30 juli

Over 30 juli

Heiligen van de dag, naamgeving, etymologie, relikwieën, hun werken en plaats, verering, wonderen, sterven, hoe ze afgebeeld worden,

Uit www.1ste-art-gallery.com

30 juli, H. Abdon en Sennen van Rome (Abdo, Abdus en Sennes, Sennis of Zennen),: Hebreeuws ԫnechtjeծ

In de legende zijn ze aanzienlijke Perzen die verbannen, gemarteld en gedood werden bij keizer Decius 249-251 te Rome door gladiatoren omdat zij de lijken van de martelaren begroeven. Naar een andere legende dat ze weigerden om aan Jupiter te offeren werden ze naar Rome gebracht, gegeseld en voor de twee leeuwen en vier beren gegooid die zich bij hen neerlegden en ze zelfs verdedigden tegen de gladiators. Toen die dieren gedood waren kon men ze pas het hoofd afhakken.

De verering dateert vanaf de derde eeuw, hun handelingen zijn meestal pas in de negende eeuw geschreven die verschillende fictieve handelingen bevat over de oorzaak van hun aankomst te Rome en de vorm van hun martelingen. Er wordt verhaald dat hun lichamen door een geestelijke, Quirinus, werden begraven en tijdens Constantijn overgebracht werden naar de Pontian begraafplaats aan de weg van Porto, bij de poorten van Rome. St. Sennen en Abdon zouden geheel vergeten zijn geweest als niet deze twee heiligen zon belangrijke rol hebben gespeeld in het leven van de toekomstige heilige non Martina. Het Sint Jozefklooster te Haarlems aan de Kinderhuissingel vereerde deze heiligen vooral. Hier hing een afbeelding van de twee heiligen die door de leeuwen werden opgevreten in het Romeinse Colosseum. Hun feest werd vroeger algemeen gevierd in de katholieke kerk. Bij het opheffen van het klooster verdween ook de verering.

Op de feestdag van deze heiligen moet men de biezen en dorens uitroeien, zij zullen niet weerkomen. Dat berust op de volksetymologie afdoen, het Hoogduits abthun en Abdon hebben grote gelijkenis.

Ze werden afgebeeld in vorstelijke kleding met een zwaard, beer en leeuw. Soms zie je ze met een druiventros, ze zijn de beschermheilige van de kuipers omdat hun relikwien door monniken van het klooster Arles sur Tech in het geheim meegenomen werden.

Uit www.mokum.tv

30 juli, Zuster Martina, eigenlijk Martina Helena Johanna Vernooy.

Nederlandse kloostervrouw uit Werkhoven, als Martina van Karmel of Zuster Martina is deze Karmelietes object van volksdevotie onder de vele kinderen die zij tijdens haar leven onder haar hoede heeft gehad en haar als moderne heilige vereren. Jaarlijks komen ze op haar sterfdag naar haar tijdelijke graf in Amsterdam om er drie kiezelsteentjes en een wens neer te leggen. Deze verering is geheel buiten medeweten van het Nationale Karmelietessen Centrum in Sittard of de Haarlemse bisschop (destijds wijlen Mgr. Hennie Bomers) om ontstaan.

Zij die haar kenden noemen zuster Martina ԥen bescheiden kloosterzuster met een warm hart voor iedereen, ongeacht geloof, kleur of nationaliteit.’ Door de inzet, het geduld en de liefde van Z. Martina zouden er ‘duizenden kinderen tot geloof’ zijn gekomen of ervoor behouden zijn gebleven. Z. Martina heeft een aanhang die snel groeit, mede door de sterke staaltjes van gebedsverhoring en’wԷonderverhalen.’

