Eruca

Over Eruca

Raket, vervolg Dodonaeus, vorm, kruiden, soorten, plaats, tijd van bloeien, namen, aard, kracht en werking, medisch, bijvoeging, geschiedenis, historie, etymologie, afkomst,

Joost van Ravelingen, vervolg van Dodonaeus of Dodoens, cruydt-boeck, 1644.

Geschreven en opgezet door Nico Koomen.

HET XVI. CAPITEL.

Van Rakette.

Gheslacht.

De Eruca oft Rakette is tweederhande; de eene is Tam; die meest ghemeyn is, ende over al ghebruyckt wordt: de andere is Wildt. [1108]

Ghedaente.

1. De Tamme Rakette heeft eenen rechten steel, van anderhalven voet hoogh: de bladeren zijn doncker groen, langh, smal, over beyde sijden diep ghesneden, van smaeck heet ende scherp. Langhs de sijd-steelkens oft tackskens wassen veele kleyne vierbladighe wat geelachtighe bloemkens; ende daer nae volghen kleyne langhworpige hauwkens met saedt als van de Gemeyne oft Steck-Rapen. De wortel is wit, langh ende faselachtigh; ende sterft niet lichtelijck, maer brenght alle iaeren nieuwe steelen oft spruytselen voort.

2. De Wilde Rakette is de Tamme seer ghelijck, maer is in alle saecken kleyner, sonderlinghen van bladeren ende steelen, ende oock van bloemen; die veel geeler zijn, ende kleyner saedtshauwkens voortbrenghen.

Plaetse.

1. De Tamme Rakette wordt in de hoven gesaeyt ende onderhouden: sy wordt nochtans hier te lande oock wel gevonden in sommighe rouwe vervallen steenachtige plaetsen, ende daer voortijdts huysen gestaen hebben.

2. De wilde Rakette wordt oock in steenachtighe plaetsen, by de straet, sijd-paden ende wegen in onghebouwde grondt ghevonden.

Tijdt.

Beyde dese Raketten groeyen ende bloeyen sonderlinghe in Braeckmaendt ende Hoymaendt.

Naem.

Dit cruydt wordt geheeten in ’t Griecks Euzomos, in ’t Latijn Eruca; in ’t Nederduytsch Rakette; in ’t Hooghduytsch Raucken ende Rauckenkraut; in ’t Fransoys Roquette; in ’t Italiaensch Ruchetta ende Rucola; in ’t Spaensch Oruga ende Arugua; in ’t Enghelsch Great Rockett. De Poëten hebben dat somtijdts oock Herba falax toegenoemt. Dese Eruca verschilt veel van Aeruca, dat geen cruydt en is, maer beteeckent anders niet dan den Roest van ’t Koper, die oock anders Aerugo pleegh te heeten. Dan Eruca is in ’t Latijn noch wat anders te seggen, te weten een soorte van Rupsen, Rispen oft Rupen, diemen in alle de moes-cruyden, doch meest in de Koolen pleegh te vinden, in ’t Griecks Campe gheheeten; den aerdt ende veranderinghe van welck ghedroght seer wonderlijck is, doch noodeloos om teghenwoordighlijck van ons verhaelt te worden.

1. De eerste soorte van dit ghewas is eygentlijck Rakette ghenoemt; maer tot onderschil van de andere salmense Eruca sativa, dat is Tamme Rakette, noemen.

2. De Ander soorte heet Eruca silvestris, dat is Wilde Rakette.

Aerd, Kracht ende Werckinghe.

Rakette is warm ende droogh tot inden derden graed; daerom en kanmen de selve niet wel alleen eten; noch men pleegh dat oock nimmermeer te doen: dan sy wordt ghemeynlijck met de Lattouwe, Porceleyne oft diergelijcke andere seer koude cruyden in ‘t Salaet gegheten; want in sulcker wijse gebruyckt, is de Mage goedt ende bequaem; ende maeckt dan door haer onmatighe hitte, dat al te koude eygentheydt van de voorseyde cruyden, de Mage ende ’t gantsch lichaem gheen letsel en doet, als Plinius ons wel vermaent.

