26 juli

Over 26 juli

Heiligen van de dag, naamgeving, etymologie, relikwieën, hun werken en plaats, verering, wonderen, sterven, hoe ze afgebeeld worden,

Uit www.patriotic-jewelry.com

26 juli, H. Anna: de Griekse vorm van Hebreeuws Hanna (Channah): ‘genade, begenadigde, lieflijke of aanvallige.’ In Lucas 2 is het de naam van een profetes. Nergens staan de namen Joachim en Anna vermeld als de ouders van de Heilige Maagd. Zijn grote verbreiding kreeg de naam door Anna, de vrouw van Joachim, (zie 20 maart) moeder van Maria die genoemd werd in de apocriefe boeken van Jacobus.

Emmerantia was de moeder van de heilige Anna, was een godsvruchtig meisje, dat vaak en graag naar de berg Karmel ging om in de leer van de H. Schrift onderwezen te worden. Een van de vrome mannen voorspelde haar dat uit haar familie de Messias geboren zou worden. In die tijd wilde Stolanus, ook een zeer gelovig man, met haar omgaan. Ze volgde hem naar zijn huis en baarde twee dochters en een zoon. Dan leek het alsof God haar gebed om een vierde kind niet wilde verhoren.

20 jaren waren verstreken na de geboorte van haar derde kind, dan ontving ze toch door de mond van een engel de boodschap dat ze nog eenmaal moeder zou worden. Als de gelukkige ouders die nieuwgeborene, het was een meisje, in de wieg legden verscheen er aan de rand in gouden letters de naam Anna. Emmerantia en Stolanus brachten de dochter die God zo wonderbaarlijk gestuurd had in de tempel zodat ze hier onderwezen zou worden. In die zekere omgeving van het heiligdom groeide het meisje op tot een bloeiende schoonheid. Joachim, een jonge man uit voorname en rijke familie, begeerde haar tot vrouw. God beproefde het jonge paar met de zwaarste beproeving die in die tijd in Israël denkbaar was, ze kregen geen kinderen. De Joden die wel zagen hoe graag Joachim en zijn jonge vrouw goed deden en ook van de vele aalmoezen en kostbare offers wisten vermoedden toch in die kinderloosheid een straf van de Heer voor heimelijke zonden. Het kwam zo ver dat de priesters Joachim in alle openbaarheid in de tempelvoorhof voor schut zette omdat hij Israël nog geen nakomeling geschonken had. Diep getroffen vluchtte Joachim naar zijn kudde aan de rand van de woestijn. Anna was bezorgd om haar man van wie ze zielsveel hield, maar ze wist niet waar hij zich verborg. De maagden bespotten haar nu ze schijnbaar ook door haar man verlaten was. In haar dubbele nood vluchtte ze tot God en verzonk steeds dieper in gebed. In een van die gebeden verscheen een engel die haar troostte en sprak: ‘de Heer heeft je verzoek gehoord. Je zal een kind baren waarvoor de wereld in verering buigen zal.’ Anna sprak in ernstige vreugde: ‘dan zal ik dat kind aan de Heer wijden zodat die hem het leven lang kan dienen.’ Ongeveer dezelfde tijd had Joachim, die biddend bij zijn kudde waakte, een gelijke verschijning. Aan hem bracht de engel de boodschap dat de Heer zijn huwelijk zegenen zou. Gelijk kreeg hij het bevel om naar Jeruzalem te gaan waar hij onder de gouden poort van de tempel zijn vrouw zou tegen komen. Joachim vervulde de wil van de Heer en nam rijke offers mee, tien lammeren voor de tempel en 12 kalveren voor de armen.