Leentje was het jongste kind in een familie van 11 meisjes en n jongen. Het enige broertje stierf al voor Leentjes geboorte aan een hersenvliesontsteking. Al bij haar doop waren er duidingen op haar zalig leven, de twee dagen oude Leentje probeerde de handjes te vouwen tijdens ontvangst van dit sacrament. Bij terugkeer naar de boerderij (de tegenwoordige Martinastede aan de Beverweertseweg 12 Werkhoven, gemeente Bunnik) had een tweede wonder plaats. Bij terugkeer in de armen van de moeder liet de dopelinge kreetjes horen als het Latijnse ‘Sursum corda’ (omhoog de harten) Leentje was vroom, in godsvrucht wedijverde ze met een buurmeisje van de familie Gasman, ook van een goede katholieke familie. Aan de Beverweertseweg deden de dametjes menig boerenjongenshart sneller kloppen. Je kon er de klok op gelijk zetten. De twee vriendinnen sloegen geen mis over. Nog voor de klok klepelde om een rozenkransgebed of hoog heilig Lof aan te kondigen lagen ze al devoot voor het altaar. Met enige afgunst sprak Leentjes vriendin over de misdienaren, ‘die zo dicht bij Onze Lieve Heer mochten komen om Hem met het wierookvat toe te zwaaien.’ De dames hadden slechts belangstelling voor hele andere heren. Als ze door de misdienaren werden nagefloten stapte de meisjes kordaat op de knapen af. Wat ze wel niet dachten, die boerenpummels met hun mastenbroeken onder hun superplie. Geen enkele kans maakten ze. Zij hielden slechts van de Iraanse Abdon en Sennen. Leentjes favoriet was Sint Abdon, mejuffrouw Gasman vereerde Sint Sennen in het bijzonder. Het waren Perzische martelaren die onder keizer Decius de heldendood stierven in het Colloseum in het jaar 254. Hun feest werd algemeen gevierd en stond op de kerkelijke kalender, met uitzondering van de afwijkende kalender van de ‘zonden van de Heer,’ de Dominicaners. Die vierden op 30 juli vooral het feest van de zalige Mannes de Guzman, broer van hun ordestichter Sint Dominicus (1170-1221) Abdon en Sennen kwamen op de Dominicaanse kalender pas op de tweede plaats. Het was absoluut niet zo dat Leentje als elfde dochter met een bruidsschat van de boerderij afgeholpen moest worden. Ze moet een oogverblindende schoonheid zijn geweest en kon aan elke vinger wel tien kerels krijgen. Leentje weerstond al deze vleselijke belangstelling en bleef de Iraanse heiligen Abdon en Sennen trouw, zeker nadat haar vriendin in het klooster trad. Vaak ging Leentje alleen naar de kerk. Als ze op een avond in het duister terugkeert van het Lof verspert een pummel haar brutaal de weg. Hij gold als de wreedaardigste van het land rond kasteel Beverweerd aan de Kromme Rijn. Hoewel het er ruw aan toe gaat, toont Leentje geen spoor van angst. Omdat ze zich heftig verzet, bindt de onbarmhartige geilaard Leentje met touw vast. Als de knaap zich aan haar wil vergrijpen, doet Leentje de aanroeping ‘koningin, sieraad van de Karmel, bid voor mij.’ Op het moment daalt er een witte duif op haar hoofd neer. De geilaard trekt zich geschrokken terug zonder haar maagdenvlies te hebben geschonden. Leentje weet hem zelfs tot het bidden van de acte van berouw te bewegen. Kort daarop kan Leentje met opgeheven hoofd als ongeschonden ‘bruid van Jezus’ het bruine habijt dragen van de Karmelietessen van de orde van het Goddelijk Hart. De bedelorde was genoemd naar het in 1156 op de berg Karmel in Palestina gesticht klooster Maria de Monte Carmelo. De orde, verdeeld in ‘geschoeide’ en ‘ongeschoeide’ leden, kent sinds 1452 ook vrouwelijke kloosterlingen. Bekend geneesmiddel dat de kloosterlingen fabriceerden was het ‘Eau des Carmes,’ ofwel Karmelietenwater, een sterk aromatisch drankje dat werd verkregen door verschillende kruiden af te trekken in alcohol. In het Nederlandse hoofdklooster te