Rakette in de spijse ghebruyckt maeckt oock lust tot bijslapen; ende wordt ghelooft het menschelijck saedt te vermeerderen.

Dan de Rakette maeckt hooftsweer ende verwarmt te seer, sonderlinghen alleen inghenomen, als Galenus betuyght.

Het saedt van Rakette is oock bequaem om de pisse te verwecken ende te doen rijsen: ’t selve is goedt teghen ’t fenijn van de Scorpioenen, quade Spinnekoppen ende oock alle dierghelijcke scadelijcke ghedierten: selfs het is bequaem om alle de beestekens ende moeyelijck ghedrocht oft ghewormte, dat soo wel binnen als buyten den lijve groeyt, om te brengen oft te verdrijven.

‘Tselve saedt met Honigh vermenght, suyvert de onreyne placken van ’t aensicht: met Azijn opgestreken, doet de sproeten vergaen: het verdrijft oock ende maeckt wederom wit de swarte lickteeckenen, met Ossen galle vermenght, als Plinius betuyght.

BIIVOEGHSEL.

De Tamme Rakette en vreest geen kouwe: ende men maghse alle het iaer door saeyen: maer men moetse wel mesten ende wieden. Sy is tweederley: de eerste noemt Lobel Eruca maior sive Hispanica & Gentilis (hoe wel dat de Italiaenen hedensdaeghs de Kleyne ende Wilde Rakette Ruchette gentile noemen) in ’t Nederduytsch Roomsche Rakette, in ’t Fransoys Roquette; in ’t Enghelsch Great Rockett; de welcke grooter bladeren heeft dan de ghemeyne, de Water-Kersse ghelijckende, gheele bloemen, ende hauwkens als Mostaert, maer grooter. Sy is uyt Spaegnien ghebroght. Sommighe heetense Eruca hortensis ende Eruca sativa. De ander soorte is onse Ghemeyne Rakette, die in alles kleyner is dan de voorgaende. Behalven dese isser een Engelsche Rakette, in ’t Latijn Eruca sativa, die bladeren heeft als Jisercruydt, maer schooner groen, ende kleyne heele bloemkens, ende daer nae seer smalle horekens met kleyn saedt: ’t welck misschien de Edel Rakette ende Irio van Cordus is, daer Lobel van vermaent. Sommighe segghen dat Wit Mostaert-cruydt een soorte van Rakette is, om dat het saedt van het selve voor het Rakette saedt ghebruyckelijck is, als voorseydt is: andere noemen de Rakette selve Wildt Mostaert-cruydt.

De Wilde Rakette heeft dickwijls bladeren heel als Kanckerbloemen, ende geele bloemen als Koolen. Men noemtse in ’t Spaensch Oruga salvage; in ’t Engelsch Wildt Roket; in ’t Italiaensch Ruchetta salvatica ende Ruchetta gentile; als gheseydt is; in ’t Hooghduytsch Wild Weisser Senff, in ’t Fransch Roquette sauvage oft Petite Roquette. Een soorte van de selve noemt Lobel Eruca silvestris angustifolia, dat is Wilde Rakette met smalle bladers, met geele bloemen, als die van ghemeyne Wilde Rakette, staende op gheboghen steelkens; ende daer nae hauwkens als die van Wildt Mostaert oft Wilde Kersse, vervult met scherp bijtende saedt: de bladeren zijn van smaeck als die van de Wilde Rakette, maer smaller, niet ghekerft, ende die vanden Dragon bijkants ghelijckende.

Zee Rakette, in ’t Latijn Eruca Marina, oft Kakile Serapionis, wast aenden Zeekant van Italien ende Engelandt; ende heeft uytghesneden bladers, in veele deelen ghedeylt, dicker ende witter dan die van Rakette oft Cruyscruydt: de bloemen zijn purpurroodt, staende verscheyden op de tackskens van de steelen, van grootte ende ghedaente die van de Steck-Rape ghelijck: daer nae volght langhs aen den steel uyt elcke bloem een langhworpigh, spits, voosachtigh saedt, alleen met den spits aen malkanderen, tsamen twee ende twee vast zijnde, met eenen souten ende purgherenden smaeck, die van de Rakette oft Steck-Rape ghelijck. De wortel is houtachtigh.

