1 augustus
Over 1 augustus
Heiligen van de dag, weerspreuken, naamgeving, etymologie, relikwieën, hun werken en plaats, verering, wonderen, sterven, hoe ze afgebeeld worden,
Weerspreuken.
Op St. Pietersbanden, 1 augustus, trekken de ooievaars uit de landen.
Augustus eerste week heet en laf, veel wintersneeuw wacht af. Ook:
Als de eerste week van augustus heet is, peist dat de winter dan lang is. Of:
Zo de eerste week van oogst is heet, dan staat een lange winter gereed.
Geeft augustus zonneschijn, zeker krijgen we gouden wijn.
In augustus regen, geeft de wijnoogst zegen.
Is het warm en voorspoedig weer, brengt augustus de eerste peer.
Noordenwind in augustus brengt bestendig weer. Ook:
Noordenwind in augustus opgestaan, brengt standvastig weder aan.
Wat augustus niet kookt, laat september ongebraden. =Is augustus niet gunstig voor de oogst dan kan september, hoe warm die ook is, er niet veel meer aan doen.
Fraughan sunday of bilberry sunday. Dit is de dichtst bijgelegen zondag van 1 augustus. Op die dag worden open luchtfeesten gehouden op de heuveltoppen, bij heilige bronnen en dergelijke Het feest bestaat uit het plukken van bosbessen die in manden gedaan worden die uit russen zijn geweven.
Fraughan sunday markeert het beginnende oogstfeest. Dit is een overblijfsel van Lughnasa, een van de vier feesten van het jaar.
Samhain is 1 november, Imbole is 1 februari, Beltaine valt op 1 mei en Lughnasa op 1 augustus. Dit ter ere van Lugh, de briljante jonge god van vele verdiensten. Zijn feest is het eind van de honger en het begin van de fruitoogst. Lughnasa zou door de Engelsen aangenomen zijn in hun lammas (:loaf-mass) van 1 augustus, het feest van de eerste vruchten waarop loaf werd aangeboden aan hun god.
Uit kerkramen.nl. uit Macharen.
1 augustus, St. Petrus Banden: Grieks petra: ‘rots,’ als symbool van vastheid of betrouwbaarheid, vgl. Frans pierre: ‘steen,’ en Pierre. De discipel Sim(e)on, de zoon van Jona, ontving deze naam van Christus: Matth. 16:18: ҅En ik zeg u, dat gij Petrus zijt, en op deze petra zal ik mijn gemeente bouwen en de poorten van het dodenrijk zullen haar niet overweldigen. Ik zal u de sleutels geven van het koninkrijk der hemelen.’ Op grond van deze laatste woorden wordt Petrus vaak afgebeeld met sleutels in de hand en als wachter van de hemelpoort. Om de hierboven aangehaalde woorden wordt hij beschouwd als de eerste paus. Geen der pausen na hem nam die naam aan omdat het geloof ontstond dat een Petrus II de laatste paus zou zijn.
Petrus was in 64 a 67 martelaar te Rome onder Nero. De voornaamste feestdagen zijn: 18 januari en 29 juni, zie Paulus, en 1 augustus.
Sint-Petrus-banden of Sint-Pieters-banden is het feest van de bevrijding van Petrus. De bevrijding van de apostel Petrus wordat beschreven in hoofdstuk 12 van Handelingen. Petrus was door Herodes gevangen genomen en sliep tussen twee soldaten aan wie hij met twee kettingen (de ‘handen,’ was vastgeketend. Er verscheen een engel die hem wakker maakte en hem zei om hem te volgen. De ketenen werden verbroken, twee wachtposten werden gepasseerd, en de ijzeren poort van de gevangenis ging vanzelf open. Toen ze op veilige afstand waren, verdween de engel en merkte Petrus dat het bezoek van de engel geen droom was, maar zich werkelijk had afgespeeld. De kettingen werden tot cultusobject van de vroege Christenen. Ze zouden door patriarch Juvenalis van Jeruzalem geschonken zijn aan de verbannen keizerin Eudoxia. Die verdeelde de banden over de twee hoofdsteden van het Romeinse Rijk, Constantinopel en Rome. De laatste stad, waar Petrus werd vermoord, bezat reeds de boeien waarmee hij tijdens zijn laatste gevangenschap geketend was. De San Pietro in Vincoli kerk te Rome is in 439 in gebruik genomen om genoemde voorwerpen te vereren.
