11 mei
Over 11 mei
Heiligen van de dag, naamgeving, etymologie, relikwieën, hun werken en plaats, verering, wonderen, sterven, hoe ze afgebeeld worden,
Uit www.catholic.org
11 mei, 2 mei, H. Waldebert, (Gaubert en Walbert) : Germaans wald: ‘heersen’ of waals: ‘buitenlands,’ bert: ‘glanzend, schitterend stralend.’
Waldebert is van Frankische afkomst geboren uit een edele familie en diende in het leger voordat hij zich ging bezinnen en naar een klooster ging te Luxeuil. Hij was kluizenaar tot de dood van de abt, St. Eustacius, die hij opvolgde. Dat was hij veertig jaar en zorgde voor de overgang van de regels van St. Columbianus naar die van St. Benedictinus, zorgde voor wet en kromp het grondgebied en omvang van het klooster in. (Benedictijnen) Hielp St. Salaberga om haar klooster te stichten te Laon.
11, 9 mei, H. Gangulfus van Varennes (Gangulphus, Gengulphus, Gengulfus, Gangulpi, Guphi, Gangolf, Gandulp, Gengolphus, Gengoul, Gengoux): Germaans gang: ‘haan, olf:’wolf.’
Gangulfus was als leek een grote steun voor de geloofsverkondigers van West-Friesland en is gestorven rond 760. Hij is geboren in Bourgondië onder Pepijn de derde bij Varenne in het Bisdom Langres, niet ver van het klooster Besue waarvan een van zijn voorouders, ook Gengulfus genaamd, beschermheer en advocaat was. Vlakbij dat klooster ligt Varennes waarin een kerk was van de apostel Petrus waar Gangulfus zeer veel aan gelegen was zodat hij de inkomsten van zijn landerijen aan de dienaars van die kerk schonk. Ging in het leger van Pepijn II de Korte en trouwde. Door de geliefde van zijn vrouw vermoord en in dezelfde kerk begraven en werd na zijn dood voor een martelaar gehouden en zou door verschillende mirakels vermaard worden. Vanwege de woede der Noormannen werden zijn relikwieën in de stad Langres bewaard en zo later door verschillende kerken verspreidt, ook in Holland. Hij zou in opdracht van Pepijn met een leger Sint Wulfram geholpen hebben, zie 12 mei, en zou zo een heel jaar in Medemblik geweest zijn. Ook zou hij op verzoek van die bisschop de grondslag gelegd hebben van de kerk te Oostwoud.
Zijn vrouw zou hem tijdens een van zijn reizen ontrouw geworden zijn, hij geloofde dit niet en zei dat als het waar was dat zijn staf in brand zou schieten, wat gebeurde, de staf begon te branden. Hij deed echter alsof hij van niets wist en ging naar huis en zou enkele maanden later van verdriet gestorven zijn. Volgens sommige bronnen zou hij zelfs in 760 in opdracht van zijn vrouw vermoord zijn in zijn slaap. Als men na zijn dood zijn vrouw haar slecht gedrag verweet, trok ze er zich niets van aan en zei ze kwaad ‘ik schijt op Gangulfus,’ waarop ze de diarree kreeg zonder ophouden, totdat ze Gangulfus aanriep en om vergiffenis vroeg. Zo komt het dus dat de Heilige Gangulfus ‘bediend,’wordt tegen kwade wijven. Om een gunst te bekomen van Gangulfus moet men in de nacht van een nieuwe maan driemaal op de knieën rond de kerk gaan. Volgens anderen verliet hij na de ontrouw het hofleven om zich in eenzaamheid terug te trekken. Hij zou ‘omwille van zijn vroomheid’ door de vrienden van zijn vrouw om het leven gebracht zijn.
Gangulfus is stadspatroon van Huissen, deze plaats heeft dan ook een Gangulfusgilde en een Gangulfuskapel Ook had Gangulfus een naar hem genoemde toren die in 1944 door de Duitsers werd opgeblazen. Hij is de patroonheilige van de ongelukkige huwelijken en wordt aangeroepen bij echtbreuk.
Ook wordt hij gevierd in het bisdom Haarlem. Die viering is al zeer oud, maar zijn beschrijving niet. Dat is gebeurd na de inval der Noormannen door Roswitha en non uit het land Brunswijk, in de tiende eeuw en wordt door Henschenius op de 11de mei gezet, het Roomse martelaarsboek zet hem op 11 mei, die van Utrecht op 9 mei.
