1 oktober
Over 1 oktober
Heiligen van de dag, weerspreuken, naamgeving, etymologie, relikwieën, hun werken en plaats, verering, wonderen, sterven, hoe ze afgebeeld worden,
Weerspreuken.
Brengt oktober veel vorst en wind, zo zijn januari en februari zeer mild. Ook:
Een koude oktober, een zachte nieuwjaarsmaand.
Brengt oktober vorst en sneeuw, men hoort des winters klaaggeschreeuw.
Is oktober warm en fijn
‘t Zal een scherpe winter zijn.
Maar is hij nat en koel
‘t Is van ‘t zachte winter ’t voorgevoel.’
‘Oktober met groene blaan
Duidt een strenge winter aan.’ Ook:
Een warme oktober, een koude februari. Ook:
Warme oktoberdagen, februari vlagen.
Oktoberweer komt in maart terug.
Veel vorst en sneeuw in oktober geeft een onbestendige winter.
Oktober moet eveneens enkele mooie dagen geven, 12 in totaal, de kranenzomer, omdat in die tijd de kranen overvliegen.
Zaai- of wijnmaand.
Uit saints.sqpn.com
1 oktober / 13 januari, Sint Remigius: Latijn remex: ‘geëerd.’
Remigius was de eerste bisschop van Reims en apostel der Franken. Hij is geboren ca. 440 (436) uit een aanzienlijke Gallisch Romeinse familie in de streek van Laon. Op 22 jarige leeftijd werd hij bisschop en een krachtig verspreider van het geloof. Hij had veel invloed op de bekering van Clovis(Chlodovech I) die hij, volgens Gregorius van Tours, in 496 op Kerstmis te Reims doopte samen met zijn twee zusters Abboflede en Lantechilde met 3000 Frankische krijgslieden op Kerstdag. Ook vertelt Gregorius van Tours dat hij in het jaar 458 op 18jarige leeftijd al tot bisschop werd gekozen, wat een lange ambtstermijn maakt. Ander historisch bewijs voor het bestaan van Remigius is te vinden in de vorm van een brief van hem aan Falco, bisschop van Tongeren-Maastricht, gedateerd rond de jaren 511/512. hij zou overleden zijn rond 533. Zijn relikwieën worden bewaard te Reims, van welke stad hij schutspatroon is. Zijn verering verspreidde zich snel vooral richting Limburg en het Rijnland door de relatie met de kerk van Reims.
In de heiligen legenden van de middeleeuwen is de olijfolie het zichtbare teken van de inwerking van de Heilige Geest. Sinds Saul door Samuël met olie gezalfd werd en Bisschop Remigius de Frankische Koning Clovis in de Kerstnacht van het jaar 496 tot Christenkoning zalfde is de olijfolie de zalfolie van de heersers geweest. Clovis was de eerste heidense Frankenkoning die gezalfd werd. Volgens de legende werd de zalving voorgenomen en bereikte de olie, door de opeengehoopte massa, niet de koning. Daar kwam door gebed van de bisschop een witte duif uit de hemel en bracht in zijn snavel een flesje gewijde olie. Dit flesje werd voortaan in de kerk als een heiligdom bewaard. Het flesje zou voortaan bij alle Franse kroningen gebruikt worden. Men heeft de ampulla sacra in de revolutie gebroken in de hoop dat er geen koningen meer gezalfd zouden worden.
Hij wordt afgebeeld in bisschopskledij met een duif die een flesje in de snavel heeft, ook een kerkmodel komt voor. Zeldzamer is een lamp of een knielend meisje dat hij op wonderbare wijze genas. Wordt aangeroepen tegen pest, koorts, nek en keelpijn, moedeloosheid en slangen.
Sintermeis, te Keulen St. Remeisdaach, valt voor de grote slachttijd, het vlees is dan schaars. Het is ook de dag dat het personeel van dienst verwisselt in de streek van Venray. Een algemene betaaldag van lonen.
‘Met Sintermeis
Dan geven ‘t grote schotels moes
En kleine stukken vleis.’
De H. Remigius wist door Goddelijke openbaring dat Frankrijk door dieren geteisterd ging worden. Als een tweede Jozef vergaderde hij in een schuur een grote voorraad tarwe ten einde enigszins aan deze hongersnood te weerstaan. Sommigen mensen beweerden enkel dat de mensenliefde van de heilige schijnheilige begeerlijkheid was en dat hij later om geld te winnen deze tarwe zou verkopen. Om dit te beletten staken ze de schuur in brand. Remigius bevond zich toen մ gebeurde er niet ver vandaan toen het hem gezegd werd, hij ging terstond naar de schuur om te zien of de schade niet te verhoeden was, doch toen hij ter plaatse kwam stond alles in lichter laaie. Droevig ging hij naar het vuur om zich te verwarmen, want hij was zeer oud en guur woedde de winter. Doch stil zei hij: ‘God zal u kastijden al wie de tarwe verbrand heeft want nu zullen de armen groot gebrek hebben ‘en het geschiedde alzo, de brandstichters werden allen gescheurd, dat is, ze kregen een breuk, hun mannelijke erfgenamen erfden dezelfde ziekte, de vrouwen werden geslagen met kropgezwellen en gezwollen kelen.
