22 november

Over 22 november

Heiligen van de dag, naamgeving, etymologie, relikwieën, hun werken en plaats, verering, wonderen, sterven, hoe ze afgebeeld worden,

Uit www.wf-f.org

22 november, H. Cecilia, (Caecilia) Of 22 september?) volgens de legende is ze uit het geslacht Caecilii afkomstig. Een vorm van caecus: ‘blind,’ mogelijk was een voorvader, aan wie het geslacht ontleend werd, blind.

Ze was afkomstig uit een Romeins adellijk geslacht. Welke schrik beving het jonge meisje, de dochter uit het adellijke huis der Cacili, toen Valeriaan om haar hand vroeg. De maagd was wegens haar onbekommerde vrolijkheid en mooie stem de lieveling van de Romeinse patriciërs geweest. Niemand, ook haar ouders niet, wisten dat ze al vroeg heimelijk gedoopt was en altijd maagd beloofde te blijven. Nu, toen de ouders toegestemd hadden, verliet de bruid de moed om van haar gelofte te spreken. Het huwelijk was met alle pracht gevierd. De deur tot het slaapvertrek had zich achter de pas getrouwde gesloten, daar vertrouwde ze haar man haar belofte toe. Valeriaan zal eerst wel verschrikt zijn geweest en zijn vrouw verwonderd hebben aangekeken. Daarom vertelde ze hem in goed vertrouwen dat ze gedoopt was.’Als je besluiten kan om je ook te laten dopen, dan zal je de engel zien die uitgezonden is om me te beschermen,’ zei ze. Valeriaan hield van haar en liet zich naar paus Urbanus voeren. Hij kwam na het doopsel van paus Urbanus ontvangen te hebben bij Cecilia terug. Hij vond haar biddend in een vertrek en aan haar zijden een engel des Heren in de gedaante van een schone jongeling met een helder kleed en uit zijn aangezicht kwam een wonderlijk licht. Valerius was verbaasd en zag dat de engel in zijn handen twee schone kransen van rozen en leliën had die hij uit de hemel meegebracht had. De engel gaf hem een van de kransen en de ander aan Cecilia en zei:' 'Deze kransen, die ik u gegeven heb, zijn gevlochten van bloemen die in de heerlijke en welriekende velden des Hemels geplukt worden, welke Jezus Christus u zendt opdat u elkaar voortaan met een reine en zuivere liefde zal beminnen. Deze bloemen zullen nooit verwelken, noch hun zoete reuk verliezen, ook zal niemand ze ooit zien die de zuiverheid niet bemint zoals u die bemint. En omdat gij Valerianus, de woorden van uw bruid geloofd hebt, zo heeft God mij tot u gezonden opdat jij zal weten dat Hij u zeer lief heeft en dat hij bereid is je alles te geven wat je Hem zult vragen.’ Valerianus zei dat hij graag had dat zijn broer Tibertius ook christen zou worden. Gelijk kwam Tibertius in de kamer van Valerianus en Cecilia en hij rook de geur van rozen en leliën hoewel hij ze niet zag. Hij vroeg vanwaar die zoete reuk kwam, want het was geen tijd van rozen of leliën. Ze legden hem alles uit en hij werd ook christen.

Beide jongelingen roemden zich in alle openbaarheid op hun bekering. Ze schenen vergeten te zijn dat onder keizer Marcus Aurelius de vervolgingen onder de christenen met kracht doorgezet werden. De prefect Almachius liet de broeders opsluiten. Het proces was wegens hoogverraad en al hun goederen zouden aan de keizer vervallen, maar toen het zover kwam had Cecilia alles al weggeschonken aan de armen. Dat bracht de jonge weduwe voor het gerecht. Zelfs haar voorname afkomst en haar machtige familie kon haar niet helpen.

Toen ze tot de marteldood veroordeeld was verzocht ze om nog eenmaal de lof van God der Christenen op het orgel te doen horen. Toen dit gebeurd was vernielde ze het instrument zodat het later niet tot onheilige oogmerken zou worden gebruikt. Ze stierven, waarschijnlijk op 16 september 229 of 230 te Rome. De beulen probeerden haar met kokend water te doden en toen dat niet lukte werd ze onthoofd. Haar in de catacomben van Calixtus aan de Via Appia voorkomende stervensnaam heeft paus Paschalis I in 821 in de naar haar gewijde kerk in Rome overgebracht, waar het in 1590 bij een ombouw weer gevonden werd en dan onder het hoofdaltaar bijgezet werd. Tot haar gedachtenis werden op deze dag vele muziekuitvoeringen gehouden, in 1739 componeerde Handel die ‘kleine Cacilienode.’

Ze hield er van de Heer met liederen te loven en te eren. Daarom is ze patrones van musici, instrumentalisten, zangers, instrumentenbouwers en verkopers, ook van fanfares en de muziek in het algemeen, vandaar een feest van november tot maart. Bij afbeeldingen van haar wordt ze afgebeeld met kransen van rozen en leliën die aan haar harp hangen. Ze is sinds de 15de eeuw de schutspatroon van kerkmuziek en gold als uitvinder van het orgel. Haar attributen zijn naast de palm, het orgel, vioolcello of harp.

Vooral in Vlaanderen is de 22ste de feestdag voor alle muziek- en zangverenigingen die St. Caecilia tot patrones kozen, dat naar een zin uit de huwelijk scene in haar vita; Terwijl het orgel klonk, zong de maagd Caecilia in haar hart voor de enige Heer. Vaak zie je haar in het gezelschap van enige engeltjes die op een luit of orgel spelen.

Te Londen wordt haar naamdag door een groot muziekfeest in eren gehouden. Hiervoor schreef Handel zijn Messias en bij zo’n gelegenheid heeft Mendelssohn zijn 'Paulus' ten gehore gebracht.

Tot 821 ruste ze in de zogenaamde Crypte van Sint Cecilia. In dat jaar werd haar lichaam overgebracht naar de basiliek die in Trastevere aan haar is toegewijd.

Ze wordt afgebeeld in mooie gewaden met sluier, bloemenkrans of martelaarskroon, muziekinstrumenten, zwaard, boek, lelietak, martelaarspalm en ketel, de marteling met kokend water.

Het mansbloed is een Ceciliakruid, Arum maculatum. De bloem van haar dag is een soort van klaverzuring, Oxalis tubiflora, naar haar trompetvormige bloem.

Zie verder: http://www.volkoomen.nl/ en : http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/