Brandewijn

Over Brandewijn

Gebrande wijn, vervolg Dodonaeus, vorm, klimplanten, soorten, plaats, tijd van bloeien, namen, aard, kracht en werking, medisch, bijvoeging, geschiedenis, historie, etymologie, afkomst,

Joost van Ravelingen. Vervolg van Dodonaeus of Dodoens. Cruydt-boeck, 1644.

HET XXXIII. CAPITEL.

Van Ghebranden VVijn.

VVT Wijn kanmen een water krijghen, datmen op ’t Latijnsch Aqua vitae, dat is Water des levens noemt, in onse tael ghemeynlijck Ghebranden Wijn, oft, als sommighe segghen, Aqua ardens, dat is Brandende Water: ’t welck uyt de aldersterckste ende krachtighste Wijnen door vaten ende ghereedtschap die daer toe gemaeckt zijn, diemen Alembicken noemt, ende oock door de kracht des viers, ghetrocken wordt; min noch meer danmen uyt de cruyden oft ander dinghen verscheyden wateren pleegh te krijghen, oft te distilleren.

Dit water is van de verwe ende ghesteltenisse de wateren diemen uyt de cruyden ende andere dinghen pleegh te distilleren, iae oock het ghemeyn reyn ende onghemenght klaer put-water oft reghen-water heel ghelijck; maer van krachten is het daer seer verre van verscheyden.

Den toenaem Aqua vitae oft Water des levens heeft het gekregen, door dien dat het bequaem is om smenschen leven te bewaeren ende te verlenghen: dan den naem Aqua ardens oft Brandende water, oft eyghentlijcker in onse tael Brande-wijn, heeft het ghekregen om dieswille dat het soo haest ontsteken wordt, ende de vlamme soo lichtelijck vat. Want aenghesien dat het bijnae anders niet en is dan het edelste ende fijnste deel van den Wijn, daerom en is het niet wonder, dat het seer haest brandt, alsmen daer eenighe vlamme oft vier by doet.

Desen Ghebranden Wijn is uytermaten heet van aerdt, ende ghemaeckt van bijster fijne ende dunne deelen, in den derden graedt warm ende droogh, ende dat seer hoogh in den selven, iae bijnae tot het beghinsel van den vierden, in sonderheydt als hy van den besten ende suyversten is: want hoe hy min waterachtigh is, hoe hy oock heeter, droogher ende dunner van deelen bevonden wordt te zijn. Maer om te weten welck den suyversten ende den besten is, soo is het te aenmercken, dat den ghenen die dickwijls ghedistilleert ende herghedistilleert is, voor den stercksten ende minst waterachtighen te houden is.

Voorts soo is dit water oft Ghebranden Wijn seer nuttelijck gebruyckt van alle de gene, ’t zy door eenige langhdurighe sieckte, ’t zy door ouderdom, verkoelt zijn; als zijn de oude ende vervallen menschen. Want hy verquickt ende vermeerdert de inwendighe hitte, bewaert de krachten des lichaems, ende doet de verloren sterckheydt wederkomen, ende vermeerdert de ghene die daer is. Bovendien soo is hy bequaem om ’t leven te verlenghen, alle sinnen te verkloecken, de memorie oft gedenckenisse niet alleen te bewaeren, maer oock wederom te doen keeren: hy maeckt ’t ghesicht scherp: is goedt de ghene die van herssenen verkilt zijn, ende de slapende sieckte (doch sonder kortse) hebben; ende oock alle de ghene die eenige koude qualen in ’t hooft oft in de herssenen hebben: men magh hem oock nuttelijck ghebruycken om de slappigheydt des herten te ghenesen, ende insghelijcks oock de bevinghe oft kloppinge van ’t selve te beteren. De slappe oft weecke maghe wordt daer mede oock seer wel verweckt ende verwarmt. Daer-en-boven soo is hy goedt om de winden ende opblasingen soo wel in de maghe als in het inghewant, selfs oock in de darmen swarmende te verdrijven ende te ontdoen. Oock is hy seer nut om de spijse te doen verteeren; iae is bequaem om allerhande koudt vergift sterckelijck te wederstaen ende te verwinnen.

Hy heeft sulcken kracht ende eyghentheydt om ’t hert te verstercken, ende de deelen oft ghereedtschap der sinnen te verquicken ende te verwecken, dat hy niet alleen van binnen inghenomen zijnde soo veel als een kleyn lepelken, iae een half lepelken inhoudt, maer oock van buyten opgheleydt oft aenghestreken zijnde, seer krachtigh wordt bevonden; te weten alsmen hem voor den neuse houdt, oft aen de slapen van den hoofde, oft op de slagh-aderen, dat is de polsen van de armen strijckt.