De feestdagbloem is de nederige Amaryllis, A. humilis, die in Engeland St. Remy ‘s lily heet.
Uit en.wikipedia.org
1 oktober H. Bavo (Bavon, Allowinus, Baaf, een troetelnaam, verwant aan het Engelse ‘Baby.’.
Bavo is de titelheilige van de kathedraal van Haarlem. Hij is omstreeks het jaar 589 in midden België geboren uit een aanzienlijk Haspengouws geslacht en onder de naam Alwin (Allowin, Alewijn, Adlowin, Adelwin of Allovin) van Haspengouw gedoopt. Hij was een zoon van Pepijn I van Landen en een broer van H. Gertrudis van Nijvel en H. Begga. Hij trouwde met de dochter van graaf Adilio. Uit dit huwelijk werd dochter Aggletrudis geboren.
Bavo, eenmaal aangesteld als graaf van Haspengouw, voerde volgens de legende als wapen een gouden leeuw op een azuren veld. Hij leefde een losbandig leven en was een tiran voor zijn onderdanen of zoals zijn middeleeuwse biograaf het noemt: ‘Hij volhardde in de zonde en brandde van wellust.’ Hij zou zijn personeel als slaaf verkocht hebben. Door de plotselinge dood van zijn vrouw, ‘die hij vurig beminde,’ kwam hij tot inkeer, mede onder invloed van zijn vrome dochter. Hij besloot niet te hertrouwen, dat was rond zijn vijftigste jaar. In die tijd predikte Amandus aan de oevers van de Schelde in een zeer woeste en ruwe streek dat bekend was als het ‘woud zonder genade.’ Die deed hem de ijdelheid van al het aardse inzien en gaf hem hoop voor de toekomst. De boeteling keerde terug naar zijn landstreek, verzocht koning Dagobert hem te ontheffen van zijn ambt als graaf en Bavo verdeelde zijn bezit onder de armen. Vervolgens ging hij naar Gent waar hij opgenomen wenste te worden in de Benedictijnenabdij van Sint Pieter. Bavo vergezelde de heilige Amandus op zijn missiereizen en deed veel werken van barmhartigheid. De laatste drie jaar van zijn leven trok hij zich terug als kluizenaar in een boomcel en voedde zich met de daar groeiende kruiden en leidde een leven van strenge boetvaardigheid. Waarschijnlijk stierf hij in het jaar 653, zeker vr het jaar 659. Mogelijk overleed hij te Gent op 1 oktober 654. Hij wordt gewoonlijk afgebeeld als een prins met een valk op de hand terwijl men soms een zware steen die hij bij wijze van boetedoening bij zich droeg naast hem ziet liggen.
Hij wordt aangeroepen bij reuma en andere lichamelijke kwalen, ook kinkhoest.
Bij zijn uitvaart gebeurde al gelijk een wonder. En al lange tijd door de duivel bezeten vrouw raakte zijn lijk aan en werd onmiddellijk genezen. In de kerk van Mendonk, die gebouwd is op de plaats waar hij lang als kluizenaar verbleef, bevindt zich de penitentensteen of St. Bavo ‘s boetesteen die hij als hoofdkussen gebruikte. Verderop staat de St. Baafskapel die gebouwd zou zijn op de spelonk die enige maanden tot zijn verblijfplaats had gediend. In 680 (volgens andere bronnen in 1010) wordt Bavo heilig verklaard. De abdij Ganda, op de samenvoeging van de Leie en de Schelde (Gent), waar hij werd begraven, werd naar hem omgedoopt in Sint Baafsabdij. Bavo werd na patroonheilige van het bisdom Gent, ook de schutspatroon van Haarlem. Hij werd zelfs als redder van deze Hollandse stad beschouwd. Toen de stad in 1268 door de Kennemers werd belegerd, hiertoe aangezet door Gijsbrecht van Amstel, verscheen Bavo als ridder in krijgsgewaad met opgeheven zwaard in de rechter- en valk in de linkerhand. Zijn verschijning op de wolken bracht ontsteltenis onder de belegeraars die op de vlucht sloegen. Uit dankbaarheid maakten de bewoners van Haarlem Sint Bavo tot hun schutspatroon en gaven hun hoofdkerk op de Grote Markt, tot dan toe aan Maria Hemelvaart gewijd, zijn naam. Het beeld van Sint Bavo, hoog aan de buitenkant van het zuidtransept ontkomt de vernieling van de beeldenstorm. Volgens de legende sneed het zwaard van Bavo zelf de touwen door waarmee drie beeldenstormers hem van zijn plaats wilden rukken. Hierdoor stortte de ladder waarop zij stonden neer en vielen deze Hervormden te pletter op de keien van de Oude Groenmarkt. Bavo ‘s beeld zou tot 1982 zijn plaats aan de gevel van door de Hervormden geconfisqueerde kerk behouden. In mei van het daaropvolgende jaar werd het dankzij de BKR (Beeldende Kunstenaars Regeling) vervangen door een nieuw exemplaar van beeldhouwer Anne Hofte. Het oude beeld staat tegenwoordig in de zogenaamde Kerstkapel van de kerk opgesteld. Aangezien de Hervormden de Oude Sint Baaf (door hen de Grote Kerk genoemd) hadden ingepikt bouwden de katholieken aan het einde van de vorige eeuw een nieuwe Sint Bavo, de majestueuze kathedraalbasiliek met het gigantische groen koperen paasei aan de Leidsevaart.