De sneeuwbes, Symphoricarpos, heet in Duits Petrisstrauch, St. Petersstruik. Toen Petrus de Heer voor de derde maal verloochend had en bitter wenend langs de deur van het paleis van de Hogepriester naar buiten wankelde wilde de knechten hem vervolgen. Doch zij vonden hem noch in de nabijheid, noch in de verte. Een struik die daar groeide had hem opgenomen en hem door zijn twijgen en gebladerte voor de ogen van de spionnen verborgen. Petrus rouwtranen bevochtigden nu de takken van de struik en bleven er als dichte witte paarlen hangen.
Wonderlijk vast zitten deze Petrustranen. Zij worstelen winter en sneeuw door en beginnen enkel op Witte Donderdag af te vallen. Op Witte Donderdag ontstonden zij, op Witte Donderdag vallen zij af en als men een dier bessen plukt en tussen de vingeren verplet hoort men een dof klagend en wenend: 'ach!' De hennen zoeken deze struik en onder hem rusten en woelen ze het liefst. Doch soms, in een keer, vliegt de haan hoog op en pikt de bessen los, zwenkt op de taaie twijgen en roept angstigs met de vleugelen slagend: ‘Kackerakan, Kackerakan,’ dat is, ‘Peter mijn zoon, zal je wel gaan!’ Daarna vliegt hij neder en al de hennen stuiven uit elkander, juist als de discipelen bang de Heer verlieten te Gethsemane en uit elkaar vlogen.
Hypericum ascyron is wel bekend als St. Petrus kruid, Duits St. Petruskraut, Engelse St. Petruswort, de plant is wat groter en steviger dan het Sint Janskruid. Sint Petrus is ook een grotere apostel.
Uit commons.wikimedia.org
1 augustus in het getijdenboek van de Heiligen van de Gentse kerk, 1 oktober in de haven van Gent, te Haarlem vanwege zijn overwinning op 10 mei,
St. Bavo: kindernaam, Germaanse stamelvorm, vgl. baby, mogelijk uit een naam met badu: ‘strijd.’
St. Bavo (doopnaam Alewyne, in Latijn Aloynus, Baaf, in Latijn Bavo is een bijnaam, Allowin of Alwin) werd geboren te Haspengouw bij edele ouders. In 590 en huwde hij met de dochter van graaf Adilio en werd de vader van Aggletrudis ( de heilige Adeltrudis) Bavo leefde een losbandig leven als jager en valkenier en was een tiran voor zijn onderdanen. Hij schroomde niet zijn eigen bedienden als slaven te verkopen. Na de dood van zijn echtgenote hoorde hij ook Sint Amandus preken en bekeerde zich en vestigde een abdij op zijn grondgebied in Gent, stichtte een klooster voor de klerken waar hij zijn haar afschoor en zijn wereldse kleren aflegde, Sint Pieter Bavo, werd monnik. Nadat Amandus vertrok is Bavo hem gevolgd en kreeg van hem verlof om de kloosters te bezoeken. Toen hij terugkeerde in Gent kwam hij bij de abt Florbertus waar hij een cel van kreeg. Daar riep hij in de eenzaamheid God aan en onderwierp zich vrijwillig aan kastijdingen en pijnen. Nadat hij die boete die hem door Amandus was opgelegd na drie jaar voldaan had. Hij schonk zijn bezittingen aan de armen en leefde eerst in een holle boom als kluizenaar, zie St. Gerlach, en later naar een cel in het woud van Malmadun bij de abdij waar hij ca. 1 oktober 649 stierf. Aanstonds daarna is zijn geest verschenen aan de heilige maagd Geertrudis en aan de andere maagden die bij haar inwoonden die ver van hem woonden en beval haar de nodige kleren voor zijn begrafenis te zenden, wat ze ook deden. Van een van de verkochte dienaren wordt verteld, dat hij Bavo tegenkwam en dat Bavo hem smeekte hem aan een ketting naar de stadskerkers te leiden; als boetedoening. Bij zijn begrafenis gebeurde er al meteen een wonder. Een door de duivel bezeten vrouw, raakte zijn stoffelijk overschot aan en was onmiddellijk genezen.
