25 april

Over 25 april

Heiligen van de dag, naamgeving, etymologie, relikwieën, hun werken en plaats, verering, wonderen, sterven, hoe ze afgebeeld worden,

Uit bijbelinbeeld.jouwpagina.nl

5 april, St. Marcus, (St. Mark, Grieks Markos, Latijn Marcus). Al bij de Romeinen voorkomende naam, afleiding van Mars, de oorlogsgod. Naam van de schrijver van het tweede evangelie. Geboren in Jeruzalem, zijn moeder heette Maria, Handelingen 12:12. Waarschijnlijk is hij met Paulus meegetrokken, althans te Rome is bij deze Marcus, de neef van Barnabas, Colossenzen 4:10. Daar zou hij afscheid van hem genomen hebben naar Jeruzalem teruggekeerd zijn. Later vinden we hem als medearbeider van Barnabas nadat deze Paulus verlaten had, op Cyprus, Handelingen XIII: 5 en XV: 37. Volgens Colossenzen IV: 10 en 2 Timothes IV: 11 was hij later weer met Paulus te Rome en volgens 1 Petrus V: 13, als metgezel van Petrus te Babyloni (Egypte). In het derde eeuw zegt Hippolytus dat Marcus; ho kolobodaktulos, dat is stompe vingers of vervormde vingers had, later auteurs vermelden hetzelfde gebrek. Daarom zou hij nadat hij Christus omarmd had zichzelf als ongeschikt beschouwd hebben voor het priesterschap omdat zijn vingers van naturen stomp waren, sommige denken van gedeserteerd (Handelingen 13:13).

Jan van Mandeville; ‘In deze stad van Alexandrië was Sint Katharina onthoofd en gemarteld en ook Sint Marcus, de evangelist, begraven, maar keizer Leo liet zijn gebeente geheel tot Venetië dragen. En nog is te Alexandrië een schone kerk van hem die geheel wit binnen is zonder enig geschrift of tekening. En alzo zijn alle andere kerken die de christenen toebehoren, want de heidenen hebben ze alle laten witten om de beelden en histories van de heiligen af te doen die binnen aan die muren geschreven waren.'

Johannes Marcus was, volgens Papias de schrijver van het evangelie naar Marcus dat het oudste en kortste evangelie is en als tweede evangelie in de bijbel is opgenomen. De meeste onderzoekers geloven dat hij degene was die in de buurt van de tuin van Gethsemane woonde. Toen Jezus in de nacht gevangen werd genomen sloeg hij een doek om zijn lichaam om te gaan kijken wat er gaande was. Toen hij gegrepen werd, liet hij de doek achter en nam naakt de vlucht. Marcus wordt door de Orthodoxe en Koptische Kerk ook beschouwd als de eerste patriarch van Alexandri. In Egypte zou hij wonderen hebben verricht, een kerk hebben gesticht en een bisschop hebben benoemd.

Meer bijzonder is hij de leerling van de H. Petrus. Aller waarschijnlijkst heeft hij onder invloed van de H. Petrus het Evangelie geschreven. De kerkelijke overlevering vermeldt voorts een zendingsreis van Marcus in Egypte, tussen 50 en 60, en het westelijk gedeelte van Afrika en verzekert dat hij in 62 of 66 de marteldood gestorven is en te Venetië begraven. Als hij nog leefde toen II Timotheüs geschreven werd (2 Timotheüs 4:11) kan hij niet in 61-62 gestorven zijn. De handelingen van Marcus laten hem het marteldom sterven en zegt dat hij stierf toen hij door Alexandrië gesleept werd, rond 75. Zijn relikwieën werden in 829 overgebracht naar Venetië van welke stad hij schutspatroon werd (San Marco). Het symbool van deze evangelist is een gevleugelde leeuw, die werd ook op de Venetiaanse munten gestempeld. Patroonheilige van opticiens, glasschilders, klerken, schrijvers en notarissen, bouwvakkers en metselaars vanwege een redding wonder bij de bouw van de San Marco in Venetië, toen een metselaar van de steiger viel riep hij de naam van de heilige en bleef ongedeerd. Wordt aangeroepen tegen schurft, plotselinge dood, en onweer.

De Evangelisten zijn met hun symbolische dieren bekend. Marcus met de gevleugelde leeuw, omdat zijn evangelie begint met de stem eens roepende in de woestijnլ dat symboliseert zowel spiritualiteit, de vleugels, als kracht, de leeuw. Lucas met het rund, omdat zijn evangelie begint met het offer van Zacharias in de tempel, Johannes met de adelaar vanwege de hoge vlucht die hij meteen in zijn evangelie neemt. Mattheus met een gevleugelde man (engel) omdat hij begint met de boodschap van de engel. Achter deze toeschrijving ligt het visioen van Ezechiël, de wagen met de vier wezens, 1:4-11.