Selfs in dier voeghen gebruyckt zijnde kan hy de menschen, die op hun sterven ligghen, het leven eenen tijdt langh opschorten ende verlenghen; iae doet somtijdts als van de doodt verrijsen diemen alreede voor doodt gerekent ende ghehouden hadde; naementlijck den ghenen die van den besten ende uytghelesensten Ghebranden Wijn is.

Ghebranden Wijn in den mondt ghehouden, versoet oft verdrijft den tandtsweer: den selven van buyten op de zenuwachtighe deelen ghestreken, neemt wegh alle de pijnen ende smerten van de selve, die door koude veroorsaeckt zijn. Sommighe derren hem oock in de vierdedaeghsche kortse voor het aenkomen van de selve ingheven, in sonderheydt als de sieckte tot haer hooghste ghekomen is.

Dan men moet desen Ghebranden Wijn in de sieckten niet al te lichtelijck ghebruycken, maer alleen met groote voorsichtigheyt ende goet oordeel: want gemerckt dat hy soo uytermaten heet van aerd is, ende bijster dun van deelen, [694] selfs anders niet dan den gheest van den Wijn (want den besten Ghebranden Wijn wordt met reden Gheest des Wijns in ’t Latijn Spiritus Vini, geheeten) daerom dringht hy seer haest door het gantsche lichaem, ende raeckt, iae krenckt de herssenen seer lichtelijck. Daerom oock de gene die met de popelsije gheslaghen oft de vallende sieckte onderheevigh zijn, oft met den hooftsweer in het gantsche hooft, oft aen de een sijde des hoofts ghequelt zijn, ende oock die eenighe schemelinghe oft draeyinge des hooft oft der oogen hebben, al waeren die sieckten oock van koude oorsaecken ghekomen, die en moeten nochtans niet al te lichtelijck ’t ghebruyck van den Gebranden Wijn plegen, om dat hy hun altijdts niet behulpelijck vallen en sal, iae somtijdts veel eer schadelijck dan nut: want ten zy dat de oorsaecke, stof oft oorsprongh van de sieckte heel kleyn is, ende ten zy oock dat den krancken self van sijnen eyghen aerdt gheweldighlijcken koudt is, soo en kanmen den Ghebranden Wijn in dusdanighe sieckte niet sonder schade oft hindernis ingheven: want door dien dat hy de vochtigheden dunner maeckt, ende door het gantsche lichaem drijft, daerom vervult hy het hooft veel meer, ende maeckt de kracht der sieckten veel gheweldiger ende onlijdelijcker dan sy te voren was. Ende dat noch meer is, by soo verre in die voorseyde sieckten eenighe heete humeuren oft vochtigheden vermenght zijn (te weten als den meesten hoop des bloedts heel goedt ende gheensins waterachtigh oft koudt is) dan worden de sieckten ende de ontstekinghen oft verhittinghen der selver seer vermeerdert ende verarghert.

Oock soo is desen Ghebranden Wijn seer schadelijck al de ghene die warm van aerdt ende van ghesteltenisse des lichaems zijn, oft van hun zelven seer bileus ende met gallachtighe vochtigheden verladen: daer-en-boven is hy de lever oock hinderlijck; ende en is de nieren oock gheensins nut, in sonderheydt als hy te dickwijls oft te overvloedighlijck ghedroncken wordt.

BIIVOEGHSEL.

In de boecken van de Alchymisten ende konstighe distilleerders van dese landen vindtmen veel van den Ghebranden Wijn, Gheest van den wijn, Ghe-alkalizeerden wijn, Sout van wijn, ende andere schoone bereydinghen van wijn gheschreven: maer dat selve hebben wy liever hier te verswijghen, dan niet ten vollen te beschrijven. Dan nochtans is het te vermaenen, datter niet bequaemer en is om Extractien te maecken, dat is om de krachten van alle cruyden ende andere enckele oft ghemenghelde gheneesdingen uyt te trecken, ende op een kleyn plaetse te versamelen, dan desen Ghebranden wijn ende Gheest van wijn: den welcken veel lieffelijcker om in te nemen is, dan groote ende walghelijcke drancken, ende nochtans veel beter ende haestelijcker werckt: ’t welck met nuttigheydt ende troost van veele menschen in luttel iaeren herwaerts ervonden ende in ghemeyn ghebruyck vande beminners der Extractien ghebroght is gheweest.