Vremde Rakette, in ’t Latijn Eruca peregrina Italica vel Cantabrica, oft oock Reseda Plinij Neotericorum, wast in Italien, ende oock in Borgondien: ende in de hoven van Nederlandt, daerse Italiaensche Rakette heet; sy heeft witachtighe grauwe bladers, als die van Rakette, oft Wilde Mostaert: de steelen zijn by de dry voeten hoogh, groeyende uyt een langhe, dunne, witachtighe wortel. De bloemen zijn bijnae als die vanden Olijfboom, vast by een als troskens groeyende: ende daer nae volgen hauwkens, boven open, ghelijck een kroesken, inhoudende swartachtigh bruyn kleyn saedt, als Bilsensaedt. [1109]

Vremde Rakette van Clusius, in ’t Latijn Eruca peregrina Clusij, is de Zee-Violiere van Padua, tweemael te voren van ons vermaent, ende van andere Leucoïum semine rotundo gheheeten; hebbende ronde dunne steelen, veele langhe, smalle, grijse, wat gheschaerde oft als beknaegde bladeren, met eenen verheven rugghe, scherp van smaeck; geele bloemkens, veele by een, van vier in tweeen ghekloven bladerkens ghemaeckt; rondt tweevouddighe saedthuyskens, elck met een priemken, ros heet saedt, ende een witte wortel. Sy wast in Castilien oock veel, by de weghen in het wildt, op onghebouwde plaetsen.

Eruca Geratina, in Italien soo ghenoemt, is misschien het Ghemeyn Fiecruydt oft Sophia, elders beschreven, hebbende langhe tackskens van Wilde Rakette, met dunne bladerkens, ende geele bloemen, hauwkens kleyner dan Fenigrieck, inhoudende bijtende saedt, wat roodachtigh van verwe. Sommighe houdense voor het Thelietrum vanDioscorides.

Rakette met de stekende hauwe is van den wijtvermaerden Caspar Bauhinus vermaent, ende in ’t Latijn Eruca siliqua echinata gheheeten.

Poel-Rakette met blauwe bloemen is van den selven Bauhinus vermaent met den naem Eruca palustris caerulea.

Eruca Nasturtio cognata is een wilde soorte van Kersse, by de Hof-Kersse vermaent.

Eruca semen, soo in de Apoteken eertijdts ghenoemt, is het eerste Tam Mostaert-saedt, als elders vermaent is.

Droda, Drodella, ende Dorella, is een soorte van Wilde Rakette, in Italien wassende.

Erucago Apula trifida & quinquefolia, van Fabius Columna beschreven, ende voor de Polemonia der ouders ghehouden, wast binnen Roomen, ende in Apulien, aldaer Erucagine gheheeten: heeft een langhe, witte, dickachtighe wortel, smaeckende tusschen Mostaert ende Kersse. Daer uyt spruyten bladeren bijnae als die van de Wilde smalbladighe Rakette, maer wat kleyner, malsch, witachtigh: daer tusschen wassen veele rouwe kantighe ghestreepte holle steelen, twee voeten hoogh, bewassen by beurten met andere bladeren, ghesnippelt, in drijen ghedeylt, (bijnae als een cruys) somtijdts in vijven, somtijdts heel ghekronckelt. De bloemen zijn bijnae mosachtigh, bleeck geel, niet wit, oock aers-ghewijs ghevoegt, voortkomende in het begrijp van ses dunne bladerkens: de bloem-bladerkens zijn dun, in tweeen ghedeylt, binnen in met ontallijcke geelachtighe draeykens verciert.