Als evangelist houdt hij ook een schriftrol en ganzenveer vast en zit vaak aan een schrijftafel. Soms met een knots of koord omdat hij te Alexandrië aan een touw door de stad werd gesleurd.

Op deze dag wordt tevens de grote biddag gehouden.

De St. Markusprocessie is een ommegang langs de velden. Als alles gedaan, gezaaid, bemest en besproeid is door het zweet van de noeste arbeider dan staat er geschreven in 1 Cor. 3:7: ‘Zo is dan noch hij die plant, noch hij die nat maakt, maar God die wasdom geeft.’ Hierin schemeren nog oproepen door aan de ambervalia van de Romeinen ter eren van Ceres. Op deze dag had de ambarvalia plaats, een ommegang of bedegang door de velden voor het gedijen der veldvruchten en afweren van schadelijke invloeden. De schuttersverenigingen trekken nog door de velden. Deze ommegang moest met grote eerbied plaatsvinden naar het woord van de apostel Paulus aan Timotheus hoofdstuk 4, vers 5: ‘Het wordt geheiligd door het woord Gods en door het gebed.’ De gereformeerden schaften dit gebruik af, soms werd het omgevormd tot bid- en dankdagen.

De als sier gebruikte berken werden door het gelovige volk hoog vereerd. Ze werden mee naar huis genomen onder het dak, achter het kruis of heiligenbeelden gestoken zodat de bliksem niet insloeg. Dit is begrijpelijk omdat deze processies door de eenvoudige landsman als bedeomgang gezien werd waarin de goden tot bescherming tegen bliksem en hagel gebeden werd. Bij naderend onweer werden ze in het vuur geworpen. In katholieke landen werd op palmzondag de palmen, Buxus, gewijd. Dit gebruik heeft vele raakvlakken met de heidense gebruiken, de maien. Martin Luther spotte met die bijgelovige vrouwen die met de maien die bij de processie op Marcusdag op de wegen uitgestrooid waren en ermee over de erwten en bonenvelden veegden zodat de vogels de zaden niet schaden konden. Zo werd er ook over het vee gestreken, takken verbrand en bladeren aan het vee te eten gegeven om alle boze tegen te gaan.

Scrophularia alata is St. Marcoenskruid.

Men noemde hem de vlaszaaier, omdat men voorheen op die dag het vlas zaaide.

In het Land van Leusden zag in het midden van de 12de eeuw een boer die vlas aan het inzaaien was een mooie vrouwelijke verschijning. Op haar verzoek gaf hij haar te drinken. Hij beloofde haar, want hij zag dadelijk dat dit Maria moest zijn, een kapel te bouwen. De volgende dag was het vlas rijp. Tot 1900 lag er nog vlas op het altaar in Elshout. In mei, de Mariamaand, is Elshout nog steeds een bedevaartplaats.

Als de vors voor Marcus kwaakt, blijft hij later niet bespraakt. =Wanneer de kikkers al zo vroeg in de lente kwaken zal het weer spoedig omslaan zodat er een koudere periode volgt.

Sint Marcus koud, ook 't heilig Hout. =Is het op deze dag koud, dan evenzo tijdens de kruisdagen. (3 dagen voor Hemelvaart)

Sint Merk, lang en sterk. =Deze dag is het gunstig om vlas te zaaien want dan kan men er zeker van zijn dat het vlas lang en sterk wordt. Marcus is de vlaszaaier, de bonenplanter.

Zo lang voor Marcus warm, zo lang na Marcus koud.

Uit vultus.stblogs.org

25 april, H. Franca: van Franciscus: ‘de Fransman.’ Overigens is het een Germaanse naam, afkomstig van de volksstam der Franken wat in verband wordt gebracht met Angelsaksisch franca, oud-Noors frakka: ‘werpspies,’ resp. frakkr: ‘moedig,’ terwijl gemakkelijk verband gelegd kan worden met frank: ‘srijd.’

Franca is geboren ca .1173 te Piacenza in Itali, ze werd een Benedictijner non en rond 1198 werd ze abdis van San Siro in Piacenza. In 1206 bemiddelde ze de vrede tussen haar stad en paus Innocenius III. In 1216 ging ze over naar de Cisterciënzers en leidde met strenge tucht het klooster Montelana dat naar Plectoli verlegd werd. Ze overleed op 25 april 1218 in Plectoli werd in 1273 gecanoniseerd. Ze wordt knielend afgebeeld, en door Christus gekroond. Helpt bij nachtmerries en oogziektes.

25 april, H. Rusticus: Latijn, ‘landelijk of eenvoudig,’ als zelfstandig naamwoord, ‘boer.’

Rusticus was bisschop van Lyon, 494-501.

De bloem van zijn dag is de tulp.

Zie verder: http://www.volkoomen.nl/ en : http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/