8 juni

Over 8 juni

Heiligen van de dag, naamgeving, etymologie, relikwieën, hun werken en plaats, verering, wonderen, sterven, hoe ze afgebeeld worden,

uit www.pylgeralmanak.nl

8 juni, Sint Medardus: een verlatijnste vorm van Germaans mada-hard, mada: 'Plaats van bijeenkomst of gerechtsplaatsլ,'hard: 'Hard, sterk of stevig.' Medardus is geboren te Salency bij Valenciennes rond 456 uit adellijke ouders. Hij was een broer van St. Gildardus, bisschop van Rouaan. Hij werd in 489 priester gewijd en rond 530 bisschop van Vermand, in 531 verplaatste hij de zetel naar Noyon, in 532 werd hij ook bisschop van Doornik en is begraven in de door koning Chlotarius gestichte abdij te Soissons die later Saint-Medard genoemd werd. Hij overleed te Noyon op 8 juni 545. Hij legde koningin Radegundis de sluier op en was een van de meest geerde bisschoppen van zijn tijd.

Hij wordt als bisschop soms knielend voorgesteld met een of meer duiven. Bij zijn begrafenis verschenen er twee duiven aan de hemel en een derde vloog er uit zijn graf. Soms is hij vergezeld van een blinde bedelaar aan wie hij als jongeman zijn mantel gaf. Naast hem staat vaak een paard, naar het verhaal dat hij een beroofde reiziger een van zijn vaders paarden gaf, de volgende dag stond er een beter paard in de stal. Soms zie je hem met een adelaar die hem met gespreide vleugels tegen de regen beschut. Volgens de legende werd hij als kind tegen de regen beschermd door een zwevende engel. Hij wordt aangeroepen tegen slecht weer, wijngaarden en brouwers, gevangenschap, onvruchtbaarheid en kiespijn. Patroon van de Duitse stad Ludenscheid. Ook van Franse landbouwers omdat ooit een dief zijn wijngaard binnendrong en verschillende druiven vernielde. Hij kon daarna de uitgang niet meer vinden en werd betrapt. Medardus vergaf het hem en schonk hem zelfs de gestolen druiven. Soms zie je een steen met een voetafdruk als verwijzing naar een grensconflict dat hij ooit oploste.

Hij werd in de middeleeuwen vooral tegen kiespijn aangeroepen omdat hij veelal met een open, lachende mond wordt afgebeeld.

In Mecklenburg zijn er twee manieren om ratten te vangen. De eerste is heel gemakkelijk. Op de hoofddeur van je woning schrijf je in de nacht van St. Medardus, 8 juni, de naam van die heilige en alle ratten lopen weg. De twee is wat omslachtiger. De linker achterpoot van een mannetjesrat trek je uit het levende dier en maak je er een fluitje van. Blaas er op dan komen alle ratten bijeen en kan je ze doodslaan.

Hij zou de instelling ingevoerd hebben van de plechtigheid die bekend is onder de naam van 'kroning van het rozenmeisje.' Hij wordt ook als bisschop afgebeeld terwijl hij H. Radegundis een bloemenkroon aanreikt en haar tot diacones wijdt. Jaarlijks wordt op zijn dag in het Franse dorp Salency het rozenfeest gevierd als herinnering dat de heilige aan het deugdzaamste meisje van het dorp een krans van rozen placht te geven met een som geld. Men wil dat de eerste maal de zuster van de heilige door de dorpelingen werd aangewezen voor het ontvangen van die eerbewijzen. Zo werd zij het eerste rozenmeisje of rosiere. Tijdens de middeleeuwen werd dit vrome gebruik op veel plaatsen overgenomen, maar raakte door de Franse omwenteling in verval om weer hersteld te worden door Napoleon I die bepaalde dat het voortaan op 2 december zou plaats hebben in alle hoofdsteden van het rijk tot herinnering aan zijn troonsbeklimming.

8 juni is een belangrijke dag, daarom geldt hij als weerprofeet.

Als het op Sint Medardus regent, regent het 6 weken alle dagen. Ook:

Regen op Sint Medaar, zes weken te voor of zes weken er naar.

‘Na Sint Medardus komt geen vorst meer die de druiven nadelig is.

‘Wat Sint Medardus geeft voor weer

Brengt hij ook in de oogsttijd weer.’

In Frans:

‘Il pleut le jour de St. Medard

Il pleut quarante jours plus tard’

In Duits:

‘Was St. Medardus fur Wetter halt

Solch Wetter auch in die Ernte fallt.’

In Engels:

‘If on the 8th june it rain

It foretells a wet harvest, men sain.’

‘Sint Petrus was een visser,

Menardus een pisser’.

Men verhaalt dat Medardus op een tocht over een grote vlakte overvallen werd door een even plotseling opkomende als hevige regenbui. Iedereen die zich op weg bevond werd druipnat, terwijl hij alleen kurkdroog bleef. Het bleek dat een arend zijn vleugels bij wijze van regenscherm over hem uitgespreid had. Het zal aan deze legende te danken zijn dat de naamdag van Medardus bij de Vlamingen aangewezen wordt als ‘mesdag voor de regenschermmakers.’ Het Franse rijmpje luidt: ‘puant il pleut de St. Medard, il pleut quarante jours plus tard’ St. Medard wordt de ‘Le grand pisseur’, genoemd. Of naar een verhaal waarin hij een groep dansende jongens vroeg om daarmee op te houden omdat het zondag was. De jongelui gingen gewoon door en toen begon het te regenen, veertig dagen lang.