Sittard mag Leen van de generale moeder-overste uit drie namen een nieuwe kloosternaam kiezen. Het werd Martina, naar de maagd Martina, een heilige waarvan niet meer bekend was dan dat zij in het jaar 226 te Rome de marteldood had ondergaan en wiens sterfdag op 30 januari door de kerk wordt gevierd. In het klooster vierde Leen niet langer meer haar verjaardag, maar Sint Martina-dag. In Duitsland werkte zuster Martina onder nazi-weeskinderen, in het Haarlemse St. Jozefskinderhuis waren kinderen uit alle windstreken aan haar zorg en liefde toevertrouwd. Haar laatste levensjaren zorgde de inmiddels bejaarde non voor de kinderen van het Schippersinternaat in het Amsterdamse Buitenveldert. Z. Martina was wars van vooroordelen op welk gebied dan ook. Op 30 juli 1979, de dag waarop de R.K.. kerk de gedachtenis viert van de Perzische martelaren Abdon en Sennen, kwam er een einde aan het vruchtbare leven van zuster Martina. Geheel tegen de regels in wilde ze niet op het kerkhof van haar orde in dat verre Limburg worden begraven, maar nabij ‘haar kinderen.’ Het Moederhuis kwam met het compromis dat Z. Martina tijdelijk mag rusten nabij het Schippersinternaat aan de A10 (zuidelijke Amsterdamse Ringweg) Als de grafrechten zijn afgelopen zullen de relikwieën van Helena Johanna Vernooy worden overgebracht naar het kloosterkerkhof op de Kollenberg in Sittard. Zuster Martina wilde geen bloemen: ‘Laat maar drie steentjes achter ten teken dat je geweest bent.’ Wat de briefjes met wensen betreft: via Z. Martina worden verzoekjes om een ‘toffe verkering’, of ‘jofele vriend, maar geen doetje zoals mijn huidige maatje’ gedaan. Of beden als ‘laat mijn lieve moeder genezen’ en ‘bezorg mij iemand die mij leiding geeft.’ Regelmatig worden de op het graf achtergelaten kiezelsteentjes weer teruggegooid waar ze thuishoren: het grindpad. Piepkleine briefjes onder steentjes op een graf leggen behoort nadrukkelijk niet tot de katholieke traditie. Zulks is bij Joden gebruikelijk. Lang geleden werd het plaatsen van gedachtenisstenen op een graf uitdrukkelijk verboden door Rome. Hoewel zowel de Karmelietessen van het Goddelijk Hart als de ‘martinasten ‘het nog ‘de vroeg’ achten een aanvraag tot zaligverklaring in te dienen bij verantwoordelijke instanties, kan dit ritueel voor vertraging zorgen bij de officiële erkenning van de ‘zaligheid’ van Z. Martina. De tijd dat iemand als Thomas a Becket binnen een paar jaar heilig werd verklaard ligt ver achter ons. Eerst zal er een begin moeten worden gemaakt met het registreren van gevallen van ‘gebedsverhoring middels voorspraak van Z. Martina.’ Voor het opstarten van een officiële zaligverklaring onderzoek heeft de bisschop aan twee gebedsverhoringen voldoende. Geheel op eigen initiatief komen de vereerders van zuster Martina jaarlijks op 30 juli bijeen bij graf nummer 80 in vak Anton van de R.K.-begraafplaats Buitenveldert. Het volksgeloof wil dat met name op deze dag onder drie meegebrachte kiezelsteentjes neergelegde wens op het graf van Z. Martina zal worden gerealiseerd, zeker wanneer bij het neerleggen van het briefje deze spreuk wordt uitgesproken: ‘It tibi grata et nobis salutaria beata Martina Pia supplicatione reddantur’.(Mogen zij door de vrome smeekbede van de heilige Martina ‘ aangenaam en ons heilzaam worden). Een toekomstige heilige? Niet meer dan logisch gezien het bescheiden karakter van deze zo innig geliefde kloosterzuster aan wie in de loop der jaren honderden kinderen waren toevertrouwd die zonder uitzondering de warmste gedachten aan hun zuster Martina bewaren.

De bloem van de dag is de Lychnisachtige toorts, Verbascum lychnitis.

Zie verder: http://www.volkoomen.nl/ en : http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/