12 mei
Over 12 mei
Heiligen van de dag, naamgeving, etymologie, relikwieën, hun werken en plaats, verering, wonderen, sterven, hoe ze afgebeeld worden,
12 mei, H. Pancratius (Pancraas) : Grieks pankrates: ‘allesbeheersend of almachtig.’ Een pancration was een gemengde wedstrijd bij de Grieken in worstelen en vuist vechten.
Pancratius was een Romeins martelaar waarschijnlijk tijdens Diocletianus in 304. Hij was van Phrygische afkomst en werd volgens de legende als 14 jarige jongen onthoofd omdat hij weigerde de Romeinse afgoden te aanbidden. Paus Symmachus bouwde ca. 500 over zijn graf een basiliek, de San Pancrazio, die paus Honorius I, 625-638, vernieuwde en rijk versierde.
Een eed die afgelegd werd in de Sint Pancraskerk te Rome gold als bijzonder heilig in de middeleeuwen. In die tijd genoot Pancras over heel Europa bijzondere verering. Zijn basilica die in het beging van de 17deeeuw stevig verbouwd werd was een zo populaire pelgrimskerk en bewaart in het koor nog enkele van de oude zuilen. Al vroeg was zijn verering verspreid, vooral als heilige van de ridders, grootgrondbezitters en adel. Hij was ook bekend in de abdij van Egmond, al in 1136. In 1314 werd een St. Pancraskerk in Leiden gesticht. De vroegere plaatsnaam Vronen werd ca 1403 veranderd in Sinte Pancraes. Ook een Londense wijk en een Londens station heten St. Pancras. Dit naar de aan deze heilige gewijde parochiekerk. Als patroon wordt hij vermeld bij de stichting van de kapel van ճ Heerenberg rond 1259, door Adam van den Bergh werd hij als patroon gekozen omdat St. Pancratius ook uit een adellijk geslacht was. De heren, later graven Van de Bergh, hadden het recht munten te slaan. Enkele mooi uitgevoerde munten noemden ze Pancrasdaalders zoals ze ook Oswalddaalders lieten slaan. De middelste van de drie van de door Geert van der Wou gegoten klokken van de katholieke kerk heette Sanctus Pancratius.
St. Pancratius beeld te Stinterbull, Holstein, stond aan het strand met gouden muilen aan de voeten. Ze werd eens gestolen. Het schip waar de dief op was leed schipbreuk door een zware storm en werd daar aan het strand geworpen waar het beeld stond. Dat gaf aanleiding tot het spreekwoord dat wanneer het stormt St. Pancras zijn muilen terug haalt.
Hij wordt afgebeeld als een jonge man van rond 14 jaar in Romeinse of middeleeuwse kleding, ook wel als ridder met harnas. In de hand heeft hij vaak een palmtak en boek en soms een zwaard vanwege zijn onthoofding tijdens Diocletianus. Wordt aangeroepen bij jicht, hoofdpijn, krampen winterhanden en voeten en huilende kinderen. Beschermheilige van het jonge was als ijsheilige. Vaak houdt hij de rechterarm gestrekt met opgeheven vingers in gebaar van eedaflegging. Hij werd aangeroepen als beschermer tegen valse eed omdat een beschuldigde eens meineed pleegde op zijn graf en dat zijn hand niet meer van de steen los kwam.
Uit Rubens met Domitilla uit www.wikipaintings.org
12 mei, H. Achilleus en H. Nereus van Rome; Uit Grieks Achilles, de dappere held.
De oude Romeinse lijst uit de vijfde eeuw die te zien is in Martyrologium Hiernoymianum bevat de namen van twee martelaars, Nereus en Achilleus, wiens graf in de catacomben van Domitilla is aan de Via Ardeatina, op die kalender zie je ook dat St. Pancratius begraven is in een catacombe van de Via Aurelia. Er staat in de meer completere Berne code’ III id. Maii, Romae in coemeterio Praetextati natale Nerei et Achillei fratrum, et natale sci. Pancrati via Aurelia miliario secundo’ (Op 12 mei te Rome in de begraafplaats van Praetextatus [een fout voor Domitilla] de sterfdag van Nereus en Achilleus en de sterfdag van Pancratius, op de Aurelian weg bij de tweede mijlsteen. In de oproep van de mis voor hun feest, in de ‘sacramentarium Gelasianum.’ worden Nereus en Achilleus alleen vermeld omdat het alleen ter hunne ere werd gehouden, het feest van St. Pancratius werd gevierd in die kerk die boven hun graf gebouwd is op de Via Aurelia.
