6 oktober

Over 6 oktober

Heiligen van de dag, naamgeving, etymologie, relikwieën, hun werken en plaats, verering, wonderen, sterven, hoe ze afgebeeld worden,

Uit www.rkk.nl

6 oktober, H. Bruno van Keulen: (Bruno de Kartuizer) Germaans, wat we terugvinden in Gotisch brunjo: ‘borstharnas of pantser,’ daarnaast is oorspronkelijk de betekenis bruin mogelijk, in sommige talen ook met de betekenis glanzend.

Geboren rond 1032 te Keulen, wijdde zich te Reims aan de beoefening der wetenschappen, gaf daar 20 jaar lang les. Onder zijn leerlingen was de toekomstige paus Urbanus II, werd te Keulen canonicus van het college van St. Kunibert en vervolgens rector van de Domschool en kanselier van Reims, vervolgens bisschop van Grenoble. Hij moest in 1076 uit Reims, waar hij kanselier aartsbisschop was, vluchten vanwege zijn kritiek, ook omdat hij plaats moest maken voor de kandidaat van de koning. Daarop trok hij zich terug in het klooster van H. Robert van Molesmes, de stichter van de cistercinzers. De H. Hugo van Grenoble schonk hem in 1084 een onherbergzaam stuk land in de Franse Alpen, La Chartreuse (Cartusia, vandaar de naam Kartuizer). Van 1084 tot 1090 woonde hij met 6 metgezellen in de woeste bergkloof Chartreuse bij Grenoble in armzalige hutten rondom een bedehuis en leidde er een leven van ontbering en onthouding. Dat samenzijn is de grondslag geworden van de orde van de Kartuizers, Chartreuses, de Orde die steeds haar oorspronkelijke strengheid heeft bewaard. Zijn voormalige leerling, paus Urbanus II (tevoren Odo) riep hem in 1090 naar Rome waar hij in de runes van de Thermen van Diocletianus leefde. Daarna in het kartuizerklooster Santa Maria degli Angeli. Bruno wees echter het hem aangeboden aartsbisdom van Reggio van de hand en stichtte in 1094 een nieuwe Chartreuse bij della Torre in Calabrië waar hij in 1101 overleed. Hij is nooit officieel heilig verklaard, maar zijn cultus werd toegestaan voor kartuizerkloosters in1514 en voor de gehele Kerk in 1623.

Hij wordt afgebeeld in het kleed van zijn orde, soms met een boek en soms met de vinger op de lippen als teken van zwijgzaamheid. Ook met een olijftak naar Psalm 52; Maar ik ben als een groene olijfboom..ծ, duif en een wereldbol als symbool voor het afwijzen van het wereldlijke. Soms met een ster of zeven sterren als verwijzing naar Hugo van Grenobleՠs visioen van de komst van Hugo en zijn medebroeders. Mijter en staf verwijzen naar zijn afwijzing van het bisschopsambt.

De Brunolelie is een soort van Phalangium.

Tegen de masscher, een zwamsoort, van de tarwe leest men over het zaaigraan het gebed van de H. Bruno. Op zijn dag mag niemand tarwe zaaien, want, zegt men te Zegelsem, Bruno is de Masscherman.

Uit www.nostagiestube.at

6 oktober, H. Adalbero: Germaans adel: ‘edele,’ en bero: ‘heer,’ dus ongeveer, edele beer.

Geboren rond 1010 in Lambach, Oostenrijk, als laatste graaf van Lambach-Wels. Na zijn studie te Wrzburg werd hij daar in 1045 bisschop. In de Investituurstrijd stond hij aan de kant van Rome ofschoon hij daarvoor koning Heinrich IV trouw gegeven had. Dat was niet verstandig want de koning werkte hem zeer tegen en represailles over zich heen laten gaan. Hij geldt als bouwer van de dom en Neumnsterkirche in Würzburg. In 1088 legde hij zijn bisschopsambt neer en trok zich terug op de familieburg Lambach die hij daarvoor in een Benedictijnenklooster veranderd had. Daar stierf hij op 6 oktober 1090.