Het geschiedde zoals de engel voorspeld had, onder de gouden poort trad hem zijn gelukkige vrouw tegemoet. Na een paar maanden baarde ze een meisje. De ouders begroetten haar met het zelfde gejuich alsof het een zoon was en noemden haar Maria. De kleine zal een half jaar oud geweest zijn als de moeder Anna haar op de grond zette om te zien hoe groot ze geworden was. Daar maakte Maria zeven stappen, alleen en zonder hulp. Van die dag af aan beschermde ze haar als hun oogappel. Geen kwaads of onreins zou in haar buurt mogen komen, een rein geschenk wilde ze hun Heer brengen. Na de derde geboortedag gaven ze haar over aan de hogepriesters zo dat die nu haar schreden leidden. Wat er verder gebeurde weten we niet. De opdracht van het heilige ouderpaar was vervuld, de dochter leefde in het voorhof van het heiligdom.

Er wordt verhaald dat Anna na de dood van Joachim nog tweemaal trouwde.

Eerst in de 4de eeuw vindt men haar naam vermeld, sinds 1584 is het feest algemeen in de R.K. kerk. Ze wordt afgebeeld als matrone met een groene, hoop, of rode, liefde, mantel of kleed. De meeste afbeeldingen zijn met het leven van Maria en Christus verbonden. De bekendste is wel met Maria als meisje aan haar zijde terwijl ze soms naar de schriftrol wijst die het meisje in de hand houdt, naar Anna ‘s lessen om Maria in te wijden in de H. Schrift. Ook zie je vaak, de zogeheten Anna te Drieën of Annatrits, toont een zittende Anna met op de schoot Maria die op haar beurt het kind Jezus vasthoudt. Meestal biedt Anna dan het kind een druiventros aan, naar de wijn die in Christus bloed verandert. Ze werd de patrones van de huismoeders. De geboorte van Maria zou de vrucht zijn van veel gebed. Soms zie je haar met haar ouders, nakomelingen en bloedverwanten, soms tot en met Servatius in de 4de eeuw, dat noemt men de Maagschap van H. Anna. De schutsvrouwe van W. Frankrijk, moeders, weduwen, arbeidsters, dienstboden en armen, zo ook berglui, goudsmeden, snijders, kooplui, molenaars en wevers. Ze wordt bij zwaar onweer, bij geboorten en bij kinderloosheid om bescherming en hulp gevraagd.

Men zegt dat haar lijk in 710 uit Palestina naar Constantinopel is gebracht en vele kerken beroemen zich erop relikwieën van haar te bezitten. Haar gedachtenisfeest is in de Westerse Kerk de 20ste juli en in de Oosterse de 9de december.

St. Anna is patrones van de schippers en in Vlaanderen van de kantwerksters. Heeft de jonge dochter drie kruisjes achter de rug, dan komt ze op Sint Anna ‘s schapraai, dat is huishouding, -bakske,- of -kappelleke.

Sint Annaparochie in Friesland, Sint Annen in Groningen, Sint Annaland en Sint Anna ter Muiden zijn plaatsen aan haar gewijd.

Tegen de puien van het dorp Samson, bij Nameche (provincie Namen) staat een oude boom, het is de St. Annaboom. ‘s Nachts voor St. Jan, voor Goede Vrijdag en in de Heilige Nachten komen de heksen er tezamen en dansen er in de ronde. In het Zoniën bos, bij Brussel, groeit een gewijde beuk, de St. Annabeuk.

De bloem van de dag is het moederkruid, Matricaria chamomilla.

De H. Moeder Anna zegt het volk, bouwt op Sint An de mier haar hopen, de winter zal niet zacht verlopen, of;

Werken met Sint Anna de mieren, dan zult g’nen lange winter vieren, of

Bouwt Sint Anna mierenbergen, dan zal ons de winter tergen.

Uit nl.wikipedia.org

26 juli, H. Christiana, Christina: het woord christen (Grieks christianos, Latijn christianus) waarvan deze naam is afgeleid werd blijkens Handelingen 11:26 het eerst in Antiochië gebruikt: ‘En het geschiedde, dat zij een vol jaar in de gemeente gastvrij ontvangen werden en dat de discipelen het eerst te Antiochië christenen genoemd werden.’ Christen is een afleiding van Christus: Grieks christos: gezalfde.