Onder de vele objecten die in de ruinen gevonden werden waren twee pilaren die de giboriums met sculpturen droegen die de dood van de twee heiligen voorstelden. De oudste vermelding van de twee heiligen vertelt hoe Nereus en Achilleus als soldaten trouw waren aan de tiran, maar zich plotseling bekeerden en blij hun dienst weigerden en de martelaarsdood stierven waar geen historisch feit voorhanden is. Volgens een andere legende waren Nereus en Achilleus eunuchen en kamerdienaars van Flavia Domitilla, nicht van keizer Domitianus, en zouden haar ervan afgebracht hebben om met de heidense Aurelianus te trouwen. Daarop werden ze met de christelijke maagd verbannen naar het eiland Pontia en later onthoofd in Terracina. De graven van de martelaars waren op het landgoed van Domitilla bij de Via Ardeatina. De auteur van deze legende plaatst de twee heiligen in een oud deel van de catacombe van Domitilla die gebouwd is in het begin van de tweede eeuw zodat ze een van de meest oude martelaars geweest zouden zijn. In de brief aan de Romeinen begroet St. Paulus een Nereus met zijn zuster die hij groet, Rom. 16:15, mogelijk was de martelaar een afstammeling van hem.
Ze wordt afgebeeld als Romeinse martelaars in burgerkleding met zwaard en martelaarspalm.
12 mei, Domitilla, Latijn, waarschijnlijk ԯp de dag des Heer, of zondag geboren. Er zijn meerdere heiligen met deze naam.
Ze is geboren in de eerste eeuw na Chr., gestorven te Rome. Het betreft hier waarschijnlijk Flavia Domitilla, afstammeling van keizer Vespasianus die met de consul Titus Flavius Clemens getrouwd was. De grond aan de Via Ardenta te Rome behoorde aan hen waar nu de Domitilla catacomben te bezoeken zijn. Ze zou in 95 door haar oom, keizer Domitianus, vanwege haar christelijke geloof op het eiland Pandataria (of Pontia) verbannen zijn. Daar vond ze na lange martelingen haar dood.
Uit www.heiligen.net
12 mei, H. Rictrudis van Marchiennes, (Riktrude, Riktruide, Richtrudis): Germaans rik: ‘rijk, machtig of aanzienlijk,’ trude: ‘gelief,’լ resp. ‘kracht of sterkte.’
Rictrudis is geboren ca. 614 te Gascogne uit een adellijke familie. Ze trouwde met een Frankische edelman, de latere H. Adalbaldus of Adalbald van Elnon. Adalbald was van Frankische afkomst en noemde zich heer van Douai en trouwde ondanks tegenstand van zijn schoonfamilie met de H. Rictrudis. Haar familie had namelijk een haat opgevat tegen de Franken. Een zekere Ubald beschreef in het jaar 907 het leven van Rictrudis. Hij merkt op dat haar huwelijk met Adalbald zeer gelukkig was. Beiden verlangden ernaar hun leven in dienst te stellen van Christus. Zij lieten zich op alle belangrijke momenten in het leven bijstaan door de H. Amandus. Ook de H. Riquier schijnt een huisvriend geweest te zijn. Zij schonken stukken van hun landgoederen weg om er kloosters of kerken te vestigen. Zo droegen zij zorg voor de vestiging van steunpunten voor de christelijke cultuur. Bovendien stelden zij hun kasteeltje open voor armen en misdeelde: die kregen er voedsel en onderdak. Het is niet duidelijk of zij alles bijeen vier of vijf kinderen kregen. Minstens vier van hen zouden later als heilige zouden worden vereerd: een jongen, Maurontius, en drie meisjes: Chlotsindis, Eusebia en Adalsindis.
Tijdens een reis werd Adalbald in de buurt van Prigueux vermoord in 652 door verwanten van zijn vrouw die nog steeds op hem gebeten waren vanwege zijn huwelijk en sindsdien wordt hij als martelaar vereerd. Ze ging naar het klooster te Marchiennis (Saint Amand bij Rijsel) die ze met haar man had gesticht en waar haar oudste twee dochters al waren waarvan ze de eerste abdis werd en werd opgevolgd door haar oudste dochter Chlotsindis. Ze ontving de sluier van H. Amandus.
Ze wordt afgebeeld als abdis met een kerkmodel, soms met haar zoon en echtgenoot. Wordt aangeroepen tegen kinderziektes en spijsverteringsproblemen.
Uit en.wikipedia.org
12 mei, H. Johanna van Portugal.
Zij is op 6 februari 1452 te Lissabon geboren als een dochter van koning Alfons V en koningin Isabella van Portugal. Als jong meisje droeg ze al een ruw boetekleed onder haar kleren uit verering voor de lijdende Christus en sloeg verschillende huwelijksaanzoeken af.. Op 21-jarige leeftijd trad zij in bij de dominicanessen te Aveiro. Maar de overige leden van de koninklijke familie stemden hier niet mee in, en stelden alles in het werk om haar er weer uit te krijgen. Zij wilden dat eerst de opvolgingskwestie was geregeld. Dat duurde zo’n twaalf jaar tot 1485. In die tijd had zij van dit alles veel te lijden. Toen ze stierf in 1490 was ze pas 37 jaar oud. Ze werd zalig verklaard in 1693. In 1959 is haar heilig verklaringsproces begonnen. Ze is patrones van bisdom en stad Aveiro.