Hij wordt afgebeeld in bisschopskleed met kerkmodel.

Uit www.allmercifulsavior.com

6 oktober St. Fides, (Ste Foy, St. Foy, St. Faith, Sankt Getreu, Fides van Conques): Latijn fides: ‘trouw, oprechtheid of geloof,’ fidelis: ‘trouw,’ betrouwbaar of gelovig, fiducia: ‘vertrouwen of moed,’ vgl. ik heb daar geen fiducie in. Fides was bij de Romeinen de godin van trouw. Fides, spes en c(h)aritas, geloof, hoop en liefde, drie algemene christelijke deugden, vgl. faith.

Fides was een van de maagden martelaressen die leed onder de Romeinse vervolgingen. Ze was een populaire heilige in middeleeuws Europa waar wonderen verhaald worden van haar schrijn in Conques, Frankrijk. Ze zou martelingen ondergaan zijn te Agens (Gaul of Frankrijk) in de derde eeuw, verwijzingen naar haar dood stammen uit veel latere tekst van twijfelachtige historische zekerheid. Mogelijk bevat de tekst wat authentieke details van haar marteldood. Ze was een twaalfjarige maagd en wordt voor een Romeinse procureur gedaagd en maakte daar het teken van het kruis, vertelde de jury dat ze Christus al vanaf haar jeugd diende. Toen ze met de dood bedreigd werd vanwege haar weigering aan de afgoden te offeren zei ze; 'Ik ben bereid om voor Christus alles te lijden, ‘ik verlang ernaar om voor hem te sterven.’ Ze werd ter dood veroordeeld, eerst werden haar gewrichten uit de kom getrokken, later geroosterd op een rood hete gril waarop een hevige sneeuwval de lucht vervulde zodat die haar lichaam verborg tot ze dood was. Dat was rond 287. Haar relikwieën kwam in de kerk van Conques, een halteplaats op weg naar Santiago de Compostella waardoor de verering enorm toenam.

Ze wordt als een jong meisje afgebeeld tijdens haar marteling op een rooster of pijnbank, martelaarspalm en zwaard, uiteindelijk zou ze onthoofd zijn.

6 oktober, H. Prudens: Latijn prudens: ‘vooruitziende of verstandig.’

Prudentius Aurelius Clemens was een Christelijke Latijnse dichter uit de 4de eeuw. Hij is geboren in 348 te Zaragoza, Zaragoza of Calahorra uit de bovenste klasse. Hij schreef onder meer het gedicht Psychomachia dat de strijd tussen goed en kwaad om de ziel uitbeeldt. Kort voor zijn dood schreef hij een voorrede voor zijn verzamelde gedichten. Daaruit blijkt dat hij onder meer tweemaal stadhouder was van een Spaanse provincie en een hoge post had aan het hof van keizer Theodosius. In 402/3 trok hij zich terug om een ascetisch leven te gaan leven. Hij is een van de belangrijkste oudchristelijke dichters van het Westen, stilistisch stond hij onder invloed van Vergilius. Overleden in 413. Hij wordt vooral vereerd te Beze in Bourgondië.

6 oktober, H. Renatus: Latijn renatus: ‘wedergeboren,’ (wel met betrekking tot de doop, wanneer de naam gegeven wordt)

Volgens de legende was Renatus in de 4de/ 5de eeuw bisschop van Sorrent en Napels. Een latere legende bericht dat hij daarvoor bisschop van Angers in Frankrijk geweest was waarna hij als kluizenaar naar Itali kwam. In de oude bisschopslijsten van Angers ontbreekt zijn naam echter. Zijn verering is vanaf de 7de eeuw in Napels en Sorrent, in Angers dook zijn naam pas in de 13de eeuw op.

Een soort van wilde herfst chrysant is zijn bloem, Pyrethrum.

Zie verder: http://www.volkoomen.nl/ en : http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/