Pistacia
Over Pistacia
Pistache, vervolg Dodonaeus, vorm, fruit, soorten, plaats, tijd van bloeien, namen, aard, kracht en werking, medisch, bijvoeging, geschiedenis, historie, etymologie, afkomst,
Geschreven en opgezet door Nico Koomen.
Joost van Ravelingen, vervolg van Dodonaeus of Dodoens, cruydt-boeck, 1644.
HET XXV. CAPITEL. Van Fisticien oft Pistacien. Ghedaente. De boomen, daer de Fisticien op groeyen, zijn de Termenthijn-boomen wat ghelijck: ende hebben langhe groote uytghespreyde bladeren, grooter dan de Lentisk-bladeren, maer oock soo tsamen ghevoeght, te weten oock vijf, seven oft meer by een teghen malkanderen over aen een ribbeken wassende vergaert; van verwe uyt den groenen wat nae den geelen treckende. De vruchten oft Noten hanghen druyfs-ghewijs oft tros-ghewijs by een aen haer dunne steelkens, seer ghelijckende de Pijngels, oft Nootkens van de Pijn-appelen; in de welcke de keernen liggen, maer veel kleyner dan de Amandelen. De uyterste huyt oft snoester van dese vruchten is dun ende groen: daer onder schuylt een schelleken oft schelpken wit van verwe, houtachtigh ende stijf, maer seer breucksaem ende broos: ende die begrijpt de keerne oft keeste, die groen mergh oft vleesch is, met eenighe bitterachtigheydt goedt ende soet van smaeck, ende behaeghlijck om eten, ende oock tamelijcken goedt van reuck. Plaetse. De Pistacien oft Fisticien wassen overvloedighlijck in heete landen, in sonderheydt in Persien, Arabien, Syrien, ende oock in Italien: maer zijn hier te lande vremdt: dan in Italien beghinnen sy wat ghemeyn te worden, ende omtrent Venetien ende Napels, ende oock wel elders seer wel te aerden ende te wassen, in de hoven ghesaeyt ende onderhouden zijnde. Naem. Dese Nootkens worden hier te lande ghemeynlijck Fisticien gheheeten, in de Apoteken Fistici; in ’t Griecksch Pistacion, oft, als Nicander Colophonius in sijn boeck Theriaca de selv by Atheneus noemt, Psittacion, segghende: De Psittacia zijn de Amandel-boomen [1282] wat ghelijck. Possidonius noemtse Bistacion oft Vistacion; andere heetsen Phistacion. In ’t Latijn hebben sy oock dierghelijcke naemen, te weten Pistacium, Bistacium oft Phistacion; in ’t Spaensch Albicugos ende Fisticos; in ’t Italiaensch Pistacchi. Theophrastus in sijn vierde boeck schijnt dit boomachtighe ghewas onder den naem van Terebinthus Indica, dat is Indiaenschen Termenthijn-boom, beschreven te hebben; segghende dat in Indien eenen Terbenthijn-boom is, oft eenighen diergelijcken boom, die van bladeren, tacken ende alle andere teeckenen den Termenthijn-boom ghelijckt; maer aengaende de vruchten daer van verschilt; de welcke de Amandelen wat ghelijck zijn: ende dat dit gheboomte in het landtschap Bactria geheeten veel wast: ende daer-en-boven oock, dat de selve vruchten noch soeter ende aenghenaemer van smaeck zijn dan de Amandelen. Aerd, Kracht ende Werckinghe. De keernen van dese Filicien worden dickwijls gegeten gelijck de Pijnkeernen: ende sy zijn middelmatighlijck warm ende vochtigh van nature. Sy en worden niet heel ghemackelijck verdouwt oft verteert, doch veel lichtelijcker dan de Noten. Anders soo zijn sy goedt van sap, ende gheven prijselijck voedtsel, doch nochtans een weynighsken dickachtigh. Oock ’t voedsel, dat sy by brenghen, is tamelijcken veel: ende daerom konnen sy kracht geven, ende wederom verstercken alle de gene die door lange sieckten oft anders onsterck ende slap gheworden zijn: ende sy maecken wederom vet ende gelijfvigh die door de selve oorsaecke mager zijn: daerom zijn sy seer nut de verdrooghende oft uyt-teerende menschen. De selve Fisticien openen de verstoptheydt