30 december
Over 30 december
Heiligen van de dag, naamgeving, etymologie, relikwieën, hun werken en plaats, verering, wonderen, sterven, hoe ze afgebeeld worden,
Uit runningintoshape.com
30 december 29 of 4 december, David: Hebreeuws, ‘lieveling, vriend of geliefd.’ Naam van de opvolger van Saul als koning van Israël.
Als herdersjongen was David de overwinnaar van de reus Goliath, als koning eigenlijk de grondvester van het rijk die Jeruzalem tot hoofdstad maakte en belangrijk psalmdichter. Hij komt voor op een oude gedenkpenning. De Joden hebben vaak nog met heimwee naar de ‘Gouden Eeuw,’ de tijd van het koningschap van David en Salomon teruggezien. Ze hebben het heil in de toekomst verwacht van de terugkeer van die glansperiode. Zodoende is de geschiedenis door hen sterk geïdealiseerd.
Over zijn avontuurlijke jongelingsjaren waren allerlei verhalen in omloop en soms tegenstrijdigheden waarvan een deel is verzameld in 1 Samuël. In 16-26 wordt hij door Samuël in ‘t geheim tot koning gezalfd en als vaardig harpspeler werd hij aan Sauls hof ontboden. Door zijn strijd met de Filistijnse reus Goliath vestigde hij Sauls aandacht op zich. Met Sauls zoon Jonathan was hij bevriend en trouwde met zijn dochter Michal. Saul wantrouwde en vervolgde hem. Dan leidde hij een tijdlang een avontuurlijk vrijbuiterleven. Maar deze periode had nog een bepaalde betekenis. Hij spande zich in om in het zuiden van Juda de daar wonende Hebreeuwse stammen samen te laten smelten tot 1 rijk onder zijn heerschappij. Hij moest hierbij rekenen met de Filistijnen in 't westen en Saul in het noorden. Tenslotte onderwierp hij zich als vazal aan Israëls vijanden, de Filistijnen, 1 Sam. 27:29,30. Na Sauls dood koos hij Hebron tot zijn residentie als koning van Juda. Nu wilde hij ook Israël onderwerpen en 1 groot rijk stichten. Door de moord op de zoon van Saul, Isboheth, kreeg hij de troon. Vervolgens wist hij ook een gedeelte van de Filistijnen te onderwerpen en probeerde ook andere landen te onderwerpen en werd zo de machtigste koning van Z. Syrië. Maar in eigen land werd de tegenstelling tussen Juda en Israël steeds groter zodat Israël die probeerde om te werpen. In 2 Sam. 10-20 wordt de opstand van Absalom als familiegeschiedenis verhaald, maar de tegenstelling tussen Juda-Benjamin (Israël) is duidelijk te zien en na Absalom ‘s dood blijft Benjamin zich verzetten. Hij plaatste de Ark in Jeruzalem, maar mocht van God de tempel niet bouwen vanwege zijn overspel met Batseba, de vrouw van Uria, 2 Samuël 11. is overleden rond 972 voor Chr.
Hij geldt voor de Israëlische traditie als dichter en zanger, de maker van vele psalmen en de organisator van tempelmuziek, 1 Kron. 25. Ook is hij in latere overleveringen een voorbeeld van vroomheid. David is de geweldige, grootse verschijning, groot in zijn deugden en in zijn gebreken, een machtig krijgsheld, een man met gevoel die anderen aan zich wist te binden en een oprecht dienaar van Jahwe.
De overwinning op Goliath zie je op vele uithangborden. Ook zie hem als gekroonde harpspeler, hij was ook het geliefde uithangteken voor speel- en danshuizen omdat hij een speelman was en omdat hij danste voor de ark.
Een standelkruidachtige wordt hem toegewijd, Ponthieva glandalum? En een vorm van gerst heet wel Davidsgerst en -korn.
Het hout dat men op zijn dag en op de volgende kapt verrot niet, geen worm verknaagt het en hoe ouder hoe harder het blijkt, ja, het wordt als steen.
Uit www.tower.com
30 december, 3 april, H. Luitberga (Liudbirg, Leutpurga, Liutbirg, Liutbirga, Luitburg, Lutberga of Lutbirg) van Thale (ook van Michalstein, van de Rosstreppe of van Wendhausen), Hartz, Duitsland: Germaans liud: ‘volk,’ burg: Ԣurg of bescherming,’ dus ongeveer, beschermer van het volk.
Zij moet begin 9e eeuw geboren zijn in de Beierse plaats Salzburg in Sulzgau. Ze behoorde tot de familie van Gisela, dochter van hertog Hessis van Oostfalen, die zich in 775 tot het christendom had bekeerd en in 804 als monnik in klooster Fulda gestorven was. Het is echter niet duidelijk, of Liudbirg zelf ook een dochter des huizes was, of dat zij van buiten af in die familie was geplaatst en daar haar opvoeding had genoten.
Ergens tussen 830 en 840 trok zij zich terug om in de eenzaamheid voor God te leven als kluizenares. Bisschop Thiadgrim van Halberstadt ( 840; feest 8 februari) had haar zijn toestemming gegeven en de nonnensluier opgelegd. Zo bracht zij de resterende dertig jaar van haar leven door in de nabijheid van klooster Wendhausen, gelegen op het terrein van de huidige stad Thale aan de Bode, zuidwestelijk van Magdeburg, in Saksen-Anhalt. Te oordelen naar de verschillende bronnen wordt de plaats waar zij woonde ook aangeduid als Michaelstein en de Rosstreppe. Ze moet op een derde april tussen 876 en 882 gestorven zijn.
Volgens zeggen stond zij bekend om haar opgeruimde karakter, haar kunstzinnigheid en haar pedagogische kwaliteiten. Zij was het namelijk, die adellijke meisjes uit de buurt een passende opvoeding gaf. Zij leerde hen handwerken, schilderen en muziek maken, vooral kerkmuziek. Dat alles stond voor haar in het teken van een gedegen geloofsopvoeding. Bisschoppen van haar tijd kwamen geregeld bij haar langs om raad te vragen. Onder hen waren Ansgar van Hamburg-Bremen en Haimo van Halberstadt.
Zie verder: http://www.volkoomen.nl/ en : http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/