Veranderinghe. Te Roomen zijn de bloem-bladerkens somtijdts als hane-kammekens, (ende bladeren van het cruydt selve, niet soo smal) want die bloemen zijn wit, bovenwaerts twee seer ghesneden kams-ghewijse bladerkens hebbende, van beyde sijden twee andere: daer nae volghen langhworpighe drijhoeckighe saedthuyskens, smaller, vol swart saedt, als Vloyen met snuytkens, smaeckende als Kersse, scherp op de tonghe bijtende. De bladeren en stincken niet, maer smaecken wel, ende worden seer goedt ghevonden om by de spijse te doen.

Noch van de krachten.

Alle de soorten van Rakette worden rouw ghegeten om de spijse te verteeren, de slappe maghe te verstercken, ende den appetijt oft etens lust te doen wederkeren. “Tsaedt wordt ghebruyckt tot sausen: ende met Melck ende Azijn ghemenght zijnde, worden daer ballekens van ghemaeckt, diemen langh bewaert. Dit cruydt geten, doet den voesters veel melcks krijghen; ende vermagh het selve dat Wit Mostaert-cruydt kan doen.

De Roomsche Rakette is krachtigher om den bijslapens lust te verwecken, dan de Ghemeyne: maer de Zee-Rakette heeft een beroerende ende den buyck weeckmakende kracht.

De Wilde Rakette, die in West-Spaegnien groeyt, is veel beeter dan de Tamme, seydt Lobel: ende doet gheweldighe pissen; ende het saedt wordt voor Mostaert ghebruyckt.

Rakette veel geten, ende het sap oft het saedt met Honigh ghemengt, op ghestreken, doodet de Neten ende Luysen.

Plinius schrijft dat sommighe ghelooven dat de ghene die eenighe menighte van Rakette saedt inghenomen heeft, eer hy gheslaghen wordt, de slaghen niet ghevoelen en sal.

‘Tcruydt ’t selve plaetsers-ghewijs boven by de schamelheydt gheleydt, doet ghemackelijck pissen.

Rakette ghesoden, ende met Suycker ghemenght, gheneest den hoest van de ionghe kinderen.

Men seydt oock, dat dry bladers van de Rakette met Honigh water ghestooten ende inghenomen, de geelsucht ende herdigheydt van de Milte genesen, de wormen dooden, ende den stanck van de oxelen verdrijven, ende het lichaem een goede verwe doen krijghen.

De wortel van Rakette ghesoden ende ghestooten, ende op een ghebroken oft gheknutste been gheleydt, treckt de smerte daer uyt: ende haelt oock de splinters ende ghebroken beenkens uyt.

‘Tsaedt van Eruca Geratina oft Sophia is sonderlinghen goedt om ’t roodtmelizoen te stoppen; ende den Kancker te ghenesen, soo men seydt: dan hier van hebben wy elders ghesproken.

De Rakette, die in Italien Erucagine heet, wordt seer goedt gheouden om de Hasen eenen goeden smaeck te gheven, ende andere gaelsche spijsen: maer dan sieden sy de bladeren eerst, ende worpen het eerste sop wegh. Ende dat geeft de spijse sulcken goeden smaeck, dat de Italiaenen, willende te kennen gheven dat sy wel ende lakerlijck onthaelt zijn gheweest, ghemeynlijck segghen, Ick heb eenen Haes met Wilde Rakette ghegheten.

HET XVI. KAPITTEL.

Van raket. (Eruca sativa, Diplotaxis tenuifolia)

Geslacht.

Eruca of raket is tweevormig, de ene is tam en het meest algemeen en wordt overal gebruikt, andere is wild. [1108]

Gedaante.

1. De tamme raket heeft een rechte steel van vijf en veertig cm hoog, de bladeren zijn donker groen, lang en smalen aan beide zijden diep gesneden, van smaak heet en scherp. Langs de zijsteeltjes of takjes groeien vele kleine vierbladige wat geelachtige bloempjes en daarna volgen kleine langwerpige hauwtjes met zaad als van de gewone of stekrapen. De wortel is wit, lang en vezelachtig en sterft niet gemakkelijk, maar brengt alle jaren nieuwe stelen of spruiten voort.

