië, aan Thomas het overige Parthi en Indië, aan Bartholomeus Armenië, aan Simon Cananites Mesopotamië met Perzië, aan Judas Thaddeus Arabi met Idumaea, aan Matthias Ethiopië en aan Andreas Scythië ten deel gevallen. Thans heeft dit feest een andere betekenis.

Het wordt gevierd als gedenkdag der verdeling of scheiding van het gebeente van Petrus en Paulus.

15 juni, Ceslas Odrowaz van Polen (Ceslaus) .

Geboren in 1180 en was de oudere broer van de heilige Hyacinthus van Polen. Na een persoonlijke ontmoeting met Dominicus Guzman in Rome werd hij samen met zijn broer dominicaan. Zij waren dan ook enkele van de eerste dominicanen. Hij was een van de belangrijkste Dominicanen in Polen en hielp de inwoners ook bij de strijd tegen de Mongolen. Hij had, volgens de legende, bij een beleg op de muren gestaan. Bij zijn hoofd vandaan kwam toen een grote lichtstraal die de belegeraars op de vlucht liet slaan. Hij stierf in 1242.

Ceslas wordt in de kunst voorgesteld als een dominicaan met wij habijt, wit scapulier, zwarte mantel en kap. Als meest voorkomend attribuut heeft hij een brandende kanonskogel, verwijzend naar zijn aandeel in de oorlog tegen de Mongolen. Andere attributen zijn: een kruisbeeld, een boek, een witte lelie en soms een kind, dat hij volgens de legende weer tot leven had gewekt, nadat het dood was gevonden door een paar schippers. Ceslas is in 1713 zalig verklaard.

Hun zinnebeeldige bloem is de hygrometrische goudsbloem, Calendula pluvialis.

Zie verder: http://www.volkoomen.nl/ en : http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/