Uit en.wikipedia.org
11 mei, H. Ignatius van Laconië. Hij is geboren te Laconië op 17 december 1701 als kind uit een arm boerengezin op Sardinië en groeide op te midden van de harde plattelandsarmoede. Op zijn 17e werd hij ernstig ziek werd en beloofde om franciscaan te worden indien hij zou genezen. Toen hij genezen was overtuigde zijn vader hem om nog te wachten. Toen hij op zijn 20ste ternauwernood aan de dood ontsnapte aan een paard dat hem wou vertrappen, beschouwde hij dit als een teken van God en volgde nu onmiddellijk zijn roeping. Hij trad als lekenbroeder in het klooster der Kapucijnen van Sint-Benedictus op Buoncammino in Cagliari en legde zijn geloften af in 1722. Hij werkte 15 jaar als afvalwever en vervolgens 40 jaar als lid van een groep die voedsel en geld bedelde voor de monniken. De mens begrepen snel dat zijn ook iets terugkregen van broeder Ignatius door de zieken en eenzamen te troosten en de straatkinderen te koesteren. Hij herstelde de vrede tussen vijanden, bekeerde de zondaars en gaf de mensen raad bij hun zorgen. De mensen zagen dat Ignatius de woning van een rijke woekeraar oversloeg; het was een man die nooit een schuld kwijtschold en die smalend deed toen Ignatius voorbijging. De heilige keerde echter terug met een grote zak voedsel, maar toe hij zak leegde drupte er bloed uit. Dit is het bloed van de armen, zei Ignatius stil. Daarom is de reden waarom ik nooit iets vraag in dit huis. Hij zou wonderen verricht hebben en kon de toekomst voorspellen. Is overleden te Cagliari op 11 mei 1781).
Ignatius werd in 1940 zalig verklaard door paus Pius XII. De heiligverklaring door paus Pius XII volgde in 1951.
Hij wordt met een kaal hoofd en lange baard afgebeeld in het bruine habijt van de orde. Over zijn schouder hangt een bedelzak. Soms zie je hem met Maria gezeten op een wolk die aan hem verschijnt. Wordt aangeroepen door zwangere vrouwen.
11 mei, St. Ansfried (Aufridus, Aufridsus of Ansfridus) Germaanse naam met ongeveer de betekenis ‘onder de bescherming van de goden staande,’ ans: ‘god’, frid: ‘vrede of bescherming.’
In het aartsbisdom Utrecht wordt zijn dag op 8 november; de Grieks orthodoxe Kerk op 14 mei en de Russisch orthodox op 1 mei gevierd.
Ansfried was afkomstig uit een voornaam Brabants geslacht, geboren rond 940 in de omgeving van Amersfoort. Tot 956 werd hij opgevoed aan het hof van bisschop Rodbert in Trier. Hij ging met Otto I toen die in 961 Rome belegerde om zich tot keizer te laten kronen. Hij stond in nauwe betrekking met bisschop Notker van Luik en was net als die een vertrouwd raadsman van keizer Otto III. Ansfried Hij trouwde in 966 met Hilsondis, Heresuint of Hereswijt, gravin van Strijen en kregen een dochter, Benedicta. Hij werd graaf van Hoey in het Maasgebied tot 995 die met harde hand struikrovers verjoeg en geroemd werd om zijn karakter. Hij was ook een geletterd man en velen kwam bij hem om raad vragen. Hij wilde op latere leeftijd monnik worden en ze legden samen de gelofte van kuisheid af, schonk zijn graafschap aan het bisdom Luik en gebruikte zijn goed voor de stichting van het klooster Thorn (bij Roermond) dat samen met zijn vrouw zou runnen. Zijn vrouw trad in het klooster en hij wilde na haar dood in 994 zich ook als monnik terug trekken, maar de keizer deed een beroep op hem als bisschop van Utrecht. Hij weigerde eerste, maar werd toch in de Dom van Aken gewijd waar hij zijn zwaard op het Maria altaar legde en de bisschoppelijke waardigheidstekens in ontvangst nam. Hij was eigenlijk een echte bisschop die geen belangstelling had voor wereldse zaken. Hij had zo’n gezag als bisschop dat zelfs de Noormannen bij hun strooptochten de stad Utrecht zouden hebben gespaard. Volgens de legende zagen zij uit achting voor de bisschop af van een aanval op de dom burcht, waarin de bevolking zich had verschanst. Zijn bezittingen stelde hij ter beschikking aan de armen van wie hij er, naar men zegt, dagelijks 72 aan tafel uitnodigde. Ook is het verhaal bekend dat hij een melaatse waste, hem in zijn eigen bed te slapen legde en hem de volgende dag met schone kleren weer op pad stuurde. Hoewel hij officieel van 995-1010 bisschop van de