2. De wilde raket is de tamme zeer gelijk, maar is in alle zaken kleiner en vooral van bladeren en stelen en ook van bloemen die veel geler zijn en kleiner zaadhauwtjes voortbrengen.

Plaats.

1. De tamme raket wordt in de hoven gezaaid en onderhouden, ze wordt nochtans hier te lande ook wel in sommige ruwe vervallen steenachtige plaatsen gevonden en daar vroeger huizen gestaan hebben.

2. De wilde raket wordt ook in steenachtige plaatsen, bij de straat, zijpaden en wegen in ongebouwde grond gevonden.

Tijd.

Beide deze raketten groeien en bloeien vooral in juni en juli.

Naam.

Dit kruid wordt in het Grieks Euzomos genoemd en in het Latijn Eruca, in het Nederduits rakette, in het Hoogduits Raucken en Rauckenkraut, in het Frans roquette, in het Italiaans ruchetta en rucola, in het Spaans oruga en arugua, in het Engels great rockett. De poëten hebben dat soms ook Herba falax genoemd. Deze Eruca verschilt veel van Aeruca dat geen kruid is, maar dat betekent niets anders niet dan roest van koper die ook anders Aerugo plag te heten. Dan Eruca betekent in het Latijn noch wat anders, te weten een soort van rupsen, rispen of rupen die men in alle moeskruiden, doch meest in de kolen plag te vinden en in het Grieks Campe heten waarvan de aard en verandering van dat gedrocht zeer wonderlijk is, doch nodeloos om tegenwoordig van ons verhaald te worden.

1. De eerste soort van dit gewas is eigenlijk raket genoemd, maar tot verschil van de andere zal men het Eruca sativa, dat is tamme raket, noemen.

2. De andere soort heet Eruca silvestris, dat is wilde rakette.

Aard, kracht en werking.

Raket is warm en droog tot in de derde graad en daarom kan men die niet goed alleen eten, noch men plag dat ook nimmermeer te doen, dan ze wordt gewoonlijk met sla, postelein of diergelijke andere zeer koude kruiden in salade gegeten want op zo’n manier gebruikt is ze voor de maag goed en geschikt en maakt dan door haar onmatige hitte dat de al te koude eigenschap van de voor vermelde kruiden de maag en het gans lichaam geen letsel doet, als Plinius ons wel vermaant.

Raket in de spijs gebruikt maakt ook lust tot bijslapen en er wordt geloofd dat ze het menselijk zaad vermeerdert.

Dan raket maakt hoofdpijn en verwarmt te zeer en vooral alleen ingenomen, als Galenus betuigt.

Het zaad van raket is ook geschikt om de plas te verwekken en te laten rijzen en het is goed tegen het venijn van de schorpioenen, kwade spinnen en ook alle diergelijke schadelijke gedierten en zelfs is het geschikt om alle beestjes en moeilijk gedrocht of wormen dat zowel binnen als buiten het lijf groeit om te brengen of te verdrijven.

Hetzelfde zaad met honig vermengt zuivert de onreine plekken van het aanzicht en met azijn opgestreken laat het de sproeten vergaan en verdrijft ook en maakt wederom de zwarte liktekens wit, met ossengal vermengt als Plinius betuigt.

BIJVOEGING.

Tamme raket vreest geen koude en men mag ze het hele jaar door zaaien, maar men moet ze goed mesten en wieden. Ze is tweevormig, de eerste noemt Lobel Eruca major sive Hispanica & Gentilis (hoewel dat de Italianen tegenwoordig de kleine en wilde raket ruchette gentile noemen) in het Nederduits Roomsche rakette, in het Frans roquette en in het Engels great rockett die grotere bladeren heeft dan de gewone en op waterkers lijkt, gele bloemen en hauwtjes als mosterd, maar groter. Ze is uit Spanje gebracht. Sommige noemen het Eruca hortensis en Eruca sativa. De andere soort is onze gewone raket die in alles kleiner is dan de voorgaande. (Diplotaxis muralis) Behalve deze is er een Engelse raket, in het Latijn Eruca sativa, die bladeren heeft als ijzerkruid, maar mooier groen en kleine hele bloempjes en daarna zeer smalle horentjes met klein zaad wat misschien de edele raket en Irio van Cordus is daar Lobel van vermaant. Sommige zeggen dat wit mosterdkruid een soort van raket is omdat het zaad er van voor raketzaad gebruikt wordts, zoals gezegd is, andere noemen raket zelf wild mosterdkruid.