Bisschop Eligius heeft zijn gebeente bezocht en op de eerste dag van augustus met staatsie verheven. Op die dag in het jaar 1001 omdat sommigen vertelden dat St. Bavo nooit uit Laons vervoerd is geweest of dat ze vandaar gestolen waren zo heeft abt Eremboldus om dat te weerleggen zijn as en gebeente in tegenwoordigheid van al het volk in een prachtige kast gelegd waarop aanstond een lamme vrouw uit Antwerpen, Mensunindis, haar volkomen gezondheid weer gekregen heeft. Nadat de geestelijkheid van Gent zich door een wederzijds verbond met de Haarlemmers onder de bescherming van de H. Bavo gesteld had heeft die kerk een gedeelte van zijn lichaam gekregen als een stuk van zijn arm. Dat werd in 1500 in een zilveren kast gesloten dat na de oproer naar Keulen gebracht werd en nadat de rust teruggekeerd was onder groot gejuich van het volk weer ontvangen.
Hij werd patroonheilige van de kathedraal te Gent waar zijn beeld voorkomt boven de ingang, later werd hij ook patroon van de kathedrale kerk Haarlem. Het verhaal van Sint Bavo of Sint Baaf kent parallellen met de legende van Sint Hubertus en Sint Egidius. Ook Bavo kwam voort uit een roemrijk geslacht en leefde erop los. Totdat zijn geliefde vrouw stierf en hij door zijn dochter op het rechte spoor werd gebracht.
In verband met de bouw van de Gentsche St. Baafstoren is een oude legende in omloop die veel overeenkomst heeft met wat verteld wordt van de Mariakerk te Utrecht waar Flevo de Fries met een brood zijn kind doodsloeg die het geheim verried om een bron te stoppen die het leggen van de fundamenten verhinderde. Een ander verhaal over de Gentse toren vermeldt hoe toen hij in 1602 door de bliksem werd getroffen er tegelijk in Harbeke net zoals in Brussel een heks verbrand werd die beiden beschuldigd werden met behulp van de duivel het hemelvuur naar de toren van St. Baaf hebben geleid. Hij is ook eens schutspatroon van de kerk van Groede geweest. Daar, in մ land van Cadzand, viert men nog de Bamessekermesse waar geen huismoeder het zal nalaten om haar Groedse paptaart te bakken. De uitdrukking Ԥe boeren houden liever van kermesse dan van Bamesseՠlaat zich verklaren in verband met de betaaldag van 1 oktober.
De beuk van de H. Bavo. Deze Vlaamse heilige werd geboren in Haspegouw, rond 600, (waarschijnlijk te Wintershoven) Zijn legende vertelt dat hij om boetvaardigheid te doen in het bos van Beila ging (waar later de plaats Turholt of Thoerhout gesticht werd) Daar volgde hij een rivier tot op een heuvel waar een overgrote beuk groeide. Zijn stam had een holte van omtrent 6 voet die een soort van nis vormde. De abt Theodorik die in de 12de eeuw schreef zegt dat men toen nog de holle beuk kon zien. De gelovigen hadden er een altaar opgericht.
Patroon van valkeniers en hier ligt, net als bij Sint Hubertus, een legende ten grondslag. Allowin werd (onterecht) beschuldigd een witte valk gestolen te hebben. In die tijd iets waar een forse en onridderlijke straf op stond: de dood door de strop. Hij stond al onder de galg toen de gestolen valk uit het niets opdook en bij Allowin op de galg landde. De witte vogel, teken van zuiverheid, bewees daarmee de onschuld van Allowin. Hij op zijn beurt zag hierin weer een teken van God.
Hij wordt gewoonlijk afgebeeld als een prins met een valk op zijn hand, terwijl men soms een zware steen die hij bij wijze van boetedoening bij zich droeg naast hem ziet liggen. St. Bavo wordt aangeroepen tegen kinkhoest.
Zijn naamdag vieren we nu op 1 oktober. Dan vieren de mensen in (Oost-)Vlaanderen, Zeeland en Noord-Brabant de Bamis of eigenlijk: Baafmis (Bavomis); de misviering op deze feestdag van Sint Bavo.
=Sint Bavo wordt in Haarlem als redder van Haarlem beschouwd. Want toen de stad in 1268 door de Kennemers werd belegerd, aangezet door Gijsbrecht van Amstel, verscheen Bavo als ridder in krijgsgewaad met opgeheven zwaard in de rechterhand en een valk in de linkerhand. Door zijn verschijning op de wolken werden de belegeraars bang en sloegen op de vlucht. Uit dankbaarheid maakten de bewoners van Haarlem Sint Bavo tot hun schutspatroon en gaven hun hoofdkerk op de Grote Markt, tot dan toe aan Maria Hemelvaart gewijd, zijn naam.
