26 september
Over 26 september
Heiligen van de dag, naamgeving, etymologie, relikwieën, hun werken en plaats, verering, wonderen, sterven, hoe ze afgebeeld worden,
Uit resobscura.blogspot.com
26 september, H. Cyprianus van Antiochië en Justina van Nicodemia: Grieks, ‘van Cyprus afkomstig.’
Martelaar te Nicodemia met Justina in 304. Om hem werden verschillende legenden geweven, welke ook de stof leverden voor de Faustsage en aan de Spaanse schrijver Calderon voor ‘al magico prodigiosa,’ de ‘wonderbare tovenaar.’
De Heilige Justina was in Antiochië, nu Antakya, Turkije, van heidense ouders geboren. Ze werd christin, bekeerde ook haar ouders en wijdde zich aan de kerk. Een voorname jongeling, Cyprianus, een heidense magister, die van haar schoonheid verrukt was wilde haar trouwen, wat ze weigerde, ze noemde zich een bruid van Christus. Hij gaf haar niet aan maar probeerde haar door zijn toverij te winnen, maar zijn kracht was niet sterk genoeg, eindelijk toverde hij een demon, die vloog echter weg toen Justina het teken van het kruis maakte. Hij realiseerde zich dat hij door Justina verslagen was en als goede leerling begon hij haar verdediging te bestuderen, haar vertrouwen en werd al gauw christen en als getalenteerd man werd hij al gauw bisschop van Antiochië. Ze bleven goede vrienden. In het jaar 304 onder keizer Diocletianus werden beiden, Justina en Cyprianus, gearresteerd en naar Nicodemi gebracht, Cyprianus werd opgehangen terwijl men het vlees van zijn botten scheurde, Justina werd met pezen gegeseld en daarna samen in een vat met hete pek gedaan wat hen niet deerde en tenslotte onthoofd.
Ze worden samen meestal afgebeeld, Cyprianus als magiër of bisschop met zijn toverboeken of in het vuur en met martelaarspalm en zwaard of in een ketel. Justina als jonge vrouw met zwaard en martelaarspalm of eenhoorn. De mooiste verklaring van de eenhoorn als symbool van kuisheid vinden we bij Moretto die zich in het hofmuseum te Wenen bevindt. De heilige staat midden in het beeld in een licht landschap en kijkt op een op zijn linkerknie knielende man neer. Met de rechter houdt hij een palmtak vast, met de linker pakt hij de mantel van goudbrokaat die van de linkerschouder op het onderste rode kleed neervalt. Voor, aan de rechterkant van de heilige, herkent men, als symbool van maagdelijkheid, een witte eenhoorn die voor Justina knielt. Aan zijn voeten ontspruit mos en bloemen bloeien. Dat wel voor Justina van Padua.
Uit en.wikipedia.org
26 september, H. Eusebius: Grieks, ‘eerbiedig of vroom,’ vgl. Latijn Pius. De naam kwam in de vroege christentijd vrij veel voor.
Eusebius was geboren ca. 263 in Palestina als een onvrije. Op een reis naar Antiochië kwam hij in contact met de vermaarde schriftverklaarder Dorotheus, later zien we hem geplaatst als onderwijzer aan de school van de Presbyter Pamphilus met wie hij zo bevriend werd dat latere geschiedschrijvers hem met de naam Eusebius Pamphili (Eusebius, de vriend van Pamphilus) bestempelen. Wegens de vervolging van de christenen onder Diocletianus, waar Pamphilus het slachtoffer van werd, moest hij de wijk nemen naar Tyrus en vervolgens naar Egypte. Waarschijnlijk werd hij daar in 313 tot bisschop van Caesarea gekozen in welke betrekking hij zich onderscheidde door zijn zorg voor de gemeente en door zijn geleerde geschriften over de verschillende boeken des bijbels en eindelijk door zijn vredelievende pogingen om de Ariaanse strijd tot een goed einde te brengen. Hij overleed tussen 337 en 340.
Hij was een zeer geleerd kerkvader, Eusebius van Emesa was een leerling van hem. Hij maakte zich verdienstelijk door het schrijven van een geschiedenis van de christelijke kerk waarom hij ook wel 'Vader der Kerkgeschiedenis' genoemd wordt. Zijn opvolger te Caesarea, Acacia, leverde een (verloren gegane) levensbeschrijving van Eusebius. Zijn 'Chronicon' was gesplitst in 2 delen van welke het eerste de wereldgeschiedenis behelsde tot aan het jaar 325 na Chr. en gerangschikt naar de landen en volken, terwijl hij in het tweede een tabellarisch overzicht gaf van deze geschiedenis die door Hiëronymus voortgezet is tot 378, verder nog andere werken waarvan de belangrijkste de 'kerkgeschiedenis' is.
Verder is er Eusebius van Nicomedia.
Hij was nauw verbonden met de keizerlijke familie te Constantine, waar hij wel zijn grote kracht in de kerk aan te danken heeft. Hij doopte in 337 keizer Constantijn de Grote, was opvoeder van keizer Julius, waar hij familie van was. In zijn tijd hield men het in die streken met de Arianen waar hij mede misschien grote invloed in had. Hij was bisschop van Berytus, nu Beiroet en vervolgens van Nicomedia en tenslotte te Constantinopel van 338 tot zijn dood. Hij was bijna vervolgd vanwege zijn band met de heerser Licinius toen hij bisschop van Nicomedia was tijdens zijn regering.
De reusachtige guldenroede, Solidago gigantea, wordt met hun dag verbonden. Ook verschillende Artemisia' s als A. abrotanum, die deze dag bloeien.
Zie verder: http://www.volkoomen.nl/ en : http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/