Christina was waarschijnlijk een dochter van een Engelse koning die in de 8ste leefde. Later kwam ze een christelijke prediker tegen en liet zich dopen. Om de vervolgingen te ontgaan trok ze naar België en vestigde zich te Dikkelvenne bij de Schelde waar ze de rest van haar leven doorbracht.

Haar relikwieën werden op het eind van de 9de eeuw naar Dendermonde overgedragen.

26 juli, H. Eobanus, mede bisschop van Bonifatius in de kerk van Utrecht.

Eobanus of Euban is de helper van Bonifatius geweest in de bekering van de Friezen en was bij hem tijdens de marteling. Hij is eerst begraven in de Salvator kerk te Utrecht. Dan is hij met de H. Adalarius naar Fulda gebracht en van Fulda naar Erfurt en begraven in het klooster van Maria. Dat klooster was door Bonifatius gebouwd, stortte tenslotte van ouderdom in. Toen het weer opgebouwd moest worden in 1154 zijn de lichamen weer vervoerd, Adalarius op 20 april en Eobanus op 26 juli. Welke ontvoering zo’n aangename en lieflijke geur geroken werd zodat iedereen verwonderd stond. Ja, de blinden, de kreupelen, doven, stommen, melaatse en alle die razende koortsen hadden werden daar genezen.

26 juli, Wilbrandus, 35ste bisschop van Utrecht.

Nadat Otto verslagen was heeft Floris, graaf van Holland, en met hem de voornaamste leenmannen Willibrandus of Wilbrandus gekozen. Hij was de zoon van de graaf van Oldenburg en al bisschop van Paterborn. Terwijl ze zich over het verkiezen van een nieuwe bisschop beraadden zijn de graaf van Gelderland en de heer van Amstelland gekomen die in de vorige slag dodelijk gewond waren en voor een korte tijd uit hun gevangenis waren ontslagen (ze gingen dan ook niet meer terug wat ze onder ede beloofd hadden te doen) in de vergadering gekomen op hun matrassen en de hulp van de kerk inriepen. De hele geestelijkheid is toen in tranen uitgebarsten en de droefheid van de moord op hun bisschop kwam onder het volk opnieuw op gang. Ze hebben dan eenstemmig Willebrand gekozen als een kloeke en dappere kerel omdat hij de rechte man zou zijn die hun nederlaag kon wreken. Hij was echter in Italië omdat hij het gezantschap van Fredericus II daar bekleedde. Er zijn dan gelijk mensen naar Rome gegaan, ook omdat het verboden was om twee bisdommen te hebben. Aldus geregeld is hij naar Utrecht gekomen en heeft er direct werk van gemaakt om de moordenaars van Otto te straffen. Heeft een groot leger verzameld en is naar Coevorden getrokken waar Rudolfus heerste. Die heeft hij overwonnen die hem dan ter voet viel en gestraft door overgave van het kasteel, geen regeerder meer van het land zou zijn, grote som geld betalen, honderd ruiters naar Lijfland zenden en op de plaats der nederlaag een kapittel met 25 kanunniken stichten en een nonnenklooster te stichten wat later Aqua nigra of zwarte water is genoemd. Hierna zouden er door die twist verschillende abdijen gesticht zijn. Rudolfus kreeg echter berouw over het gesloten verdrag en heeft Coevorden weer veroverd. Toen zijn die van het kasteel tegen hem in opstand gekomen en hebben hem als een wetbreker uit de kamer gesleept en op een rad gezet en kwam er een grote slachting onder het landvolk, mannen en vrouwen. Wilbrandus wordt niet geroemd om zijn geestelijkheid, wat toch zijn werk moest zijn, maar om zijn dapperheid. Tenslotte is hij nadat hij Coevorden te vergeefs had proberen te veroveren bij Zwolle op 26 juli 1233 overleden. Hij is begraven in de St. Servaas kerk waarvan hij de gronden gelegd zou hebben.

Zie verder: http://www.volkoomen.nl/ en : http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/