van de longer, ende verteeren oock ende rijpen alle rouwe ende taeye fluymen ende vochtigheden die op de borst blijven hangen, ende doense rijsen ende ruymen: daerom zijn sy goedt teghen den hoest ende kortheydt van adem, alleen oft met Suycker inghenomen. Sy verstercken de lever die te weeck gheworden is, ende openen oft ontsluyten de selve, alsse verstopt is. Insghelijcks soo zijn sy oock bequaem de ghene die eenighe sweeringhen oft andere ghebreken in de nieren hebben, oft eenighen evel in de lendenen ghevoelen: want sy suyveren de selve van alle graveel ende brekende steen; nemen de pijne wegh, ende versachten de zeerigheden. Daer-en-boven worden sy voor bequaem gehouden om het mannelijck saedt te vermeerderen, ende den bijslapens lust te verwecken. BIIVOEGHSEL. De landtlieden van Afrijcken segghen dat de Pistacien voortghekomen zijn van eenen Amandel-tack, op den Lentiscus geintet: andere seggen dat het eenen boom op sijn selven is. Sommighe heeten dese vruchten qualijck Piscacea oft Festuci; in Hooghduytschlandt Welchs Pimpernuszlin; in Italien Fistidi. Den boom heet Lobel Fistikenboom; in ’t Enghelsch Pistaekes ende Fistikes. Andere segghen datter twee soorten van Fisticen zijn; een Manneken, ende een Wijfken; te weten met hoornen, ende sonder hoornen; ende die worden altijdt by een van sade verplant; ende dan draghen sy beter ende overvloedigher vruchten, sonderlinghe alsse in vette seer lochtighe aerde staen. Maer de Italiaenen segghen datter een Wilde soorte is ende een Tamme: de Wilde noemen sy Staffilodendro, oft Pistacium Germanicum, oft Hooghduytsch Pimpernoten, die in ’t volghende Capitel beschreven is. In Languedock en worden de vruchten niet rijp: dan sy draeghen daer druyfs-ghewijse roode bloemen: hier te lande en hebben sy noyt ghebloeyt, dat wy weten. De ribbekens van de bladeren zijn roodtachtigh, ende het uyterste bladt, dat voor aen alleen wast, is altijdt het grootste. Elcke vrucht is schier ghelijck een Haselnote. Het binnenste groen mergh is bedeckt met een dun peersch velleken. De buytenste snoester is taey als leer, ende welrieckende, dun, ende somtijdts rosachtigh. Aen ’t uyterste van de tacken wassen langhe hauwen oft hoornen, als hier geschildert staen. Noch van de krachten. De Pistacien, als haeren bitterachtighen ende wat tsamentreckenden smaeck toont, zijn openende, ende daerom nut de dicke vochtigheden dun te maecken. Ysaack schrijft datse niet vocht, maer droogh ende heet zijn, heel verre in den tweeden graed: ende datse daerom in koude tijden goedt geten zijn voor koude menschen, die met veel slijmerachtigheydt verladen zijn. Rabbi Moses houdtse voor de beste van alle vruchten, om datse de walginghe beletten, ende de maghe etens lust doen krijghen. Avicenna seydt oock dat sy de maghe bijster seer verquicken; het hert oock verstercken, ende goet bloedt maecken; iae soo goedt zijn als de Amandelen. Dan Galenus twijffelt seer ofse soo veel deughden hebben. Immers men moet bekennen, datmen daer niet veel seffens van eten en magh: want sy vullen het hooft met dompen, ghelijck de Pijnkeernen ende schaden de kinderen; ende de heete menschen, om datse hun bloedt ontsteken, ende draeyinge in ’t hooft veroorsaecken. Maer alsmen Roosen Suycker met oft nae eet, dan en schaden sy niet. Dan om de beste te nemen, salmen de grootste kiesen, die riecken als Termenthijn, doncker groen, soo versch als ‘t moghelijck is, ende van oude boomen gheplukt. Dese vruchten wederstaen alle vergift, met Wijn inghenomen; ende ghenesen alle beten ende steken van de kruypende vergiftighe dieren. Te Venegien maecktmen een soorte van Marsepeynen uyt dese vruchten, Pistacciate ghenoemt, die goedt ghehouden worden om de oude oft verstorven mans wat lust oft krachts te gheven om met de vrouwen om te gaen. De Olie van dese vrucht versterckt de herssenen, alsmen ’t hooft daer mede smeert; ende is goedt om ’t lichaem te bestrijcken, als iemandt door vrouwen spel te seer ghekrenckt, slap gheworden oft uytghemarghelt is. |
