Boletus
Over Boletus
Agaricus, vervolg Dodonaeus, vorm, paddenstoelen, soorten, plaats, tijd van bloeien, namen, aard, kracht en werking, medisch, bijvoeging, geschiedenis, historie, etymologie, afkomst,
Geschreven en omgezet door Nico Koomen.
Joost van Ravelingen, vervolg van Dodonaeus of Dodoens, cruydt-boeck, 1644.
HET XXVIII. CAPITEL. Van Agaricus. Ghedaente. By de Boom-Campernoelien soude het Agaricum oock moghen gherekent ende ghestelt worden: want dat is een witte Campernoelie, niet sonder reuck, van maecksel ende stoffe ijdeler oft vooser dan de voorgaende soorten. Verkiesingh. Het beste Agaricum is het witste, het vooste oft ijdelste, ende dat seer breucksaem is, ende seer licht: ende het ghene dat in ’t smaecken eerst soet is: van stoffe hardt ende vast. Dan het swaer, swartachtigh [789] oft bruyn, in stucken ghebroken als sommige hayrsghewijse aderkens vertoonende, wordt voor quaedt ende hinderlijck ghehouden, oft als onnut verworpen. Plaetse. Plinius in ‘t 8.capitel van sijn 16.boeck seydt, dat aen de Eycken ende diergelijcke vruchten voortbrengende boomen het Agaricum meest pleeg te groeyen. Maer het en zijn voorwaer geen Eeckel-draghende boomen daer het Agaricum aen wast, maer andere boomen die langhe Noten voort-brenghen: in ’t Latijn coniferae gheheeten: selfs in ’t ghetal van de selve de Lorcken-boomen alleen brenghen het Agaricum voort: ende dat niet in Vranckrijck, maer meer in dat deel van Italien dat Vranckrijck naest is, daermen bosschen van dusdanighe boomen vindt; hoe wel dat het oock op andere plaetsen ghesien wordt, daer de Lorcken-boomen zijn. Naem. Agaricum oft Agaricus en heeft anders gheenen naem in ’t Latijn by de Apotekers, in ’t Italiaensch, Spaensch ende in andere taelen, dan de ghene die van den Grieckschen naem Agaricon verdraeyt oft bedorven zijn. Aerd, Kracht ende Werckinghe. Agaricus wordt gherekent onder de dinghen die in den eersten graed verwarmen, ende in den tweeden verdrooghen, nae de leeringhe van alle oude meesters: hy doorsnijdt, maeckt dun, vaeght af, suyvert het verstopt ingewandt, ende daer beneffens maeckt den buyck weeck ende reyn. Hy helpt de ghene die met de Geelsucht door verstoppinghe ghequelt zijn: gheneest ende verdrijft de koude schuddinghen ende suyveringhen, die van koude dicke vochtigheden hunnen oorspronck hebben. Men houdt den Agaricus oock voor seer goedt om de beten van de vergiftighe dieren te ghenesen die door koude eygentschap schadelijck zijn, op de selve beten van buyten gheleydt zijnde, oft in den lijve ghenomen. Agaricus kan oock de langh achterblijvende oft opghehouden pisse verwecken ende ghemackelijck doen voortkomen; als oock de maendt-stonden van de vrouwen. Men ghebruyckt hem oock om het lichaem een goede verwe te doen krijghen. Hy iaeght de wormen uyt den lijve. Den selven Agaricus is oock bequaem om allerhande kortsen, in sonderheydt de daghelijcksche, de verschietende, ende andere die langhdurende zijn, te ghenesen, als hy met andere dinghen tot de selve sieckten dienen vermenght wordt. Alle dese voorseyde krachten betoont den Agaricus, mits dien dat hy alle dicke slijmerighe koude ende taeye vochtigheden, als oorsaeck wesende van de voorseyde sieckten ende ghebreken, uyt den lijve van onder iaegt, ende suyvert oft purgeert. Alsmen hem selve het zy gheheel ’t zy in kleyn poeder ghebroght ende ghestooten in gheeft, dan salmen van een dragme af beginnende, tot de swaerte van anderhalve dragme, oft twee dragmen (ten hooghsten) seffens komen. Dan als het water, daer hy te weycke ghestaen heeft oft ghesoden is gheweest, ingheven oft ghebruycken wil, dan salmen vrijelijck van twee dragmen tot de vijf toe seffens te weycken oft te sieden stellen, ende dat water alleen, sonder