Hij wordt afgebeeld met een scepter en ontbloot opgeven degen in zijn rechter en een boek in zijn linkerhand zoals op oude schilderijen staat. Nu draagt hij gewoonlijk een scepter in de ene en een degen in de andere hand. Op zijn hoofd een hoed en draagt een lang kleed zoals een vorst.. de Haarlemmers geven hem een degen met een valk omdat hij zo aan hen verschenen zou zijn.
Patroon van boetvaardige. Een heilige van de zevende eeuw die geen kerkelijke ambten had en beschreven is in de negende eeuw door bijvoorbeeld Ado, Usuardus en Wandelbertus is bijzonder.
Bamisplanten zijn: een herfstbloem de chrysant die tijdens zijn feest, 1 oktober(?) bloeit. De Bamispruim, Frans prune Altesse, de beste taartpruim die omstreeks oktober rijp is wordt overal in Vlaanderen gekweekt.
Op 10 mei viert men in Haarlem het feest der ‘overbrenging der relikwieën van de H. Bavo.’ Een herdenkingsfeest naar de plechtige overbrenging van de relikwieën naar de St. Baafs te Gent in 1010.
Uit bnr.bg
1 augustus / 30 september,
H. Sofia: Grieks sophia: ‘levens)wijsheid,’ vgl. Latijn sapienta. In oude tijd werd het begrip ‘heilige wijsheid,’(Grieks hagia sophia) wel als een omschrijving van Christus, de mens geworden tweede persoon der Drie-eenheid, gebruikt en daarna wel als naam voor kerken. Tenslotte werd het ook een vrouwennaam die ook een heiligennaam werd en zich daardoor veel verspreidde.
Volgens een Latijnse passio was Sofia een voorname christin te Milaan tijdens keizer Hadrianus. Na de dood van haar man verdeelde zij met haar drie dochters (niet met name genoemd maar later verbonden met de begrippen ‘geloof, hoop en liefde,’(fides, spes en caritas’ Grieks pistis, elpis en agape) haar bezit onder de armen en ging uit verlangen naar het martelaarschap met hen naar Rome bij een rijke vrouw, Thessaminia, waar ze al spoedig bij de keizer aangeklaagd werden en gedood. Geloof werd gegeseld en ging onbeschadigd door gekookte pek, Hoop was er en Liefde die onthoofd werden nadat ze het martelaarschap onbeschadigd doorliepen, de moeder, wijsheid, stierf drie (!) dagen na haar dochters een natuurlijke dood rond 126 toen ze bij de graven van haar dochters weende. Berichten over het overbrengen van hun relikwieën naar het klooster Eschau in de Elzas door bisschop Remigius van Straatsburg in 778 bevorderde de verering in het noordwesten van Europa.
Waarschijnlijk is ze een personificatie van de Goddelijke Wijsheid waaruit de drie andere deugden komen. Toch is er in de Via Aurelia een graf van een zekere Sophia en drie niet met naam genoemde dochters.
Ze wordt afgebeeld als deftige dame in het gezelschap van drie meisjes die vaak een martelaarspalm of zwaard vasthouden. Soms hebben de meisjes attributen van hun individuele martelaarschap, afgestroopte huid, geseling, doorboring van het lichaam, of symbolen van hun naam, kruis voor geloof, anker voor hoop en hart voor liefde. De naam van vele Duitse vorstinnen. Patroon van weduwen.
1 augustus, / 14 september, Fidelis: Latijn fides: ‘trouw, oprechtheid of geloof,’ fidelis: ‘trouw,’ betrouwbaar of gelovig, fiducia: ‘vertrouwen,’ moed, vgl. ik heb daar geen fiducie in. Fides was bij de Romeinen de godin van trouw. Fides, spes en c(h)aritas. Geloof, hoop en liefde, drie algemene christelijke deugden, vgl. faith.
Deze drie begrippen waren ook de namen van drie martelaressen, dochters van de heilige Sofia (Sapienta) te Rome. Geloof, Hoop en Liefde, Faith, Hope en Charity waren, volgens de allegorische verklaring dochter van goddelijke wijsheid, Sofia, Legendarisch en waarschijnlijk in het leven geroepen door een verkeerde interpretatie van een grafschrift. Ze werden als heiligen beschouwd.
Zie verder: http://www.volkoomen.nl/ en : http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/