HET XXV. KAPITTEL. Van fisticien of pistache. (Pistacia vera) Gedaante. De bomen daar de pistache op groeien lijken wat op te terpentijnbomen en hebben lange grote uitgespreide bladeren die groter zijn dan de lentiskbladeren, maar ook zo tezamen gevoegd, te weten die ook met vijf, zeven of meer bijeen tegenover elkaar groeien en aan een ribje staan en van kleur trekken ze uit het groene wat naar het gele. De vruchten of noten hangen druif of trosvormig bijeen aan hun dunne steeltjes die zeer veel op pingels of nootjes van dennenappels lijken waarin de kernen liggen, maar veel kleiner dan de amandels. De uiterste huid of schaal van deze vruchten is dun en groen en daaronder schuilt een schelletje of schelpje dat wit van kleur is, houtachtig en stijf, maar zeer breekbaar en broos en die omvat de kern of keest die groen merg of vlees heeft en met enige bitterheid goed en zoet van smaak en behaaglijk om te eten en ook tamelijk goed van reuk. Plaats. De pistache of fisticien groeien overvloedig in hete landen en vooral in Perzië, Arabië, Syrië en ook in Italie, maar zijn hier te lande vreemd, dan in Italië beginnen ze wat gewoon te worden en omtrent Venetië en Napels en ook wel elders zeer goed te aarden en te groeien, in de hoven gezaaid en onderhouden. Naam. Deze nootjes worden hier te lande gewoonlijk fisticien genoemd, in de apotheken Fistici, in het Grieks Pistacion of, zoals Nicander Colophonius in zijn boek Theriaca die bij Atheneus noemt, Psittacion en zegt: ‘Psittacia zijn de amandelbomen [1282] wat gelijk’. Possidonius noemt ze Bistacion of Vistacion, andere noemen ze Phistacion. In het Latijn hebben ze ook diergelijke namen, te weten Pistacium, Bistacium of Phistacion, in het Spaans albucigos en fisticos, in het Italiaans pistacchi. Theophrastus in zijn vierde boek schijnt dit boomachtige gewas onder de naam van Terebinthus Indica, dat is Indiaanse terpentijnboom, beschreven te hebben en zegt dat er in Indien een terpentijnboom is of enige diergelijke boom die van bladeren, takken en alle andere tekens op de terpentijnboom lijkt, maar aangaande de vruchten daarvan verschilt die wat op de amandels lijken en dat dit geboomte veel in het landschap dat Bactria heet groeit en daarboven ook dat die vruchten noch zoeter en aangenamer van smaak zijn dan de amandels. Aard, kracht en werking. De kernen van deze pistache worden dikwijls gegeten zoals pijnkernen en ze zijn middelmatig warm en vochtig van nature. Ze worden niet heel gemakkelijk verdouwt of verteerd, doch veel lichter dan de noten. Anders zijn ze goed van sap en geven prijselijk voedsel, doch nochtans wat dikachtig. Ook het voedsel dat ze bijbrengen is tamelijk veel en daarom kunnen ze kracht geven en wederom al diegene versterken die door lange ziekten of anders zwak en slap geworden zijn en ze maken wederom vet en stevig die door dezelfde oorzaak mager zijn en daarom zijn ze zeer nuttig voor de verdrogende of uitterende mensen. Die pistaches openen de verstopping van de longen en verteren ook en rijpen alle rouwe en taaie fluimen en vochtigheden die op de borst blijven hangen en laten die rijzen en ruimen en daarom zijn ze goed tegen de hoest en kortheid van adem, alleen of met