Uit www.flickriver.com

8 juni, H. Maximinus: Latijn maximus: de grootsteՠen uitbreiding van die naam. Het werd een eretitel voor succesvolle legeraanvoerders, bijvoorbeeld. Quintus Fabius Maximus. In verschillende vormen heiligennaam. (zie 2 april, 22 en 29 juli)

Na de hemelvaart van de Heer, zo vertelt de Legenda Aurea, in het veertigste jaar van zijn Lijden, verspreidden de leerlingen zich over de omringende landen om er het goddelijk woord uit te zaaien. Sint Petrus vertrouwde Maria Magdalena (Maria de Marseillaise) toe aan Sint Maximinus, n van de twee en zeventig leerlingen van de Heer. Sint Maximinus, Maria Magdalena, Lazarus, Martha en Martilla, in gezelschap van sint Cedon - hij was de blindgeborene die door Jezus werd genezen - en nog een aantal christenen werden door de ongelovigen in een boot gezet en de zee op gejaagd zonder iemand aan boord die de boot kon besturen. Op die manier hoopten de ongelovigen dat ze allemaal in n klap zouden verdrinken. Maar de boot werd op gelukkige wijze bestuurd door Gods genade. Zo kwam het gezelschap uiteindelijk in de haven van Les-Saintes-Maries-de-la-Mer of Marseille zette het illustere gezelschap voet aan wal. Daar wilde niemand de nieuw gekomenen bij zich in huis nemen. Vandaar dat ze hun toevlucht zochten in de voorhal van een tempel. Maria Magdalena zat toe te zien hoe de heidenen naar hun tempel gingen om aan de goden te offeren. Ze stond op met een waardig gezicht en begon hen van hun afgoderij af te brengen door hun Christus te prediken. Alle aanwezigen stonden even perplex van haar woorden als van haar schoonheid.

Maximinus landde volgens de legende in 45 bij de monding van de Rhône en predikte in de Provence het christendom, hij zou de eerste bisschop van Aix worden. Naar hem werd het plaatsje St. Maximin-la-ste.Baume, bij Marseille, genoemd.

Uit www.flickr.com

8 juni, H. Wilhelmus (William, Guillelmus, William Fitzherbert die ook William van Thwayt genoemd wordt): Germaans wil: ‘willenլ het willen of streven, helm: ‘bedekker of beschermer.’Er zijn een 26 heiligen van die naam.

Wilhelmus was aartsbisschop van York. De traditie beeldt hem af als neef van koning Stephen wiens zuster Emma met Herbert van Winchester getrouwd zou zijn, schatbewaarder van Henry I. William werd priester en rond 1130 was hij schatbewaarder van York. In 1142 werd hij verheven tot aartsbisschop van York op aandringen van de koning tegen Henry Murdac, een Cisterse monnik. Omdat zijn verkiezing door koninklijke invloed gekomen zou en, simonie, weigerde aartsbisschop Theobald hem te wijden en stuurde een brief naar Rome. de paus besliste in 1143 dat William gewijd moest worden als hij zich van de aanklacht van steekpenningen kon zuiveren en hij niets te doen had met de koninklijke invloed. William 26 september 1143. Hij zette zich direct aan het werk aan de hervormingen van zijn diocees, door zachtheid en liefdadigheid won hij al gauw hun populariteit, maar weigerde om van kardinaal Hincmar de pallium te krijgen die Lucius II hem gezonden had. De nieuwe paus was een Cisterciënzers, Eugenius III, zodat de Engelse tak al gauw hun klachten tegen William hernieuwden, die St. Bernard steunde. Ondertussen bracht Hincmar de pallium terug naar Rome zodat in 1147 William moest reizen om die te krijgen en de kosten van zijn reis verkreeg hij door de verkoop van schatten en privileges die tot York behoorden. Dit gaf nieuw voedsel voor klachten en eindelijk stelde de paus hem uit zijn functies.

William zocht toevlucht bij zijn vriend, koning van Sicilië, maar zijn aanhangers in Engeland namen een onverstandige daad door het vernielen van Fountains Abbey waarvan Murdac nu de nieuwe prior was. Daardoor ontvlamden zijn vijanden die weer naar de paus gingen zodat hij in 1147 de aartsbisschop van zijn zetel verdreef en vanwege weinig geschikte kandidaten wijdde hij Murdac op zijn plaats. St. William zette zichzelf tot gebed en zelfkastijding te Winchester tot 1153 toen de paus en St. Bernard beiden stierven. Hij vroeg aan de nieuwe paus, Anastasius IV, herstel wat met de dood van Murdac in oktober makkelijker ging. St. William ontving zijn pallium en keerde terug naar York waar hij de grootste vriendelijkheid betoonde aan de Cisterzen die tegen hem geweest waren en beloofde volledig herstel van Fountains Abbey. Maar zijn dood, zo snel alsof hij vergiftigd was, volgde een paar weken later. Wonderen gebeurden aan zijn tombe en in 1227 werd hij gecanoniseerd door paus Honorius III.

Zijn feestdagbloem is het penningkruid, Lysimachia nummularia, het gele maskerbloempje, Mimulus luteus, de gewone zwaardlelie, Gladiolus communis en de gebaarde anjelier, Dianthus barbatus. De laatste is de duizendschoon, de met duizend bloemen stralende schone. Die heet in Engeland Sweet William of Sweet St. Williams omdat ze bloeien op zijn feestdag. Het bloeit ook volop op de dag van een andere St. William 25 juni.

Zie verder: http://www.volkoomen.nl/ en : http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/