Dan alsmen in den Winter-tijdt, als het sterck vriest, desen Ghebranden Wijn van doen heeft, ende gheen gelegentheydt heeft om dien te distilleren, soo salmen Franschen heeten Wijn des nachts in de locht stellen ende laeten bevriesen; ende den gheest des wijns sal in ’t midden van het ijse onbevrosen blijven.

Sommighe noemen Ghebranden Wijn dien Wijn (voren van ons vermaent) die sijn krachten door den brandt (diemen daer in ghesteken heeft) oft verloren oft verandert heeft, sulcks alsmen op ’t Fransch Vin brutlé noemt: maer het en is niet weerdigh datmen daer meer af spreke.

HET XXXIII. KAPITTEL.

Van gebrande wijn, brandewijn.

Uit wijn kan men een water krijgen dat men op het Latijns Aqua vitae, dat is water des levens noemt en in onze taal gewoonlijk gebrande wijn of zoals sommige zeggen, Aqua ardens, dat is brandend water wat uit de allersterkste en krachtigste wijnen door vaten en gereedschap die daartoe gemaakt zijn die men Alembicken noemt en ook door de kracht van het vuur getrokken wordt, min of meer zoals men uit de kruiden of ander dingen verschillende wateren plag te krijgen of te distilleren.

Dit water is van de kleur en vorm als de wateren die men uit de kruiden en andere dingen plag te distilleren, ja ook het gewoon rein en ongemengd klaar putwater of regenwater heel gelijk, maar van krachten verschilt het er zeer veel van.

De toenaam Aqua vitae of water des levens heeft het gekregen doordat het geschikt is om het mensen leven te bewaren en te verlengen, dan de naam Aqua ardens of brandend water of eigenlijk in onze taal brandenwijn heeft het gekregen omdat het zo gauw ontstoken wordt en de vlam zo gemakkelijk vat. Want aangezien dat het bijna niets anders is dan het edelste en fijnste deel van de wijn, daarom is het geen wonder dat het zeer gauw brandt als men er enige vlam of vuur bij doet.

Deze gebrande wijn is uitermate heet van aard en van bijster fijne en dunne delen gemaakt en in de derde graad warm en droog en dat zeer hoog in die, ja bijna tot het begin van de vierde en vooral als hij van de beste en zuiverste is, want hoe hij minder waterachtig is, hoe hij ook heter, droger en dunner van delen bevonden wordt te zijn. Maar om te weten welk de zuiverste en de beste is zo is het te aanmerken dat diegene die dikwijls gedistilleerd en hergedistilleerd is voor de sterkste en minst waterachtige te houden is.

Voorts zo is dit water of gebrande wijn zeer nuttig gebruikt van al diegene die hetzij door enige langdurige ziekte, hetzij door ouderdom verkoeld zijn zoals de oude en vervallen mensen. Want hij verkwikt en vermeerdert de inwendige hitte, bewaart de krachten van het lichaam en laat de verloren sterkte weerkomen en vermeerdert diegene die er is. Bovendien zo is hij geschikt om het leven te verlengen, alle zinnen te verkloeken, de memorie of gedachte niet alleen te bewaren, maar ook wederom te laten keren, hij maakt het gezicht scherp en is goed voor diegene die van hersens verkild zijn en de slapende ziekte (doch zonder koorts) hebben en ook al diegene die enige koude kwalen in het hoofd of in de hersens hebben en men mag hem ook nuttig gebruiken om de slapheid van het hart te genezen en insgelijks ook de beving of klopping er van te verbeteren. De slappe of weke maag wordt daarmee ook zeer goed verwekt en verwarmt. Daarboven zo is hij goed om de winden en opblazen zowel in de maag als in het ingewand en zelfs ook die in de darmen zwermen te verdrijven en op te lossen. Ook is hij zeer nuttig om de spijs te laten verteren, ja is geschikt om allerhande koud vergif sterk te weerstaan en te overwinnen.

Hij heeft zo’n kracht en eigenschap om het hart te versterken en de delen of gereedschap van de zinnen te verkwikken en te verwekken dat hij niet alleen van binnen ingenomen zoveel als een klein lepeltje, ja een half lepeltje inhoud, maar ook van buiten opgelegd of opgestreken zeer krachtig wordt bevonden, te weten als men hem voor de neus houdt of aan de slapen van het hoofd of op de slagaderen, dat zijn de polsen van de armen, strijkt.