den Agaricus selve, te drincken gheven. Dan de werckinghe oft suyvermakinge door desen Agaricus gheschiedt seer traegelijck ende langsaem: ende daer beneffens beroert hy de mage een weynighsken: daerom houtmen voor goedt datmen hem met wat Gembers vermengt, oft met wat saedt van Daucus oft van Lavass, oft een weynighsken Sal Gemma. Galenus (immers als Mesue verhaelt) heeft den Agaricus met den Wijn, daer Gember in te weycke ghestaen hadde gegheven. Sommige willen den Agaricus met Oxymel oft Honigh-Edick oft Syroop van Azijn te drincken geven: ende voorwaer in sulcker voegen mach hy aldervrijelijckst ende aldersekerste inghenomen worden. BIIVOEGHSEL. Agaricus is in alle landen seer gebruyckelijck, hoe wel dat hy allesins niet en wast. Democritus noemden hem Medicijne des huysghesins, om dat hy soo veelerhande ghebreken geneest; in sonderheydt de inwendighe. In ’t Latijn heeten sy den selven daerom Medicina familiae. Dioscorides ende Mesue maecken daer twee soorten van: een Manneken, dat langh is; een ander Wijfken, dat rondt is. Desen Agaricus wordt eygentlijck Fungus larignus gheheeten, om dat hy aen den Lorcke-boom wast, als elders betoont sal worden in de beschrijvinghe van den voorseyden Lorcken-boom. Hy pleegh nochtans in Nederduytsch nae andere boomen ghenoemt te worden; te weten Eycken spongie, Denne-spongie, maer oock wel Dunne spongie. Agaricus trochiscatus, is den Agaricus die in de Apoteken ghebetert ende bereydt is, ende soo meest ghebruyckt wordt. Aerd, Kracht ende Werckinghe. Agaricum, soo wel het Manneken als ’t Wijfken, dat het beste is, zijn beyde in ’t eerst soet van smaeck, seydt Dioscorides: welcken smaeck daer nae in bitterheydt verandert: ende hebben ghemenghde samen-treckende ende verwarmende kracht. Agaricum is uytermaten goedt teghen de crimpinghen des buycks, ende rouwe vochtigheden, ende gheborsten leden, als de ghene die van hooghe ghevallen zijn, eenen scrupel Agaricus met Hipocras innemen, als sy gheen kortse gevoelen; maer als daer kortse by is, met Honigh-water. Agaricus een vierendeel loots swaer met wijn ingenomen, is seer goedt teghen de geelsucht, korticheydt van aedem, ghebreken des levers ende nieren, ende roodtmelizoen, moeyelijck pissen, ende opstijghen vande moeder. Met Malveseye ingenomen, is seer goedt de ghene die uytdroghen: maer met Honigh-Azijn, den miltsuchtighen. Het is goedt gheknouwt van de ghene die een quade mage hebben, ende gheen spijse en konnen inhouden: ’t selve doet het oock drooghe ingheswolghen. Agaricum wordt oock droogh ingegheven de ghene die ruspen: maer een halve dragme met water inghenomen, stopt het bloetspouwen. Een half dragme met Honigh-Azijn inghenomen, is seer goedt teghen de pijne van de heupen, flercijn ende vallende sieckte: verweckt de maendtstonden, ende helpt de ghene die vande moeder ghequelt zijn. Een dragme oft twee met Honigh-water ghedroncken voor het aenvallen vande kortsen, beneemt het beven ende schudden; ende maeckt kamerganck. Omtrent anderhalve dragme met gewaterden wijn inghenomen, is een bate teghen alle vergift; een halve dragme met wijn ghedroncken, is uytermaten goedt de ghene die van slanghen ghebeten oft ghesteken zijn. Agariucum (metten kortsten gheseydt) dient tot alle inwendighe gebreken, ingegeven nae de sterckte ende ouderdom van den krancken, als nu met wijn, ende alsdan met water, somtijdts met Honigh-Azijn, somtijdts met Honigh-water, nae den eysch van de sieckte. Veele ghebruycken den Agaricus rauw ende onbereydt: maer den ghene die hem met Gember ende Syroop van Azijn oft Oxymel nemen, doen veel beter. Daer worden oock Pillen ende Trochischen van ghemaeckt in de Apoteken, tot alle de voorseyde gebreken nut. Sommighe sieden Agaricus met andere goede cruyden in Looge, ende wasschen daer het hooft mede, om de herssenen te verstercken, ende alle ghebreken van de selve te ghenesen. De verwers besigen den Agaricus oock, om hun verwe beter te doen drijven, ende soo niet in de ketels te sincken oft te gronde te gaen. Dan daer toe seggen sommighe dat den slechtsten ende bijnae vermeluweden den bequaemsten is. |