Ze wordt afgebeeld met het witte habijt van de dominicanen, soms met een kroon die naar haar afkomst verwijst, drie kronen aan hoer voeten naar de drie afgeslagen huwelijken, van keizer Maximiliaan I, Lodewijk XI van Frankrijk en Richard II van Engeland. Ze draagt als maagd een witte lelie, doornenkroon vanwege het lijden van Christus, soms met boetegordel en gesel.
Uit nl.wikipedia.org
12 mei, Silvester II, de naam van 3 pausen.
Eerst heette hij Gerbert d’Aurillac en is geboren in 947 in Auvergne of Aquitanië, gestorven 12 mei 1003. Hij gaf eerst onderricht in het klooster Sint Geraldus Aurillac in de Auvergne waar in 1851 een standbeeld voor hem opgericht is, zette zijn studin in Barcelona verder, mogelijk ook in de Moslimsteden Cordoba en Sevilla en kwam in 970 met de marktgraaf naar Rome, ging in 972 naar Reims en leidde daar 10 jaren de daar aanwezige school. Hij ontmoette daar paus Johannes XIII en keizer Otto I. Keizer Otto I haalde hem over om als leraar voor zijn zoon te werken, de toekomstige Otto II, keerde echter in 984 naar Reims terug en werd als leraar benoemd door de aartsbisschop van Reims, Adalbero. Toen Otto II in 983 keizer werd benoemde hij hem tot abt van het klooster Bobbio en als leider van het district. Hij werkte hier meest voor de omstreden troonopvolger Otto III en raakte betrokken in de politiek, steunde met steun van de aartsbisschop de poging van Frankrijk om Lotharingen van Otto II in te nemen. In 992 werd hij ondanks vele moeilijkheden tot aartsbisschop van Reims gekozen, hij kon het daar niet volhouden en ging in 997 naar Duitsland. Otto III benoemde hem als leraar en raadgever aan zijn hof en paus Gregorius, Otto ‘s neef, verhief hem in 998 tot aartsbisschop van Ravenna. De keizer liet hem in 999 tot paus wijden waar hij de naam van Silvester aannam. Hij deed veel tegen het wijdverspreide simonie en concubinaat onder de geestelijken en schreef een dogmatische verhandeling; De corpore et sanguine Domini. Aan Ottoճ plan, de vernieuwing van een werkelijk Rooms rijk, nam hij ijverig deel en overleefde zijn keizerlijke vriend maar korte tijd. In 1001 vond er een Romeinse volksopstand plaats tegen de keizer, waardoor Otto en Gerbert gedwongen werden om naar Ravenna te vluchten. Otto deed twee onsuccesvolle pogingen om controle over de stad te herwinnen en stierf tijdens een derde poging in 1002. Gerbert keerde spoedig terug naar Rome, hoewel de rebellerende edelen nog steeds aan de macht bleven. Hij stierf kort daarop.
Hij was een van de geleerdste mannen van zijn tijd, vooral mathematiek en muziek hebben aan hem veel te danken gehad hij introduceerde Arabische cijfers en astronomie in Europa en schreef een reeks boeken over het quadrivium. Hij had in Spanje leren werken met Arabische cijfers en kon berekeningen uit zijn hoofd doen die voor mensen die in termen van de Romeinse cijfers denken uiterst moeilijk waren. In Reims construeerde hij een hydraulisch instrument dat alle eerder bekende instrumenten (waarin handmatig lucht moest worden gepompt) overtrof. Latere sagen lieten hem een bond met de duivel sluiten vanwege zijn kennis van magische kunsten en astrologie, dit leidde tot legende waarin hij als tovenaar met de duivel wordt afgebeeld. Er werd verondersteld dat Gerbert in het bezit was van een boek dat in Spanje van een Arabische filosoof was gestolen die hem achtervolgde die de dief via de sterren kon vinden. Gerbert was zich echter bewust van de achtervolging en verborg het werk onder een houten brug waar het voor de tovenaar onzichtbaar was. Van Gerbert werd ook gezegd dat hij een bronzen hoofd gebeeldhouwd had, dat alle vragen met ‘ja’ of ‘neen’, kon beantwoorden. Er werd gezegd dat hij een verhouding had met een vrouwelijke demon, Meridiana, en met haar hulp slaagde hij erin de pauselijke troon te bestijgen.
Het zinnebeeld van zijn dag is de gewone iris, Iris germanica.
Zie verder: http://www.volkoomen.nl/ en : http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/