suiker ingenomen. Ze versterken de lever die te week geworden is en openen of ontsluiten die als ze verstopt is. Insgelijks zijn ze ook geschikt voor diegene die enige zweren of andere gebreken in de nieren hebben of enige euvel in de lenden voelen want ze zuiveren die van alle niergruis en breken de steen, nemen de pijn weg en verzachten de zeren. Daarboven worden ze voor geschikt gehouden om het mannelijk zaad te vermeerderen en de bijslapen lust te verwekken. BIJVOEGING. De landlieden van Afrika zeggen dat de pistacien voortgekomen zijn van een amandeltak die op de Lentiscus geënt is, anderen zeggen dat het een boom op zichzelf is. Sommige noemen deze vruchten kwalijk piscacea of festuci, in Hoogduitsland Welchs Pimpernuszlin, in Italië fistidi. De boom noemt Lobel fistikenboom, in het Engels pistaekes en fistikes. Andere zeggen dat er twee soorten van pistache zijn, een mannetje en een wijfje, te weten met hoornen en zonder hoornen en die worden altijd bijeen van zaad verplant en dan dragen ze beter en overvloediger vruchten en vooral als ze in vette zeer luchtige aarde staan. (Staphylea pinnata) Maar de Italianen zeggen dat er een wilde soort is en een tamme, de wilde noemen ze staffilodendro of Pistacium Germanicum of Hoogduits Pimpernoten die in het volgende kapittel beschreven is. In Languedock worden de vruchten niet rijp, dan ze dragen er druifvormige rode bloemen en hier te lande hebben ze nooit gebloeid dat we weten. De ribjes van de bladeren zijn roodachtig en het uiterste blad dat vooraan alleen groeit is altijd het grootste. Elke vrucht is vrijwel gelijk een hazelnoot. Het binnenste groen merg is bedekt met een dun paars velletje. De buitenste schaal is taai als leer en welriekend, dun en soms rosachtig. Aan het uiterste van de takken groeien lange hauwen of hoornen zoals hier geschilderd staan. Noch van de krachten. De pistache, zoals haar bitterachtige en wat tezamen trekkende smaak toont, zijn openend en daarom nuttig om de dikke vochtigheden dun te maken. Ysaack schrijft dat ze niet vochtig, maar droog en heet zijn heel ver in de tweede graad en dat ze daarom in koude tijden goed gegeten zijn voor koude mensen die met veel slijmachtigheid verladen zijn. Rabbi Moses houdt ze voor de beste van alle vruchten omdat ze de walging beletten en de maag eetlust laat krijgen. Avicenna zegt ook dat ze de maag bijster zeer verkwikken, het hart ook versterken en goed bloed maken, ja zo goed zijn als amandels. Dan Galenus twijfelt zeer of ze zoveel deugden hebben. Immers men moet bekennen dat men er niet veel tegelijk van eten mag want ze vullen het hoofd met dampen zoals de pijnkernen en schaden de kinderen en de hete mensen omdat ze hun bloed ontsteken en draaiing in het hoofd veroorzaken. Maar als men er rozensuiker met of na eet dan schaden ze niet. Dan om de beste te nemen zal men de grootste kiezen die als terpentijn ruiken, donker groen en zo vers als het mogelijk is en van oude bomen geplukt. Deze vruchten weerstaan alle vergif, met wijn ingenomen, en genezen alle beten en steken van de kruipende vergiftige dieren. Te Venetië maakt men een soort van marsepeinen uit deze vruchten die pistacciate genoemd wordt die goed gehouden worden om de oude of verstorven mannen wat lust of kracht te geven om met de vrouwen om te gaan. De olie van deze vrucht versterkt de hersens als men het hoofd daarmede besmeert en is goed om het lichaam te bestrijken als iemand door vrouwenspel te zeer gekrenkt, slap geworden of uitgemergeld is. |
Zie verder: http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl en : http://www.volkoomen.nl/