Wilde raket heeft dikwijls bladeren heel als paardebloemen en gele bloemen als kolen. Men noemt het in het Spaans oruga salvage, in het Engels wildt roket, in het Italiaans ruchetta salvatica en ruchetta gentile, als gezegd is, in het Hoogduits Wild Weisser Senff, in het Frans roquette sauvage of Petite roquette. (Erysimum diffusum) Een soort er van noemt Lobel Eruca silvestris angustifolia, dat is wilde raket met smalle bladeren, met gele bloemen als die van gewone wilde raket die op gebogen steeltjes staat en daarna hauwtjes als die van wilde mosterd of wilde kers en gevuld is met scherp bijtend zaad, de bladeren zijn van smaak als die van de wilde raket, maar smaller en niet gekerfd en die van de dragon vrijwel gelijk.

(Cakile maritima) Zeeraket, in het Latijn Eruca Marina of Kakile Serapionis, groeit aan de zeekant van Italië en Engeland en heeft uitgesneden bladeren in vele delen gedeeld, dikker en witter dan die van raket of kruiskruid, de bloemen zijn purperrood en staan verschillend op de takjes van de stelen en zijn van grootte en gedaante die van de stekraap gelijk en daarna volgt langs de steel uit elke bloem een langwerpig, spits, voosachtig zaad dat alleen met de spits aan elkaar en zijn tezamen twee en twee vast en met een zoute en purgerende smaak en die van raket of stekraap gelijk. De wortel is houtachtig.

(Reseda lutea) Vreemde raket, in het Latijn Eruca peregrina Italica vel Cantabrica of ook Reseda Plinij Neotericorum, groeit in Italië en ook in Bourgondië en in de hoven van Nederland daar het Italiaanse raket heet, ze heeft witachtige grauwe bladeren als die van raket of wilde mosterd en de stelen zijn bij de negentig cm hoog en groeien uit een lange, dunne, witachtige wortel. De bloemen zijn bijna als die van de olijfboom die vast bijeen als trosjes groeien en daarna volgen hauwtjes die boven open zijn als een kroesje en zwartachtig bruin klein zaad bevatten als bilzezaad. [1109]

(Thlaspi arvensis) Vreemde raket van Clusius, in het Latijn Eruca peregrina Clusij, is de zeeviolier van Padua die tweemaal tevoren van ons vermaand is en van andere Leucoïum semine rotundo genoemd wordt, heeft ronde dunne stelen en vele lange, smalle, grijze en wat geschaarde of als beknaagde bladeren met een verheven rug, scherp van smaak, gele bloempjes veel bijeen die van vier in tweeën gekloven bladertjes gemaakt zijn, ronde tweevoudige zaadhuisjes en elk met een priempje, ros heet zaad en een witte wortel. Ze groeit ook veel in Castilië, bij de wegen in het wild en op ongebouwde plaatsen.

Eruca Geratina is in Italië zo genoemd en is misschien hetgewone fiekruid of Sophia, elders beschreven, heeft lange takjes van wilde raket met dunne bladertjes en gele bloemen, hauwtjes kleiner dan fenegriek die bijtend zaad bevatten dat wat roodachtig van kleur is. Sommige houden het voor het Thelietrum van Dioscorides.

(Bunias erucago) Raket met stekende hauw is van de wijdvermaarde Caspar Bauhinus vermaand en in het Latijn Eruca siliqua echinata genoemd.

(Phyllodoce caerulea) Poelraket met blauwe bloemen is van dezelfde Bauhinus vermaand met de naam Eruca palustris caerulea.