HET XXVIII. KAPITTEL. Van Agaricus. (Tricholoma psammophis of nu Boletus larignus) Gedaante. Bij de boomkampernoelies zou het Agaricum ook mogen gerekend en gesteld worden want dat is een witte kampernoelie die niet zonder reuk is en van vorm en stof losser of vozer dan de voorgaande soorten. Verkiezing. Het beste Agaricum is het witste, het vooste of losse en dat zeer breekbaar is en zeer licht en hetgeen dat in het smaken eerst zoet is en van stof hardt en vast. Dan het zwaar, zwartachtig [789] of bruin dat als het in stukken gebroken wordt als sommige haarvormige adertjes vertoont wordt voor kwaad en hinderlijk gehouden of als onnut verworpen. Plaats. Plinius in het 8ste kapittel van zijn 16de boek zegt dat aan de eiken en diergelijke vruchten voortbrengende bomen het Agaricum meest plag te groeien. Maar het zijn voorwaar geen eikeldragende bomen daar het Agaricum aan groeit, maar andere bomen die lange noten voortbrengen, in het Latijn coniferae genoemd, en zelfs in het getal van die brengen alleen de lorkenbomen het Agaricum voort en dat niet in Frankrijk, maar meer in dat deel van Italië dat het dichtst bij Frankrijk is daar men bossen van dusdanige bomen vindt, hoewel dat het ook op andere plaatsen gezien wordt daar de lorkenbomen zijn. Naam. Agaricum of Agaricus heeft anders geen naam in het Latijn bij de apothekers, in het Italiaans, Spaans en in andere talen dan diegene die van de Griekse naam Agaricon verdraaid of bedorven zijn. Aard, kracht en werking. Agaricus wordt onder de dingen gerekend die in de eerste graad verwarmen en in de tweede verdrogen naar de lering van alle oude meesters, hij doorsnijdt, maakt dun, veegt af en zuivert het verstopte ingewand en daarnaast maakt het de buik week en rein. Het helpt diegene die met de geelzucht door verstopping gekweld zijn en geneest en verdrijft de koude schuddingen en zuiveringen die van koude dikke vochtigheden hun oorsprong hebben. Men houdt de Agaricus ook voor zeer goed om de beten van de vergiftige dieren te genezen die door koude eigenschap schadelijk zijn, op die beten van buiten gelegd of in het lijf genomen. Agaricus kan ook de lang achterblijvende of opgehouden plas verwekken en gemakkelijk laten voortkomen als ook de maandstonden van de vrouwen. Men gebruikt hem ook om het lichaam een goede kleur te laten krijgen. Het jaagt de wormen uit het lijf. Dezelfde Agaricus is ook geschikt om allerhande koortsen en vooral de dagelijkse, de verschietende en andere die langdurend zijn te genezen als het met andere dingen die tot dezelfde ziekten dienen vermengd wordt. Al deze voor vermelde krachten betoont de Agaricus omdat het alle dikke slijmerige koude en taaie vochtigheden die oorzaak zijn van de voor vermelde ziekten en gebreken uit het lijf van onder jaagt en zuivert of purgeert. Als men het hetzij geheel hetzij in klein poeder brengt en gestoten ingeeft dan zal men van een drachme af beginnen tot de zwaarte van anderhalve drachme of twee drachmen (ten hoogste) tegelijk komen. Dan als het water daar het in te week gestaan heeft of gekookt is geweest ingeeft of gebruiken wil dan zal men vrij van twee drachmen tot de vijf toe tegelijk te weken of te koken stellen en dat water alleen, zonder de Agaricus zelf, te drinken geven. Dan de werking of zuiver maken door deze Agaricus gebeurt zeer traag en langzaam en daarnaast