9 augustus

Over 9 augustus

Heiligen van de dag, naamgeving, etymologie, relikwieën, hun werken en plaats, verering, wonderen, sterven, hoe ze afgebeeld worden,


9 augustus, H. Romanus: Latijn romanus: ‘Romein,’ de Italiaanse vorm Romeo van Grieks Romaios: Romein,’ Vooral kinderen van Romeinen buiten Italië werden met een zekere trots Romein genoemd. Of van Germaans rod: ‘roem,’ en man: ‘man’.Romanus was soldaat in het legioen van keizer Valerianus te Rome ten tijde van de aanklacht van St. Laurentius. Hij zag zijn blijdschap, standvastigheid en absolute stilte tijdens zijn martelingen en kon niet begrijpen hoe een mens van vlees en bloed zo gefolterd kon worden zonder zijn mond te open om te klagen. Hij helde over naar het geloof en op dat moment zag hij naast de heilige een zeer mooie jonge man die het zweet van het voorhoofd van de heilige wiste en bloed van zijn wonden. Hij bood zich aan bij Laurentius, nog steeds aan het martelwerktuig, en vroeg om christen te worden. De heilige werd losgemaakt en naar de gevangenis gebracht en was later in staat om de urgente vraag van de soldaat te beantwoorden die water naar de gevangenis bracht om gedoopt te worden. Romanus werd voor het tribunaal geroepen en zei zonder angst en blij; ‘ik ben een christen.’ Hij werd veroordeeld en onmiddellijk onthoofd, daags voor St. Laurentius op 9 augustus 258. Zijn lichaam werd begraven door een priester in een grot aan de weg naar de Tiber, zijn overblijfselen werden later naar Lucca gebracht waar ze onder het hoogaltaar van een mooie kerk die zijn naam draagt bewaard worden.

Uit teaattrianon.blogspot.com

9 augustus, St. Edith Stein, ook Sint Teresia Benedicta van het Kruis. Angelsaksische ead-gyth =Duits Otgunde: od: ‘bezit of erfgoed,’ gond: ‘strijd,’ dus ongeveer, strijderes voor het erfgoed.

Ze werd op 12 oktober 1891 in Breslau (toen Duitsland, nu Wroclaw in Polen) geboren in een orthodox Joodse familie maar besloot in 1904 een atheïst te worden. Als student aan de universiteit van Gottingen maakte ze kennis met Edmund Husserl en raakte geïnteresseerd in diens filosofie. Toen Husserl naar de universiteit van Freiburg vertrok vroeg hij Edith Stein hem te volgen als zijn assistente. Ze ontving haar doctoraat in filosofie. In Gottingen kwam ze voor het eerst in contact met het rooms-katholicisme. Aangetrokken door dit geloof keerde Edith Stein tijdens een vakantie in 1921 terug naar Breslau waar ze geïnspireerd door de autobiografie van de mystica Theresa van Avila en overging tot het roomse geloof. Ze werd op 1 januari 1922 gedoopt en beëindigde haar assistentie aan Husserl om aan een Dominicaner meisjesschool in Speyer te onderwijzen (1922-1932) In Speyer vertaalde ze Sint Thomas Aquinos ‘de veritate,’(Over Waarheid) en verdiepte zich in de rooms katholieke filosofie in het algemeen. In 1932 werd ze lector aan het pedagogisch instituut van Munster maar moest deze positie in 1933 opgeven, gedwongen door de antisemitische wetgeving die ingevoerd werd door de nazie regering. In 1934 trad ze toe tot het Karmelietenklooster van Keulen onder de religieuze naam Teresa Benedicta van het Kruis. Daar schreef ze haar metafysische werk ‘Endliches und ewiges Sein,’ een poging tot een synthese van de filosofieën van Aquinas and Husserl. In 1938, toen de dreiging van de nazi's groeide, werd ze overgeplaatst naar het Karmelietenklooster te Echt in Nederland. Vanaf oudjaar 1938 tot aan haar deportatie op 2 augustus 1942 leefde Edith Stein met haar zuster in de Karmel van het Limburgse plaatsje Echt. Ze bracht ook enige tijd door in de Amsterdamse Spaarndammerbuurt. Katholieken in Nederland beschouwen haar daarom -tenminste ten dele- als een Nederlandse heilige. In Echt schreef ze haar ‘studie uber Joannes a Cruce: Kruezeswissenschaft.’ Haar vlucht naar Echt bleek niet voldoende om haar veiligheid te garanderen. Nadat aartsbisschop De Jong, gesteund door de andere Nederlandse bisschoppen, meermalen publiekelijk protesteert tegen de Jodenvervolging (geen enkel ander episcopaat in Europa heeft dat gedaan) wordt op 26 juli 1942 door Adolf Hitler de order uitgevaardigd om alle niet-arische katholieken te arresteren als represaillemaatregel voor het bisschoppelijk protest. Op 2 augustus werden ook Edith Stein en haar zus Rosa door de Gestapo gevangen genomen en overgebracht naar het concentratiekamp Auschwitz. Overlevenden van dit dodenkamp getuigen dat zij met enorme inzet iedereen waar mogelijk hielp. Op 9 augustus 1942 werd ze samen met haar zuster naar de gaskamer gezonden.

Zoals gebruikelijk voorafgaande aan een opname in de canon der heiligen werden er ook wonderen die uit naam van Edith Stein waren verricht opgetekend. Er waren protesten van Joodse zijde tegen haar zaligverklaring in 1987 en op 11 oktober 1998 toen Edith heilig werd verklaard door paus Jan Paul II. De Kapel van het Karmelietessenklooster aan de Bovenstestraat 48 te Echt is het Nederlandse centrum voor de verering van deze heilige Joodse non. Een gevelteken, vervaardigd door de plaatselijke beeldhouwer Joop Utens, herinnert aan haar verblijf in de Echter Karmel. Tijdens haar 50ste sterfdag, op 9 augustus 1992, werd ze herdacht met onder andere de inzegening van vier glas in loodpanelen van Eugene Laudy aangebracht in de kapel die de H. Teresia van Avila, Edith Stein als jonge vrouw, Edith Stein als ingetreden karmelietessen en zuster Teresia Benedicta van het Kruis voorstellen, het vierde paneel toont ons de H. Johannes van het Kruis die samen met de H. Teresia van Avila de Karmel-orde heeft hervormd.

Amaryllis bella-donna en Bupleurum odontites zijn de bloemen van de dag.

Zie verder: http://www.volkoomen.nl/ en : http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/