(Vella annua) Eruca Nasturtio cognata is een wilde soort van kers en bij de hofkers vermaand.

Eruca semen, zo in de apotheken vroeger genoemd, is het eerste tam mosterdzaad zoals elders vermaand is.

Droda, Drodella en Dorella is een soort van wilde raket die in Italië groeit.

Erucago Apula trifida & quinquefolia is van Fabius Columna beschreven en voor de Polemonia van de ouders gehouden en groeit binnen Rome en in Apulië en wordt daar erucagine genoemd en heeft een lange, witte, dikachtige wortel die tussen mosterd en kers smaakt. Daaruit spruiten bladeren bijna als die van de wilde smalbladige raket, maar wat kleiner, mals en witachtig en daartussen groeien vele ruwe kantige gestreepte holle stelen van zestig cm hoog die om beurten begroeid zijn met andere bladeren die gesnipperd en in drieën gedeeld zijn (bijna als een kruis) soms in vijven en soms heel gekronkeld. De bloemen zijn bijna mosachtig, bleek geel en niet wit, ook aarvormig gevoegd en komen voort in het begrijp van zes dunne bladertjes, de bloembladertjes zijn dun en in tweeën gedeeld en van binnen in met ontelbare geelachtige draadjes versierd.

Verandering. Te Rome zijn de bloemblaadjes soms als hanenkammetjes (en bladeren van het kruid zelf niet zo smal) want die bloemen zijn wit die van boven twee zeer gesneden kamvormige bladertjes hebben en aan beide zijden twee andere en daarna volgen langwerpige driehoekige zaadhuisjes, smaller en vol zwartzaad als vlooien met snuitjes die smaken als kers en scherp op de tong bijten. De bladeren stinken niet, maar smaken goed en worden zeer goed gevonden om bij de spijs te doen.

Noch van de krachten.

Alle soorten van raket worden rouw gegeten om de spijs te verteren, de slappe maag te versterken en de appetijt of eetlust te laten wederkeren. Het zaad wordt gebruikt in sausen en met melk en azijn gemengd worden er balletjes van gemaakt die men lang bewaart. Dit kruid gegeten laat de voedsters veel melk krijgen en kan hetzelfde dat wit mosterdkruid kan doen.

De Roomse raket is krachtiger om de bijslapen lust te verwekken dan de gewone, maar de zeeraket heeft een beroerende en de buik week makende kracht.

De wilde raket die in West Spanje groeit is veel beter dan de tamme, zegt Lobel, en laat geweldig plassen en het zaad wordt voor mosterd gebruikt.

Raket veel gegeten en het sap of het zaad met honig gemengd opgestreken doodt de neten en luizen.

Plinius schrijft dat sommige geloven dat diegene die enige menigte van raketzaad ingenomen heeft eer hij geslagen wordt de slagen niet voelen zal.

Het kruid zelf pleistervormig boven bij de schaamstreek gelegd laat gemakkelijk plassen.

Raket gekookt en met suiker gemengd geneest de hoest van de jonge kinderen.

Men zegt ook dat drie bladeren van raket met honigwater gestoten en ingenomen de geelzucht en hardheid van de milt genezen en de wormen doden en de stank van de oksels verdrijven en het lichaam een goede kleur laten krijgen.

De wortel van raket gekookt en gestoten en op een gebroken of gekneusd been gelegd trekt de smart er uit en haalt ook de splinters en gebroken beentjes er uit.

Het zaad van Eruca Geratina of Sophia is bijzonder goed om de rode loop te stoppen en kanker te genezen, zo men zegt, dan hiervan hebben we elders gesproken.

De raket die in Italië erucagine heet wordt zeer goed gehouden om de hazen een goede smaak te geven en andere gaalse spijzen, maar dan koken ze de bladeren eerst en werpen het eerste sap weg. En dat geeft de spijs zo’n goede smaak dat de Italianen als ze te kennen willen geven dat ze goed en lekker onthaald zijn gewoonlijk zeggen; ‘ik heb een haas met wilde raket gegeten’.

Zie verder: http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl en : http://www.volkoomen.nl/