beroert het de maag wat en daarom houdt men voor goed dat men hem met wat gember vermengt of met wat zaad van Daucus of van maggi of wat Sal Gemma. Galenus (immers als Mesue verhaalt) heeft de Agaricus met wijn daar gember in te week gestaan heeft gegeven. Sommige willen de Agaricus met Oxymel of honigazijn of siroop van azijn te drinken geven, en voorwaar op zo’n manier mag het allervrij en allerzekerst ingenomen worden. BIJVOEGING. Agaricus is in alle landen zeer gebruikelijk hoewel dat het alleszins er niet groeit. Democritus noemde hem medicijn van het huisgezin omdat het zo vele gebreken geneest en vooral de inwendige. In het Latijn noemen ze die daarom Medicina familiae. Dioscorides en Mesue maken er twee soorten van, een mannetje dat lang is en een ander wijfje dat rond is. Deze Agaricus wordt eigenlijk Fungus larignus genoemd omdat het aan de lorkenboom groeit, als elders betoond zal worden in de beschrijving van de voor vermelde lorkenboom. Het plag nochtans in Nederduits naar andere bomen genoemd te worden, te weten eikenspons, dennenspons, maar ook wel dunne spons. (Boletus igniarius) Agaricus trochiscatus is de Agaricus die in de apotheken verbeterd en bereid is en zo meest gebruikt wordt. Aard, kracht en werking. Agaricum en zowel het mannetje als het wijfje, dat het beste is, zijn beide in het begin zoet van smaak, zegt Dioscorides, welke smaak daarna in bitterheid verandert en hebben gemengde tezamen trekkende en verwarmende kracht. Agaricum is uitermate goed tegen de krampen van de buik en ruwe vochtigheden en geborsten leden zoals diegene die van hoog gevallen zijn een scrupel Agaricus met Hippocras innemen als ze geen koorts voelen, maar als er koorts bij is met honigwater. Agaricus een vierendeel lood zwaar met wijn ingenomen is zeer goed tegen de geelzucht, kortheid van adem, gebreken van de lever en nieren en rode loop, moeilijk plassen en opstijgen van de baarmoeder. Met malvezei ingenomen is het zeer goed voor diegene die uitdrogen, maar met honigazijn de miltzuchtige. Het is goed gekauwd van diegene die een kwade maag hebben en geen spijs kunnen inhouden en hetzelfde doet het ook droog ingezogen. Agaricum wordt ook droog ingegeven diegene die oprispen, maar een halve drachme met water ingenomen stopt het bloedspouwen. Een half drachme met honigazijn ingenomen is zeer goed tegen de pijn van de heupen, jicht en vallende ziekte, verwekt de maandstonden en helpt diegene die van de baarmoeder gekweld zijn. Een drachme of twee met honigwater gedronken voor het aanvallen van de koortsen beneemt het beven en schudden en maakt kamergang. Omtrent anderhalve drachme met gewaterde wijn ingenomen is een baat tegen alle vergif en een halve drachme met wijn gedronken is uitermate goed diegene die van slangen gebeten of gestoken zijn. Agariucum (in het kortste gezegd) dient tot alle inwendige gebreken en wordt ingegeven naar de sterkte en ouderdom van de zieke als nu met wijn en dan met water, soms met honigazijn en soms met honigwater naar de eis van de ziekte. Vele gebruiken Agaricus rauw en onbereid, maar diegene die hem met gember en siroop van azijn of Oxymel nemen doen veel beter. Daar worden ook pillen en Trochischen van gemaakt in de apotheken die tot alle voor vermelde gebreken nuttig zijn. Sommige koken Agaricus met andere goede kruiden in loog en wassen er het hoofd mee om de hersens te versterken en alle gebreken er van te genezen. De ververs gebruiken Agaricus ook om hun verf beter te laten drijven zodat het niet in de ketels zinkt of te gronde gaat. Dan daartoe zeggen sommige dat de slechtste en bijna vermolmde de beste is. |
Zie verder: http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl en : http://www.volkoomen.nl/