Zelfs op die manier gebruikt kan hij de mensen die op hun sterven liggen het leven een tijd lang opschorten en verlengen, ja laat soms als van de dood verrijzen die men alreeds voor dood gerekend en gehouden had, namelijk diegene die van de beste en uitgelezen gebrande wijn is.

Gebrande wijn in de mond gehouden verzoet of verdrijft de tandpijn en die van buiten op de zenuwachtige delen gestreken neemt alle pijnen en smarten er van weg die door koude veroorzaakt zijn. Sommige durven hem ook in de vierdaagse malariakoorts voor het aankomen er van ingeven en vooral als de ziekte tot haar hoogste gekomen is.

Dan men moet deze gebrande wijn in de ziekten niet al te gemakkelijk gebruiken, maar alleen met grote voorzichtigheid en goed oordeel want gemerkt dat hij zo uitermate heet van aard is en bijster dun van delen [694] en zelf niets anders is dan de geest van wijn (want de beste gebrande wijn wordt met reden geest van wijn in, het Latijn Spiritus Vini, genoemd) en daarom dringt hij zeer gauw door het ganse lichaam en raakt, ja krenkt de hersens zeer gemakkelijk. Daarom ook diegene die met de m. s. geslagen of aan de vallende ziekte onderhevig zijn of met hoofdpijn in het gans hoofd of aan de ene zijde van het hoofd gekweld zijn en ook die enige schemering of draaiing van het hoofd of de ogen hebben en al waren die ziekten ook van koude oorzaken gekomen, die moeten nochtans niet al te gemakkelijk het gebruik van de gebrande wijn plegen omdat hij hun niet altijd behulpzaam vallen zal, ja soms veel eerder schadelijk dan nuttig want tenzij dat de oorzaak, stof of oorsprong van de ziekte heel klein is en tenzij ook dat de zieke zelf van zijn eigen aard geweldig koud is zo kan men de gebrande wijn in dusdanige ziekte niet zonder schade of hindernis ingeven want doordat hij de vochtigheden dunner maakt en door het ganse lichaam drijft, daarom vervult hij het hoofd veel meer en maakt de kracht van de ziekte veel geweldiger en onlijdelijker dan ze tevoren was. En dat noch meer is, als er bij die voor vermelde ziekte enige hete humeuren of vochtigheden vermengd zijn (te weten als de meeste hoop van het bloed heel goed en geenszins waterachtig of koud is) dan worden de ziekten en ontstekingen of verhitting van die zeer vermeerderd en verergerd.

Ook zo is deze gebrande wijn zeer schadelijk al diegene die warm van aard en van gestalte van lichaam zijn of van zichzelf zeer bileus en met galachtige vochtigheden verladen en daarboven is hij de lever ook hinderlijk en is de nieren ook geenszins nuttig en vooral als hij te dikwijls of te overvloedig gedronken wordt.

BIJVOEGING.

In de boeken van de alchimisten en kunstige distilleerders van deze landen vindt men veel van de gebrande wijn, geest van wijn, gealkaliseerde wijn, zout van wijn en andere mooie bereidingen van wijn geschreven, maar dat hebben we liever hier te verzwijgen dan niet te volle te beschrijven. Dan nochtans is het te vermanen dat er niets beters is om extracten te maken, dat is om de krachten van alle kruiden en andere enkele of gemengde geneesdingen uit te trekken en op een kleine plaats te verzamelen dan deze gebrande wijn en geest van wijn die veel lieflijker om in te nemen is dan grote en walgelijke dranken en nochtans veel beter en sneller werkt wat met nuttigheid en troost van vele mensen weinig jaren geleden gevonden en in algemeen gebruik van de beminnaars van de extracten gebracht is geweest.

Dan als men in de wintertijd als het sterk vriest deze gebrande wijn nodig heeft en geen gelegenheid heeft om die te distilleren dan zal men Franse hete wijn ‘s nachts in de lucht stellen en laten bevriezen en de geest van wijn zal in het midden van het ijs onbevroren blijven.

Sommige noemen gebrande wijn die wijn (tevoren van ons vermaant) die zijn krachten door de brand (die men daarin gestoken heeft) of verloren of veranderd heeft zulks als men op het Frans vin brutlé noemt, maar het is het niet waard dat men daar meer van spreekt.

Geschreven en omgezet door Nico Koomen.

Zie verder: http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl en : http://www.volkoomen.nl/