Domstad was trok hij zich na 1005 terug omdat hij blind werd en ging terug als kluizenaar. In 1006 liet hij op een heuvel bij een beek een monnikencel bouwen. Deze plaats staat nu bekend als de Heiligenberg en lag aan de oostkant van een moerasachtige rivierarm (nu de Heiligenbergerbeek en het Zwanewater) op zes mijl van Utrecht, bij het Benedictijner klooster Hohorst dat hij stichtte waar hij op 3 mei 1010 overleed. De monniken wilden Ansfried in de abdij begraven, hij was daarvan immers de stichter, de Utrechters vonden echter dat de bisschop van Utrecht in Utrecht begraven moest worden.. Benedicta wilde echter dat haar vader op Hohorst begraven zou worden en weigerde. Dat de Utrechters vervolgens huilend, plat op de grond liggend smeekten bij Benedicta, kon haar niet vermurwen. Toen brak er brand uit op de heuvel waar net de sarcofaag naar toe werd gebracht. Gebruikmakend van de verwarring die daardoor ontstond ontvreemde de Utrechters het lijk van Ansfried en brachten het in een bootje naar de overkant van de Eem. De Utrechters die niet meer in het bootje pasten, gingen er wadend en zwemmend achteraan. De monniken van de Hohorst zagen dit en grepen direct de wapens. Er dreigde een vechtpartij uit te breken tussen de kanunniken uit Utrecht en de monniken van de abdij. Benedicta wierp zich echter tussen de beide partijen en smeekte geen bloed te vergieten over haar vaders lijk en gaf de Utrechters toestemming haar vader in Utrecht te begraven.
11 mei, H. Mamertus: Latijn mamertini, de naam waarmee de bewoners van Messana op Sicilië zichzelf aanduidden, afgeleid van Mamers, de vorm van Mars, de oorlogsgod. De naam betekent dus: ‘de krijgshaftige.’
Mamertus is in het begin van de vijfde eeuw in Vienne geboren, broer van de dichter-filosoof Claudianus mamertus. Hij was aartsbisschop van Vienne in Frankrijk rond ca. 470. Hij kwam in aanvaring me paus Hilarius die hem tot de orde riep.
De H. Mamertus richtte in 470 de kruisdagen op, een processie om van God te bekomen dat Hij een einde zou maken aan de beproevingen die zijn land teisterde, aardbevingen, ziekten en hongersnood. Men noemt het kruisprocessie omdat enkel een kruisbeeld meegedragen wordt door de velden om Gods zegen af te smeken. In 511 maakte het concilie van Orlans ze verplicht voor heel Frankrijk, het concilie van Mainz voor de gehele christenkerk. Hij is op 11 mei 475 overleden. Patroon van herders en brandweer, wordt aangeroepen bij droogte, koorts en borstziektes. In Zwitserland is hij een ijsheilige.
De bloemen die zijn dag verzinnebeelden zijn de gele affodil of asphodel, Asphodelus luteus, de meidoorn Crataegus oxyacantha, het stekelzaad, Caucalis anthriscus, de hondskervel, Aethusa cynapium, de witte waterranonkel, R. aquatilis.
De 3 ijsheiligen, 11 mei Mamertus, 12 mei St. Pancratius, 13 mei Sint Servatius en 14 mei St. Bonifatius. Of de eerste of de laatste mist.
Ze heten ijsheiligen omdat op die tijd een merkwaardige daling van de temperatuur plaatsvindt ten gevolge van een koude stroom in de Atlantische oceaan. Dit wordt ook wel haagdoornkoude genoemd omdat die dan gewoonlijk bloeit.
Men zaait in naam van de drie ijsheiligen, Bonifatius, Pancras en Servaas op 11-12 en 13 mei, want dat zijn drie lange mannen geweest en dan wordt het gewas hoog.
12 mei Pancraas, Servaas en Bonifaas, zij geven vorst en ijs helaas! Volgens anderen zijn het de drie Gestrenge Heren, zoals ze ook wel genoemd worden. De depressie is van korte duur, strenge heren regeren niet lang.
Geen rijmken na Servatius, geen vloksken na Bonifatius. Of:
Is met Servaas geen rijm te zien, dan zal Bonifatius geen sneeuw ons bien.
Servaas moet verlopen zijn, voor nachtvorst goed en wel verdwijn. Ook
Voor Sint Servaas is men niet behoed voor nachtelijke vorst. Ook
Voor nachtvorst zijt gij niet beschermd totdat Servatius zich ontfermt. Ook:
Voor Servatius geen zomer, na Servatius geen vorst.
Sint Servatius, de grote bisschop van Maastricht, op wiens graf men nooit sneeuw zag. =Na 13 mei valt er geen sneeuw meer.
De jasmijn heet om deze reden St. Servaasbloem.
Zie verder: http://www.volkoomen.nl/ en : http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/