Hij wordt afgebeeld als ridder in wapenuitrusting met mantel, zwaard en een valk op de arm, ook wel een zwart habijt van de benedictijnen, ook wel met de holle boom waarin hij leefde. Verder met een beurs en bedelaars om hem heen omdat hij alles weggaf, een steen die hij als last droeg en als hoofdkussen gebruikte, ook als symbool voor zijn vroegere zonden, boek, kerk of kleine wagen omdat hij ooit iemand genas die overreden was. Wordt aangeroepen tegen kinkhoest en longziektes. Schutspatroon van valkeniers.
Op de eerste dag van de wijnmaand wordt er in sommige streken van Vlaanderen een bamisse gevierd. Guido Gazelle zegt in zijn vers ‘omorituri: zij die sterven gaan.
‘o boomen, die uw vonnis wacht
In Bamisbonte kleederdracht
Om, dood en in de ban gedaan
Geheel den winter blood te staan'.
Het was voor de boeren in Vlaanderen een belangrijke dag, een vervaldag van pacht en rente. Op sommige plaatsen werd een Bamismarkt gehouden, bamis was vroeger de naam voor herfst. Men sprak van de bamismaand waarmee de bamistijd, de herfst begon. Vandaar ook bamisweer, bamisregen en bamiswind. Het late fruit heette dan ook Bamisappels, Bamisperen, een late aster is een Bamisaster. Bamiskermis of molen-, notenkermis, er worden die dag veel noten gegeten.
Feestdag 1 oktober, patroon van de missie.
Uit nl.wikipedia.org
1 oktober, Gregorius de verlichte. (Illuminator, Lukaworitsch)
Tijdens de Perzische bezetting ontweek hij Armenië en werd in Cappadocië christelijk opgevoed. Met Tiridates III, die in 282 zijn vaderlijke rijk weer veroverde, keerde hij terug. Toen hij naar Armenië trok om daar het geloof te verkondigen, werd hij in een put gegooid, waarin hij 14 jaar heeft moeten zitten, terwijl allerhande martelingen werden toegepast. Maar uiteindelijk wist hij koning Tiridates III te bekeren, en in 301 werd Armenië het tweede Christelijke land ter wereld (na Edessa). Het werd daardoor meteen staatsgodsdienst en het kreeg een nationalistisch karakter. Zijn bond met hem bracht de christianiseren van het land op gang, hij werd door de aartsbisschop van Caesarea tot patriarch van Armenië gewijd en organiseerde de Armeense kerk. In 318 wijdde hij zijn zoon Arisbakes, die in 325 het concilie Van Nicai bijwoonde, tot zijn opvolger en leefde de rest van zijn dagen als kluizenaar in een hol van de berg Sebuh in boven Armenië.
Uit www.oodegr.com
1 oktober, H. Piatus. (Piat, Piaton)
Geboren te Benevento. Werd samen met Dionysus van Parijs en Quintinus van Saint Quentin naar Gallië gezonden om te prediken. Hij was een vroege missionaris van de streek rond Doornik, Brugge en Chartres waar hij 30 000 heidenen zou hebben bekeerd. Hij stierf als martelaar onder keizer Maximinianus te Doornik rond 286 en droeg zijn hoofd naar Seclin bij Rijsel.
Hij wordt afgebeeld met afgehouwen hoofd of schedeldak dat hij in de handen houdt, meest met geschoren kruin. Soms is zijn lichaam doorboord met spijkers net zoals bij zijn gezel, H. Quintinus.
Hij is beschermheilige van Doornik.
De bontbladerige Miscanthus is de plant van de dag.
Zie verder: http://www.volkoomen.nl/ en : http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/